Het derde wiel aan de wagen?

SchaakIn de aanloop naar de verkiezingen in september, kun je bij de collega’s van Sargasso weer op zoek naar jouw favoriete coalitie. Met de CoalitieChecker kun je zien hoeveel zetels de door jouw gewenste coalitie in de peilingen heeft.

Tot nu toe is er geen enkele combinatie van drie partijen, die een Kamermeerderheid zal halen. Het is begrijpelijk dat er naar een coalitie van drie partijen wordt uitgekeken, want sinds de vorming van het CDA hebben er nooit meer partijen in een kabinet gezeten.
Voor die tijd is het acht keer voorgekomen dat er 4 of 5 partijen in een kabinet zaten. De zogenaamde Kunduz-coalitie bestaat wel uit vijf partijen. Die combinatie staat in de Sargasso CoalitieChecker momenteel op net 75 zetels. Geen meerderheid dus.

Wie een coalitie van 4 partijen zoekt die een meerderheid van 88 zetels scoort en waarbij de PVV wegens wangedrag is uitgesloten, heeft de keuze over  “links” of over “rechts” te gaan. Een combinatie met de PvdA levert vier mogelijkheden op, waar in alle gevallen VVD en SP nodig zijn.
Wie de VVD als uitgangspunt neemt, krijgt vijf opties te zien, waar slechts 1x de PvdA niet in voorkomt, maar SP wel in alle vijf gevallen nodig is.
De SP is in 2006 vakkundig buitenboord gehouden door CDA en PvdA. De SP was toen de derde grootste partij (25 zetels). CDA en PvdA kozen echter voor de CU, toen de zevende grootste partij met 6 zetels. Maar ach, in Nederland worden sinds 1977 alleen nog derde partijen met meer dan 20 zetels een coalitie binnengesleept als ze van rechts-liberale snit zijn (LPF in 2002 en PVV in 2010).

Sinds 1946 hebben we 20 verkiezingen gehad en slechts acht keer kwam het tot een coalitie van 4 of 5 partijen. Tot 1977 kwam dat natuurlijk omdat de CDA-bloedgroepen nog zelfstandig opereerden. Het is wel een beetje vreemd dat tot 1977 coalitiepartijen altijd meer dan 33 procent vormden van het aantal partijen in de Kamer. Alleen kabinet Beel I (1946) telde 29 procent van de gekozen partijen.
Na 1977 is het nog maar twee keer voorgekomen dat een kabinet uit 33 procent van de Kamerpartijen bestond (Kok II en Balkenende II). Alle andere negen kabinetten werden door minder partijen vertegenwoordigd. Met als dieptepunten Van Agt (18%) en Lubbers I (17%).

Het is maar goed dat de feitelijke zetels gewicht in de schaal leggen. Wel is het zo dat 15 van de 20 keer de twee grootste partijen in de coalitie (is niet hetzelfde als in de Kamer!) een derde partij nodig hadden om aan een Kamermeerderheid te komen. Tot de vorming van het CDA koos men er acht keer voor om met een derde en vierde, of zelfs een vijfde partij een coalitie te vormen. Dat is na 1977 niet meer voorgekomen. Een overzicht van deze bevindingen in dit exceldocument.

Wie een drie-partijencoalitie wil, zal altijd op VVD of SP moeten stemmen en dan maar hopen dat ze met PvdA, CDA, D66 of PVV tot een akkoord kunnen komen. Het wordt dus niet alleen zoeken naar het derde wiel aan de wagen, maar ook naar een vierde en/of vijfde.

VVD, CDA, D66, GL en CU proberen momenteel te bewijzen dat het kan. Enthousiast, eendrachtig en betrouwbaar voor elkaar, zetten ze Ruttes afbraakpolitiek voort. Heel vrolijk worden hun plannen het Lente-akkoord genoemd. Terecht, gezien het feit dat de lente op dit moment tamelijk kil en buiïg is.
Het valt te loven dat men bereid is partijpolitieke verschillen te overbruggen om het landbelang te dienen. Het is een zeer beperkte bereidheid. Twee grote partijen worden buiten de “nationale eenheid” gesloten.

Dat kan een probleem zijn als de Kunduz-coalitie ook een electoraal succes wordt en niet meer dan 76 zetels weet te halen. Op gedoogsteun van de SP hoeft men niet te rekenen, want die zal wel chagrijnig zijn dat de partij weer niet serieus is genomen. Men wordt dan volledig afhankelijk van steun van CDA’ers en de PvdA.
Verder is het de vraag of GL bereid is zich te gronde te richten door al te veel mee te werken met CDA en VVD. Maar het ziet er naar uit dat GL tot alles is bereid nu regeringsdeelname een serieuze optie lijkt te worden. De tijd dat een van de voormalige GL-bloedgroepen stelselmatig buiten coalities werden gehouden, De CPN had in 1948 (Drees I) evenveel zetels als de VVD en in 1972 (en Uyl) evenveel als de PPR. Maar de CPN maakte natuurlijk geen schijn van kans.

Hoe dan ook, als er aan de peilingen niets substantieels veranderd, kunnen we het zoeken naar een drie-partijencoalitie wel vergeten. Coalities van 4 of meer partijen kunnen niet zonder VVD en/of CDA en/of PvdA, de traditionele “grote drie”.
Als er geen coalitie met een ruim voldoende grote Kamer meerderheid mogelijk is door 4, of 5,  misschien zelfs 7 partijen bij elkaar te brengen, waarom dan geen kabinet van nationale eenheid gevormd? Alle 10 partijen in een kabinet?

Welke meerpartijencombinatie, die goed is voor minstens 80 zetels, heeft jouw voorkeur?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *