Categoriearchief: Maakbaarheid

Miljardairs redden de wereld

MensHet is altijd goed om rond de jaarwisseling even de balans op te maken. We weten weer waar we staan en kunnen, met de cijfers in de hand, beslissen wat we het komende jaar moeten doen.

De Groninger die met een staatslot miljonair werd, heeft 30 miljoen euro te overdenken. Hij of zij zal er ongetwijfeld leuke dingen mee doen. De honderd rijksten ter wereld werden in 2012 nog rijker en ook zij zullen zeker leuke dingetjes ondernemen.

Die honderd rijken zijn gezamenlijk 182 miljard euro rijker geworden. In de top-40 van de Bloomberg Billionairs Index is de Spanjaard Amancio Ortega de sterkste stijger. Zijn vermogen is gegroeid tot 57,5 miljard dollar. Als de man de Europese steun aan Spanje volledig voor zijn rekening neemt, dan slinkt zijn rijkdom tot 3,9 miljard euro.

In Bloombergs top-40 staan zeventien Amerikanen. Gezamenlijk goed voor ruim 500 miljard dollar. De ‘fiscal cliff’-discussie in Amerika ging om een pakket bezuinigingsmaatregelen ter waarde van 600 miljard dollar. Dat had dus over 100 miljard dollar kunnen gaan, als de zeventien rijkste Amerikanen hun vermogen hadden moeten inleveren.

Denk nu niet dat de rijksten der aarde een stelletje graaiers zijn, die over de ruggen van anderen hun kapitaal vergaren. Nee, ze werken er snoeihard voor en ze hebben de wereld heel wat moois geboden. Ze geven kapitalen aan goede doelen en zijn niet te beroerd van de overheid te eisen dat ze in tijden van crisis meer belasting moeten betalen. In 2011 lanceerde Warren Buffet dat idee.

Het is dus niet erg dat ze rijker zijn geworden, want nu kunnen ze nog meer aan goede doelen geven en nog meer belasting betalen. Daar profiteren we allemaal van, toch?

We vergeten maar dat we allemaal hard moeten werken om de rijken rijk te maken. Om hun briljante producten te kopen, moeten we er ook voor werken. We stellen dus onze rijkdom, lees: onze arbeidskracht, ter beschikking, betalen over het salaris belasting en wat we dan overhouden besteden we aan de aankoop van al dat moois. We hebben onze bijdrage wel geleverd.

Dat wij geen miljonairs zijn is eigen schuld. Hadden we maar net zo slim en net zo goed in het organiseren van arbeid moeten zijn. Wie dom is geboren, mag blij zijn dat-ie nog een dubbeltje wordt en moet niet zeuren dat hij nooit een kwartje zal worden.

Nee, gewoon blijven werken en consumeren om de rijken ook in 2013 weer rijker te maken. Die paar rijken houden de wereld immers draaiende. Mocht u werkloos worden en tot armoe vervallen, dan is er altijd nog een door een vermogend mens gesponsorde voedselbank.

Wie zijn baantje houdt, heeft vast genoeg over voor een volgend staatslot. Mocht u een paar miljoen winnen, dan kunt u in 2013 een stukje van de wereld redden.

Uitputting grondstoffen en diefstal putdeksels

manholeHet dievengilde blijkt uit te blinken in hedendaags marktdenken. Niet altijd even briljant, want nu worden er ineens putdeksels gestolen. Een grote putdeksel levert rond de vijf euro op bij de schroothandelaar. IJzer doet 17 cent per kilo. Een grote putdeksel weegt tussen de 20 en 50 kilo.

Die cijfers komen uit nieuwsberichten van de afgelopen jaren. In Arnhem en Velp werden in de nacht van 1 op 2 oktober 88 putdeksels van 20 kg. per stuk gestolen. De NOS maakte er later 120 van. Dat zou de dief dan ruim 400 euro opleveren. Met aftrek van de kosten voor de auto misschien net onder de 400 euro als de dief binnen een straal van 30 kilometer van de gestolen waar woont.

Maar als deze ondernemer ook een bedrag reserveert voor het bedrijfsrisico, de zogenaamde pakkans, dan is het de moeite eigenlijk niet waard. Op door één persoon gepleegde diefstal staat een boete van maximaal 18.500 euro of een gevangenisstraf van maximaal vier jaar. De maximale boete heeft een dief er pas uit als hij bij één actie 5442 putdeksels van 20 kg. per stuk ontvreemd.

Niet bij ijzer alleen, denkthet dievengilde. Uit de beursnoteringen voor schroot op staalprijzen.nl, blijkt dat koper veel lucratiever is. Handgepeld koper levert 5,70 euro per kilo op. Voor gewoon “oud koper” krijg je 5,20 euro per kilo.
Op 2 oktober bleek iemand wat stukken afgeknipt te hebben van een bliksemgeleider op het dak van het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal.  Afgaande op een bericht uit het AD (2007) en vertaald naar de huidige prijs voor koperschroot, moet een dief ruim 3321 meter bliksemgeleiders stelen om een maximale boete weg te strepen in zijn boekhouding.

Ook voor brons wordt meer betaald dan voor ijzeren putdeksels. Er gaat geen maand voorbij of er worden wel ergens bronzen beelden gestolen. De laatst bekende ontvreemding vond 30 september plaats in het Limburgse Geijsteren.

Maximale boetes en gevangenisstraffen worden niet uitgedeeld. Voor het dievengilde loont het al wat minder te stelen dan in bovenstaande voorbeelden is genoemd. De sector laat zich ook niet afschrikken door de beveiligingsmaatregelen die gemeenten nemen om hun openbare brons te beschermen of door de actie Koperslag, die minister Opstelten in juni 2011 lanceerde. Jusitie, ProRail en de MRF (Metaal Recycling Federatie) werken samen om de metaalroof tegen te werken.

De MRF heeft een meldpunt opgericht en pleit voor een registratie- en identificatieplicht bij de schroothandel. Dat wordt in België al langer toegepast, maar in het jaarrapport 2010 van de federale politie wordt een sterke toename van koperdiefstal gemeld: “De verplichting voor schroothandelaars te registreren wie hun leveranciers zijn heeft de sterke toename in 2010 veroorzaakt door een stijging van de koperprijs, niet kunnen voorkomen”.

De prijsstijgingen van metaalschroot hebben alles te maken met recycling als middel om te voldoen aan de vraag naar grondstoffen door, onder andere, groei-economieèn als China en India. Voor de uitbreiding en nieuwbouw van steden zijn natuurlijk kilometers koperen leidingen nodig en moeten talloze nieuwe rioleringen van massa’s putdeksels worden voorzien. De wereldwijde groeit gaat sneller dan de groei van de voorraad grondstoffen.

Omdat het in de vigerende economische folklore een gewoonte is dat schaarste tot prijsopdrijving leidt, stijgen dus de prijzen voor hoogwaardig schroot als koper en brons. En omdat een dief ook een ondernemer is, ziet hij hier dus een lucratieve markt.

Het probleem wordt door lokale en regionale overheden aangepakt door zich louter op de criminaliteit te richten en van collega-overheden in andere landen te eisen hetzelfde te doen. Het idee om de prijsstijgingen aan banden te leggen, komt natuurlijk bij niemand op. Het zou misschien aardig wat ontwikkelingshulp schelen als die hinderlijke wisselwerking tussen schaarste en prijzen eens doorbroken werd. Mooi bijverschijnsel is dan dat het dievengilde in metaalroof niet langer is geïnteresseerd.

Dit artikel verscheen ook op Sargasso.

Grijs en rijk.

BankjeAls de AOW-leeftijd van 65 jaar zelfs voor de SP geen breekpunt meer is, dan gaan we een toekomst met lege park- en pleinbankjes tegemoet. Want als we tot op hoge leeftijd moeten doorwerken, is luierend genieten van je oude dag er niet meer bij.

De vergrijzing is een probleem, zo wordt beweerd. Dat geldt niet overal in het land. In de top-10 van rijkste gemeenten staan vijf gemeenten die ook tot de top-10 van meeste vergrijsde gemeenten behoren. Hoe grijzer, hoe rijker?

Dat is betrekkelijk. De overige vijf die in de top-10 meeste van rijkste gemeenten staan, komen op de ranglijst van vergrijsde gemeenten op plaats 19, 52, 53, 148 en 209. Maar het gemiddelde inkomen van de top-10 vergrijsde gemeenten is wel bijna tienduizend euro hoger, dan die van de 10 minst vergrijsde gemeenten.
Een overzicht met deze cijfertjes vind je in dit exceldocument.

Natuurlijk is het niet zo dat hoe grijzer de bevolking is, hoe rijker de gemeente is waar ze wonen. Gemeenten als Bloemendaal, Wassenaar, Laren en Blaricum waren ook voor de vergrijzing aardig welvarend. En wie al werkend rijk is, zal vast een fortuinlijke oude dag hebben.

Toch is het niet helemaal toeval dat de rijkste gemeenten ook een grotere grijze druk kennen, dan armere gemeenten. De levensverwachting van mensen die onder de lage-inkomensgrens leven, is ongeveer 5 jaar lager dan bij mensen die boven die grens leven.
Dan is er ook nog een verband tussen opleiding en levensverwachting. Hoogopgeleide mensen leven 6 tot 7 jaar langer dan laagopgeleiden. U begrijpt dat het gemiddelde opleidingsniveau in Bloemendaal wel wat boven ongeschooldheid of vmbo-niveau ligt.

Als de oorzaak van een lage grijze druk dan toch moet worden gezocht in de relatie tussen inkomen en opleiding, dan is ‘de politiek’ op de goede weg. Doorgaan met bezuinigen, vooral op lonen en onderwijs. De crisis los je er niet mee op, maar het is wel een begin om de vergrijzing te vertragen. Nog even en een verhoogde AOW-leeftijd is helemaal niet nodig.

De omgekeerde weg, de AOW-leeftijd omlaag, durft niemand te gaan. Omdat we onvermijdelijk grijs worden, maar dat willen we wel zo rijk mogelijk. Maar langer doorwerken druist tegen de menselijke natuur in. Sinds mensenheugenis wordt alles in het werkgesteld om juist minder en korter te ploeteren voor het dagelijks brood. Het vuur, het wiel, de lopende band, de automatisering zijn juist bedacht om werk zo licht en zo kort mogelijk te houden.

De conclusie is tweeledig. Zorg ervoor dat iedereen rijker wordt en investeer ruimschoots in innovatie. Die innovatie moet ons meer en betere middelen verschaffen om werk nog lichter en korter van duur te maken. En rijker kan iedereen worden als meer geïnvesteerd wordt in onderwijs en de welvaart beter wordt verdeeld.

Dan rest nog één probleempje. Als iedereen grijs en rijk is, wie doet dan het resterende vuile werk?

De schuld van alles.

SchuldHet lijkt wel of Nederland gebukt gaat onder een tsunami aan misbruik, Corruptie tiert welig. Wat jammer dat dit kabinet is gevallen. Zo krijgen we fraude het land niet uit.

Volgens kabinet Rutte wordt Nederland wordt te gronde gericht door misbruik van wetten en regelingen. Misbruik van de bijstand, het pgb, de studiefinanciering, de kinderopvangtoeslag en, als altijd, de belastingen zijn of worden aangepakt met hogere straffen. Het kabinet spaart niemand. Bedrijven die de mazen in de wet exploiteren en onterecht allerlei overheidssubsidies binnenslepen, moeten zwaarder bestraft worden en slachtoffers van mensenhandel moeten zelf met keiharde bewijzen komen. Zo niet, dan heet een aangifte misbruik.

De aantallen ritselaars en regelaars, sjoemelaars, zwendelaars, subsidiedieven en fraudeurs zijn niet zo groot of volslagen onbekend, maar het gaat om miljoenen euro’s waarvan, zoals bekend, we miljarden tekort komen. Een tekort dat door een systeemfoutje is ontstaan en een systeem kun je natuurlijk nergens de schuld van geven. Het systeem laten we dan ook ongemoeid.

Mensen kun je wel de schuld geven of de schuld laten betalen. Logisch, want al iemand de schuld heeft aan alles, is dat wel de mens. Een erfelijke kwestie sinds de zondeval van Adam en Eva. Christelijke politici weten daar alles van en het is niet zo vreemd dat zij de mens een gebrek aan goed gedrag verwijten. Maar hoe ze de mens ook op het goede pad willen brengen, van Van Agts “Ethisch Reveil” tot Balkenendes “normen en waarden”-offensief, de mens wil niet deugen.

De schuld van de mens is geen louter christelijke hobby. Ook onder Ruttes liberaal reveil is de mens schuldig. De zondaars zijn vooral mensen die “hun hand ophouden” en asielzoekers. Wie werkloos is, wil blijkbaar niet werken, dus straf. Wie asiel aanvraagt moet wel een oplichter zijn, want waarom anders maakt zo iemand gebruik van een fraudegevoelige procedure?

Ik beken schuld: dat is allemaal veel te kort door de bocht geformuleerd. Maar mogen we alstublieft verlost worden van een mentaliteit die alle schapen over een kam scheert? Het land bestaat niet uit miljoenen fraudeurs. Daar past geen beleid van nog meer regelingen bij. Regelingen die door hen die dat willen, opnieuw misbruikt zullen worden. Als er geen regelingen zijn, kunnen ze ook niet misbruikt worden.

Er zijn geen miljoenen vraatzuchtigen en rokers die de gezondheidszorg zo duur maken. Dat kan dus niet de reden zijn waarom iedereen er voor moet boeten met verhoogde tarieven en eigen bijdragen. Er zijn geen miljoenen asielzoekers die verhaaltjes verzinnen en procedures oprekken. Ook dat is dus niet de reden waarom het voordeel van de twijfel uit de wet geschrapt moet worden.

Ik ben bereid mee te betalen aan oplossingen voor de crisis, ook al is die mijn schuld niet. Maar ik pas er voor bij voorbaat en zonder enig bewijs verdacht te zijn. Met zulk beleid zaait het kabinet slechts angst en wantrouwen. Op die fundamenten zijn heel vervelende staten gebouwd.

Het kan ook zonder regering

BinnenhofGriekenland en Frankrijk zoeken nu een nieuwe regering. Na 12 september wordt ook hier een poging gedaan een nieuwe regering te vormen. Tot die tijd gaan politici op verkiezingscampagne. Premier Rutte wordt weer lijsttrekker. Houdt hij wel tijd over om te regeren, ook al is dat demissionair?

De werkelijk regeertijd valt toch al zo tegen. Regeren is echt geen volcontinubedrijf. Reken maar na.
Ook ministers en Kamerleden hebben recht op vakantie. In het politieke jargon heet dat reces. Vijf maal per jaar is er een reces. Kamer en kabinet gaan tegelijkertijd op reces. We hebben het dan over 91 dagen per jaar. Niets mis mee, want politici zijn ook mensen en geen mens houdt het in alle gezondheid vol alle 365 dagen te werken.

Op de website van de Tweede Kamer lezen we dat zo’n reces geen vakantie is. Politici doen wat leeswerk of trekken het land in voor werkbezoeken. Nou doet de burger-op-vakantie dat ook. Boekje lezen, even bij familie langs, lang niet geziene vrienden bezoeken. Het is en blijft vakantie. Het echte werk blijft liggen. Dat wordt op de overige 274 dagen gedaan.

Overige 274? Mooi niet. Bewindslieden gaan vaak het land in omdat ze zijn uitgenodigd ergens een toespraak te houden. Vorig jaar constateerde ik al dat in de 318 dagen dat het kabinet toen regeerde, de bewindlieden 307 toespraken hebben gehouden. Bijna 1 per dag dus.  Dat is er niet veel minder op geworden als je bij de Rijksoverheid de lijst met toespraken bekijkt.
Stel dat men er gemiddeld een uurtje of drie mee kwijt is, dan zijn die 307 toespraken goed voor 38 volle dagen.  En toen waren er nog 236 echte regeerdagen.

Een kabinet hoort vier jaar te regeren. Dat is in de praktijk maar zelden het geval, zoals we weten. Het betekent wel dat er tijd moet worden besteed aan het formeren van kabinetten. Gerekend vanaf 1945 kostten kabinetsformaties gemiddeld 72 dagen per kabinet.
De korstdurende formaties zagen we bij Balkenende III (8 dagen), Beel II (10 dagen) en Van Agt III (17 dagen). De langste formaties gingen op aan Van Agt I (208 dagen), Den Uyl (169) en Rutte (127). In de laatste 67 jaren waren er 28 kabinetten, hetgeen op een gemiddelde regeerperiode van twee jaar neer komt.

Eens in de twee jaar gemiddeld 72 dagen aan formatietijd! Daar verdampt nog eens 31 dagen regeertijd per jaar. Toen waren er nog 205.

Bleef het daar maar bij. Niet allen bij verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamer gaan Kamerleden en bewindslieden op pad. Dat doen ze ook bij de Provinciale Statenverkiezingen. Belangrijk, want de samenstelling van de Eerste Kamer hangt daar van af.
Een deel van het campagnewerk doet men in eigen tijd. De weekenden of tijdens een reces. Lijsttrekkers zullen het wat drukker hebben, dan de anderen. Hoeveel tijd daarmee verloren gaat is lastig te berekenen. Laten we zeggen dat het gemiddeld 6 dagen per jaar kost.

Die ene Prinsjesdag trekken we er ook van af. Zeker, het hoort bij het werk, maar een beetje de parade uithangen is puur decorum. Er blijven niet meer dan 198 daadwerkelijke regeerdagen over. De demissionaire periodes zijn niet eens meegerekend. Dat is wel degelijk regeren, maar niet meer dan het halve werk.

Zo’n 46% van het jaar zitten we zonder regering. Als dat kan, waarom kunnen we de overige 54% dan niet zonder?

Het feest dat arbeid heet.

1 meiDit artikel verscheen ook op Sargasso.

Werken is een feest. Elke dag weer is het in de vroege ochtenduren een kabaal van jewelste van duizenden mensen die fluitend naar hun werk gaan. Wat een tegenstelling met de oorverdovende stilte aan het einde van de werkdag, als de werkenden weer chagrijnig huiswaarts keren.

De Dag van de Arbeid heet een feestdag te zijn. Wie de geschiedenis van de eerste mei kent, zal verbaasd zijn dat juist de bolwerken van het kapitalisme, de beurzen, deze dag gesloten zijn. In tegenstelling tot de fabrieken, kantoren en winkels, waar gewoon wordt door gewerkt. En daar heerst nog steeds de traditionele ontevredenheid van de werkende klasse.

Het schorriemorrie ervaart de combinatie van werk en privé als een zware last. Dat zou blijken uit een representatief onderzoek (pdf), dat Maurice de Hond uitvoerde voor SBI, een bureautje dat klanten zoekt die  training en advies willen, om hun werkzame leven op orde te krijgen.

Er is in de geschiedenis van de arbeid veel veranderd. De schamele acht uren die arbeiders ooit hadden om bij te komen van gedane arbeid, werden al zo’n 128 jaar gelden omgezet in de 8-urige werkdag. Na aftrek van een 8-urig slaapje, moesten werknemers dus zelf verzinnen wat ze in de resterende 8 uren moesten doen. Van de zevendaagse werkweek is voor velen niet meer overgebleven dan vier vreugdevolle dagen.

De Dag van de Arbeid wordt gevierd met een dubbele moraal. Enerzijds wordt de heroïsche arbeidersstrijd herdacht, die tot al die werktijdverkorting zou hebben geleid. Anderzijds gaan in verschillende landen mensen de straat op en schreeuwen om behoud van, of zelfs meer werkgelegenheid.
De Internationale Organisatie voor Arbeid viert 1 mei met een alarmerend rapport (samenvatting in pdf) over de aanhoudende werkloosheid. De ILO adviseert de verantwoordelijke regeringen te investeren in werkgelegenheid, in plaats van deze weg te bezuinigen.

In de geschiedenis van de Dag van de Arbeid moet ergens iets vreselijk mis zijn gegaan. Als meer mensen minder dagen en uren werken, zou er werk over moeten blijven voor degenen die nog geen werk hebben. En minder werk zou tot meer vreugde moeten leiden. Dat was immers ooit het doel van al die arbeidersstrijd?
Beide redenaties zijn onwaar gebleken. Minder werken leidt niet tot meer werkgelegenheid en wel tot meer armoede.

Het is natuurlijk allemaal een kwestie van verdeling. Verdelingen die op tal van aspecten grondig herzien zouden moeten worden. Neem de snoevers die op dit soort artikelen reageren door op te scheppen over hun 60-urige werkweek. Ze mogen daar dan hun arbeidsvreugde uit halen, maar het is ongehoord a-sociaal. Maar liefst 20 onproductieve uurtjes houden ze bezet, die een ander veel productiever in zou kunnen vullen. Wie die 60 uren wel superproductief uitvoert, zal op niet al te lange termijn een dure kostenpost voor de gezondheidszorg worden. Aldus Geoffey James in de Times.

Om nog maar te zwijgen over de manier waarop i-phones hier betaalbaar op de markt worden gebracht.  Een lastige kwestie, want zou die apparatuur hier worden gefabriceerd, is dat weer slecht voor de zware en onderbetaalde werkgelegenheid in Azië. Wie wil zich nou schuldig voelen over de werkloosheid van arbeiders die voor een Apple en geen ei hun bijdrage aan de welvaart leveren?

De Dag van de Arbeid gaat nog steeds alleen over verdeling van werkuren en loon. Het gaat nog steeds niet over de verdeling van de arbeid zelf. Van wie is de arbeid eigenlijk. Hoe is het toch mogelijk geweest dat de rollen van werkgevers en werknemers volslagen verkeerd zijn verdeeld?
Een werkgever is iemand die met lijf en leden arbeid levert. Een werknemer is degene die dat potentieel afneemt. Tegen een goede prijs en volgens het aantal uren dat de eigenlijke werkgever in de aanbieding heeft.

In plaats van onderling ruzie te maken, zouden vakbonden dat eens centraal moeten stellen. Zolang dat niet het geval is, blijft de Dag van de Arbeid niet meer dan wat nostalgische arbeidsvreugde.

Kabinet maakt slechte wetten.

Raad van StateBijna alle zaken die het kabinet voor advies naar de Raad van State stuurt, rammelen aan alle kanten. Die indruk krijg je als je de conclusies van de Raad doorleest van de laatste 30 onderwerpen die de Raad kreeg voorgelegd.

Van de 30 voorstellen die de laatste 9 maanden naar de Raad gingen kreeg 60% kreeg een negatief advies en 40% een positief advies onder voorbehoud. De Raad formuleert een negatief advies meestal zo: De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet niet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

Bij positieve adviezen schrijft de Raad: De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. Dat betekent dat de Raad een aantal kritische vragen en kanttekeningen heeft geplaatst. Het wetsvoorstel is dus voor verbetering vatbaar. Met andere woorden: er is niet één voorstel volledig goed gekeurd door de Raad van State.

Wie denkt dat het kabinet minder last heeft van de Raad nu Piet-Hein Donner onderkoning is geworden, komt vooralsnog bedrogen uit. Hij is nog maar 25 dagen aan het werk als vice-voorzitter, maar de vijf adviezen waar zijn handtekening onder staat, zijn net zo vaak negatief als alle 30 adviezen van de laatste 9 maanden.

Dat kan natuurlijk veranderen. Voorwaarde lijkt wel dat het kabinet wetsvoorstellen beter voorbereidt. Van de 27 wetsvoorstellen die het kabinet aan de Raad voorlegde, is ruim 83% na het Raadsadvies gewijzigd naar de Tweede Kamer gestuurd. Slechts in drie gevallen ging een wetsvoorstel ongewijzigd door, maar wel met aanpassingen in de memorie van toelichting.

Gezien de hoeveelheid gewijzigde voorstellen lijkt de Raad dus een zinvolle functie te hebben. Als een clubje dat het huiswerk van het kabinet nakijkt. Prima, want wetgeving moet zorgvuldig gebeuren. Maar hoe kan het dat de Raad, volgens RTL Nieuws,  60 procent meer wetsvoorstellen negatief beoordeelt, dan ten tijde van het kabinet Balkenende IV het geval was?
B
ovendien lijkt het kabinet de Raad niet volledig serieus te nemen. Daar waar de Raad het kabinet adviseert een wetsvoorstel te heroverwegen,volstaat het kabinet met het overnemen van wat wijzigingen en stuurt de zaak toch naar het parlement. Het kabinet slaat de adviezen van de Raad stelselmatig in de wind.

Gemiddeld gaan er 4 tot 5 maanden overheen voor de Raad een definitief advies kan publiceren. De Raad neemt gemiddeld 2,3 maanden de tijd zich over een ingediend wetsvoorstel te buigen. Het kabinet doet er vervolgens ongeveer net zo lang over om op het advies te reageren. Eenmaal terug bij de Raad duurt het gemiddeld 10 dagen tot we kennis kunnen nemen van advies en reactie. Voor indiening bij de Raad is er al wat tijd besteed aan het opstellen van een wetsvoorstel en na publicatie van het advies begint het traject door Tweede en Eerste Kamer. In dit exceldocument een overzicht van de laatste 9 maanden.

In één geval duurde het adviestraject slechts drie dagen. Toen de rechter besloot dat gemeenten de identiteitskaart gratis moesten verstrekken, was het kabinet er als de kippen bij om dat met een spoedwetje te repareren. De Raad was het kabinet ter wille door razendsnel het advies op te stellen.
Een wetsvoorstel over lesbisch ouderschap was pas na 181 dagen gereed voor publicatie. Het kabinet deed er 166 dagen over om op het Raadsadvies te reageren. Dat advies was negatief, toch ging het wetsvoorstel naar de Kamer.

Op zich is het niet erg dat er de tijd wordt genomen voor een wet praktijk kan worden. En wet moet jaren mee kunnen. Het hele traject zou korter kunnen als de Raad van State zich er niet mee zou bemoeien. Sommige politieke partijen vinden dat de controle van de Eerste Kamer voldoende is. Anderen vinden de Raad van State het geschikte orgaan en schaffen liever de Eerste Kamer af.

Zolang er blijkbaar rammelende wetteksten worden opgesteld en Raadsadviezen worden genegeerd, is het misschien beter het kabinet op te heffen en te vervangen door meer deskundige lieden.

Leiders weg, peilingen stijgen.

LeidenOpvallend: Cohen stapt op, nog geen opvolger in zicht en in de peilingen stijgt de PvdA twee zetels. Een signaal, hoe klein ook, dat een deel van de  kiezers liever een leiderloze partij wil?

Onzin, zegt u? Nou, ook de VVD steeg iets in de peilingen. De hoogste leider, Mark Rutte, was ook weg. Het was immers ski-reces. Hij weigerde al iets te melden over een punt waar de PVV het nieuws mee haalde en vertrok naar de skipistes. Die vakantie brak hij af, vanwege het ongeluk met prins Friso, maar de koningin wilde Rutte niet spreken, dus bleef het stil rond Rutte.

De PvdA leiderloos, de VVD-kopman even niet in het nieuws en jawel, beide partijen stijgen in de wekelijkse peiling van De Hond. De SP verliest een zetel, wat onterecht is, want Emile Roemer liet zich juist van zijn beste kant zien met een potje tennis tegen rolstoeltenniser Maikel Scheffers.

Het CDA zou de proef op de som eens moeten nemen. Net als de PvdA is de partij driftig op zxoek naar een andere koers. Misschien krijgt de partij van De Hind er zomaar een zetel of twee bij als  fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma opstapt en Maxime Verhagen zijn mond eens een weekje houdt.

Leiderschap kan een heel ander issue voor de kiezers worden, dan het normaal gesproken was. Het vertrouwen in leiders is door de opeenvolgende crisissen behoorlijk geschaad. Wie weet hebben steeds meer mensen geen boodschap meer aan discussies over stijl van leiderschap, over profilering en mannetjesmakerij. Misschien verschuift de discussie wel naar de vraag of er wel leiders nodig zijn.

Andre Dluhos Follow the leader

Eurocrisis is traditie

EurocrisisDe schatkamer van statistieken, het CBS, heeft eindelijk tijd gevonden wat cijfers op een rij te krijgen, die u hier al op 22 oktober 2011 kon lezen. Uit die cijfers blijkt dat een hoog overheidstekort eerder regel dan uitzondering is en dat landen als Griekenland niet de enigen zijn, die zich maar niet aan de afspraken van het Verdrag van Maastricht kunnen houden.

“Nederland overschrijdt al drie jaar de Europese bovengrens van 3 procent van het bbp”, stelt het CBS, maar “een dergelijke periode van hoge tekorten is echter niet uitzonderlijk”. De jaren voor het Verdrag van Maastricht (1993) was het wel vaker mis. In de  periode 1980-1990 was het overheidstekort maar liefst 11 jaar achter elkaar flink groter dan 3 procent. Na het verdrag is het tot nu toe zes keer voorgekomen, waaronder dus de laatste drie jaar.

Het Verdrag van Maastricht heeft misschien wel een positief effect gehad. Na 1993 werd er vijfmaal een overschot gescoord, tegen één keer in de 24 jaren daarvoor.

Het overheidstekort zat sinds 1993 13 keer in de min, waarvan dus 6 keer boven de 3 procent. Slechts 5 keer viel het positief uit. Waarlijk geen geweldige prestatie waar met name twee mannen keiharde voorvechters zijn van de Maastrichtnorm. Mannen die het niet te beroerd zijn een vermanende vinger op te heffen tegen landen, die ook moeite hebben zich aan de norm te houden. We hebben het natuurlijk over de heer Zalm en zijn discipel Rutte.

Zalm eiste in 2003 sancties tegen Frankrijk en Duitsland, toen deze hun financiële problemen op wensten te lossen door het overheidstekort op te laten lopen. Zalm moest inbinden en Frankrijk en Duitsland kregen wat meer tijd en ruimte om hun tekorten binnen de afgesproken normen te krijgen.

Rutte moet feestelijke dagen beleven. Niks inbinden, maar de knoet erover. Griekenland moet diep door het stof. Nu is het Griekse overheidstekort wel aanzienlijk groter dan dat van Nederland. Maar dat heeft niet alleen oorzaken in Zuid-Europese losbandigheid.  Griekenland werd na veel moeite pas in 2000 tot de Europese Monetaire Unie toegelaten. Zalm wist van de hoge tekorten, maar ging ook akkoord. Griekenland deed pogingen de tekorten weg te werken door, onder andere, worgleningen af te sluiten bij Goldman Sachs.

Rutte pleitte voor steun aan Griekenland. Niet om het land zelf te redden, maar de banken die vreesden dat Griekenland nooit meer al die leningen zou kunnen terugbetalen. Daar zat amper een Griekse bank bij.

Maar dat terzijde. Wat het CBS laat zien, is dat een overheidstekort nog steeds traditie is, ondanks het Verdrag van Maastricht. Ook in Nederland. Wat we wel zagen is dat het overheidstekort afnam als de economische groei steeg. De vraag is in hoeverre bezuinigingen effect hebben op de economische ontwikkelingen. Is overheidsbeleid slechts een druppel op een gloeiende plaat of een wezenlijke bijdrage om uit de misère te komen?

Rutte gelooft in dat laatste. Het terugdringen van het overheidstekort wordt door dit kabinet aangeprezen als wonderolie voor een haperende economie. Voorlopig kan hij niet anders dan zich voegen in de traditie van overheidstekorten boven de 3 procentnorm. Misschien bereikt hij het ideaal van een overheid zonder grote tekorten, door eens na te denken over een wezenlijk andere economie?  Want een economie gebaseerd op leningen en schulden lijkt zijn beste tijd nu wel gehad te hebben.

Elf steden op de tocht.

cc Flickr Theasijtsma’s photostreamBestuurlijke vernieuwing, het eufenisme voor massa-ontslag van ambtenaren, is de Friezen vreemd. Dat wil zeggen: ze moeten er ook aan geloven, maar zou houden hardnekkig tradities in stand, waardoor het lijkt of zijn er niets mee te maken hebben.

Neem nu de Elfstedentocht. Maar liefst 22 rayonhoofden kwamen gisteravond in vergadering bijeen en besloten er nog even van af te zien. Tweeëntwintig! Voor elf steden? Terwijl de tocht door niet meer dan zes gemeenten voert.

Ja, ik weet ook wel dat de naam Elfstedentocht verbonden is aan de plaatsen die ooit stadsrechten verwierven. Maar stadsrechten of niet, zes steden verloren hun zelfstandigheid aan gemeentelijke herindelingen. Sneek, IJlst, Stavoren, Hindeloopen, Workum en Bolsward bestaan nog slechts als woonkernen van de gemeente Súdwest Fryslân.
Sloten ging op in Gaasterland-Sloten, Franeker in Franekeradeel en Dokkum in Dongeradeel. Alleen Harlingen en Leeuwarden bestaan nog als zelfstandige gemeenten.

Het is dat de Friezen zelf de stadsrechten graag in een winters zonnetje willen zetten, maar zou de tocht der tochten niet aan een nieuwe naam toe zijn? Nu een aantal steden tot woonkernen zijn gedegradeerd, kan de tocht misschien opgewaardeerd worden door het de 32-woonkernentocht te noemen. Dan tellen de dorpen eindelijk ook eens mee. Goed voor Bartlehiem, het dorp dat een roemruchte schakel tussen Franeker, Dokkum en Leeuwarden was, omdat de schaatsers er twee keer langs moesten.

En dan die onsterfelijke kluunplaatsen als Wymbritseradiel en Kimswerd. Kimswerd staat nota bene te boek als de woonplaats van Grote Pier, de Friese vrijheidsstrijder, die het opnam tegen de regenteske Hollanders. Elk gehucht, elke woonkern heeft wel een stukje geschiedenis dat het leuk doet als er even een flauw moment van commentaar moet worden in de televisie- en radioregistraties van de Elfstedentocht.

Voorlopig hebben de 22 rayonhoofden het veel te druk met het verhelpen van zwakke plekken op de route. Daarbij is al een veegmachine door het ijs gezakt. Dat hadden ze kunnen weten, want zelf maakten ze al bekend dat het ijs nog te zwak is om de 1,6 miljoen mensen te dragen, die als publiek worden verwacht.

Naar verluidt wordt het leger ingezet om de organisatie een handje te helpen. Als ik de Friezen was, zou ik dat weigeren. Voor je het weet heeft het kabinet ineens in de smiezen dat 22 rayonhoofden en hun handlangers in de weer zijn om de 32-dorpentocht tot geschiedenis te verheffen. Waarna het kabinet op het idee komt om van heel Friesland één gemeente te maken. De provincie kan als bestuursorgaan worden afgeschaft en er komt maar één burgemeester.

Nou goed, Rutte is de beroerdste niet. Hij stelt geen burgemeester aan, maar een rayonhoofd.