Tag archieven: zorg

Hulpmiddelenreclame

BunuelVoor minstens 5000 dollar kun je reclameruimte huren op het kunstoog van de Canadees Robert Lee. De onfortuinlijke man raakte door kanker een oog kwijt. Nu mogen mensen bieden om reclame op zijn nieuwe kunstoog te laten monteren.

Het idee komt precies op tijd. Nederland is bijna net zo failliet als Griekenland. Niet door de crisis, maar door de zorg.  Er kan niet genoeg bezuinigd worden, om dit prachtige land weer gezond te krijgen. Bezuinigen betekent dat mensen zelf meer moeten betalen en dan zul je altijd zien dat er wordt gezeurd over de koopkracht.

Ons soort economie heet een economie van kansen te zijn. Als je maar ondernemerschap toont. Eigen verantwoordelijkheid en zo. De kunstsector zal zichzelf moeten zien te bedruipen. Dat kan, denken sommigen door beter reclame te maken, publiektrekkende projecten te verzinnen en sponsors aan te trekken.

Die gouden aanpak kan natuurlijk door elke burger toegepast worden. Wie een rollator nodig heeft, gaat op zoek naar bedrijven die hun reclamebordje aan het wagentje willen hangen. Krukken kunnen opgetuigd worden door reclameplaatjes en het gips om je gebroken been laat je niet meer door je vrienden vol kliederen, maar door een reclamebureau.
Het idee is wat lastiger toepasbaar op de niet zichtbare hulpmiddelen.  Mensen met een pacemaker kunnen wel een t-shirt dragen, waarop vermeld staat welk bedrijf het apparaat mede mogelijk heeft gemaakt. Beter is het om gewoon sandwichborden om te hangen. “Ik koos voor een kunstheup van ArtHipWalking, mede mogelijk gemaakt door Unileverancier”.

Het Rgb (reclamegebonden budget) heeft twee voordelen. Mensen maken hun eigen zorg betaalbaar. En iedereen kan zo zien welke burgers zo onverantwoordelijk met hun gezondheid om hebben gesprongen.

Online: het wordt nog eens je dood.

PClijkAcht op de tien Nederlanders zit elke dag wel eens ‘op de lijn’. Gemiddeld zit men 109 minuten per dag op internet. Dat valt nog reuze mee, denk ik dan. Er vanuit gaande dat men ook het normale gemiddelde van  8 uren slaap scoort, is men dus elf procent van de overige uren online.

Laten we aannemen dat in dit onderzoek niet de man is betrokken die zeker zeven weken continu online heeft gezeten. De man is blijkbaar achter de pc overleden. Daar kwam men achter dankzij zijn sociale mediavrienden.
Nederland gaat nog redelijk gezond met de online gespendeerde tijd om. Zelfs onder internetverslaafden vallen weinig slachtoffers. Hier geen verhalen over mensen die sterven na drie dagen continu internetspelletjes spelen.

Het lijken vooral Aziaten te zijn die daar een patent op hebben. En de fatale ongelukken zijn vooral gerelateerd aan spelletjes. In 2005 overleden een paar Zuid-Koreanen na dagenlang gamen op internet. Vorig jaar werden internetverslaafde ouders veroordeeld wegens fatale verwaarlozing van hun kind. In China werd in 2008 een arts ontslagen na de dood van een kind, dat aan de medische aandacht ontsnapte omdat de arts gekluisterd zat aan een onlinespelletje Go.

Bloggen kost ook aardig wat tijd, maar ik ben nog geen bericht tegengekomen dat een blogger in het harnas is gestorven. Moeten we ons zorgen maken om ongezonde effecten van online leven? Zeker wel. Het kan slecht zijn voor handen, polsen, ruggen en ogen, maar dodelijk kan het pas worden als je een erfelijke aanleg voor verslaving hebt.

Zou er een kans zijn dat de zorgkosten stijgen als de onlinetijd verder toeneemt? In een poging de zorgkosten te verminderen wil het kabinet onder andere dat de zorgsector meer gebruik gaat maken van e-health (consult en begeleiding via internet). Nog meer online tijdsbesteding dus.

Dan maar hopen dat je niet in verbinding komt met een gamende arts. Of dat er virtuele wachtkamers ontstaan, waar je de tijd dood met een online spelletje.

Dag van de Nagtegaaltjes.

Verpleging Nog een paar uurtjes avonddienst en de dag van de Floortjes Nagtegalen is weer voorbij. De Internationale Dag van de Verpleging wordt altijd op 12 mei gehouden, de geboortedag van Florence Nightingale, symbool van de onbaatzuchtige verpleegster.
Een pittig beroep en toch populairder dan ooit, getuige het groeiend aantal studenten dat een diploma in een zorgopleiding haalt. Na de studie begint het echte werk.

“Verpleegkundigen en verzorgenden moeten hun werk op niveau uitvoeren, genoeg opleidingsmogelijkheden krijgen en samenwerken met voldoende en vakbekwame collega's. Zo kunnen zij excellente zorg aan patiënten bieden”, zei minister Schippers van Volksgezondheid, die de Dag van de Verpleging mocht aftrappen.
Ze vergat helaas een cadeautje mee te nemen op deze heuglijke dag. Het zou mooi zijn geweest een garantie af te geven dat er geen cent bezuinigd zal worden op de zorg.
Ziekenhuizen vrezen banen te
moeten schrappen, verpleeghuizen sluiten afdelingen en werkgevers willen het onregelmatige werk niet langer met een toeslag belonen. Dat laatste gaat niet door, gelukkig. Het verplegend personeel mag onbaatzuchtig zijn, het moet niet te gek worden. Dankzij een stevige actie is de afschaffing van de onregelmatigheidstoeslag in academische ziekenhuizen van de baan.

Ondanks werkdruk, personeelstekorten, reorganisaties en een niet al te riante beloning, vinden de verplegenden en verzorgenden toch dat ze een prachtig beroep hebben. In een
poll op Nursing.nl zegt een meerderheid met plezier naar het werk te gaan, maar de arbeidsvoorwaarden beter kunnen.
Het is “het mooiste rotberoep” dat er is, schrijft Marcellino Bogers, ook op Nursing.nl. “Zo was er de boze patiënt die wilde opstappen, maar per abuis de kast inliep, in de lach schoot en toch maar bleef. Was er die totaal ondervoede en vervuilde zwerver, die ik in een bad met olie zette en die later in een pak van een overleden medepatiënt zat te glimmen aan het kerstdiner”, zo beschrijft Bogers de tijd dat hij als jonge verpleegkundige in een verpleeghuis werkte.

Het is natuurlijk ook een mooi beroep. En nog mooier is het dat er weer meer jongeren voor dat vak willen kiezen. Het mooiste zou zijn dat het niet met een symbolische feestdag wordt beloond, maar met de waarde die dat vak verdient.

Verpleeghuis Quies Mundus het schoonst.

Vuil Zo langzamerhand zien verpleeghuizen zich haast genoodzaakt een pr-medewerker in dienst te nemen, om in te haken op de vele onderzoeken die diverse media en organisaties doen naar de kwaliteiten van de rustoorden. De Consumentenbond zocht naar vuil en de gevonden resultaten werden in de media breed uitgemeten.

Vrij snel daarna doken berichten op van verpleeghuizen die trots de
eervolle vermelding van de Consumentenbond er uit hadden gepikt, om hun properheid te etaleren.
Het zal niet veel uitmaken, want inmiddels is de beeldvorming van verpleeghuizen allerberoerdst. Als er al geen bewoners worden mishandeld, dan rijden ze hun rollators wel door het drek dat zich in de gangen ophoopt. De ratten knagen de schamele ontbijtjes op. Het kwijl druipt van de ramen en de volgekakte incontinentieluiers leiden inmiddels een uitbundiger leven dan de bewoners zelf.

Er zijn tussen de 300 en 400 van die vuilnisbelten in ons land. De
Consumentenbond benaderde er 121, waarvan er 47 niet mee wilden doen en er 37 bezocht werden. Maar 7 verpleeghuizen kregen een ruime voldoende van de Consumentenbond.
Zeven! Dat is wel erg krap als we de vergrijzende natie willen opbergen. Schrik niet, er zijn ook verpleeghuizen waar de bewoners het best naar hun zin hebben en eventuele ongemakjes minder belangrijk vinden, dan gezellige verpleegsters en leuke zangavondjes.

De Volkskrant maakte
een top-350 van verpleeghuizen. Bij nadere bestudering ziet het er dan eigenlijk nog beroerder uit. De Cromhoff in Enschede eindigde bij de Consumentenbond op de zesde plaats en de regionale concurrent, Het Wiedenbroek, op de elfde. Madeleine in Boxmeer verheugt zich op een riante derde plaats. Bij de Volkskrant scoorde Het Wiedenbroek beter (42e plaats) dan de Cromhoff (195e plaats), maar Madeleine staat bij de Volkskrant op de 286e plaats. Geen toppertjes dus. Aardig schoon, maar minder tevreden bewoners en net even iets teveel prikincidenten, valpartijen en doorligwonden.
En een van de goorste verpleeghuizen, Meander in Veendam, scoort bij de Volkskrant veel beter dan de Cromhoff, want Meander staat 58 plaatsen hoger (137e plaats). Dat past iets beter bij het beeld dat Meander van zichzelf heeft. Het verpleeghuis juicht het hygiëneonderzoek toe, maar herkent zich niet helemaal in de uitslag. “Wij vinden het belangrijk dat de klant in een prettige, sfeervolle en schoon huis verblijft”, meldt Meander op een forum. Blijkbaar waarderen de bewoners de sfeer net wat beter, dan de Cromhoffbewoners.

“Het monitoren van hygiëne is onderdeel van goed risicomanagement,
stelt ActiZ, de organisatie voor zorgondernemers en biedt de verpleeghuizen een programmaatje aan, inclusief helpdesk en een hygiënetrainer, om de hygiëne te monitoren. Daarmee moet men de balans vinden tussen risico’s en huiselijkheid, want “een verpleeghuis is ook een plek waar mensen wonen en dat moet niet zo klinisch worden, dat bewoners zich er niet meer thuis kunnen voelen”, zegt ActiZ.

Thuis is alle beter. Bekend zijn de verhalen over die knusse, huiselijke hygiëne. Snijplanken en vaatdoekjes
zijn ranziger zijn dan wc-brillen. En handen wassen na wc-bezoek wordt vergeten, omdat men bij het ontlasten ondertussen het mobieltje of de laptop bepoteld, waarna de apparatuur levensgevaarlijke bacteriën in de samenleving verspreidt. Tandenborstels zijn te smerig. Om maar te zwijgen van de alom bekende huismijt en de besmette groenten die thuis worden verorberd.
Ik zou vrees dat we een nog smeriger uitslag krijgen, als de Consumentenbond de hygiëne van haar leden onderzoekt.

Het perfecte ziekenhuis.

Hospitaal Het perfecte ziekenhuis is er eentje zonder patiënten en zonder personeel. Dat is perfect, want in zo’n ziekenhuis kunnen geen fouten worden gemaakt. Onzinnige stelling? Zeker, maar de nieuwe minister van Volksgezondheid vindt dat het snel afgelopen moet zijn met medische missers in ziekenhuizen. Bijna 2000 mensen per jaar overlijden als gevolg van fouten.

De minister baseert zich op een onderzoek van het Nivel, waarin valt te lezen dat het aantal “vermijdbare doden” in vier jaar tijd met 225 gevallen is toegenomen. Ondanks meer aandacht voor de patiëntenveiligheid. In 2008 overleden 1960 patiënten door onnodige fouten. Het Nivel stelt in haar rapport dat er in 2008 ruim 1,3 miljoen ziekenhuisopnames waren. In 0,15% van die gevallen loopt het dus onbedoeld slecht af.
Een percentage om wakker van te liggen? Ja, elke fatale fout is er een teveel. Maar de cijfers tonen wel aan dat het lang geen slagveld is in de Nederlandse ziekenhuizen.

Het
Nivelrapport (pdf!) is tot stand gekomen door een steekproefgewijs onderzoek bij een aantal ziekenhuizen. Men heeft de zogenaamde zorggerelateerde schade in kaart gebracht. Ofwel alle schade die patiënten oplopen tijdens de zorg in ziekenhuizen. Nu worden alle onbedoelde en negatieve effecten als zulke schade gezien. Een deel daarvan wordt in het rapport betiteld als potentieel vermijdbare schade. Schade als gevolg van wellicht onnodige fouten. Het rapport vergelijkt de cijfers uit 2008 met die van een eerder onderzoek uit 2004.

Het Nivel rekent de steekproefgewijs gevonden schade om naar alle ziekenhuizen en relateert dat aan de 1,3 miljoen ziekenhuisopnames in 2008. Jammer dat in het rapport nergens het aantal opnames uit 2004 zijn te vinden. Die halen we dan maar uit de Dutch Hospital Data (DHD), die
kengetallen van de Nederlandse ziekenhuizen (pdf!) vanaf 2005 op een rij heeft staan.
De DHD telde in 2005 ruim 1,6 miljoen opnames en in 2008 ruim 1,8 miljoen. Over die drie jaren was er een gemiddelde groei van 3,1 procent.
Het Nivel stelt dat er tussen 2004 en 2008 een stijging van 2,3 procent aan zorggerelateerde schade was. De potentieel vermijdbare schade steeg met 2,9 procent. Verhoudingsgewijs lijken de ziekenhuizen de schade dus redelijk binnen de perken te houden.

Een paar andere opvallende cijfers uit het rapport. Van alle patiënten die mogelijk te voorkomen schade opliepen (2,9 procent op het totaal opnames), hield 60% er geen blijvende schade aan over. Tien procent overleed tengevolge van schade en 5% hield er blijvend letsel aan over.
Opvallend is dat algemene ziekenhuizen slechter scoren dan academische ziekenhuizen. De algemene ziekenhuizen zijn goed voor 8% zorggerelateerde schade, de academische ziekenhuizen doen het met 6,3% iets beter. Een pleidooi om het totale ziekenhuiswezen naar academisch niveau te tillen?

Wat zijn dan de oorzaken? Het grootste deel komt door menselijke fouten. Zeker 42% is een gevolg van tekortkomingen in kennis, gedragregels of vaardigheden. Meer dan de helft hiervan wordt als potentieel vermijdbaar ingeschat. Maar in 33,9% van de schade vormen patiënt gerelateerde factoren (o.a. therapieontrouw) de oorzaak en die worden als relatief onvermijdbaar gezien.
Technische oorzaken (bijv. haperende apparatuur) zijn voor slechts 4,1% de oorzaak. Op naar robotchirurgen dus?

Hoe kan zorggerelateerde schade worden voorkomen? De aan het onderzoek meewerkende beoordeelaars (verpleegkundigen en specialisten) verwachten veel meer van kwaliteitsbewaking, intercollegiale toetsing, verbeteren van procedures, reflectie (evalueren), training en motivatie dan van meer personeel en financiële middelen.
Dat mag opmerkelijk worden genoemd. Nu geloof ik ook wel dat twee hoogst deskundige en ervaren mensen minder fouten maken dan tien half opgeleide en onervaren mensen. Maar zou zelfs een kanjer foutloos te werk kunnen gaan als hij of zij van ’s ochtends 8 uur tot ’s avond 6 uur achter elkaar staat te opereren? Kan een prima verpleegkundige perfect werken als binnen het aantal afgenomen ligdagen er meer patiënten moeten worden geholpen?

Dat lijkt me sterk. Hulde aan de beroepsgroep, die de hand in eigen boezem steekt en ondanks tekort aan personeel en gestegen werkdruk, zichzelf wil verbeteren. Het zou de minister sieren als ze niet alleen de ziekenhuizen maant tot het rap terugdringen van medische missers, maar ze ook te hulp snelt met wat meer goed opgeleid personeel.

Helden op sukkels

Helden Werken is niet zomaar wat doen. Je moet het ook goed doen. Gaat het fout dan kom je akelig in het nieuws. Dat wil zeggen: de sector of bedrijf of organisatie waar je werkt. De crisis danken we aan “de banken”. Jaarlijks overlijden er nog teveel mensen omdat iets niet goed gaat in “de zorg”. In het nieuws is de menselijke fout geïnstitutionaliseerd.

Begrijpelijk dus, dat de “individuele verantwoordelijkheid” zo vaak ter sprake komt? In welk zorgzaam, efficiënt, foutloos paradijs zullen we leven, als iedereen die verantwoordelijkheid neemt?
Wie geen verantwoordelijkheid neemt, draagt schuld. En schuld leidt tot boete. Dat vindt niemand leuk, dus zie je dat mensen geneigd zijn de schuld overal te leggen, behalve bij zichzelf.

Voor alle duidelijkheid: mea culpa! Ik meen een hoog verantwoordelijkheidsgevoel te hebben, ik vind dat ik mijn stinkende best doe op mijn werk, toch maak ik wel eens een fout. En ja, dan zijn de rapen gaar. Als de gemeente niet bezuinigt, werk ik niet onder stress en maak ik geen fout. Als de managers wat meer op de werkvloer rondlopen, zouden ze besluiten nemen waadoor ik geen fouten kan maken. Enzovoorts. Met andere woorden: ik ben best bereid een fout toe te geven, maar de oorzaak van die fout ligt noooooit bij mijzelf.

Hulde dus aan de individuele verantwoordelijkheid? Maar natuurlijk! Als niemand een fout maakt, heeft ook niemand er last van. Van de klaagcultuur blijft dan alleen cultuur over. Wie in een foutloze maatschappij nog klaagt, kan dan terecht verweten worden een mauwende misantroop te zijn.
Geen Youp van ’t Heks meer, die foute helpdesks aan de schandpaal nagelen. Geen rapportenlijstjes meer van beste en slechtste ziekenhuizen. Nooit meer een crisis en iedereen altijd een flinke bonus, omdat iedereen het altijd goed doet.

Zover is het nog niet. Elke dag gaat er ergens wat mis. En dat wordt aangepakt ook. Klagen beschuldigen en straffen is de meest voorkomende methode. Daarnaast de positivistische tegenhanger: beloon de goede voorbeelden. Prijs degenen die met eigen initiatief en verantwoordelijkheid een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van het aardse paradijs.
Het ministerie van VWS stimuleert de eigen verantwoordelijkheid en laat het publiek stemmen op de Zorgheld van het jaar. Zorghelden zijn medewerkers in de zorg, die ideeën verzinnen om ondanks de administratieve rompslomp, toch meer tijd te creëren aan het directe patiëntencontact. Tot 22 november kun je op een van de drie genomineerden stemmen.
Belangenvereniging Ypsolon, beloonde het Utrechts Medisch Centrum, voor hun verbeterde begeleiding van familie van patiënten.

Op de hier linksboven afgebeelde sokkel staat een vraagteken. Moet daar nou een schandpaal staan voor de foutenmakers of een standbeeld voor alle helden die het goed doen?
De een zal zeggen: goed voorbeeld, doet goed volgen. Een standbeeld dus. Een ander beweert dat je van je fouten kan leren. Zet de schandpaal dus in het zonnetje. De relativisten op christelijke grondslag zullen wijzen op de balk en de splinter. De nihilisten zullen zeggen: als niets helpt, doe niets.

In een wereld waar zo vaak zaken misgaan, lijkt het percentage helden op sukkels, erg klein. De mensen die het wel goed doen, zijn dus al gauw een held. Dat heldendom vervlakt natuurlijk, als niemand meer fouten maakt. Voorlopig zullen we het met die helden moeten doen. Ook met de helden die hun dagelijks werk gewoon goed doen, ondanks bezuinigingen, ondanks de fouten van anderen.
Ik zet een vraagteken op de sokkel. Waarom hebben zoveel mensen gestemd op politici die nu die “eigen verantwoordelijkheid” prediken om een boekhoudkundig tekort weg te werken? Foute vraag natuurlijk.

De beste werkvloer

Gladde werkvloer Valpartijen, douchebeurten overslaan, onbeschofte bejegening, fouten met de medicatie, het lijkt allemaal tot de dagelijkse praktijk op menig werkvloer van verpleegtehuizen te horen. En hoewel iedereen begrip heeft voor oorzaken als bezuinigingen, personeelstekort, slecht opgeleid en onervaren personeel, het hoort natuurlijk niet tot wat in goed Nederlands de ‘best practice’ wordt genoemd.

Klagen over bezuinigingen helpt niet. Dus is er een positievere insteek nodig. De komende dagen wordt er in Rotterdam aan gewerkt. Drie dagen lang komen deskundigen uit heel Europa bij elkaar om ideeën voor de
toekomst van zorg voor ouderen uit te wisselen. Een van de manieren om dat te doen is voorbeelden van “best practices’ te presenteren.

Nu zal een enkele zorginstelling, voor zover het werkrooster dat toestaat, wel een paar verpleegkundigen naar de conferentie sturen, maar je zult er vooral de managers en verplegingswetenschappers aantreffen. Een van hen zegt
op Medicalfacts.nl; “Verpleegkundigen moeten deel worden van de oplossingen van vergrijzingsproblematiek”. Het serieus nemen van de deskundigheid op de werkvloer, kan er toe leiden dat meer mensen voor een beroep in de zorg kiezen.

Nee, ik ga geen zuur stukje schrijven over dit soort congressen. Dat Klink’s ministerie van Volksgezondheid het evenement financieel mogelijk maakt en tegelijkertijd de werkvloer onder druk zet met bezuinigingen is wrang. Maar zelfs als er niet wordt bezuinigd, is werk altijd in ontwikkeling en is het goed om de praktijk te verbeteren.

De werkvloer is de ‘best practice’. Het dagelijks laboratorium, waar mensen oplossingen zoeken om de weerbarstige praktijk naar hun hand te zetten. Dat gaat zoveel vaker goed dan fout, dat ‘het publiek’ het heel gewoon vindt dat zaken op rolletjes lopen.
De ervaring van de werkvloer is goud waard. Daar moet op de juiste manier gebruik van worden gemaakt. Pas als een beroep op die ervaring wordt gedaan, om het als bezuinigingsinstrument in te zetten, is het natuurlijk te laat.

Het Rotterdamse congres laat wel zien, hoe het beter kan. De ervaring en deskundigheid van de mensen uit de praktijk, combineren met wetenschap van buitenaf. In de dagelijkse hectiek van het werk, heb ik vaak goede oplossingen, maar zie ook wel eens wat over het hoofd. Een objectieve kijk van buitenaf kan mij helpen. Zeker als je geholpen wordt door mensen die verstand hebben van leerprocessen of ergonomische toepassingen.

Eén puntje moet dan nog wel op de i worden gezet. Beleidsmakers en leidinggevenden moeten ook aan hun ‘best practice’ werken. Afscheid nemen van elke vorm van top-down organisatie. Om maar eens in het jargon te blijven: de ‘best practice’ moet van onderaf geïmplementeerd worden in organisaties en werkprocessen. Luisteren naar de werkvloer is een specialisme, dat ook tot 'best practice' mag worden verheven.
Zolang dat niet het geval is, zijn congressen als hier genoemd, verspilling van geld en human resources.

Anoniem melden zorgincidenten

Anatomische les Rembrandt In onze training “Zorg veilig voor een veilige zorg”, staat vandaag centraal het bekende gezegde ‘van je fouten kun je leren’. Wie weet welk obstakel daarbij een hindernis kan zijn?
Fouten maken is menselijk? Klopt, maar dat is nog niet de valkuil die mensen verhindert ervan te leren. Iemand nog een idee? Juist! Mensen geven niet makkelijk een fout toe.

Dat wordt de komende week een stuk makkelijker. Van 27 september tot en met 3 oktober wordt de
Nationale Meldweek Patiëntveiligheid gehouden. Zorgmedewerkers kunnen, volledig anoniem, incidenten melden. Het doel van de project is lering te trekken van situaties, waarvan men denkt: dat had beter gekund. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen.

Of de duvel ermee speelt, komt de week net op het moment dat twee incidenten de actualiteit hebben gehaald. Minister Klink
stelt een onderzoek in naar de dood van een jongen, die overleed na een prik tegen de mazelen, bof en difterie.
Het Scheper Ziekenhuis in Emmen heeft brieven gestuurd naar patiënten die zijn overleden na een complexe maagverkleining. In de brief werd meegedeeld dat het ziekenhuis dit soort ingrepen niet meer in het aanbod zal houden.

Elke zorginstelling heeft veiligheidsinstructies, protocollen voor foutmeldingen en klachtenprocedures voor cliënten. Daarbovenop komt er nu toch die Nationale Meldweek. In opdracht van het ministerie van VWS,
georganiseerd door IQ healthcare, UMC St Radboud, 14 eerstelijns beroepsorganisaties, en het eerstelijnsprogramma ‘Zorg voor Veilig’.

Voldoen de interne protocollen en de meldingsprocedures dan niet? Je mag er toch op rekenen dat medewerkers hun werkzaamheden, inclusief eventuele fouten, keurig rapporteren. En als medewerkers zelf hun conclusies niet trekken na gemaakte fouten, mag je er ook op rekenen dat leidinggevenden en managers hun maatregelen treffen. Tot aan het ontslaan van incompetente medewerkers toe.

Dat is iets te ideaal gesteld. Fouten toegeven is voor niemand leuk. Voor de medewerker niet, die misschien een pittig functioneringsgesprek staat te wachten. Voor leidinggevenden en managers ook niet, want het betekent de erkenning van een misschien rammelende organisatie en personeelsbeleid.
In een tijd waarin naast personeelstekorten en budgetkortingen wegens wanprestaties, ook nog flink bezuinigd moet worden, nodig je mensen en organisaties uit meer hun succesverhalen te melden, dan hun tekortkomingen.

Dus is een weekje anoniem melden een zinnige bijdrage de patiëntenveiligheid te vergroten? Mij lijkt het eerder een extra kostenpost op de al zo zwaar belaste zorgbegroting. Als er toch geld over is voor zit soort zaken, waarom dat dan niet besteed aan verlichting van de werkdruk, vergroten van kennis en verbeteren van technieken en procedures?
Ongelukken voorkom je er nooit helemaal mee, maar je werk rustig en goed geconcentreerd kunnen doen, levert minder incidenten op, dan het zoveelste protocol of vernieuwde gedragscode die na zo’n meldweek uit de bus zal rollen.

Zorg betreden op eigen risico

Zorg betreden op eigen risico Wat de regering ook doet, de zorgt is duur, blijft duur en wordt nog duurder. Het kabinet wilde graag weten of de bestaande regelgeving al besparende vruchten afwerpt, maar daar is het nog te vroeg voor. De evaluaties over de Zorgverzekeringswet (Zbw), Wet op de zorgtoeslag (Wzt) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zijn binnen en worden naar de 2e Kamer gestuurd.

Mooi op tijd, want het kabinet moet zware knopen doorhakken over bezuinigingen in de zorg. En “als je als gevolg van de economische crisis zoveel moet bezuinigen, kun je niet langer om taboes heen”, zegt Dik Hermans, bestuursvoorzitter van het College voor zorgverzekeringen (CVZ)
in een interview met het dagblad Trouw.
De bekende “taboes” passeren de revue: ongezond levende mensen niet verzekeren, de oudste burgers niet te lang doorbehandelen bij dure ziektes, kostbare merkmedicijnen vervangen door goedkopere en onderscheid maken tussen kwaaltjes en ongemakken.

Maar de CVZ-voorzitter constateert ook overbodige onderzoeken. Bijvoorbeeld: iemand denkt kanker te hebben. Moet je een geruststellend onderzoek nog langer financieren, vraagt heer Hermans zich af. Hij haalt een oncoloog aan, die beweert dat 70% van het onderzoek overbodig zou zijn.
De bange burger gelooft de specialist niet op zijn mooie ogen en wil bewijs zien? Ik waag dat te betwijfelen. Eerder zal een arts alle risico’s willen uitsluiten en daarom bij kanker en hart- en vaatziektes voor alle zekerheid toch wat onderzoekjes laten doen.

Het komt er op neer de Zorgverzekeringswet uit te kleden en de toepassing ervan te beperken. De wet beoogt een voor iedereen toegankelijke, kwalitatief goede zorg. Hoewel in de evaluatie wordt gesteld dat de 2 tot 3 jaar dat de wet in werking is, tekort is voor een goede beoordeling, zijn er wel al wat zaken aan te wijzen, die niet tot kostenverlaging hebben geleid.
Zo leidde de invoering van een basispakket voor iedereen tot toename van het solidariteitsprincipe, maar de verplichtende werking leidde ook tot wanbetalers. De onderzoekers adviseren de nominale premie te verlagen, om dat solidariteitsprincipe overeind te houden. Een voor iedereen betaalbare verzekering.

Het kabinet volgt dat advies niet op, want “er is juist voor deze nominale premie gekozen, zodat iedereen zich realiseert dat zorg niet gratis is”. Bovendien is er de zorgtoeslag om de lagere inkomens tegemoet te komen. En het afgelopen jaar heeft het kabinet wat maatregelen bedacht om de wanbetalers aan te pakken.
Die zorgtoeslag en maatregelen tegen wanbetalers kosten natuurlijk geld. Helaas is nergens een goede berekening te vinden waaruit te halen valt wat nou goedkoper is: een lagere premie of aanrommelen met de zorgtoeslag en ad hoc maatregelen tegen wanbetalers.

Het eigen risico levert ook nauwelijks wat op, stellen de onderzoekers, die vervolgens adviseren het eigen risico afhankelijk te maken van een x-bedrag aan zorgkosten, gerelateerd aan leeftijd.
Gaat het kabinet ook niet doen. Terecht stelt het kabinet dat leeftijd niet altijd een graadmeter is voor hoge zorgkosten. En het bespaart wel, zegt het kabinet. Ruim 1,45 miljard euro wil de regering niet zomaar aan de neus voorbij laten gaan.

En dan de verzekeraars. Ze zijn verplicht iedereen te accepteren, ook de mensen met een hoog risico. Daarvoor krijgen de verzekeraars een risicoverevening. Dat systeem kan nog wat beter, vinden de onderzoekers. Het kabinet belooft dat wel te doen. Ook dat kost geld. Een voorbeeld van regelgeving die goed voor de betrokkenen heet te zijn, tegelijkertijd geld moet besparen, maar tekortkomingen kent, die weer met geld gecompenseerd moeten worden.

Het beleid in een notendop. Om de haverklap wijzigende wetten en regelgeving. De oplopende kosten verwijten aan burgers, medisch personeel en zorginstellingen. Dus premies, tarieven en salarissen aanpakken. En toch wordt de zorg gestaag duurder.
Een consistenter beleid, in plaats van een pleister hier en een prikje daar, zou wellicht wat geld schelen. Maar bovenal is het een kwestie van kiezen. Willen we onze, toch redelijke goed zorg overeind houden, dan vraagt dat om lef.

Taboes aanpakken? Zeker. Maar liggen die taboes nu op ongezond etende burgers, of op het verbieden van de productie van ongezond voer?
De taboes hoeven niet binnen de zorg te liggen. Ze liggen ook binnen andere sectoren. Misschien kunnen die taboes doorbroken worden om risico’s op allerlei kwaaltjes te beperken? Risico’s waar je niet om hebt gevraagd, als je hier wordt geboren. Maar wel voor moet opdraaien?

Alweer een zorgalarm.

Alweer een zorgalarm Steeds minder zorginstellingen in Nederland hanteren de code van informatiebeveiliging. Een bericht dat klakkeloos is overgenomen door De Telegraaf en websites voor de beveiligingsbranche en de medische sector.

Het alarm is afgegeven door Niscayah, een bedrijf dat beveiligingsoplossingen verkoopt aan de zorgsector. Dit bedrijf onderzoekt elke twee jaar de beveiliging in de zorg en
constateert nu dat van de 88 respondenten “slechts 23% van de respondenten de code informatiebeveiliging hanteert, t.o.v. 57% in 2007”. De respondenten zijn werkzaam in ziekenhuizen en verpleeghuizen.

Volgens het bedrijf is niet alleen de ict-beveiliging onvoldoende (denk aan het EPD!), 20% van de brandmeldinstallaties zijn niet goedgekeurd, het aantal stroomstoringen neemt toe en de beveiliging tegen inbraak en agressieve indringers, is veelal verouderd.
Nu heeft Niscayah er natuurlijk een commercieel belang bij de zorgsector op de gaten en de lekken te wijzen. Het bedrijf biedt immers de oplossingen? Als je nagaat dat 88 respondenten op zo’n 1845 zorginstellingen wat weinig is, dan lijken de percentages wel mee te vallen. Ter verduidelijking: er zijn in Nederland zo’n 140 ziekenhuizen,ongeveer 342 verpleeghuizen en maar liefst 1363 verzorgingshuizen. De cijfers zijn uit 2004 en 2005 en dus misschien niet helemaal actueel, maar veel zal het niet schelen.

Maar het commerciële bedrijf is niet de enige die maar aan een paar zorginstellingen genoeg heeft om de alarmbel te luiden.
In 2008 meldde het CBP (College Bescherming Persoonsgegevens) dat een onderzoek naar de informatiebeveiliging bij 20 ziekenhuizen, genoeg was voor de IGZ (Inspectie Gezondheidszorg), om alle ziekenhuizen de opdracht te geven een plan van aanpak op te stellen. In 2009 liet de IGZ weten dat bij van de twintig onderzochte ziekenhuizen de boel nog niet op orde hadden en dat van de 72 ziekenhuizen die niet waren onderzocht, er nog eentje was die helemaal geen plan had ingediend.

Nou is een plan van aanpak één ding, de werkelijke uitvoering is weer wat anders.
In 2006 deden 51 ziekenhuizen mee aan een enquête van RTL Nieuws en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Daaruit bleek dat de beveiliging tegen insluipers en diefstal nog beter kon, dan met de 50 miljoen euro aan beveiligingsmaatregelen al was bereikt. De voorzitter van de NVZ deed uiteraard een beroep op de overheid voor een bijdrage in de kosten ter verbetering.Het beveiligingsbedrijf Niscayah stelt dat 76% van haar 88 respondenten vond dat de overheid over de brug moet komen om de veiligheid te verbeteren.
Een zorgbestuurder
in Noord-Holland stelt dat de beveiliging bij de woonzorgcomplexen in zijn regio niet beter zal worden. Het geld ontbreekt.

Tja, dan moet de premie voor de zorgverzekering maar omhoog, zodat particuliere beveiliging in het basispakket kan. De patiënt mag zelf beslissen of hij/zij een eigen bewaker meeneemt naar ziekenhuis of verpleeghuis. Doet de patiënt dat niet, valt het natuurlijk onder eigen risico.
En de beveiliging van de ITC? Een illusie. Want als je de continue berichtgeving leest over lekkende systemen, virus- en phishing aanvallen, dan lijkt het wel of de virtuele criminaliteit vele malen groter is dan de hele beveiligingsindustrie aan kan.