Tag archieven: studiefinaciering

Helpen bezuinigingen wel?

Helpen bezuinigingen wel? Nog even over die studenten. Wat willen ze met hun acties bereiken? Het onderwijs naar de prehistorie helpen? De bezuinigingen zullen toch wel hard nodig zijn?

Dat, dames en heren, valt nog te bezien. Het zal niet de eerste keer zijn dat ook het onderwijs er aan moet geloven. De vraag is of het ook echt zal helpen de stijgende kosten in te dammen. Toen het land na de Tweede Wereldoorlog weer moest worden opgebouwd, zijn de uitgaven aan onderwijs continu gestegen.
Logisch, want de bevolking groeide, het aantal onderwijssoorten werden uitgebreid, de leermiddelen werden duurder en de salarissen stegen. Als je echt wil bezuinigen zul je aan één van die vier factoren wat moeten doen, of aan een combinatie ervan.

Zo zou je minder mensen tot het onderwijs toelaten. Niet door geboortebeperking, maar door het financieel onaantrekkelijk te maken, zoals het onzalige plan de basisbeurs af te schaffen.
Je kunt ook minder onderwijs aanbieden. Schaf wat studies af, fuseer wat scholen. Maatregelen die we eerder hebben meegemaakt.
Je kan het met minder en goedkopere leermiddelen doen. Een deel van de onderwijskwaliteit wordt dan minder, maar zijn we zo aan kwaliteit gehecht?
En ja, de salarissen kunnen best nog wel omlaag. Eigenlijk zouden ze omhoog moeten, om eerdere bezuinigingen ongedaan te maken en weer meer personeel voor de klas te krijgen, maar dan wordt het onderwijs nog duurder.

Bezuinigen dus. Het onderwijs heeft er regelmatig mee te maken gehad. De vraag is dus waarom het dan toch alsmaar duurder blijft worden. Of anders gezegd: helpen de bezuinigingen wel?
De naoorlogse geschiedenis van onderwijsuitgaven maar eens op een rijtje gezet (in deze excelsheet met behulp van CBS en Wikipedia). Met de onderwijsministers en kabinetten erbij, voor wie behoefte voelt beschuldigende vingers naar linkse of rechtse kabinetten uit te steken.

In echte euro’s stijgen de kosten dus. Per hoofd van de bevolking liep het op van ruim 15 euro in 1946 tot bijna 2000 euro in 2008.
Naar percentage van het bbp (bruto binnenlands product) wisselde het, maar globaal is het gestegen. Het gemiddelde percentage over de jaren 1946- 2008 ligt op 5,8 procent. De naoorlogse jaren tot en met 1963 lagen daaronder (gemiddeld 3,2%). Van 1964 tot en met 1992 lag het erboven (7%). En toen was de lol er kennelijk vanaf, want vanaf 1993 ligt het percentage nog steeds onder dat gemiddelde van 5,8 procent en schommelt het rond de 5,2 procent.
Onder de kabinetten Balkenende ligt het bbp percentage voor onderwijs op een gemiddelde van 5,4.

Dieptepunt was de periode (1982 – 1997) waarin onderwijs ministers Deetman en Ritzen het tot 5x lukte de groei aan onderwijsuitgaven sterk terug te dringen en bewezen dat bezuinigingen wel degelijk helpen voor de cijfers op de rijksbegroting.
Sindsdien hebben de navolgende kabinetten de kosten dus redelijk in de hand weten te houden. En daarmee ook veel minder uitgeven aan onderwijs dan andere landen. België, Frankrijk, Zweden, Denemarken, Malta en Cyprus geven meer uit.

De vraag is wat ons onderwijs mag, of moet, kosten. En, als het economisch tij wat tegen zit, moet ook het onderwijs dan inleveren?
Mijn stelling: hou de uitgaven voor onderwijs de komende paar jaar op 7% van het bbp. Het is dan niet echt schreeuwend duur en je houdt genoeg over om te investeren in de toekomst.

Lees ook deze artikelen over een geschiedenis
van onrust en grote bezuinigingen in het onderwijs.