Burn baby, burn

BurnbabyInspirerend zijn de bevlogen managers, die elke dag enthousiast de werkvloer op rennen om het personeel aan te moedigen.  “Jongens (waarmee de manager niet alleen de ouderen maar ook de meisjes bedoelt), we gaan vandaag weer vlammen!.” Het liedje “Burn baby, burn” schiet niet alleen de manager door het hoofd.

Is human resource management nog steeds het leidende managementprincipe? Dan moet dat nodig eens geëvalueerd worden. Ik ben bang dat het van evaluaties erg weinig komt en van het evalueren van de managersstijlen en principes nog minder.
In mijn bedrijf betekent human resource letterlijk menselijk bron en die bron wordt niet duurzaam gebruikt, maar behoorlijk uitgeput. Ik ben nieuwsgierig of dat bij andere bedrijven en organisaties ook zo is en  zo ja, wat dan de oorzaken van een uitputtend beleid zijn.

Aanleiding voor die vraag zijn twee berichten waar burn-outklachten worden genoemd. Twee berichten met verschillende cijfers qua aantallen, maar met overeenkomsten qua oorzaken. De oorzaak die ik vermoed staat er echter niet bij.
Het CBS meldt dat in 2010 twee procent meer werknemers een burn-out hadden dan in 2007. Het staat in een rapport van TNO, die jaarlijks de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NAE)  publiceert.

Ook het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) houdt zo’n onderzoek en constateert 79 procent burn-outs tegenover 82 procent in 2007. Een daling dus. Zie hier de verschillen tussen de twee onderzoeken. Raak niet gestresst van het hoge getal bij de NCvB. Dat getal vertegenwoordigt het aantal burn-outgevallen op alle psychische klachten.

Burnouts

Het TNO/NAE-onderzoek (pdf)  is gebaseerd op ruim 23 duizend ontvangen vragenlijsten. Het NCvB-onderzoek (ook pdf) is gebaseerd op 6367 meldingen van beroepsziekten, afkomstig van bedrijfsartsen en arbodiensten.

Het ligt voor de hand dat een burn-out te maken heeft met het niet bestand zijn tegen grote druk. Er zal altijd discussie zijn over de oorzaak van een lage stressbestendigheid. Niet iedereen krijgt, onder dezelfde omstandigheden, een burn-out.
Waar ik nu benieuwd naar ben, is of de crisis een rol speelt een de toename die TNO constateert. Het NCvB meende vorig jaar wel een verband te zien. Sinds het begin van de crisis zou het aantal burn-outs met de helft zijn toegenomen.

Op mijn werk is er (nog?) geen sprake van burn-outs. Ook al doen we ondertussen meer werk met minder mensen, tengevolge van de bezuinigingsmaatregelen, die weer op de crisis zijn terug te voeren. Ik kan me voorstellen dat bij andere organisaties en bedrijven de crisis ook tot hogere werkdruk leidt.

Het TNO/NAE-onderzoek laat zien dat 35,9 procent van de respondenten in 2010 te maken heeft gehad met reorganisaties, fusies, of andere veranderingen in het werk. Overwerk kwam bij 26,6% structureel voor en bij 46,6% incidenteel. Slechts 26,8% had niet met overwerk te maken.
Ook andere werkdrukfactoren zijn opmerkelijk. Door 38,7% wordt regelmatig in hoog tempo gewerkt, tegenover 48,7% soms en 12,6% nooit. Onder hoge tijdsdruk werken komt bij 31,7% regelmatig voor, bij 47,9% soms en bij 20,5% niet.

In beide onderzoeken wordt verder niet ingegaan op de directe oorzaken voor burn-outs en werkdrukfactoren. We weten dus niet of we zoveel zwakke werknemers hebben, of dat de aard van het werk de reden is, of dat de crisis hier een rol speelt.
Het wordt tijd dat eens te onderzoeken. Want ik wil best vlammen, maar niet gedwongen door een crisis waar ik  geen schuld aan heb.

De lezersvraag: is de werkdruk op jouw werk toegenomen door de crisis? En zijn gevallen van burn-out ook toegenomen en aan de ‘crisiswerkdruk’ gerelateerd?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *