Tag archieven: politie

Zorgen om zorgmijders

DakloosMeer verslaafden, zwervers en psychotische personen op straat, voorspelt Hans Slijpen van de politie Utrecht, in De Volkskrant. Hij spreekt namens de landelijke ggz-expertgroep van de politie en uit zijn bezorgdheid over de gevolgen van de bezuinigingen op de GGZ.

In het artikel legt hij uit dat er de laatste jaren veel is geïnvesteerd in het begeleiden en opvangen van een uiterst lastige doelgroep. Als professional in de opvang voor dak- en thuislozen, kan ik dat bevestigen. We lijken wel een filiaal van de GGZ, verzuchten we wel eens. Tien jaar geleden was de typische dakloze een alcoholist of junk. Nu is de doorsnee dakloze een psychiatrische patiënt. Het werk is daardoor sterk veranderd. Een alcoholist of en junk, krijg je nog wel van de drank of drugs af. Een psychiatrisch patiënt krijg je niet van zijn ziekte af. De meeste mensen in deze ‘doelgroep’  zijn namelijk chronisch ziek. En niet zo’n klein beetje ook.

Kenmerkend voor veel van deze mensen is, dat ze zorgmijdend zijn. Dat wordt niet altijd goed begrepen door het publiek. Als je wat mankeert, dan laat je je toch helpen? Gelukkig doen veel mensen met een psychiatrische kwaal dat ook.  Dat hangt dan wel af van de mate waarin iemand ziek is en nog een beetje zicht heeft op zijn eigen situatie. U kunt het zich misschien niet voorstellen, maar iemand die continu in contact is met de beschaving op Mars, raakt in paniek als hij wordt opgesloten in een GGZ-instelling of in de daklozenopvang zijn zendapparatuur (opgevist uit de vuilnisbakken op straat) niet mee naar bed mag nemen.

Iemand die meent dat hij zelf de wereld heeft geschapen en nu druk bezig is de fouten in zijn creatie te herstellen, heeft al een drukke dagbesteding. Die zie je dus niet in de reïntegratie- en dagbestedingsprojecten. Dwing je hem daartoe, dan vlucht hij, in de heilige veronderstelling dat het anders nooit meer goed zal komen met de wereld.
Dat zijn dan nog mensen met een missie. Er lopen er heel wat meer rond, die in de hele schepping een complot zien, gericht tegen hun hoogst individuele vrijheid. Dus is de hulpverlening op hun geld uit, zijn de hulpverleners spionnen van de complotfabriek en zijn politieagenten de securitymedewerkers van het complex.

U ziet daar alledaagse herkenbaarheid in? Maar natuurlijk! Er zijn wel meer mensen die in buitenaards leven geloven (Mars of God) en iedereen heeft in een depressief momentje wel eens gedacht dat het niet toevallig is dat alles tegen zit. Toch zwerft niet iedereen knettergek op straat. Een idioot idee: was dat maar wel zo, dan werd het probleem niet gezien.

Er zijn 160.000 zwaar zieke psychiatrische mensen, wordt in het Volkskrantartikel gesteld. Dat is dus 0,96% van de totale bevolking. Volgens de GGZ-tabellen 2009 (pdf) heeft, op jaarbasis, 13.4% van de 18 jaar en oudere bevolking een psychiatrische stoornis. Dat is net iets meer dan in België (12,7%) en een stuk minder dan in Amerika (26,2%).
In de top10 van kostbaarste ziekten staan hart- en vaatziekten en spijsverteringskwalen op de eerste en tweede plaats. Psychiatrische aandoeningen staan op de achtste plaats,

In dat perspectief gezien, gaat het er dus om te voorkomen dat een uiterst klein deel van de psychiatrische patiënten op straat de expressie van hun kwaal in overlast voor de overige burgers omzetten. Mark Rutte herhaalt regelmatig dat mensen die hulp het hardst nodig hebben, gespaard zullen blijven. Hij mag de zorgen die politie en GGZ nu uiten, als een uitnodiging zien zijn beloftes eens in harde cijfers te presenteren.

Politie eindelijk beschaafd

AgentLinks ziet u de nieuwe kledinglijn van de nog op te richten nationale politie. U vindt dat ouderwets? Ach, in de burgermode steken retrotrends regelmatig de kop op, dus waarom zou de politie niet terug mogen grijpen op een historische stijl? En het is wel zo duidelijk als de politie er weer als politie uitziet. Want blijkbaar zien de agenten er niet uit. Welke andere reden zou minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) moeten hebben om binnenkort de korpsen een gedragscode ‘Lifestyle neutraliteit politie’ op te leggen?

De ACP (Algemene Christelijke Politiebond) is er wel voor en vindt dat een gedragscode wel genoeg is om de agenten onberispelijk op straat te krijgen. De NPB (Nederlandse Politiebond) wil wel meerwerken aan zo’n gedragscode, maar is al jaren uiterst kritisch in hoeverrre het agenten verboden mag worden hun persoonlijke levenstijl op het werk uit te dragen.
Voor burgers is het niet toegestaan in politiekleding over straat te gaan. Dat is te verwarrend voor iemand die de politie nodig heeft. Maar de politie mocht in 2006 blijkbaar over straat als de gemiddelde burger. Met lang haar en matjes, met piercings een tattoos. De LPF vond dat maar niks en wilde een landelijk beschavingsoffensief.

In 2008 was er nog steeds geen ‘lifestyle gedragscode’ en de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Guusje ter Horst,  was het buitensporige gedrag van de agenten ineens helemaal zat. Er zou een verbod komen op het dragen van piercings, oorbellen, zichtbare tatoeages, hoofddoekjes en andere religieuze uitingen. De politie moest er niet alleen onberispelijk uitzien, maar ook neutraal. Dus geen hoofddoekjes, keppeltjes of tulbands.
Wat dat laatste betreft vond de NPB dat Nederland beter een voorbeeld kon nemen aan korpsen in andere landen. In Londen en New York mogen agenten die het sikh-geloof aanhangen wel een tulband dragen. In Zweden zijn religieuze uitingen op of in het uniform ook toegestaan.

Nu lijkt de gedragscode ‘Lifestyle neutraliteit politie’ (pdf)  er dan toch te komen. Het lijkt heel begrijpelijk dat agenten geen enkel teken draagt, dat bij het publiek tot misverstanden kan leiden. Als een agent met een keppeltje een dronken katholiek moet arresteren, kan dat in een religieuze rel ontaarden. Een gesoigneerde Bloemendaalse burger die door rood rijdt, denkt ongetwijfeld met een hooligan van doen te hebben, als hij op de bon wordt geslingerd door een getatoëerde diender. En een homofobe heler gaat helemaal door het lint als hij in de kraag wordt gevat door een agent in een roze overhemd.

Maar in tijden dat de politie er als politie uitzag, werd ze ook beschimpt of aangevallen. Een gedragscode mag dan het uiterlijk van de politie op orde krijgen, het verandert niets aan de houding van burgers die een pesthekel hebben aan gezaghebbende uniformen. Laat de politie ook zichtbaar een afspiegeling van de samenleving zijn. Neem de dienders niet hun persoonlijke levensstijl af, maar wijs degenen die tegen zulke vrijheden zijn er op dat al die petten ons allemaal passen. Of zoiets.

Opstandige ordehandhavers.

Politie De dienders zijn onrustig. Na de Amsterdamse korpschef is er nu de Zuid-Hollandse sherrif, die het zijn baas, minister Opstelten, lastig maakt. Met wel een aardig verschil van opvattingen.

Hoofdcommissaris Welten kondigde aan de orde niet te zullen handhaven. Hij is niet van plan werk te maken van een eventueel boerkaverbod. Een uitspraak die ondersteund werd door zijn
Twentse collega.
Korpsbeheerder Brok wil de orde juist wel handhaven en wel door die orde te laten voor wat hij nu is. Hij is tegen de afschaffing van de bonnenquota.
Commissaris Welten kreeg meteen de rechtse partijen over zich heen. Brok krijgt kritiek van de SP. Heeft minister Opstelten zijn dienders wel in de hand, vraagt de SP zich af. Een vraag die de SP) wel vaker stelt. In 2009 vond de SP dat Welten moest opstappen, na kritiek op burgemeester Cohen.

Protesterende politieambtenaren zijn een zeldzaamheid. Hoofdcommissarissen die zich in het publieke debat mengen komen vaker voor. In 1993 kregen de hoofdcommissarissen van de vier grote steden, Nordholt, Wiarda, Hessing en Brand, nog
de Machiavelli-prijs voor overheidscommunicatie. Daarna werden de politiechefs vaker tot de orde groepen als ze hun monden roerden in het openbaar.Welten is inmiddels op het matje geroepen en korpsbeheerder Brok zal ongetwijfeld volgen.

Hoewel er een verschil is tussen de uitspraken van beiden, staat de vraag centraal hoe zij de orde denken te handhaven. Welten stelt dat het op de bon slingeren van boerkadragers onnodig de werkdruk afleidt van het bestrijden van echte criminaliteit. Brok meent dat bonnenschrijven een uitstekend middel is om orde en veiligheid te handhaven.

Ook leidinggevenden van de politie hebben natuurlijk een eigen visie op de maakbaarheid van orde en veiligheid. Het politieke bestuur vindt het er niet veiliger op worden, als korpschefs zich daar in het openbaar over uitlaten. De eigenzinnigheid van korpschefs, die hun persoonlijk stempel op hun organisatie willen drukken en de conflicten die dat soms met het bestuur oplevert, is al jaren een
heikel discussiepunt.

De samenleving verandert. Iedereen levert, op uiteenlopende wijze, bijdragen aan het maatschappelijk debat. Moeten leidinggevende politiefunctionarissen daarvan uitgesloten worden?

Skimmen kan niet meer

Skimmen kan niet meer Er blijken twee afdoende maatregelen tegen het skimmen van bankpasjes te zijn. En toch worden die niet op alle pinautomaten toegepast. Nee, eerst gaan banken, justitie en politie een proeftuin opzetten om onderzoek te doen naar middelen om skimmen tegen te gaan.

Dat lezen we in
een communiqué van de Nederlandse Vereniging van Banken, het Openbaar Ministerie en politie. Logisch. Boeven vang je als ze een misdaad hebben begaan, gesnapt zijn en door de rechter achter de tralies worden gegooid. Dus als er nog morgen overal veilige pinautomaten staan, dan vallen er geen boeven te vangen.

Zo zal het niet helemaal liggen, maar er zijn twee partijen die beweren een eind aan het skimmen te kunnen maken.
De NS beweert dat de automaten op hun stations niet meer geskimd worden. Simpelweg door een invoerstuk te verzinnen, die het veel te lastig maakt om illegale skimstukken er op te zetten. Sinds de aanpassing van de automaten, vorig jaar september met de “Veilige Pasinvoer”, is het skimmen gereduceerd tot nul, volgens een NS-woordvoerder in een artikel
in De Volkskrant.
De woordvoerder zegt ook dit middel beschikbaar te willen stellen aan andere partijen. Waarom is dat niet meteen gebeurd?

De Haarlemse uitvinder Jan Anton Roos heeft octrooi aangevraagd op zijn veilige methode: twee pincodes voor elke pas. Bij het pinnen gebruik je een van die codes. Wil je daarna nog een keer pinnen, moet je de andere code gebruiken. Heeft iemand je pincode afgekeken, dan kan hij de bankpas dus niet gebruiken, omdat hij de tweede code niet weet.
De Haarlemmer is er al eerder mee naar de banken gestapt. Maar die zagen er geen brood in, omdat het skimmen toen een relatief klein probleem was, zo stelt de heer Roos in een persbericht. Nu het probleem groter is geworden, hoopt hij dat zijn methode een nieuwe kans krijgt (lees ook meer op de website code02.org).
Een aardige oplossing. Maar die werkt natuurlijk niet bij skimapparatuur die de gegevens afleest van je bankpas, op het moment dat die in de gleuf zit.

Er is natuurlijk nog een derde methode. Gebruik gewoon geen pinautomaat op straat meer. Het kost je wat meer tijd om in de rij bij het loket in de bank op je geld te moeten wachten. Wie toch risico wil lopen bij de openbare geldautomaten, gokt er op dat de banken, justitie en politie snel met een afdoende oplossing uit hun proeftuintje komen. Ik vrees dat we daarop minstens net zo lang moeten wachten als de pinfraude al bestaat.

Ondertussen vraag je je af, waarom banken zo moeilijk doen, als het blijkbaar ook makkelijk kan.

Kiezen voor barbarisme?

Kiezen voor barbarisme?“(…) als echt blijkt dat de bezuinigingen in dit geval een verhoogd risico voor de veiligheid met zich hebben meegebracht, dan is er een grens gepasseerd“.
Quote van Gerrit van de Kamp,
voorzitter ACP (Algemeen Christelijke Politiebond, onderdeel van het CNV).

Het Algemeen Dagblad vermoedt dat bezuinigingen mede oorzaak zijn van gebrekkig politie-optreden bij het fatale strandfeest in Hoek van Holland.
Nu moet nog blijken wat er zich precies heeft afgespeeld en welke rol de politie heeft gespeeld. Het lijkt er echter sterk op dat de oorzaak vooral ligt bij een paar feestvierders die een heel ander vertier voor ogen hadden, dan de organisatie had bedoeld.

Dat kan gebeuren. Niet leuk, onnodig, en dat die bende nog levend rondloopt is te danken aan de overgrote meerderheid feestgangers die een gezellig, vrolijk en vreedzaam feestje in hun hoofd hadden. Dan sla je er niet zomaar op los. Bovendien is de heersende mores dat je niet voor eigen rechter speelt en dus het verwijderen van vervelende gasten aan de politie overlaat.

Natuurlijk wil een vakbond weten of de leden hun beroep naar behoren kunnen uitvoeren. Bestaat de kans dat bezuinigingen het functioneren in Hoek van Holland ernstig hebben belemmerd?
De voorzitter van de ACP zegt: “Wordt er bezuinigd op politiewerk, dan moet de politiek, zowel landelijk als regionaal, keuzes maken. Gebeurt dit niet, dan komt de veiligheid van burgers en collega's in gevaar“. De ACP-voorzitter suggereert dan maar te kiezen voor het niet houden van grootschalige evenementen.

Nu ken ik wat kleinschalige gebeurtenissen waar een of twee politieagenten ook niet genoeg zijn om de zaak op te lossen. Voor één flippende psychopaat in een winkelstraat heb je al gauw zo'n tien beambten nodig. Die zijn er meestal wel. Tenzij het een gemiddelde zondag is, in een of ander gehucht, waar van een koopzondag nooit sprake is. Dan kan het net lang genoeg duren voor de hulptroepen op sterkte aanwezig zijn, om de doorgedraaide burger de kans te geven aardig wat schade aan zichzelf en zijn omgeving toe te brengen.

Dat is wel een gevolg van bezuinigingen. De overheid koos er echter voor een andere benaming: reorganisatie van de politieregio. Komt neer op: hetzelfde werk doen met minder mensen. De hoogste leidinggevenden voeren die reorganisatie gewoon door. Af en toe mort er een korpschef, maar die enkele oprisping verandert niets aan de situatie.

Een verschijnsel dat ik maar al te goed ken van mijn werk: de maatschappelijke opvang. De doelgroep is talrijker en complexer geworden, de budgetten zijn niet meegegroeid en zelfs hier en daar gekrompen. Gevolg: bezuinigingen op personeel. Mijn werkgever kan niet tegen de overheid zeggen: okee, dan vangen we een deel van die doelgroep niet op en we halen een gebouw, inclusief een complete staf, uit het pakket. Dan voldoet mijn werkgever namelijk niet aan de opdracht en krijgt helemaal geen subsidie meer.

Ook hier is het resultaat: hetzelfde werk doen met minder mensen. Dit blogje is tekort om het met alle details uit te leggen, maar geloof me, het werk is er niet veiliger op geworden. Sterker nog: het aantal incidenten neemt, na jaren relatieve rust, in rap tempo toe.
En dan laat ik bezuinigingen in de zorg nog onbesproken, terwijl ook in ziekenhuizen en verpleegtehuizen de onveilige situaties toenemen.

We kunnen er inderdaad voor kiezen geen grote strandfeesten meer te organiseren of de maatschappelijke opvang af te schaffen. Dat eerste betekent minder lol, het tweede betekent weer meer overlast voor de “gewone” burger.
Ik ben daar niet voor. Er zou juist meer lol en nog minder overlast moeten zijn. Wie daar ook voor is, moet eens goed nadenken in het stemhokje.

Volgende keer weer kiezen voor een regering die de veiligheid hoog op het lijstje ambities heeft staan, maar er geen cent teveel aan wil spenderen? Dat is kiezen een grens te passeren en ruimte te bieden aan barbaarse toestanden op het strand, in de maatschappelijke opvang en de zorg.

Experimenteel commentaar

Experimenteel commentaar

Bij gebrek aan inspiratie voor een geheel eigen bijdrage, nu een experimentje.

Een blog vol schrijven is leuk. Ook leuk is het lezen van andere weblogs. En soms is het nog leuker om te reageren op wat er elders zo al wordt geschreven. Het scherpt de geest.
Het is een boeiend onderdeel van het webloggen. Reaguurders, zoals de ingezonden brievenschrijvers worden genoemd, heb je in soorten en maten. Natuurlijk reageren bloggers op elkaar, maar er zijn ook aardig wat mensen die zelf geen blog bijhouden, maar alleen als reaguurder hun bijdrage aan de verdieping leveren. Sommigen zo scherp of goed of aanvullend, dat het wel jammer is dat ze zelf geen weblog presenteren.

Maar goed, het experimentje.
Vandaag las ik een prikkelende vraag op GeenCommentaar. Redacteur Joost nodigt de lezers uit te onderzoeken of de gangbare opsporingsmethoden van de politie verbeterd kunnen worden door tactieken toe te passen die de laatste dagen in Amsterdam zijn uitgeprobeerd. De politie was het opgevallen dat een aantal overvallen werden gepleegd door scooterrijders. Nu hebben ze alle scooterrijders gecontroleerd. Alle, want zouden alleen op andere kenmerken als uiterlijk en huidskleur hebben gecontroleerd, zou dat discriminerend zijn.

Op GeenCommentaar nu de vraag of er een formule te bedenken is, waarbij groepskenmerken verantwoord en effectief te hanteren zijn als opsporingsmiddel. Het hele artikel kun je hier lezen.Als experiment publiceer ik hier mijn reactie op dat stuk en de reacties die dat weer opleverde (wil je alle reacties zien, dan door geklikt naar het bewuste artikel en naar beneden scrollen).

De bedoeling van dit experimentje is de lezers hier inzage te geven in mijn overige schrijfsels in blogland en wat daar de respons op is van bezoekers aldaar.
En dan ben ik vervolgens benieuwd wat u daar nou van vindt.

Mijn eerste reactie was:
Waarom gaat de politie in Amsterdam tot deze methode over en de politie in Flevoland en Limburg niet? Zijn daar de overvallen met andere transportmiddelen gepleegd? Of werken ze daar, zonder tam-tam op straat te maken, keihard met de gebruikelijke methodes om daders op te sporen?
Volgens mij moet deze vraag eerst gesteld worden, voor ook maar iets anders wordt overwogen.
Zeker omdat, zoals in het artikel staat, exacte cijfers over scootergerelateerde overvallen helemaal niet bekend zijn. Dus is ook niet bekend waarom de politie spreekt van “alarmerend hoge toename…”.
Ik zie hier niet meer in dan een reclamecampagne van de politie (burgers, let op, we zijn er wel, we zin er echt wel), die en passant even uittest of een razzia door de burgers wordt gedoogd.
Die wordt gedoogd omdat er genoeg burgers zijn die de pest hebben aan scootertjes.
De enige gelegenheid die een “groepsformule-methode” verdient, is als, bijvoorbeeld, 50 mensen in groepsverband een delict plegen.
Die 50 mensen, en alleen exact die 50, mogen op grond van voldoende wettelijk bewijs, en masse worden opgepakt.

Joost (de auteur van het artikel) reageerde daarop met:
Elk onderzoek discrimineert

Waarop ik terugkwam met:
Joost (#4) helemaal waar, maar niet elk onderzoek is een rechercheonderzoek.
Als en of ander burootje 500 mensen met een kunstgebit opsnort om te weten wat voor soort brood ze meememen in hun lunchtrommetje, heeft dat een heel andere waarde, dan een onderzoek onder de totale bevolking van Amtsterdam omdat ineens bij veel overvallen achtergebleven kunstgebitten rondslingerden.
De meeste onderzoeken discrimineren door bepaalde mensen en/of bepaalde factoren uit te sluiten.
De Amsterdamse politie sluit alleen de mensen uit die niet op een scootertje rondreden. En wat zegt dat? Dat tijdens de controle de echte daders met de metro gingen?

In een volgende reactie nog een toevoeging mijnerzijds:
Overigens ben ik van mening dat politieonderzoek geen aanvulling behoeft waarmee statistieken en uiterlijke kenmerken worden geformailisserd en wettelijk toegestaan.
Hijs eens een nachtje flink door, ga niet slapen, trek de vuilste klren aan die in je wasmand hebt en ga vervolgens wat doelloos rondlopen in het centrum van een willekeurige grote stad.
Tel dan het aantal contacten dat je met de politie hebt. Vergelijk dat met een dag waarop je als keurig geklede toerist rondwandelt en met een dag dat je vrij hebt van je werk en in de stad wat rondwinkelt.

Waarop reaguurder zmooc inbracht:
@Peter, #10: daarvoor hoef je heus niet zoveel moeite te doen. Gewoon lang haar nemen, een lange jas aandoen en een sprintje trekken over het damrak om je openbaar vervoer te halen. Superleuk.
Kutpolitie. Ik heb het maar afgeknipt, sindsdien mis ik de bus/trein wat minder vaak.

Reaguurder Bismarck zei nog:
@2: In Limburg discrimineert de politie officieel niet, al kun je je afvragen hoe dat informeel zit, als fuik-controle op fietsverlichting in Maastricht alleen maar plaats vindt op de uitvalswegen van de universiteit.

Beide reaguurders kregen mijn antwoord:
@11: ach zmooc het was maar 1 voorbeeldje. Nu is het helemaal niet mijn bedoeling “de politie” als een grote discriminerende bende weg te zetten. Want wat dat betreft past die pet ons allemaal (mijzelf incluis).
Bovendien is dat niet het onderwerp van Joost's artikel (toch?)
@12: Bismarck, daar geef je eigenlijk een voorbeeld van Joost's vraag. Dat wil zeggen: ik ga er van uit dat de meesten studenten niet met de auto naar de universiteit gaan. De pakkans van overtreders van de wet op de werkende fietsverlichting is dus in dat gebied erg groot.
Wel eigenaardig is dat de politie meent dat de groep studenten ook de grootste groep van dat soort overtreders zou zijn.

Mocht er meer volgen dan hou ik u op de hoogte. Ondertussen staat het u vrij hier te reageren op dit experiment.

Met de complimenten van de burger

Met de complimenten van de burger

Het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) deelde gisteren, namens de burgers, de complimenten uit aan de overheidsdiensten. “De burger”, zo stelt het SCP, is best blij met de kwaliteit van allerlei publieksdiensten.

Balkenende had het, in mei dit jaar, dus goed mis dat er teveel werd geklaagd. Maar goed, daarmee doelde hij vooral op “de stuurlui aan wal”. Het SCP stelt hem nu gerust: juist de gebruikers van publieke diensten zijn positiever dan de niet-gebruikers.

Het SCP lijkt hiermee ook een oude vete tussen de Nationale Ombudsman en Balkenende te beslechten in het voordeel van de laatste. In maart hekelde de premier een rapport van de Ombudsman, die durfde beweren dat lakse dienstverlening van de overheid tot botte burgers leidde.

De vrolijke conclusies van het SCP zijn gebaseerd op een onderzoek in 2006. Laten we eens kijken hoe het nou “werkelijk” zit.

Kwaliteit van de zorg.
In 2006 was ruim driekwart van de respondenten tevreden over de medische zorg in het algemeen. Ziekenhuizen komen er ook goed af, hoewel de hygiëne wel wat beter kan, maar de bejegening was prima. Over de kwaliteit van de thuiszorg is ook een grote meerderheid (70 tot 80%) zeer te spreken. Over verpleeg- en verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg een geestelijke gezondheidszorg is men stukken minder positief: slechts 35% tot 50% van de respondenten oordeelt positief. Aldus het SCP.

De Nationale Ombudsman kwam in 2006 tot een wat ander beeld. Naast allerlei gegronde klachten over bejegening, maakte de ombudsman zich ook zorgen over het lange wachten op toewijzing van zorg. Een definitieve beslissing komt soms zo laat, dat mensen de nodige zorg niet meer kunnen krijgen. Het gaat hier om thuiszorg en het persoongebonden budget.
Nou niet zeuren. Het SCP stelde immers dat juist de gebruikers (de mensen die dus wel op tijd de zorg kregen toegewezen) uiterst tevreden waren over de thuiszorg.

Bij de kwaliteit van uitvoerende overheidsdiensten komen politie en justitie er bekaaid af. Het SCP ontdekte dat in 2006 bijna de helft van de respondenten de dienstverlening in die sectoren als slecht tot matig ervaart. Bijna de helft! Dus iets meer dan de helft is wel positief? Waarom op dit punt met de neagtieve minderheid beginnen?

De Nationale Ombudsman was in 2006 ook niet zo te spreken over een aantal zaken bij politie of justitie. Zo zou de controleerbaarheid van politieverhoren verbeterd moeten worden, evenals het doen en laten van de ME. Verder was een bepaalde regio herhaaldelijk het mikpunt van het ombudsman's onderscheidingvermogen.

De gemeenten komen er, aldus het SCP, een stuk beter af: “Het burgerloket en de gemeentereiniging worden het meest positief beoordeeld (slechts 3% beoordeelt ze als slecht), gevolgd door het onderhoud van het openbaar groen (12% slecht) en het aanvragen van een vergunning (14% slecht)”.

De Nationale Ombudsman had heel andere ervaringen. Vooral de communicatie tussen gemeente en burger liet te wensen over. Brieven naar de lokale overheden worden soms niet beantwoord en wie wel een teken van leven krijgt moet er erg lang op wachten. De ombudsman kreeg in 2005 ruim 1000 klachten over gemeenten en in 2006 waren dat er alweer ruim 1300.

Dan had het SCP ook lovende woorden over het onderwijs: “In 2006 bleek een meerderheid van de respondenten (ruim 60%) tevreden met het onderwijs in het algemeen”. Nuancering: “Tegenover een ruime groep tevreden gebruikers staat echter ook een niet te verwaarlozen groep ontevreden gebruikers, die bij sommige kwaliteitsaspecten kan oplopen tot 50%”.

Mag ik op dit punt de Ombudsman even passeren en verwijzen naar de commissie Dijsselbloem, die constateerde dat als gevolg van vele en snel opeenvolgende vernieuwingen het onderwijs er op dit moment erbarmelijk aan toe is?

Het SCP constateert dat de overheid zich vooral richt op verbetering van de productkwaliteit. De burger wil echter ook meer proces- en structuurkwaliteit. Een aardige bejegening aan het loket is prima, maar zonder te lange wachttijden of onbeantwoorde brieven graag. Dat zou een aardige bijdrage aan het geschetste positieve beeld leveren.

De Ombudsman constateerde dat er in 2006 25 procent meer klachten waren over allerlei overheidsdiensten. Dit jaar meldde de ombudsman dat er in 2007 een lichte daling te zien was, maar dat de overheid toch veel meer moest “investeren in de burger” om te voorkomen dat de verhouding tussen overheid en burger zich zou verharden. Toen waren de rapen gaar en werd hij door Balkenende op het matje geroepen.

Het SCP lijkt nu dus alsnog Balkenende in het gelijk te stellen. Het zijn vooral de gebruikers van publieke diensten die tevreden zijn. De ervaringsdeskundigen dus.

Maar de Ombudsman neemt toch alleen klachten in behandeling van mensen die een ervaring rijker zijn geworden? Zijn die door de SCP-onderzoekers over het hoofd gezien? Of komen er bij de Ombudsman zo weinig klagers langs, dat ze geen significante invloed op de SCP-resultaten kunnen hebben?

Wat denkt u?

Gedragscode voor zwaailichten

Zwaalicht

De website Regering.nl is een van de sites waar je kan lezen waar het kabinet zo al mee bezig is. Gisteren stond er een nieuwsbericht op waarin een intrigerende passage is opgenomen.

Minister Eurlings is niet alleen hard aan het werk om voldoende snelwegen te bouwen, hij moet natuurlijk ook er voor zorgen dat de hulpdiensten goed hun weg kunnen vinden in al dat verkeer. Daarom komt er een aanpassing van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.

Blijkbaar is het op dat gebied een rommeltje en moet er nodig wat duidelijkheid worden verschaft. Dus krijgen alle hulpdiensten hetzelfde geluidssignaal. Het loeiende geluid van voortrazende hulpverleners wordt ook beter hoorbaar gemaakt.

Ook de zwaailichten worden verbeterd. Extra blauwe lampen en richtingaanwijzers moeten er voor zorgen dat de “voorrangsvoertuigen” zich flitsend door het verkeer kunnen snellen.

Maar nu die intrigerende alinea: “Om ongewenst gebruik van voorrangssignalen tegen te gaan, komen er gezamenlijke gedragscodes. De regeling van optische en geluidssignalen wordt aangescherpt voor wat betreft de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van chauffeurs”.

Kijk een aan. Zou de klagende burger nu toch gelijk hebben met het idee dat de politie of brandweer snel een bamihap gaat halen en daarvoor het zwaailicht gebruikt? Of zijn er van die romantisch ingestelde ambulancerijders, die bij het passeren van hun eigen huis even de drietonige toeter aanzetten om een 'hou van jou' aan moeders of vaders thuis over te brengen? Welk 'ongewenst gebruik' heeft men het hier over?
Het zal toch niet zo zijn dat we ook al hufters met zwaailichten hebben?

Misschien dat de regering heel iets anders bedoelt. Bijvoorbeeld wie van de aansnellende hulpverleners voorrang heeft bij bepaalde situaties. In Amsterdam ging het mis toen, na een melding van een brand, zowel de brandweer als de politie gelijktijdig een kruispunt naderden. Wie heeft in zo'n geval als eerste voorrang?
Blijkbaar wisten de chauffeurs het niet goed. Een uitwijkmanoeuvre was het gevolg. De brandweer koos een broodjeszaak, de politie het hazenpad.

Tja, als die chauffeurs nou een gedragscode voor zulke situaties hebben, weten ze misschien wel hoe het moet.

Er is ook nog een andere mogelijkheid waarom de regering een gedragscode noodzakelijk vindt. De politie in Hengelo heeft kort geleden een interessante proef gedaan. Men wilde wel eens weten hoeveel sneller een auto op de plaats van onheil zou zijn, bij gebruik van de voorrangssignalen.

Men liet een wagen met en een andere wagen zonder toeters en bellen uitrukken voor een ritje van 15 kilometer. De politieauto zonder de signalen mocht wel harder rijden dan is toegestaan en waar nodig een rood verkeerlicht negeren.
Het resultaat: de wagen met licht en geluid was slechts 7 seconden sneller ter plaatse.

Zal er nu in de aangekondigde gedragscode komen te staan dat de chauffeurs alleen licht- en geluidsoverlast mogen produceren als ze er zeker van zijn dat het wel een substantiële tijdswinst oplevert?

Ik denk dat die gedragscode helemaal niet nodig is. Natuurlijk: er zal wel eens een hulpverlener het zwaailicht gebruiken om snel een broodje shoarma te halen om in de kantine net op tijd nog Nederland-Rusland te zien. Een tevreden werknemer zal toch zeker ook betere prestaties leveren als de nood aan de man is?

De politie als nanny

Schoolfiets

Kinderen weten niet meer hoe ze zich in het verkeer moeten gedragen. De oorzaak ligt, natuurlijk, bij de ouders. Ze brengen de kids met de auto naar school. Zo krijgt hun kroost niet de kans de wetten van de verkeersjungle te leren. Dat die jungle zo gevaarlijk is komt mede door chaotische situaties die rond scholen ontstaan, dankzij die ouders die de schooltaxichauffeur uithangen.

De kinderen weten zelf heel goed hoe link het op straat is. Ze weten ook dat de overheid daar te weinig aan doet, dus maakten ze flink lawaai in Den Haag om de oren van minister Eurlings te openen. Ze willen dat hij wat aan de vele onveilige plekken doet.

In Noord-Holland wil men de kinderen weer een kans geven heer en meester in het verkeer te worden. Ouders worden gestimuleerd hun kids lopend of met de fiets naar het leslokaal te transporteren. De politie houdt een extra oogje in het zeil en geeft tips over veilig verkeersgedrag. De politie als opvoednanny.

Vroeger was het verkeer wat overzichtelijker en was een enkel lesje in de verkeerstuin genoeg om je een volwaardig verkeersdeelnemer te maken. Nu moet je weer streetwise gemaakt worden door de ANWB. Die biedt de scholen complete verkeerslessen aan. Die lessen richten zich weer wel op de kinderen zelf. Zo kunnen ze leren wat de remweg van een auto is, door zelf ook in een auto mee te rijden en de rem uit te proberen. Leuk ANWB! Die kinderen brengen hun kinderen later natuurlijk ook weer met de auto naar school.

Nee, opvoeding begint bij de ouders. Geef ze een veilig verkeersnanny en het komt weer helemaal goed. Een andere oplossing zie ik niet zo gauw. De straat terug geven aan de kinderen is er niet bij. De economische schade valt niet te overzien als elke schooldag tussen 8 en 9 en 's middags tussen 3 en 4 uur er een autoloze periode wordt ingesteld. Milieuzones instellen waar vuile vrachtwagens worden geweerd, dat kan wel. Maar kinderveilige zones, je moet er niet aan denken.