Naar de ark van Thorbecke?

Naar de ark van Thorbecke Wie mist u hier links? De beste stuurlui, natuurlijk. Staan aan wal wat te roepen. De roergangers van het schip van staat willen die stuurlui binnenboord te halen. Het schip van staat moet daarom op de helling en verbouwd worden tot de ark van Thorbecke. De burger mag aan boord.

Dat idee wordt gewekt, als je de vele berichten leest over bestuurlijke vernieuwing (lees ook mijn
gastlog op GeenCommentaar, zelfde onderwerp, andere invalshoek). De politiek moet dichter bij de burger en andersom. En de burger zou meer invloed moeten hebben.
De motivatie om aan het bestuurlijk stelsel te gaan sleutelen, ligt in de angst voor opkomend populisme sinds Fortuyn. Vreemd, want democratie betekent van oorsprong een staat gestuurd door het volk. Nu de vox populi zich roert zou je dus denken dat de democratie op haar best functioneert.

Toch is er onder gevestigde politici en bestuurders behoefte dat met regels en wetten te organiseren, De stem des volks is gehoord, nu nog een nieuw reglement van orde. Daarbij valt veelvuldig de naam van Thorbecke, de liberale staatsman die geldt als de architect van onze grondwet en parlementaire democratie, ook wel het Huis van Thorbecke genoemd.
Vanuit de gedachte dat het volk dichterbij dat huis moet staan, soms zelfs toegang tot dat huis moet hebben, willen sommige politici overgaan tot renovatie van het Huis van Thorbecke. Nogmaals: wie daarover meer wil weten, bekijkt de links in mijn gastlog, onder het pseudoniem P.J, Cokema, op GeenCommentaar.

Ik beperk me hier tot wat de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan over democratie en bestuur. Dat heb ik samengevat in
deze excelsheet. Hier is te zien om welke voorstellen het gaat en op welke punten partijen het met elkaar eens of oneens zijn. Links naar de verkiezingsprogramma’s staan in dat exceldocument.
De voorstellen heb ik verdeel in de categorieën democratie en bestuur. In elke categorie zijn ze gerangschikt naar het aantal zetels dat de partijen volgens de laatste peilingen zouden halen. Een voorstel dat veel zetels scoort, zou dus best eens werkelijkheid kunnen worden na 9 juni.

De vraag is echter: zal de kiezer, de burger, warm lopen voor deze voorstellen? Of anders gezegd: wil het ‘populus’, wel meer democratie en wat zal het vinden van de voorgestelde bestuurlijke veranderingen?

Met betrekking tot meer democratie: Er zou na 9 juni een Kamermeerderheid te vinden zijn
voor referenda. Leuk, maar de recente geschiedenis laat zien dat het volk daar niet warm voor loopt. Niet dat we er veel ervaring mee hebben. Er is één referendum over de Europese grondwet geweest. Daarbij was er een opkomst van 63,3%, net iets lager dan de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen (gemiddeld 64%) en stukken lager dan de gemiddelde opkomst bij de landelijke verkiezingen (81%).
Daarnaast zijn er een aantal burgemeestersreferenda gehouden. De respons daarop was nog bedroevender en in 2008 werd besloten dit soort referenda maar af te schaffen.

Het is heel aardig van de zittende politici dat ze de kiezers via referenda vaker naar de stembus willen sturen. Het lijkt er echter op dat het volk daar niet zoveel zin in heeft.
Ligt dat aan de soort en inhoud van de tot nu toe gehouden referenda? Zou het anders liggen als er bijvoorbeeld een referendum wordt gehouden waar voor of tegen de bouw van kerncentrales kan worden gestemd? Of, dichter bij de portemonnee van de kiezer, referenda over ingrijpende wijzigingen in het belastingstelsel.

Met betrekking tot bestuur: De meeste voorstellen gaan over een kleinere overheid. Zo hoopt men natuurlijk tegemoet te komen aan het geklaag over een logge, in efficiënte en peperdure overheid. Minder ambtenaren bijvoorbeeld. De kiezer zal misschien geneigd zijn daarin mee te gaan, hopend op een belastingvoordeeltje. Tot men er achter komt dat allerlei diensten minder toegankelijk worden, omdat diverse loketten minder vaak geopend zijn en procedures langer duren dan we nu zijn gewend.
Het voorstel wat na 9 juni op een fikse Kamermeerderheid kan rekenen is het verminderen van het aantal ministeries. Direkt daaruit volgt de overheid het ook wel met minder ministers, staatssecretarissen en ambtenaren kan doen. Ook dat zal de kiezer wellicht aantrekkelijk overkomen.

Samengevat: aan een kleinere overheid zal met de instemming van de kiezer gewerkt kunnen worden. Maar of de kiezer ook bereid is een actievere democraat te worden?
Ik denk dat de meerderheid der kiezers het wel best vinden om voor de gemeenteraad en de Tweede Kamer naar de stembus te gaan, maar dat verdere participatie alleen door een handjevol enthousiastelingen wordt geambieerd. De kiezer consumeert de democratie alsof het een supermarkt is. Wat er aan produkten in de schappen ligt, heeft de consument nauwelijks een binding mee. Ze worden door anderen gemaakt en de directie van de supermarkt beslist wat er wel of niet te koop is.Is de consument er niet tevreden mee, dan loopt hij naar een andere winkel, in plaats van een actieve stem op te eisen in de leiding.

Dat is jammer, maar verklaarbaar. Het tanende enthousiasme voor deelname aan ondernemingsraden mag als exemplarisch voorbeeld gelden. Wel mee mogen praten over vooral randvoorwaardelijke zaken, maar geen beslissende stem hebben. De invloed is uiterst beperkt. En ja, dan trekt de burger zich dus terug en roept hooguit nog wat als het aan de wal staat.
Voor een meer actieve, democratisch participerende burger zullen er dus veel verdergaande voorstellen moeten komen, waarbij de vox populi niet slechts een adviseur zonder enige status is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *