Tag archieven: NFI

Verkouden speld wijst dader aan

Verkouden speld wijst dader aan Ben je verkouden? Dan is er een kans opgepakt te worden voor een inbraak of moord. Moet je maar uit de buurt blijven van criminelen. Je herkent ze immers zo? Gestreept pakkie en een balkje voor de ogen. Want sta je naast zo’n boef, net als je een flinke niesbui krijgt, zit dat boevenpak onder jouw DNA.

Dat DNA wordt dan op de plaats van misdaad gevonden en hupsakee, je kan achter de tralies. Onmogelijk? Deskundigen, gehoord in de zaal van de
moordzaak Vincent ’t Hooft, leggen uit dat de verdachte behoorlijk verkouden was, op het moment dat-ie stond te tanken en daar ook de vrouw van “t Hooft aanwezig was. De deskundigen stellen dat indirecte overdracht van neusvocht, geleid kan hebben tot aanwezigheid van het DNA van de verdachte op de plaats van misdrijf.

Trots meldt het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) heeft DNA in huis van meer dan 100.000 mensen. Zit daar het DNA van de werkelijke dader tussen? Blijkbaar niet, anders zou het NFI dat toch zeker gevonden hebben?
Nu is dat DNA van veroordeelden. De DNA-berg groeit omdat “de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden is sinds 1 mei 2010 van toepassing op veroordeelden wegens ieder misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is. Voordien werd alleen celmateriaal afgenomen bij personen die veroordeeld waren wegens een gewelds- of zedenmisdrijf of die behoorden tot een categorie van de veroordeelde zeer actieve veelplegers” (zie ook persbericht van het NFI).

DNA-sporen worden nogal eens gezien als het sluitstuk in de bewijsvoering. Gelukkig gaan rechters daar voorzichtig mee om.
Om te beginnen moeten de sporen rechtmatig verkregen zijn. In een zaak tegen de directeur, verdacht van vleesfraude, legde de rechter een lagere straf op dan werd geëist. Een dierenarts had DNA- en haarmonsters genomen, maar daartoe was hij niet bevoegd.

Is het materiaal wel rechtmatig verkregen, dan hoeft het nog niet zo te zijn dat het gevonden DNA aantoont dat bijbehorend persoon de dader is.
In Groningen bekende een man, na jaren, een moord. De man, inmiddels ernstig ziek, bekende omdat hij gewetenswroeging zou hebben. Hoewel de politie twijfels had bij deze biecht, is de man wel veroordeeld. Omdat er in de woning van het slachtoffer DNA-sporen zijn gevonden, die bij het DNA-profiel van de spijtoptant zouden kunnen horen.
Let wel: zouden kunnen horen. Er is nog veel meer DNA gevonden, maar die matchten niet bij bekenden van justitie.

Daarmee kan de trots van het NFI meteen gerelativeerd worden. De berg DNA is de verzameling spelden waarin wordt gezocht naar daders die al een strafblad hebben. Bij elke nieuwe zaak zijn zij als eerste verdacht, als hun DNA ter plaatse wordt gevonden. Ook al is dat er via hooikoorts terecht gekomen.
De dader kan er natuurlijk wel bij zitten, maar als de advocaat dan wijst op alle andere gevonden DNA-sporen, rijst er twijfel. met een mogelijke vrijspraak tot gevolg.

DNA is dus bij lange na geen waterdicht bewijs. Ik mijd voortaan alle verkouden mensen. Straks vinden ze een criminele fluim op mijn pak. Bewijs dan maar eens van wie dat afkomstig is. Ik wordt minstens verdacht van banden met de onderwereld.
Ik geloof dat het maar het beste is gewoon thuis te blijven nu ik aardig verkouden ben.

Foutloos boeven vangen

Rechtspraak

Schuldig de bak indraaien is geen lolletje, onschuldig brommen is een nachtmerrie. Zulke dromen moet je dus de wereld uit helpen.
In Nederland kennen we wel mogelijkheden om rechterlijke dwalingen te herstellen. Maar die mogelijkheden zijn niet goed genoeg. Althans, dat vindt een groepje mensen die vandaag in advertenties in de dagbladen pleiten voor
een revisieraad.

Je kan tot aan de Hoge Raad je onschuld bepleiten, maar alleen als je nieuwe bewijzen kan aanvoeren, die niet eerder door het OM (Openbaar Ministerie) of je advocaat zijn ingebracht. De regels voor herziening van een zaak zijn te star, menen de adverteerders. Bovendien beoordelen rechters de uitspraken van hun collega's en daarom zou een meer onafhankelijke club een zaak tegen het licht moeten houden.

Laat “slimme mensen goede onderzoekers aansturen. Bijvoorbeeld wetenschappers op technisch, medisch en economisch gebied”. Ook wat advocaten, maar “stop die raad in hemelsnaam niet vol met juristen.”
Advocate Inez Weski vindt dat er eigenlijk een oplossing moet komen voor de fouten die het OM in onderzoeken maakt. Het zou niet tot foute veroordelingen moeten kunnen komen. Dan heb je achteraf zo'n revisieraad misschien niet nodig.

Maar kunnen we wel tot een foutloze rechtsspraak komen? Dat lijkt onmogelijk. Wetten worden via jurisprudentie aangescherpt. Wat aantoont dat een wet vooraf niet alles kan vastleggen om tot de enige en juiste uitspraak te komen.
En met bewijsmateriaal is het oppassen geblazen. Vingerafdrukken zijn te vervalsen, net zo als identiteitsbewijzen. Dat laatste kan weer leiden tot
mismatches met dna-materiaal.
Getuigenverklaringen kunnen onderhevig zijn aan misinterpretaties, net zo goed als de misdaadonderzoekers zichzelf soms op een dwaalspoor zetten. Zelfs als die onderzoekers de hulp inroepen van een leger deskundigen, kan er twijfel over de juistheid van de bewijzen blijven bestaan.

Een onafhankelijke revisieraad lijkt een heel aardige oplossing om fouten te herstellen. Volgens de initiatiefnemers van dit voorstel functioneert zo'n systeem in Engeland heel goed. Sinds de invoering van zo'n commissie zouden er de laatste tien jaar zo'n 250 langdurig gestraften weer zijn vrijgelaten, omdat ze onterecht zijn veroordeeld.
Aan dat aantal zitten we, ook met de twee broers uit Putten, hier nog niet. Dat moet er ook niet van komen. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Maar hoe doe je dat?

Hoopvol wordt er naar het Nederlands Forensisch Instituut gekeken. Het NFI heeft tot taak aangeleverde sporen en materialen te onderzoeken en vast te stellen welke keiharde bewijzen zijn. Met betere technologie hoopt men ook steeds betere bewijslast te vergaren. Maar dan ben je er nog niet. De directeur van het NFI pleit voor meer empirisch onderzoek. Want, zo zegt hij in De Pers: “Een match met DNA of bijvoorbeeld een handschrift wil nog niet zeggen dat je de dader hebt. Er zal altijd een element van statistiek blijven. Dat moet wel geobjectiveerd worden en niet afhangen van individuele deskundigen.”

Wat ook kan is alle burgers gijzelen en hun telefoon- en internetdata bewaren, evenals een dna-databank aanleggen van heel de bevolking. Het uitpluizen van die data kost echter zoveel tijd, dat een voorarrest langer zou moeten duren. Het wachten is op een wetsvoorstel van Hirsch Ballin, waarin vastgelegd is dat ook verdachten twee jaar in voorarrest kunnen blijven, om de onderzoekers alle tijd en rust te geven met de juiste bewijzen te komen.

Dat komt er natuurlijk niet van, sterker nog, die bewijzen moeten sneller op tafel. Het NFI heeft zich tot doel gesteld nog sneller te gaan werken.
Ook al zijn verdachten en slachtoffers bij een snelle afwikkeling gebaat, laten ze boel alsjeblieft niet overhaasten. Haastige spoed is zelden goed en vergroot de kans op fouten.

Dan de misdaad maar de wereld uit helpen? De geschiedenis leert dat misdaad van alle tijden, alle culturen en alle rechtssystemen is. Blijft dus over een poging te doen de hele rechtsgang te verbeteren.
Een aardig element van de voorgestelde revisieraad is daarin mensen van buiten het justitiële apparaat in te zetten. Dat kan ook op andere momenten in de rechtsgang. Bijvoorbeeld een jury die de rechter op de vingers kijkt.
De tijd is daar nu niet rijp voor, want juryrechtspraak is hier alleen nog een
populistisch middeltje om onderbuikemoties te een plaats te geven.
In de praktijk zal het wel meevallen met dat soort emoties.
Een onderzoek wees uit dat burgers zonder kennis van de zaak geneigd waren zwaardere straffen op te leggen dan de rechters. Dat veranderde echter nadat men wel kennis van de zaak kreeg. Toen rolden er ineens straffen uit die lager lagen dan de rechterlijke uitspraak. Kortom: die juryrechtspraak zou een toegevoegde waarde kunnen hebben.

En tot slot: waarom ook niet wat “onafhankelijken” mee laten kijken aan het begin van de rechtsgang?Lastig punt, omdat het idee wel gangbaar is dat in het begin van een onderzoek niet teveel naar buiten moet komen om de dader geen kans te geven er voordeel mee te doen.
Maar een buitenstaander die ongehinderd kan vragen of bepaalde conclusies of ontwikkelingen in een onderzoek wel logisch zijn, kan de onderzoekers scherp houden.

Tenzij onderzoekteams altijd worden samengesteld uit dromers, critici en realisten (in NLP-kringen bekend als het Disney-model en bedoeld voor andere doeleinden dan criminaliteitsonderzoek). Geen types die makkelijk met elkaar samenwerken, maar neem je ze alle drie serieus dan worden de “feiten” in ieder geval door verschillende focussen bekeken. De kans wordt kleiner dat er iets over het hoofd wordt gezien. Wat dat “iets” ook moge zijn: een procedure, een vergeten spoortje, een mogelijk andere verdachte of een onbedoeld foutje.

De keuze is: laten we het huidige systeem in tact, ook al zit er soms een onschuldige achter tralies en loopt een schuldige wegens een procedurefoutje vrij?
Of laten we het zo, maar is een revisieraad een prima middel fouten te herstellen?
Of moet de rechtsgang van begin tot eind op de schop?