Tag archieven: voedsel

Een struikje witlof met een vette worm

De publieksprijs van de Blogparel 2010 bestaat uit het eenmaal per maand plaatsen van een blog, geschreven door de winnaar. In dit geval een winnares. Tot en met december plaatsen we hier elke maand een blogje dat eerder verscheen op Trudy Schrijft. Deze keer: eet geen groenten met bactieriën, maar groenten met wormen.
Witlof
Een struikje witlof met een vette worm alstublieft

En dan kan het eigenlijk niemand
wat schelen welk kippetje voor niets aan het spit geregen is…
Bron: Telegraaf

Denk je gezond bezig te zijn…. Zit je behalve op een radijsje ook op een ESBL-houdende resistente bacterie te kauwen. Een smaakloos beestje, maar gevaarlijker dan de witte haai. Knabbel je teveel op deze bacterie kan het zomaar zo zijn, dat je bij een ernstige ziekte moeilijker te genezen bent omdat je inmiddels resistent geworden bent voor sommige antibiotica. Onderzoekers van het VUmc vonden in 15 soorten groenten deze hardnekkige bacterie, waaronder; Lente-ui, Radijs, Taugé en pastinaak.

Nu vind ik het altijd prettig om iemand, de politiek of een instantie de schuld te geven, maar ik vrees dat ik met mijn vinger richting mijn voorhoofd zal moeten wijzen. Ik constateer dezelfde ontwikkelingen als wat ons favoriete kippetje overkomen is. Kippetjes opgestapeld in kleine hokjes zodat ze voordelige eieren kunnen uitpoepen. Kippetjes opgestapeld voor de slacht. Kippetjes voordelig in de koekenpan, en kippetjes als 2e gratis aan de spies of op de barbecue. En dan kan het eigenlijk niemand wat schelen welk kippetje voor niets aan het spit geregen is.

Waarschijnlijk heeft dierlijke mest de groenten besmet, maar het kan ook zo zijn dat de grond al besmet was, aldus de onderzoekers van dit onderzoek. Ik denk eerder dat de massaproductie en dubieuze kostenremmende middelen de boosdoeners zijn. En daar ben ik dus ook schuldig aan. Want de consument houdt de massaproductie staande.

Waarschijnlijk zal het allemaal wel meevallen, maar toch, als ik er wat over lees verlang ik weer naar een struikje witlof, lelijk groen gekleurd en vol met zand. Terwijl ik de groenten schoonmaak komt er een heerlijk gezonde vette worm bovendrijven. En terwijl ik de worm red van een gruwelijke verdrinkingsdood, gooi ik hem naar buiten. Alwaar een vrolijk kakelende kip het gedierte in één hap tot zich zal nemen.

Ja, zo hoort het eigenlijk te zijn….

Trudy Zeeman

Ongeborenen hebben de toekomst

Bevolkingsgroei De jeugd heeft de toekomst. Een gevleugeld woord en een ernstige misvatting. De jeugd kan daar weinig aan doen, want de jeugd doet niet anders dan wat we allemaal hebben gedaan: gewoon er op los leven.

Welke toekomst die jeugd zal hebben, is niet zeker. Dat de Nederlandse jeugd zal sterven in een oververhitte woestijn, omdat het klimaat onze polders drooglegt, wordt ontkent door mensen die denken dat de jeugd eerder een ijzige toekomst wacht, waar ze ten onder gaat aan bevriezingsverschijnselen.
Dat is allemaal grotesk geschetst natuurlijk, maar we leven wel in een tijd waar depressieve gedachten over gevolgen van klimaatveranderingen, vergrijzing van de bevolking of economische rampspoed een al te positieve levensverwachting ondermijnen.

Je hebt optimisten die denken dat het allemaal wel mee zal vallen en je hebt optimisten die tal van oplossingen bedenken om lustig voort te leven. Ik hoop dat de eersten gelijk krijgen en de tweede groep zou eens te rade moeten gaan bij de demografen die
in PNAS, het Amerikaanse tijdschrift voor ontwikkelingen in de wetenschap. VPRO’s Noorderlicht haalt de demografen aan: “Het afremmen van de bevolkingsgroei, concluderen zij, kan tot 2050 16-29% van de reductie in uitstoot van broeikassen realiseren die volgens het IPCC nodig is om een gevaarlijke opwarming van de aarde te voorkomen”.
Ofwel: ongeborenen zijn het milieuvriendelijkst, kopt Noorderlicht vrolijk.

Een waarheid als een koe. Wie niet geboren wordt, kan ook niets fout doen. Helaas is de keuze wel of niet ter wereld te komen, niet aan de geborenen zelf. En hoe goed die ook hun best doen, hun pure aanwezigheid veroorzaak onmiddellijk milieuschade. Dat kan beperkt worden door simpelweg met minder te zijn.
Ondanks dat god met natuurgeweld en mensen met oorlogsgeweld daar het nodige aan bijdragen, groeit de wereldbevolking gestaag. De problemen die mensen veroorzaken groeien in sommige gevallen nog sneller. Voorbeeldje: tussen 2000 en 2006 groeide de Nederlandse bevolking met vijf procent. De zorgkosten stegen in diezelfde tijd met ruim 56 procent.

Andere problemen, als schaarste aan voedsel en gezond drinkwater, zijn zeker op te lossen als de verdeling wat beter wordt geregeld. Als de wereldbevolking maar zeer beperkt groeit. De huidige noden kunnen voor een groot deel geledigd worden via betere politieke beslissingen en wetenschappelijke vooruitgang. Maar bijna niemand leeft meer bij brood, water en frisse lucht alleen. Huizen, wegen, scholen, kantoren en fabrieken zijn onmisbaar onderdeel van de existentie geworden.
Blijft de bevolking dus groeien, zal er ergens een omslagpunt komen en is er te weinig ruimte is voor de brood-, water en schone lucht voorziening.

Kortom: willen we nog een lange, mooie toekomst, dan zullen we de ongeborenen de ruimte moeten geven.

Het waren wereldse dagen

Het waren wereldse dagen Onze chef is een aardige man. Altijd bereid te luisteren. Als je hem een probleem voorlegt, zegt-ie altijd: het heeft mijn aandacht. Als hij er niet uitkomt, gaat hij naar het managementteam. Een uiterst competent stelletje leiders. Als de chef terugkomt, informeer ik even hoe het is gegaan. Nou, zegt-ie, best wel goed. Ja, okee, maar wat zeiden ze dan, wil ik weten. Het heeft onze aandacht, zeiden ze.

Bij de presentatie van de kwartaalcijfers, sprak de directeur. Dames en heren, mag ik even uw aandacht? Nou, die kon ze krijgen, want we rekenden erop dat we nu toch echt te horen zouden krijgen wat er met de jaren doorzeurende problemen gedaan zou worden.
Na de cijfers herinnerde de directeur er aan dat er natuurlijk nog wat problemen weggewerkt dienden te worden. Daar kwam het! Dames en heren, zei ze, u kunt er op rekenen dat het onze aandacht heeft.

Aandacht is een running gag geworden binnen ons bedrijf. Daar doen wij niet moeilijk over. We gaan fluitend naar het werk. Ons bedrijf is immers maar een stipje in de lokale bedrijvigheid. Het is nog geen pixel als je het landelijk inschaalt. Wereldwijd gesproken zie je ons niet eens. Wereldwijd zijn er wel grotere problemen. Daarmee gaat het net zo, als met onze dagelijkse probleempjes: het heeft de aandacht.

En niet zo’n beetje ook. Deze week is de week van de Internationale dag voor de beperking van natuurrampen, de Bossen voor klimaatdag, de Wereldvoedseldag en de Rainforest Week. Drie dagen en een hele week, die aandacht vragen voor grote problemen.
Vorige week ontbrak het ook al niet aan aandacht: de Wereld Habitatdag, De Europese Dag tegen de doodstraf en de Werelddag voor de geestelijke gezondheid.
Gelukkig kunnen we het volgende week wat rustiger aan doen met de Internationale dag voor de eliminatie van de armoede, de Wereldinformatiedag over ontwikkelingsvraagstukken en de Dag van de Verenigde Naties.

In één ding lijken de naties eendrachtig verenigd: aandacht. En het lijkt precies hetzelfde te werken als de aandacht die onze bedrijfsleiders hebben. Als je de websites van de diverse dagen bekijkt, zijn de problemen verre van opgelost. Een klein verschilletje met onze bedrijfsleiding is er wel.
Al die VN-, Internationale- en Europese dagen voor al die problemen vragen ònze aandacht. Het kan namelijk zomaar gebeuren dat al die zaken eventjes aan onze aandacht zijn ontsnapt, druk als we het hebben met onze eigen sores. Dus worden we even herinnerd aan de stand van zaken aangaande honger, gezondheid, ontbossing en klimaat, etcetera.

Da’s leuk, zult u zeggen, maar als naties in verenigd verband de problemen niet kunnen oplossen, wat kan ik er dan aan doen? Lokaal gezien ben ik maar een stipje, nog geen pixel landelijk bekeken en op wereldschaal zie je me niet eens staan.
Dan moet u eens bedenken dat er nogal wat mensen wereldwijd de handen uit de mouwen steken. In opdracht van de VN, Unesco of verenigd in talloze andere organisaties. Bent u om wat voor reden dan ook verhinderd zelf daadwerkelijk iets te doen, dan heeft u vast nog wel iets ruimte voor drie dingen die u wel kunt doen. Doneren, op de hoogte blijven en bij elke verkiezing stemmen op politici die wel serieus werk van oplossingen willen maken.

Ah, zegt u dan, maar dat geeft me niet het gevoel echt iets te betekenen. Nou, dan zou ik toch maar eens anders omgaan met water, energie en voedsel. Dat zou al heel veel helpen. Hoe dat kan, dat kunt u elk jaar weer lezen op genoemde websites. Je hoeft geen idealist te zijn om veel van die dagen geschiedenis te maken door aan de Dag van de Oplossing te beginnen.

Voer voor nadenken.

Voer voor nadenken

Slechts een derde van de Nederlanders heeft veel behoefte tot nadenken“.
Overigens zijn de mensen die de behoefte hebben om meer na te denken niet per se hoger opgeleid; dit verband was laag“.

Twee conclusies die het ergste vrezen voor ons aller welzijn want de derde conclusie luidt: “De 30% Nederlanders die veel behoefte hebben tot nadenken hechten meer waarde aan dierenwelzijn, rechtvaardigheid en milieuvriendelijkheid“.

Nadenken. Ik maak er geen gewoonte van, maar ik heb er wel behoefte aan. Nou vind ik dierenwelzijn, rechtvaardigheid en milieuvriendelijkheid toevallig ook belangrijk, maar dat ik daarmee tot slechts een derde van de bevolking hoor, vind ik geen wereldnieuws.

De conclusies staan in een rapport van het LEI, dat in opdracht van het ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), onderzocht heeft of mensen wel eens stilstaan bij de waarde van hun eten.
Het LEI (Landbouw Economisch Instituut) zegt in haar persbericht dat “89% van de consumenten producten koopt uit gewoonte, zonder er bij na te denken. Meer kennis over gezondheid en duurzaamheid leidt niet per definitie tot een ander aankoopgedrag bij consumenten. Alleen de kleine groep mensen die toch al interesse heeft in deze onderwerpen laat zich hierdoor leiden“.
Het LEI concludeert niet als eerste dat het vergroten van kennis niet vanzelfsprekend tot gedragsverandering leidt. Je zou meer moeten weten over onbewuste drijfveren van de consumenten, als je wil dat ze meer gezond en milieuvriendelijk voedsel kopen.

Het klinkt bekend. A-sociaal gedrag veranderen met voorlichtingsfilmpjes werkt niet. De makers van die filmpjes hopen zo de mensen een spiegel voor te houden en aan het denken worden gezet. Psycholoog en communicatiewetenschapper, Jaap van Ginneken, stelt dat het effect minimaal zal zijn. “Gedragsverandering, en zeker duurzame gedragsverandering, is heel moeilijk“, aldus de deskundige in een Volkskrantartikel.

Ook
prof. dr. C.M.J.G. Maes, gezondheidspsycholoog aan het Leids Universitair Medisch Centrum, stelt dat campagnes die mensen adviezen voor een gezonde leefstijl tussen de oren prenten, een “bedroevend laag effect hebben“. Dus moet er meer kennis komen over “de onderliggende psychologische mechanismen die leiden tot (on)gezond gedrag” en moeten we “beseffen dat gedrag altijd het gevolg is van interactie tussen individu en omgeving“.

Tweederde van de mensen hebben geen behoefte na te denken en doen maar wat. Het lijkt voer voor psychologen, maar als die het zo eens zijn over dat verschijnsel, waarom nog geld aan nader onderzoek gedaan?
Laten we er vanuit gaan dat overheid en beleidsmakers tot die 30% nadenkende groep behoren. Ze willen immers dat iedereen gezonde, milieu- en diervriendelijke producten consumeren? Wel , als zoveel mensen niet nadenken bij hun aankopen, dan zorg je er toch voor dat er alleen nog gezonde, milieu- en diervriendelijke producten worden aangeboden?

Ethisch nadenkertje: mag je niet-denkende mensen dat van overheidswege door de strot douwen?

Eiwitrijk Nederland

Eitwitrijk Nederland

Met 1,7 miljoen euro gaat minister Verburg op zoek naar duurzaam eiwit en wil daarmee het ecosysteem redden en toch de groeiende wereldbevolking van de nodige eiwitjes voorzien.

Zo kras staat het niet in het persbericht van het LNV, maar Verburg ziet wel een actieve rol voor ons ondernemende land weggelegd. Dus de jackpot maar uitgeloofd, voor die ondernemer die met goede ideeën komt voor duurzame productie van algen, insecten of kweekvlees.

Ook al dragen wijzelf voor eenvijfde bij aan ons lot (20 procent van ons lichaamsgewicht is eiwit), we produceren zelf niet al het benodigde materiaal voor de aanmaak van eiwitten. Ze zijn opgebouwd uit 24 aminozuren. Elf aminozuren kunnen we zelf aanmaken, de overige dertien halen we uit voedsel.
Dierlijk eiwit bevat de meeste belangrijke aminozuren, tevens in de juiste verhouding. Toch kan je met plantaardige eiwitten een heel eind komen, mits juist gecombineerd. Pasta en tofu bijvoorbeeld, of het bekende Surinaamse bb&r (bruine bonen met rijst).
Een tekort aan eiwitten kan tot verschrikkelijke zaken leiden. Een teveel is amper schadelijk, hoewel bekend is dat teveel vleeseiwit leidt tot onnodig kalkverlies.
(Meer te lezen op
medicalfacts.nl)

Als de natuur ons niet of weinig kan leveren aan wat we broodnodig hebben (en dat krijg je als er meer bevolking dan voedzame natuur is), kun je de natuur een handje helpen door er wat aan te knutselen. Biochemici zijn in staat zelf eiwitten te bouwen of te verbeteren. De Amerikaan John Chaput wist veel stabielere eiwitten te fabriceren, dan de natuur dat doet.
Als de aminozuren op de juiste manier interacties aangaan, kan er een goed functionerend eiwit ontstaan. In de natuur gebeurt dat niet altijd perfect. Als de constructie van een eiwit niet naar wens verloopt, zijn er nog altijd zogenaamde
chaperonne-eiwtitten, die het alsnog fiksen, maar die redden slechts 20 procent van de mislukkelingen.
De ondernemers die de 1,7 miljoen van Verburg willen cashen, zijn er dus misschien bij gebaat hun licht bij de biochemici op te teken. Wie weet kunnen die behulpzaam zijn bij het kweken van zeewier met hoogwaardig eiwit.

Nederland is natuurlijk veel te klein om de wereld van eiwitrijk voedsel te voorzien. Maar met een proefveldje hier en een laboratorium daar, kun je wel onderzoeken of je een regenworm een eco- en diervriendelijk make-over tot omelet kan laten ondergaan. Of hoe je zeewier met verbeterd eiwit kan kweken, zonder dat we hele recreatieplassen moeten opgeven. En die uitvindingen dan wereldwijd exporteren.

Of 1,7 miljoen euro voldoende is om ons eenvijfde deel aan eiwitten op peil te houden? Waarom geen 27,5 miljoen? Zelf 5,5 miljoen zou al een veel grotere bijdrage zijn. Maar ja, Verburg mag natuurlijk zelf niet aan de Staatloterij meedoen. Belangenverstrengeling. Reken maar dat er een storm aan klachten zou komen als Verburg dat winnende eenvijfde lot blijkt te bezitten.
Voor verbetering van ons eiwitrijk voedsel zullen we dus een beroep op andere financiers moeten doen.

Emotie in de megastal

FlatJe hebt je best gedaan een weloverwogen advies op te stellen. De klus is geklaard en het stuk moet de openbare ruimte in. Hoe zorg je er nou voor dat iedereen dat advies ook serieus leest? Hoe vestig je de aandacht op die zorgvuldig, uitgebalanceerde wijsheden?
Het MNP (Milieu- en Natuur Planbureau), de RDA (Raad voor de Dieren Aangelegenheden), de RLG (Raad voor het Landelijk Gebied) en het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) hebben dat pirma voor elkaar gekregen. In opdracht van de Tweede Kamer flansten ze een opstelletje in elkaar over de voor en tegens van varkensflats, kippenkrioelkasten en kolossale kalfskwekerijen
Dat advies heeft de welluidende titel: Het megabedrijf gewogen – Advies over het megabedrijf in de intensieve veehouderij.

Het persbericht werd de wereld ingeslingerd en droeg de kop: Kansen en Bedreigingen van Megastallen. En jawel hoor, de eerste kranten- en nieuwsberichten reageerden vooral op het woordje 'bedreigingen'. Van de eerste 49 berichten waren er slechts twee die het bericht min of meer letterlijk overnamen: 'Bouw megastal is kans en bedreiging' en 'Megastallen snijden aan twee kanten'.
Slechts vier berichten haalden alleen de posititieve regels eruit: 'Megastal is niet slecht voor het milieu', 'Megastal biedt kansen voor milieu en welzijn', 'LTO blij met positief advies over megastallen' en 'Groen licht voor megastallen'.
De overige 43 berichten alarmeerden echter eensgezind: 'Megastal bedreiging voor volksgezondheid'.

Dat laatste doet geen recht aan het advies. De adviseurs wijzen wel degelijk op mogelijke risico's, maar benadrukken vooral dat het allemaal zo'n vaart niet zal lopen, mits zorgvuldig en volgens de moderne kwaliteitsnormen gemegaboerd wordt. Een superstal kan als de boer die maar netjes schoon houdt. Een miljoen kippen op stok kan, als de boer ook zorgt voor een beetje gezelligheid in de ren.
Groot voordeel van geconcentreerde veehouderij is, dat het beter controleerbaar is. Vele keuterboertjes en hobby-veehouders zijn natuurlijk lastiger te inspecteren dan een paar megastallen. De megaboer moet wel transparant te werk gaan. We mogen dus meer van die glazen complexen verwachten, die we al kennen van de tuinbouw. Zet al onze vleeswaren in kassen en elke burger kan zien of de boer netjes met de levende have omgaat.

De aanbevelingen 'megastal-mag-mits-maar' zijn niet echt boeiend. Een wat flets advies dus. Leuker wordt het als de adviseurs hun licht laten schijnen over de onrust die er hier en daar in de samenleving heerst. Een apart hoofstukje gaat over die emotie in de samenleving en daar blijkt een waarlijk visionair inzicht. Ik licht er een paar diepzinnige quotes uit.

'Zestig jaar vrede en welvaartsgroei heeft ons wereldbeeld geleidelijk aan geësthetiseerd'.
Pardon? Ik weet ook wel dat het gebruikelijk is dat men zich ergens terugtrekt om ongestoord zo'n rapport te formuleren, maar hier lijkt het wel of men een poosje op een verre planeet heeft vergaderd. Zestig jaar vrede? Waar dan? Welvaartsgroei? Voor wie dan? En welke esthetiek heeft men het over?
Doelt men op het bedrieglijke verschijnsel van 'schone oorlogen'? Of bedoelt men dat nederland in die 60 jaar wel bij allerlei schermutselingen was betrokken, maar dat ver genoeg van ons bed was om nog last van de bloedspetters te hebben?
Is men vergeten dat die welvaartsgroei ook menig boer de kop heeft gekost? Dat de kloof tussen hebberds en armoedzaaiers groter is geworden?
En welke esthetiek? Zijn we echt betonnen bakbeesten meer gaan waarderen dan pittoreske boerderijtjes?

De adviescollege wijst er op dat niet zij, maar de gemiddelde burger zo langzamerhand het contact met de realiteit dreigt te verliezen: 'Het College van Rijksadviseurs stelt in zijn advies over megastallen dat in de oeroude tweedeling tussen negotium (het werken in het zweet uwer aanschijn) en het otium (het genieten) de laatste aan de winnende hand lijkt te zijn. Een schone diensteneconomie waarin iedereen alleen achter een toetsenbordje zit als ideaalbeeld. '
De burger moet niet denken dat het landschap alleen dient voor een fraai, romantisch plaatje dat op een zondagmiddagwandeling zijn oog moet strelen, laat staan dat zijn voedselproductie zonder enig lawaai en stankoverlast tot stand zou kunnen komen.

Ja, alleen de boer, hij ploetert voort. Geef die boer toch de ruimte, zodat hij zijn werk goed kan doen. En willen wij elke dag dat lapje vlees op ons bordje, dan moeten we ook niet zeuren over de accomodaties waarin dat vlees is opgegroeid. Wat willen we nou? Fijn recrëeren als we ons toetsenbordje zat zijn? Of lekker en veel eten?
Als iedereen zich er mee gaat bemoeien krijgen we vervelende toestanden: 'Deze discussie kan de vreedzame coëxistentie van deze twee verschillende aanspraken op het landschap op scherp zetten'.

Als je de adviseurs mag geloven woedt er dus een flinke oorlog om het landschap en dreigt de boer daar de dupe van te worden omdat we zo emotioneel reageren op een uit de kluiten gewassen varkenskot.
Het advies beoogt aan die discussie een einde te maken en bereidt de weg voor uitbreiding van superboerderijen voor.
Andere wegen komen niet in het advies voor. Natuurlijk niet, want deze deskundigen zijn niet gek. Minder vlees eten bijvoorbeeld, slaat als een tang op een varken. Dat zou meer ruimte voor gewassen betekenen en dan krijg je weer discussie over het plantenwelzijn. Dat schiet niet op en is ook hypocriet. Planten denken en praten net zo min als dieren dat doen. Dus of koeien of boerenkool nou op een kluitje staan, die vraag moet eens voorgoed de wereld uit.
En dat we ook minder voedsel nodig hebben als we eens ophouden onszelf zo mega te vermenigvuldigen, is een optie die te ridicuul voor woorden is. De risico's die megavoedselproduktie met zich meebrengt valt met allerlei regeltjes, protocollen en wetten te beheersen. Dat geldt natuurlijk niet voor ons consumptiegedrag en van god gegeven voortplantingsdrang.

De Tweede Kamer mag zich nu buigen over de keuze tussen kansen en bedreiging. Het advies is alvast duidelijk: Doe niet zo emotioneel moeilijk als we willen blijven schransen.

Nooit meer huilen

GroenteNa zoveel tranentrekkend speurwerk valt gelukkig ook weer iets leuks te melden: uiensoep!
Uiensoep? Jawel, dat heerlijke gerecht zal voortaan beter smaken dan ooit. Was het al opgevallen dat dat soepje nogal aan de zoute kant wordt opgediend?
Dat was tot nu toe te wijten aan de tranenvloed die los kwam bij het snijden van de uien. Veel koks vergeten dan dat je rustig wat minder zout kan toevoegen omdat er al aardig wat tranen in zijn vergoten.
Dat wordt verleden tijd. Wetenschappers gaan een
traanvrije ui ontwikkelen.

Groente is al lang niet meer het toevalsprodukt van een geplant zaadje, waarvan je mag hopen dat het gezond en volwaardig voedsel oplevert. Niet alleen knutselt men virusresistente tomaten in elkaar, maar worden groenten ook gemodificeerd om ze het hele jaar door te kunnen eten.
Verder worden er tal van nieuwe soorten bedacht. Ik doel daarbij niet op de al lang bekende kleurvarianten als groene bloemkool, paarse broccoli en witte paprika's. Nee, al eens het hippe
bimi of zeekool gegeten?

Hoe gezond groenten ook zijn, af en toe hebben ze heel vervelende eigenschappen. Die ui is erg irritant voor de traanklier. Dat ontregelt de samenleving zo sterk, dat er wel een noodzaak is het gewas van zijn irriterende stofjes te ontdoen.
Je staat te huilen in de keuken en partnerlief komt binnenlopen en vraagt natuurlijk wat er aan de hand is. Jij zegt dat er niks aan de hand is en voor je het weet loopt je relatie in de soep.
Of je ziet het schilmesje niet zo duidelijk meer met als gevolg dat de statistieken over ongelukken in het huishouden nog altijd alarmerende cijfers laten zien.

Zo zijn er wel meer van die fijne groenten. Het sap van bleekselderij kan huidirritaties geven en wel eens in je ogen gewreven nadat je een rood pepertje hebt fijngehakt?
Dat zijn dan nog de meest onschuldige voorbeelden. Erger wordt het als je een
voedselallergie hebt. Zou het niet prachtig zijn als we nooit meer huilen van een ui? Geen winderigheid meer na het eten van bruine bonen, geen ruwe tanden van spinazie, geen rode vingers meer na het snijden van paprika, pepertjes en bieten.

En het mooist van alles is wel dat we al die vage weetjes, al dan niet uit grootmoeder's keuken, achterwege kunnen laten. Je kunt een ui wel onder water snijden, maar dat is toch wel erg omslachtig. En de probiotische yoghurtjes zullen maar net uitverkocht zijn als je trek hebt in een lekkere bruine bonenschotel.
De traanvrije ui, dat zijn nou de revolutionaire ontdekkingen waar we echt op zitten te wachten. Of is dit alweer een typisch geval van overbodig?