Categoriearchief: Begrijpen we elkaar?

Wilders' proeve van gematigdheid

Wilders' proeve van gematigdheid Terwijl Rutte zit te worstelen met een proeve van een regeerakkoord, Verhagen bijna dagelijks een proeve van diplomatieke doortraptheid demonstreert, heeft Wilders heeft zijn proeve van gematigdheid afgelegd. Hij was vooraf flink gewaarschuwd: wil je gedoogregeren, dan moet je een beetje op je woorden letten, vooral in het buitenland.

Wilders heeft zijn proeve van gematigdheid afgelegd en hij is geslaagd. Zijn speech mag dan geen proeve van imposant staatsmannelijk redenaarschap zijn, maar dat vergeven we hem. Hij moet nog wennen aan zijn rol als Leider van de Natie. Hij moet nog wat oefenen om in den vreemde de ambassadeur van Neerlands poldercultuur te zijn. Ook kleintjes moeten groeien.
Maar, het moet gezegd, het lijkt erop dat hij beseft dat het de taak van een Leider der Natie is, mensen bij elkaar te brengen, in plaats van ze uiteen te drijven. Een korte analyse van zijn toespraak.

Om te beginnen: het was een wat lange toespraak, waar soms de aandacht moeilijk bij vast te houden was. Telkens als hij de kern van zijn boodschap verwoordde, volgde er een uitweiding, die wat minder samenhangend was en leek hij soms een saaie geschiedenisleraar. Zo’n uitgebluste leerkracht die het diep in zijn hart eigenlijk zat is voor de honderdduizendste keer, de slag bij Waterloo uit te leggen.
Jammer, maar zoals gezegd: de man moet nog groeien.

Wat was dan de kern van zijn betoog? Hij begint indrukwekkend: May I ask you to be silent for ten seconds? Just be silent and listen. Ten seconds. And listen…
Kijk, da’s mooi. Wilders zegt hier dat het niet altijd nodig is luidruchtig je boodschap te verkondigen. Veel geschreeuw en weinig wol is niet zo effectief. Prachtig begin dus, dat hoge verwachtingen wekt.

Dat valt meteen een beetje tegen, want dan volgt zijn eerste uitwijding. Een poging de poëzie van New York tot expressie te brengen. Aardig, maar een groot dichter zit niet in deze politicus.
Wel van belang is wat hij even later zegt: No place on earth had a more multi-ethnic, multi-racial, and multi-lingual workforce than New York’s proud towers. New York stands for freedom, openness and tolerance. New York is not intolerant.

Dat is dapper. Geconfronteerd met een meute intolerante Amerikanen, leest hij ze de les en herinnert hen aan “the spirit of Abraham Lincoln, the President who freed the slaves”. Hij benadrukt het met ”These words are the key to our survival”.
En, of dat niet genoeg is, citeert hij de New Yorkse imam Rauf, die stelt dat “American secular law and Sharia law are based on the same principles”.
Nou, dat kunnen die intolerante Amerikanen in hun zak steken.

Dan dreigt het toch nog even fout te gaan. “Osama bin Laden is made in the USA”, zegt Wilders. De in het publiek opgestelde CIA-agenten worden onrustig. Een paar lopen al op hem af. Staat er hier zo’n idiote complotdenker voor hun neus? Presteert Wilders het weer een land uitgezet te worden?
Net op tijd realiseert hij zich dat je je gastland natuurlijk niet moet beledigen. Hij komt terug op de kern van zijn vreedzame betoog. “We will always defend liberty, democracy and human dignity”.

Ah, menselijke waardigheid. Goed zo, jochie, hoor je de CIA’ers denken. Die opgelucht hun schiettuig weer in de holsters stoppen. Ze hebben te maken met alweer zo ’n politicus, die vrijheid en democratie in verband brengt met menselijke waarden. Zalvende woorden, die wel vaker worden gebruikt om een verscheurd volk tot normwaardelijke redelijkheid te brengen. De CIA-agenten weten wel beter, maar goed, laat de man zijn diplomatie beoefenen, kunnen zij weer over tot de orde van de dag.

Wilders deed zijn proeve van gematigdheid en lijkt geslaagd te zijn. Misschien ligt er voor hem, als Verhagen verloren is geraakt in zijn eigen valstrikken, een carrière in het verschiet als minister van buitenlandse zaken. Misschien mag hij dan een toespraak houden voor de Verenigde Naties en de toehoorders herinneren aan zijn maiden tolerance speech:
Ladies and gentlemen, I once said “No place in the world, no place in human history, is as richly varied and vibrant and dynamic as New York City”. Let it be an example for all of us. Everyone is of the world, the word is of everyone”.

Balkenende's academische logica

Balkenende's academische logica De universiteiten openen het academisch jaar. Ook de Vrije Universiteit, het studiehuis van gereformeerde oorsprong, waar aardig wat van Balkenende’s collega’s zijn afgestudeerd. Niet alleen christelijke politici als Rouvoet, Donner en Jack de Vries, ook PvdA’ers als Wouter Bos, Eberhard van der Laan en Bert Koenders. VVD'er Zalm kreeg een eredoctoraat.

Balkenende, die in 1993 nog tot bijzonder hoogleraar `christelijk-sociaal denken over economie en maatschappij' aan de faculteit economie van de VU werd benoemd, pleegde in 1982 een coup in de Amstelveense afdeling van het CDA, om hoog op de kieslijst voor de gemeenteraadsverkiezingen te komen. De start, aldus het Historisch Nieuwsblad, van zijn politieke carrière.

Dankzij het slakkengangetje van de kabinetsformatie, moeten we nog even wachten op zijn definitieve afscheidsspeech. Maar in zijn
toespraak bij de opening van het academisch jaar van de VU wil hij toch nog eens uitleggen wat “mij al jaren ten diepste beweegt – het christelijk-sociaal gedachtegoed – en mijn ervaringen van de afgelopen acht jaar als minister-president”.
De kern van zijn betoog: een diepe teleurstelling dat zovelen niet dezelfde verantwoordelijkheidszin kunnen opbrengen als hijzelf. Acht jaar lang zag hij dat bankiers, bedrijven en burgers zich veel vrijheden veroorloofden, maar verantwoordelijk voor de gevolgen? Ho, maar.

Als zelfverklaard optimist vertrouwt hij voor een betere toekomst, op de VU. Daarbij maakt hij een merkwaardig statement.
In het begin van zijn speech citeert hij Abraham Kuyper, de godfather van de VU. Kuyper meende dat de vrijheid wordt bedreigd door de zonde, memoreert Balkenende. “Er smeult, er walmt in de kern van elke levenskring een gloed van hartstocht, waar de spranken der zonde uit opspringen, en die onheilige brand, dat onzalige vuur ondermijnt de zedelijke levenskracht, verzwakt in elke kring het spanvermogen, en doet in het eind de hardste duigen buigen”, heeft Kuyper gezegd. En legde de verantwoordelijkheid volledig bij de “plichtvergeten” burger en sprak de overheid vrij van enige medeplichtigheid aan verval van normen en waarden.

Dat vuurtje haalt Balkenende aan het eind van zijn speech nog eens aan: “Er smeult, er walmt in de kern van elke levenskring en gloed van hartstocht”, om de woorden van Kuyper nog maar eens te herhalen. Bij het opstoken en brandend houden van dat vuurtje, zie ik ook een verantwoordelijkheid weggelegd voor universiteiten in het algemeen en de VU in het bijzonder.

Pardon? Kuyper had toch gezegd dat daar de spranken der zonde uit opspringen ? En nu roept Balkenende de VU op als brandhaard van die zonden te dienen?
Hij blijft een wonderbaarlijke spreker.

Informatief Eindverslag

Informatief Eindverslag De informateur werkt aan zijn eindverslag.

Uwe Hoogheid,
Droef te moede deel ik U mede, dat niemand water bij de wijn bliefde. Als betrokken burger heeft U natuurlijk het nieuws op de voet gevolgd, dus laat ik niet in details treden.

Bij de eerste verkenning meende ik de zaak zo rond te hebben. Heer W. leverde alles in. Echt alles. Heer R. vroeg hem nog of hij ook zijn standpunten aangaande de islam los wilde laten. Heer W. antwoordde: Maar natuurlijk, Mark. We verzinnen wel iets anders om het volk vrees aan te jagen. Daar komen we samen wel uit.
Dat dacht heer R. ook. Helaas drong heer V. er op aan dat beide heren dat dan maar eerst moesten doen. Zouden ze er samen uit gekomen zijn, zou hij wel zien of hij ermee akkoord kon gaan.

Uit pure arremoe heb ik daarna de heren C. en P. en mevrouw H. geconsulteerd. Heer R. was daarbij aanwezig. Echter: verder dan wat amicale grappen wilde hij niet gaan. Ach, dat was uit pure zenuwen. Heer R. heeft wel een grote mond. maar een bang hartje. Dat valt hem niet kwalijk te nemen. Zijn partij heeft altijd de 2e viool gespeeld en nu moet hij ineens de kar trekken?
Het was een gezellige middag, maar het ging eigenlijk nergens over. En daar heb ik een voetbalwedstrijd voor moeten laten schieten!

Hoogheid, het is gebruikelijk dat ik U nu ook een advies mee geef. Maar Majesteit, ik zou het echt niet weten. Enerzijds bekruipt mij het gevoel door geen van de fractieleiders serieus genomen te zijn. Anderzijds begrijp ik ze wel. Natuurlijk zijn zij allen bereid te regeren. Even natuurlijk willen ze eerst van de ander horen, wat deze in te leveren heeft. Helaas was er maar één die de belangrijkste speerpunten van zijn programma onmiddellijk opofferde.

Majesteit, ik rond af met het gevraagde advies.
Het is nu 162 jaar geleden dat heer Thorbecke uw voorvader Willem II van dienst was. En zie, nu zitten we met de gebakken peren. Ik adviseer u de leiding ter hand te nemen en streng op te treden. Als oprechte liberaal doe ik hiermee de heer Thorbecke te kort, maar mijn partij heeft amper nog iets met de ware grondbeginselen van het liberalisme. Heer R. zal daarom gaarne met U meewerken.
Bovendien: U wordt door het volk op handen gedragen. Op wat verdwaalde republikeinen na, is het volk daar toch redelijk unaniem over.

Het volk heeft nagelaten zich in het stemhokje even zo unaniem te gedragen. Met de huidige impasse tot gevolg.
Majesteit, het is aan U. Ik dank U voor het in mij gestelde vertrouwen. Mijn nederige excuses dat ik dat zo vreselijk heb beschaamd.
Met Uw welnemen, ga ik nu van een prachtig vrij weekend genieten.

Uw informateur.

P.S. Past u op voor heer V. Het is pure valse bescheidenheid, dat hij zich op het zetelverlies van zijn partij beroept. Met de nadruk op vals. Driewerf bah!

Het Luisterend Oor

Het Luisterend Oor Catherine Keyl is stomverbaasd dat mensen tachtig cent per minuut willen betalen voor een luisterend oor, waar ze zelf wel wat aan over wil houden.

Zo staat het niet letterlijk in het AD van vandaag. Maar het had, met wat meer oprechtheid, zomaar gekund. Mevrouw Keyl heet de Telefoonvriendin opgericht. Een telefonische hulplijn, waar je zaken aan de orde kunt stellen, die je “niet met familie of vrienden wil bespreken”. Een voor Keyl herkenbaar fenomeen.

Hebben we dan zaken die we niet met familie of vrienden willen bespreken? Nou, als die telefoonlijn zo’n succes is, dan zal dat wel voor mensen gelden.
Biecht eens op: wat bespreek jij nooit met je naasten?

Ik bespreek alles met familie en vrienden. Er is een licht onderscheid. Als mijn familie er niet naar vaagt, vertel ik ook niets. Als vrienden ergens naar vragen, vertel ik alles. Dat kennen ze ondertussen wel van mij. Ik ben dan net zo oeverloos aan het spuien, als op dit blog. Resultaat: de vrienden vragen ook niets meer.

Toch de Telefoonvriendin maar eens proberen. Nummer getoetst en daar is de beltoon al. Na een stuk of negen keer overgegaan te zijn volgt: “Met de Telefoonvriendin. Even geduld a.u.b, er zijn nog 5.500.000 wachtenden voor u”.
Ach, ik wou dat ik twee hondjes was, dan hoefde ik Catherine Keyl niet te bellen.

Voor- en nadelen van een echte boodschap

Voor- en nadelen van een echte boodschapDe majesteitelijke boodschappen zijn, vooral met kerst, niet voor iedereen goed te doorgronden. Geen nieuws. De moeder van het huidige staatshoofd hield het volk ooit voor: “Het is moeilijk iets te zeggen wat iedereen aanspreekt”. Daar zal het onbegrip wel aan liggen.

Nu is de kerstboodschap dus, dat we de pc wat meer alleen moeten laten. Majesteit gelooft niet zo in een heilzame werking van online sociabiliteit. Nee, hup, de deur uit en ontmoet elkaar in real life.
Nou, dat was deze kerst, niet tegen dovemansoren gezegd.

Eerste kerstdag
slaat een acteur zijn vrouw in elkaar. Dat valt niet te vergelijken bij de dode en gewonden die vielen naar aanleiding van een woordenwisseling in Albina (Suriname). Het feest gaat ook op 2e kerstdag vrolijk verder en resulteert in zes doden in de Gazastrook.
Vergeef me dat ik u niet meer aanbiedt.

Natuurlijk is dat niet de bedoeling van Majesteit’s boodschap. Maar soms zou je willen dat elke wereldburger een pc bezit en zich alleen het eigen hoofd nog breekt, over muisklikken en neerladingen.
Virtuele boodschappen lijken mij toch voordeliger.

(Meer majestueuze boodschappen waren gisteren
hier te lezen).

Kerstboodschappen

Kerstboodschappen “Je spreekt elkaar zonder gesprek, je kijkt naar elkaar zonder de ander te zien. Mensencommuniceren met elkaar via snelle, korte boodschapjes. Een dialoog wordt mogelijk als allen daadwerkelijk bereid zijn ook eigen zekerheden in de discussie te betrekken. Hoewel het niet altijd gemakkelijk is, kan weerstand toch overwonnen worden door toenadering te zoeken tot mensen uit andere tradities en overtuigingen. Dat vergt een instelling van luisteren en leren. De grondslag ligt in de oude wijsheid: 'Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet'.

“Het moeilijk is om iets te zeggen wat iedereen aanspreekt. Het is een tijd van vraagtekens. Alles wordt op de korrel genomen, bekritiseerd, ontleed.
En juist in deze tijd zal een weerstandsvlak ontstaan van dit licht, waartegen iedere duisternis opgolft, om in dit weerstandsvlak te worden opgenomen, en zo zullen de tijden worden bestendigd in dit licht”.

“Voor Mij is het heden een reden voor grote dankbaarheid, Mij op dit ogenblik door de radio met U allen verbonden te weten en daardoor zovele landgenoten te kunnen toespreken. Het is als scheidde ons geen afstand, als toefden wij in elkaars tegenwoordigheid.
Spoedt u allen, zoals gij zijt, met uw zorgen en lasten naar het Kindeke in Bethlehem in ootmoed en overgave”.

2009:
Ootmoed en overgave.

Refrein:
Een iPhone voor Jantje
een Notebook voor Piet
een zeilboot voor Antje
een piercing voor Griet
voor pa een e-reader
ze krijgen het prompt
als de kerstman weer eens komt

En heeft na een dag vol van inkopen doen
het geld z'n bestemming gevonden
zijn vader en kinderen ten zeerste voldaan
dan roept moeder steeds opgewonden
de een die kreeg dit en de ander weer dat
maar ik had graag even vakantie gehad

Refrein…..

Het jaar is vroeg ten einde.

Het jaar is vroeg ten einde Dat december een soort komkommertijd kent, kon u hier al lezen. Tenzij er nog voor de jaarwisseling een Elfstedentocht zal plaatsvinden, valt er weinig opzienbarend nieuws te verwachten. Dat denken ook de vele bestuurders, voorzitters, directeuren, chefs en een ieder die aan elke soort van leiding zit.
Loodgieters natuurlijk uitgesloten.

De eindejaarstoespraken beginnen los te barsten. Vandaag deed de scheidende voorzitter van de
verenigde supermarkten zijn best 2009 af te ronden.
“Dames en heren, wij hebben in tegenstelling tot veel andere branches onze omzetten in het afgelopen jaar toch nog zien stijgen. Bij de aanpak van overgewicht nemen we als branche onze verantwoordelijkheid. We zijn gewend aan een consument die zich in de supermarkt laat verleiden door lekkere, bijzondere producten voor de Kerst. Dat is ons belang, wij en onze leden hebben ook kinderen en kleinkinderen. Ik dank u voor uw aandacht”.

Zo iets. Op 18 december gooit de
Wageningse gemeenteraad 2009 op slot met een eindejaarstoespraak door de nestor van de raad. Wordt een lange avond daar, want de toespraak staat pas als punt 19 op de agenda.
Ach, waarom ook niet? Tijdsbegrippen als uren, dagen, maanden, enzovoorts hebben we zelf bedacht. Vreemd genoeg laten velen zich er vervolgens door leiden, in plaats van de tijd zelf te sturen.
Hulde dus aan de sprekers die de komende dagen al een eind maken aan 2009.

Om te voorkomen dat dit weblog nu alweer achterloopt, vandaag de eindejaarstoespraak. Niet dat morgen dan 2010 hier al begint. Nee, we hebben het dan alvast gehad en kunnen over tot de orde van de laatste decemberdagen.

Sprekerd:
“Beste mensen, dames ook, het was een veel bewogen jaar. Helaas zijn we er niet achter gekomen, wie er met zijn poten aan het jaar heeft gezeten om het kreng in beweging te krijgen. U had natuurlijk, met mij, heel andere verwachtingen. Een mooi, rustig jaartje waarin u op alle gemak uw eigen leuke, fijne dingetjes wilde doen.

Welnu, die verwachting is ruw verstoord door iemand, of wellicht door hele volkstammen, die daar anders over dachten. Zo waren er nogal wat lieden die allerlei zaken naar het volgende jaar doorschoven, en na de jaren daarna. Heb je alles lekker op een rij, gaan ze schuiven! De hele inrichting naar de ratsmodee. En wij maar onze plaats daarin zien te vinden.

Dat was een hele opgave. Zelf je positie bepalen, was er dit jaar absoluut niet bij. Er ging geen maand voorbij of u werd voorgehouden wat u moest zijn. In januari werd u geacht
blauw van somberheid te zijn.
In februari moest u nog somberder zijn. Over iets waarover u geen ene moer hebt te zeggen! De economie. U mag dan de belangrijkste factor zijn, want zijn er geen klanten, dan valt er niks te verkopen, maar u wordt wel geacht in alle treurnis het radertje in de mallemolen te zijn.

Dat heeft de sfeer van de rest van het jaar bepaald. U laat zich een fikse depressie aansmeren en daar zitten we nu. Het gaat de komende dagen kouder worden en ik durf te voorspellen dat u uw gevoelstemperatuur uit de kranten moet halen. Wedden dat die lager ligt, dan de thermometer aanwijst?

En als dan Hare Majesteit met kerst, namens de minister-president, nog even in één zin de troonrede samenvat, zult u horen dat de economie weer warm begint te draaien, maar dat u toch even de tanden op mekaar moet houden, want het kabinet gaat het een en ander bevriezen.
Alsof het niet mooi genoeg is geweest dit jaar, krijgt u nu al te horen hoe somber u volgend jaar zal moeten zijn. Met epidemische gevolgen, waar twee prikken niet genoeg voor zijn.

Dames en heren. Ik zie onder de aanwezigen hier en daar verbaasde blikken. Daarom rond ik af met een vraag, die onder sommigen van u nu prangt: hebben en we dit jaar dan niet gelachen?
Ongetwijfeld. En een goede remedie tegen de somberheid die u wordt opgedrongen. Ik verlaat het spreekgestoelte om u de ruimte te geven op te biechten waarover u dit jaar het hardst hebt gelachen.
Dank u voor uw aandacht, het woord is aan u”.

Diálogo lapsus linguae.

Diálogo lapsus linguae Ken je dat spelletje, waarin je in een paar stappen van een woord een geheel ander woord moet maken? Onze aanstaande koning is daar heer en meester in. Hij wil daar wel het alleenrecht op en waarschuwt zijn volk dat je van een garnaal geen walvis moet maken.
Hij had van een garnaal een klotewoord gemaakt. De koning als hofnar? Was het maar lollig bedoeld. Had hij maar een Mexicaanse getrouwd. Dan had hij zich niet versproken.

Verspreektaal. Geen bestaand woord. De betekenis hangt wel af van de beklemtoning. Verspréken is een taalfoutje maken. Vèrspreken doe je in het buitenland. En dan moet je vreselijk op je woorden letten. Dat heeft de kroonprins aan een ander over gelaten, met
alle gevolgen vandien.

Net nou hier de
Week van de Dialoog woedt, wilde de prins met de Mexicanen in dialoog over het water. Dat werd een diálogo lapsus linguae. Hopelijk verstaan de burgers hier elkaar beter tijdens hun lokale dialogen.
Mooi onderwerp zou de wet op godslastering kunnen zijn. D66 neemt het initiatief om het verbod op godslastering uit het wetboek van strafrecht te halen. God lasteren is grof taalgebruik, vinden sommigen, en dus fout. Anderen menen dat het onder de vrijheid van meningsuiting dient te vallen. Ik meen dat godslastering een abuisje is waar de taal vol van staat. Immers, hoe kun je iets benoemen, dat niet bestaat?

Het kan nog een leuke dialoog worden als de paus in gesprek gaat
met kunstenaars. Nederland wordt vertegenwoordigd door Kader Abdolah en Cees Nooteboom. Hopelijk beheersen zij het Katholieks beter dan de prins het Mexicaans.
Had de prins maar uit de Nederlandse literatuur geput. Een stukje uit Nooteboom’s “Rollende stenen, getijde”, had hij misschien foutloos vertolkt.

Het gaat in Rome lollig worden als de paus zich verspreekt. “Goemogge, meneerr Coos Neetebeem, dankoe voer die poésia”.
Coos Neetebeem? Da’s toch de man van:
Ik ben een God in ‘t diepst van mijn gedachten
En zit in ‘t binnenst van mijn ziel ten troon
Maar verder ben ik helemaal gewoon,
Met haaruitval en spijsverteringsklachten”.

Dat wordt dan een dialogo confusione. “Nee, eerwaarde heiligheid”, begint Nooteboom, “ ik ben Coos niet , ik ben Cees”.
De paus, ineens flink drse P. in, volhardt en leest hem de les over de ongewoonheid van het goddelijke. Kader Abdolah springt bij om Nooteboom uit de brand te helpen. In zijn bekende, metaforisch taalgebruik, wil hij de dialoog een filosofische wending geven: “Kijk, hemelse hoogheid, laten we nu eens god als een garnaal zien”.

De paus ontsteekt in woede, roept de Zwitserse garde erbij, laat de Nederlandse schrijvers afvoeren, en roept in al zijn godentierendheid: ”Goedverdoeme, goedverdoeme, voer ze aan de walvissen!”
In Mexico kon men nog wel lachen om onze hoogheid die een garnaal naar de kloten hielp. Maar als de paus onze schrijvers naar de haaien helpt, verwacht ik dat Maxime Verhagen de paus in een dialogo furioso tot de orde roept.

Hoed af….

Hoed af Lieve Majesteit,

Hoed af voor uw voorbeeldige declamatie. Met de vaste toon, de geprononceerde dictie, de uitgelezen timing en de heldere verstaanbaarheid was Uw troonrede, ondanks één enkele hapering, een magnifieke voordracht. Waar hoor je zulk Nederlands nog?
Ik durf zelfs te stellen dat deze uitvoering, die van het voorgaande jaar diep in de schaduw stelt. Vooral omdat U, zonder zich te haasten, het beduidend korter wist te houden.

En, hoewel het nauwelijks waarneembaar was: wat zat uw haar weer fantastisch. Ik heb U al eerder gevraagd welke coiffeur Uw kapsel doet. Wellicht heeft U dit jaar tijd daar alsnog een antwoord op te geven? Ook een burger heeft er immers recht op vakkundig getrimd te worden?

Maar dat terzijde. Ik buig met diep respect. U heeft al het nodige meegemaakt en ondanks de stijgende leeftijd, weet U met vaste stem op excellente wijze de dode letters tot leven te wekken. Een vertolking waar Frits Westers nog een voorbeeld aan kan nemen.

De prestatie is des te bijzonder, omdat het stuk zelf aan alle kanten rammelt. Het is dat U het zo ferm stelde, maar anders was ik, na miljarden uitgeven hier en miljarden bezuinigen daar, de rode draad al kwijt geweest lang voor U ons wijsheid toewenste en beloofde voor God's zegen te bidden.
Gelukkig hield U iedereen net op tijd bij de les met de niet mis te verstane aanmaning: “Indien dit niet gebeurt, zal de regering haar eigen verantwoordelijkheid nemen“.

Oei, oei, oei! Wij zijn gewaarschuwd! U sprak weliswaar van de loonontwikkeling, maar uit de context hadden wij al begrepen dat er van enige ontwikkeling voorlopig geen sprake meer is. Mochten wij, hebzuchtige graaiers, de boodschap niet ter harte nemen dan zal de regering dus haar eigen verantwoordelijkheid uitoefenen.

Het verbaast mij dat in deze uitvoering, die zinsnede niet na elke paragraaf tot het welluidende refrein is verheven. Ik verwachtte het ook na het “De regering heeft gebreken in de financiële sector binnen en buiten Nederland benoemd en vertaald naar voorstellen voor striktere normering en beter toezicht. Bindende afspraken worden gemaakt over begrenzing van te hoge beloningen en bonussen“.
Ook hier had het ferme “Indien dit niet gebeurt, zal de regering haar eigen verantwoordelijkheid nemen” goed gepast.

Nu ben ik niet zo belezen en zeker geen goed verstaander, maar begrijp ik het goed dat deze troonrede samengevat kan worden met: Het komend jaar doen wij nog niets, maar daarna gaan we “een uitzonderlijke, maar geenszins onmogelijke” ambitie waarmaken?
Mocht dat juist geïnterpreteerd zijn, dan kan ik vanavond weer met een kalm gemoed de nachtrust genieten. In de kern van de zaak is die boodschap immers niet wezenlijk anders, dan de regering verkondigt sinds haar eerste regeringsverklaring.

Majesteit, hulde voor Uw sublieme declamatie. Mag ik ook U, na deze enerverende prestatie, een goede nachtrust toewensen?

Mening is sneller dan bewustzijn

Mening is sneller dan bewustzijn

Wie vreselijk zijn best doet niet al te snel klaar te staan met een oordeel, wordt gefopt door zijn hersens. Of door zijn vooroordelen?

Dat laatste lijkt het geval. Levens beschouwelijke en politieke overtuigingen kleuren de mening van mensen ruim voordat ze een bewust antwoord klaar hebben op een opinievraag. Hersenmetingen wezen dat uit, bij een onderzoek uitgevoerd door het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht (zie dit persbericht).

Twee groepen mannen moesten allerlei meningsvragen beantwoorden. De ene groep bestond uit strenggelovigen van het SGP-type. De andere groep had veel vrijere, minder rigide opvattingen. Bij een vraag als “ik vind euthanasie aanvaardbaar….” gaven de hersens van de SGP-groep al binnen 200 tot 250 milliseconden een signaal af, dat duidde op afkeuring. Het zelfde gebeurde bij de andere groep als een vraag begon met “ik vind euthanasie niet aanvaardbaar…” De hersenrespons werd getriggerd door het woord euthanasie.

Het volledige onderzoek is hier te lezen (engelstalig – pfd!)

De onderzoekers concluderen dat in onze hersens er een razendsnelle interactie plaatsvindt tussen de delen die actief zijn bij taal en de delen die verantwoordelijk zijn voor onze meningsvorming. Blijkbaar in die zin, dat reeds bestaande meningen de wijze waarop we iets lezen snel beïnvloeden. Je zou dus ook kunnen concluderen dat objectief lezen zo goed als onmogelijk is.

Misschien kun je met een cursus snellezen je hersens om de tuin leiden? Op de website van de Universiteit Twente lezen we dat een gemiddelde lezer zo'n 250 woorden per minuut verslindt. We zouden echter met gemak 1000 tot 1400 woorden per minuut kunnen verwerken.
Maar ja, wie weet reageert ons opinie deel daar dan ook even vlot op en maakt het niet uit of je nou snel of langzaam leest.

Het roept twee vragen op. Is objectiviteit onmogelijk? Of zijn er ook delen in de hersens die verantwoordelijk zijn voor objectiviteit en kun je dat dan misschien ook trainen?

Het is misschien onmogelijk of er moet een pilletje te ontwikkelen zijn die de neurontransmissie tussen het lezend deel en het oordelend deel der hersenen lam legt. Lijkt me niet de oplossing, want het risico bestaat dat er meer stil wordt gelegd dan nodig en voor je het weet reageer je als een zombie.

Het enige dat rest, is bewust zijn van de ontdekkingen die hierboven zijn genoemd. Weten dat je oordelen maar al te vaak als vooroordelen werken. De reactie valt niet te voorkomen. Wel kun je besluiten een vraag nog eens opnieuw te bekijken, in het besef dat je deze tweede keer je vooroordeel zou kunnen negeren.