Tag archieven: banken

ABN AMRO loterij

ABNAMRO reclame4Column ingestuurd door Elly Glerum.

“Maak kans op één van de 20 tankpassen om een jaar lang GRATIS te tanken. Sluit nu een autoverzekering af”. Dat is de tekst van het ‘reclamebordje’ dat aan een revers van haar ABN AMRO kostuum bungelt.

“Volg ons op Facebook”, luidt de aanmoediging in het wolkje uit de mond van het kartonnen model dat bij de deur opgesteld staat.  Wat is in godsnaam nog de corebussines van de bank? Sparen? Beleggen zoals op de vrolijk gedecoreerde koffiekopjes staat?

We zitten gedrieën, mijn zus, mijn broer en ik, tegenover de bankemployé om de zaken van onze overleden moeder te bespreken.
Lees verder

Veilig inloggen.

Inlog De Tweede Kamer is het beu nog langer te wachten tot alle bankiers de codes voor goed gedrag naleven. Ter discussie staan nog steeds de bonussen en klantonvriendelijkheid. Bijvoorbeeld de ongemakken die een klant moet overwinnen om van de ene naar de andere bank over te stappen. De parlementariërs onderwierpen bankiers aan een waar kruisverhoor.

Waarom merken klanten nog zo weinig van eventuele veranderingen en waarom beoordelen de banken hun eigen naleving van de gedragscode met een mager zesje?, was een van de vragen die volgens
De Volkskrant de bitse toon van het verhoor zette. Dat bonussen nog niet tot geschiedenis worden verklaard en klanten alleen zeer problematisch van bank kunnen wisselen, zijn zaken waar je inderdaad kan ongeduldig van kan worden. Een even storend detail heb ik niet voorbij zien komen: veilig internetbankieren.

In oktober beschreef ik de merkwaardige
opvatting van de banken, dat de klant zelf verantwoordelijk is voor veilig internetbankieren, terwijl men de klanten steeds meer dwingt de virtualiteit op te zoeken. Banken zeggen aan oplossingen te werken, maar diverse praktijkgevallen bewijzen de onveilige handelswijzen van de banken zelf. Tja, dan moet de klant natuurlijk wel zelf verantwoordelijk worden. Het meest veilig is nog steeds niet via internet je geldzaken te beheren.

Op
Webwereld lezen we gelukkig een mooie en eenvoudige oplossing voor een deel van de problemen. Het veilige wachtwoord. Overheden en banken adviseren gebruikers sterke wachtwoorden te gebruiken, die niet zo makkelijk te kraken zijn. Zo raadt de ING aan kleine letters en hoofdletters door elkaar te gebruiken. Een veel gehoorde tip. Maar Webwereld kwam erachter dat het bij het inloggen op ING niet altijd werkt. Ook al heb je zo’n wachtwoord, als je het toch in alleen kleine letters intikt, kom je ook binnen.

In het artikel op Webwereld zegt een beveiligingsexpert, dat je eigenlijk heel andere wachtwoorden moet gebruiken. Niet de 8 kleine en grote letters, maar lange zinnen. Hij stelt dat “liesjeleerdelotjelopenlangsdelangelindelaan” veel veiliger is dan een hoofdlettergevoelig wachtwoord als “5%7*&())xY”. Het mooie daarvan is ook dat je zoiets makkelijker onthoudt, dan ingewikkelder samengestelde codes.
De beveiligingsexpert zegt dat hoe langer een wachtwoord is, hoe veiliger die is. Een code van 8 symbolen is in hooguit een paar maanden gekraakt. Een wachtwoord van lange zinnen kost een kraker 500 tot 1000 jaar. Hij zegt zelf zulke zinnetjes te gebruiken.

Ik en dan welk benieuwd op welke sites hij die gebruikt, want mij overkomt het regelmatig dat een wachtwoord van 12 tekens al niet wordt geaccepteerd. Maar het idee is prachtig. Dus als je als klant je verantwoordelijkheid neemt, sla je voortaan aan het ouwehoeren in je inlogscherm.

Een week lang gratis betalen.

Gratis pinnen Pinnen is betalen. Deze week mag je gratis pinnen. Maar als je met echte euro’s betaalt, worden er toch ook geen extra kosten in rekening gebracht? Dat klopt, maar bij pinnen lag dat tot nu toe anders.

Het zijn vooral de banken, aangevoerd door de DNB (De Nederlandse Bank), die liever geen cash geld meer over straat zien rollen. De winkeliers zien daar ook wel wat voordelen in (veiliger geldtransport), maar zijn niet helemaal overtuigd van de financiële voordelen van pinnen. Een campagne gericht op zowel de consumenten als de winkeliers, promoot nu het pinnen, met de aantrekkelijke slogan dat het deze week gratis zal zijn.

Gratis
voor de winkeliers. Wat ze met de uitgespaarde kosten doen, mogen ze zelf weten. Aan een goed doel schenken, aan de klant terugbetalen of in eigen zak steken. Een actie om de laatste bordjes uit de winkels te krijgen, waarop je kan lezen dat er voor pinnen nog een klein bedrag in rekening wordt gebracht?
De consumenten worden gemobiliseerd door een van het pinnen een loterij te maken en een prijs van 250 euro in het vooruitzicht te stellen.

Dat is nog eens een geinige manier om de marktwerking een handje te helpen. Onze markt is immers gebaseerd op het vraag- en aanbodprincipe. Als ergens veel vraag naar is, dan komt het op de markt. Hoe groter de vraag, hoe goedkoper het produkt. Maak het pinnen dus gratis, nee sterker nog, pinnen kan 250 euro opleveren, en de consument gaat massaal pinnen en de winkeliers gaan overstag.
Waarom hebben winkeliers er eigenlijk wat problemen mee?

Heel simpel. Ook dat betaalverkeer kost ze geld. De machines moeten ze zelf betalen en voor de transacties brengen de banken kosten in rekening. Met olijke websites laten de banken zien dat de kosten voor pinnen aanzienlijk lager zijn dan voor cash geld. De DNB heeft een onderzoek laten naar de kosten voor gewoon betalen en pinbetalingen. Daaruit zou blijken dat een supermarkt wel 10 procent op de kosten kan besparen met pinbetalingen. Een tankstationhouder kan zelfs 28 procent besparen.

En toch aarzelen de ondernemers. Logisch. Want het blijven kosten. Pinnen is
helemaal niet gratis voor de bakker en de bloemist. Ze zijn zelfs bang dat de kosten weer omhoog gaan, omdat ze worden gedwongen naar het nieuwe pinnen over te schakelen. Het nieuwe pinnen moet skim-fraude tegengaan. Geen pasjes meer met een magneetstrip, maar met een chip. De door de banken beloofde veiligheid bleek al snel een illusie.

De ondernemers vrezen hogere kosten, omdat hun apparatuur en software vervangen moet worden. Banken zeggen dat ze niet moeten zeuren, want de ondernemers kunnen voordelige pakketten bestellen. Verder hebben ze de ondernemers beloofd de transactiekosten voor vijf jaar te bevriezen. En daarna? Geen garanties. In andere Europese landen zijn de transactiekosten wel flink gestegen, na introductie van het nieuwe pinnen.

Gratis betalen bestaat niet. Cash geld kost een kapitaal aan transport, beveiliging, onderhoud van flappentappen en is arbeidsintensief. Pinnen is een stuk goedkoper. Onder andere omdat banken maar slecht bereid blijken de veiligheid van elektronisch betalen helemaal dicht te timmeren. Maar waarom delen de banken hun voordeel niet met de ondernemers? Misschien dat ze dan gemotiveerder raken voor het pinnen.
Overigens ben ik van mening dat verplichte keuzes gratis moeten zijn. Dus ook als ondernemers tot pinnen worden gedwongen.

Wie is er verantwoordelijk achter de schermen?

Beeldschermen Achter de schermen is het niet pluis. De doorsnee internetter verschaft zich met een muisklik toegang tot een wereldwijd netwerk, maar tast dan wel in de digitale duisternis. Gaat er achter de schermen wat mis, dan is de gebruiker daar zelf schuldig aan.
Dat mag je concluderen uit het antwoord dat ICT-jurist Arnoud Engelfriet geeft, op een vraag van een lezer op Security.nl.

De vraag was: mag een bank je verplichten de beveiliging van je computer op orde te hebben?
De vraagsteller wilde internetbankieren en werd geconfronteerd met de kleine lettertjes, waarmee de bank de verantwoordelijkheid voor de beveiliging geheel bij de klant legt. Kan dat? Mag dat?

Arnoud Engelfriet bevestigt dat steeds meer banken eisen dat de klant zelf er voor zorgt veilig te kunnen internetbankieren. Dat blijkt gebaseerd te zijn op twee artikelen uit het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 7.529 stelt dat een klant, bij verlies van een betaalinstrument aansprakelijk is tot slechts 150 euro, behalve als de klant nalatigheid valt te verwijten. Artikel 7.524 stelt dat als de klant zijn betaalinstrument kwijt is en vermoedt dat andere ermee aan de haal zijn gegaan, hij onmiddellijk de bank moet inlichten. Dan is hij niet meer aansprakelijk voor de betalingen die met het verloren betaalinstrument worden gedaan.
Een betaalinstrument is bijvoorbeeld je pinpas, maar ook een lijst met TAN-codes.

Vervolgens stelt Arnoud Engelfriet dat de beveiligingseisen die banken de klant opleggen rechtsgeldig zijn, als die eisen redelijk te noemen zijn. Hij vindt de eis een recent virusprogramma te hebben, zo’n redelijke eis.
Dat lijkt mij ook. Het impliceert wel dat de klant ook wordt verplicht het nieuws een beetje te volgen. Fraude met internetbankieren is fors toegenomen, zoemde het gisteren in het nieuws. Het kost de banken ruim vier miljoen euro. Een schadepost die overigens een stuk kleiner is dan de fraude met bankpassen en betaalautomaten. Dat kost de banken 36 miljoen euro.

Zo zijn er dus minimaal twee verplichtingen waar je aan moet voldoen om te kunnen internetbankieren. Een recente pc-bescherming en het volgen van informatie via het nieuws, voorlichtingscampagnes en de informatieve mails van je bank. Een klein beetje moeite, voor een groot gemak.

Het lijkt allemaal heel logisch. Toch valt er heel wat op af te dingen, maar kom daar maar eens om bij een bank.
De banken zien niet graag dat je je geld onder je matras bewaard. En ook niet dat je je bankzaken op de ouderwetse, papieren wijze regelt. Je kan er altijd nog voor kiezen, maar dan wordt je betaalverkeer wel duurder. Er is dus een mate van dwang de consument aan het internetbankieren te krijgen. Prima, maar mag daar dan ook een goede service tegenover staan? Bijvoorbeeld een uitstekende beveiliging door de bank zelf? Daar mankeert nog veel aan, zoals in KRO’s Reporter was te zien.

Maar dan nog. Hoe redelijk de eis ook lijkt, die de bank aan klanten oplegt (cliënt dient zelf zorg te dragen voor de aanschaf van een anti-virusprogramma en personal firewalls), ongelukken voorkom je er niet mee.
Wie het nieuws een beetje volgt (de impliciete eis van de banken), weet ook dat de beveiligingssoftware eerst achter het net vist, voor lekken zijn gedicht en er op nieuwe trucjes van cybercriminelen een afdoend antwoord komt. Daar kun je een doorsnee klant toch niet verantwoordelijk voor houden?

Postcode als probleemoplosser

Postcode als probleemoplosser Vul je postcode in en win een hypotheek, of een plek op een basisschool, of een operatie. Met je postcode kun je net zoveel winnen als verliezen. Dat de postcode een selectiemiddel is bij een loterij, daar kunnen de meeste mensen wel mee leven. Is de postcode echter een van de middelen waarmee ziekenhuizen opereren, dan kunnen mensen eraan doodgaan.

In januari kwam het
Academisch Ziekenhuis in Maastricht in het nieuws met een selectief postcodebeleid voor hooggespecialiseerde hulp. Alleen mensen in de nabije omgeving van het ziekenhuis zouden toegelaten worden voor hulp. Het NRC publiceerde zelfs een lijst (pdf!) met de kwaaltjes waar het om ging en daar staan toch dingen bij die dodelijk kunnen zijn.
Nu worden Amsterdamse ziekenhuizen geïnspecteerd, omdat ook zij patiënten selecteren op postcodes.

De postcode als probleemoplosser. Want een van de argumenten bij de ziekenhuizen is dat door gebrek aan personeel en bezuinigingen (gevolg van het kabinetsbeleid), men wel selectief moet zijn.
Veel eerder dachten banken en verzekeraars dat ook al. Met de crisis in de kleren wilden de financiers riskante hypotheekverstrekkingen en verzekeringen voorkomen. De postcode was hun hulpmiddeltje en hoorde die code bij een probleemwijk, dan kon je het wel schudden.

Gemeenten hanteren de postcode om de diversiteit in hun basisscholen te vergroten. Tot frustratie van ouders die de vrijheid willen behouden hun kind in een verdergelegen postcodegebied op school te sturen. Aboutaleb, via het staatssecretarisschap, nu burgemeester van Rotterdam, werd er ooit als wethouder van onderwijs in Amsterdam om bekritiseerd.
De gemeente Deventer vindt het een succesformule om tot minder “zwarte scholen” te komen.

Onderwijs, financiën en zorg. Drie sectoren die een postcodeloterij zijn geworden. Waarmee betrokken instellingen hun problemen hopen te overwinnen. De verliezers zijn de postcodehouders.
Dat kan natuurlijk anders. Als burgers dan toch geselecteerd moeten worden op basis van hun postcode, laat ze dan ook wat mee winnen. Gratis schoolboeken, een lagere rente of een gratis operatie.

Meer kansen met je postcode? Staatsteun. Mensen die hun huis moeilijk verkocht krijgen (crisisprobleempje) zouden hun postcode naar het ministerie van VROM op kunnen sturen. Elk kwartaal wordt er een postcode getrokken. De prijs: de bijbehorende woning wordt opgekocht door de overheid.
Lastenvermindering. Elk half jaar trekt het ministerie van Financiën een postcode. De bijbehorende gemeente is de klos. De lokale belastingen moeten een jaartje omlaag.
Stimuleringpremies voor spreidingbeleid. Vul de postcode van een krimpgemeente van jouw keuze in. Stuur het op naar het ministerie van VROM. De winnaars krijgen verhuiskosten vergoed, de oude woning wordt opgekocht en het Rijk regelt werk in je nieuwe omgeving.

Iemand nog meer ideeën voor de postcode als probleemoplosser?

Moresprudentie

MoresprudentieCodes zijn slechts inkt op papier”, stelde bestuursvoorzitter van de Rabobank op het Sustainability Congres in Den Haag, afgelopen donderdag.
De beste voornemens staan wel eens haaks op wat in de praktijk haalbaar is. De Rabobank wil graag een wezenlijke bijdrage leveren aan een duurzame wereld, maar hoe doe je dat, als er ook zaken gedaan moeten worden in China of Brazilië?

De Rabobank gaat dan te rade bij de eigen Commissie Ethiek. De bank, voortgekomen uit wat ooit banken met slecht lokaal belang waren (de coöperatieve Raiffeisen-bank en Boerenleenbank), doet nu wereldwijd zaken. Volgens de bestuursvoorzitter krijgt de bank dan ook te maken met controversiële zaken op het gebied van dierenwelzijn, ontbossing, genetische modificatie, mensenrechten en de wapenindustrie.

De ethische commissie van de Rabobank kan dan adviseren hoe te handelen. Noem dat “moresprudentie’. “Door bekendheid te geven aan deze moresprudentie wordt geprobeerd bij te dragen aan het ethisch handelen in de Rabobank-organisatie”,
aldus de voorzitter.

Zou elke bank, of elk bedrijf dat in het buitenland opereert een ethische commissie moeten hebben, om de moresprudentie vast te stellen?
Nee, zou het antwoord kunnen zijn. Overbodig, want wat goed of slecht is zou iedereen als vanzelfsprekend dienen te weten. Maar de eigen mores kan wel eens hemelsbreed verschillen met die van andere, verre landen. De tijd is lang voorbij dat we met elk handelsschip ook een legertje missionarissen meestuurden, om ook de eigen moraal op te leggen.

Bovendien zijn er conflicten binnen die eigen mores. China wel willen helpen bij de opbouw van de economie, in de verwachting dat de welvaart voor de gewone Chinees zal toenemen, is nobel. Maar wat, als dat betekent dat je er ook de wereldwijde milieuvervuiling een handje mee helpt?
Een lening verstrekken om soja te verbouwen, in de wetenschap dat daar hele bossen voor gekapt moeten worden?

Ja, zou het antwoord kunnen zijn, een ethische commissie is hard nodig. Het zal voor de Rabobank geen prettige reclame zijn, dat alleen de Triodusbank en de ASN-bank het zoveel beter doen in de controversiële thema’s. Althans, volgens de
eerlijke bankwijzer, die Oxfam Novib, Amnesty International, Milieudefensie en FNV Mondiaal hebben gelanceerd.
De Rabobank scoort voldoende op slechts 4 van de 8 thema’s als klimaat, mensenrechten of de wapenindustrie. En blijkt weinig goeds bij te dragen in sectoren als de landbouw, bossen, of visserij.

Maar of de zelf opgelegde moresprudentie er toe zal leiden bepaalde activiteiten alleen te financieren door wel de eigen mores op te leggen? Of beter nog: helemaal geen activiteiten ontwikkelen op gebieden waar het niet pluis is?
Wanneer zullen codes niet langer “inkt op papier” zijn, maar even geldig als de af te sluiten contracten?

Kopers versus verkopers.

Kopers versus verkopers Er moet een nieuwe politieke partij komen. De PvdC (Politieke partij voor de Consument) moet de strijd aanbinden met “te hebzuchtige geldbedrijven, waken over de integriteit van politici, en zorgen dat de markt er is voor de consument, in plaats van andersom”. Dat stelt Erica Verdegaal in nrc.next.

Blijkbaar heeft ze weinig vertrouwen in de zittende partijen, die toch flink over de rooie zijn en vinden dat de zelfregulering in de financiële sector nog veel te weinig voorstelt.
Dat zal menig consument ook denken, aldus Erica Verdegaal. Diezelfde consument zal ook weinig vertrouwen in de huidige politieke partijen hebben, omdat nogal wat partijcoryfeeën nauwe banden onderhouden met de geld- en vastgoedwereld.

In het artikel wordt een bestuurder van toezichthouder AFM (Autoriteit Financiële Markten) geciteerd, die vindt dat geldbedrijven de consument
knollen voor citroenen blijven verkopen. De toezichthouder wil meer bevoegdheden om de sjacheraars aan te pakken.

Moet de consument maar voor zichzelf opkomen en een politieke partij oprichten? Het lijkt me een ingewikkelde omweg, om veranderingen tot stand te brengen.
De consument is wel een belangrijk radertje in de economie. Eén oproep om spaargeld van een bank te halen, bleek voldoende om een bank om zeep te helpen. En heeft de consument het idee knollen voor citroenen aangesmeerd te krijgen, dan is kan de koper dus besluiten die handel gewoon niet aan te schaffen.

De hebzucht van de verkopers kan aan banden worden gelegd als de kopers hun hebzucht een paar dagen stilleggen. Iets wat in de gangbare markteconomie wel plaatsvindt. Als het consumentenvertrouwen daalt, kan zich dat manifesteren in het uitstellen van dure aankopen. Met vervelende gevolgen voor verkopers van luxe artikelen.

De consument heeft geen politieke partij nodig om voor kopersbelangen op te komen. Als één oproep spaargeld weg te halen genoeg is om één bank minder te hebben, die knollen voor citroenen verkoopt, dan kan één keer massaal verzekeringen opzeggen ook die wildgroeihandel onderuit schoffelen.

Natuurlijk zal van diverse kanten worden geroepen, dat het niet verstandig is, want desastreus voor de economie. Maar het uitblijven van adequate maatregelen is dat ook. Zoveel heeft de kredietcrisis ons wel geleerd. Dus één keer flink op de strepen staan, moet toch afdoende zijn om politieke partijen, toezichthouders en de trage bedrijven tot de orde te roepen?

Zo zal het niet gaan. Gisteren ging de consument immers massaal achter Sinterklaas aan?

Kunst graaien?

Kunst graaien? ABN Amro haalt de DSB leeg. Niet de kluis, maar het museum. De keiharde realiteit van beslaglegging.
De 1600 magisch realistische werken verhuizen naar onbekend adres. Minister Plasterk wil de verzameling redden, maar heeft nog geen concrete stappen ondernomen.

De ABN Amro
heeft ervaring met het wegslepen van kunst. In 2007 verkocht de bank haar eigen collectie voor één euro aan een in de haast opgerichte stichting, om de 16.000 werken uit handen van het Fortis-consortium te houden. Heeft de bank nu aanleiding gezien die collectie uit te breiden tot ruim 17.000 stuks?

De ING is de grootste kunstverzamelaar, met 25.000 stuks. ABN Amro volgt op de 2e plaats en dan bezet Fortis op afstand de 3e plaats (8500 kunstwerken) Verder zijn Van Lanschot, Aegon, de DNB, Rabobank, BNG en SNS Reaal eigenlijk de kleine spaarders (zie deze excelsheet voor een overzicht)
.

De banken beheren in totaal zo’n 58.800 kunstwerken. Ter vergelijk: Het
Instituut Collectie Nederland, een onderdeel van het Ministerie van OCW, beheert ongeveer 100.000 kunstobjecten. Die worden gedeeltelijk in musea tentoon gesteld. Verder kun je de kunst aantreffen in openbare gebouwen. De ambassades in het buitenland showen ook een deel en al wat niet wordt geëxposeerd rust in de depots van het instituut.

De banken hebben hun kunst natuurlijk in hun eigen gebouwen geëtaleerd, maar een deel is ook in musea te zien.
Waar gaan we de magische realistische kunst zien, die Dirk Scheringa heeft verzameld? Dat moeten we afwachten. Minister Plasterk hoopt op dat kunstliefhebbers in actie komen om de collectie onder te brengen in het nieuwe Scheringa-museum, dat dan wel eerst moet worden afgebouwd.
De minister zei daar zelf een rol bij te willen spelen. Maar hoed dan? De collectie opkopen? Dat zou misschien gezien worden als staatsteun aan de gevallen Scheringa.

Welke magische truc moet Plasterk verzinnen om de collectie te redden voor de museumbezoekers?

De scheiding van geld en geloof

De scheiding van geld en geloof

Het is gedaan met de banken. Floris Deckers, die bij Van Lanschot Bankiers het bestuur voorzit, legt in De Volkskrant uit, dat de kredietcrisis in ieder geval leert dat de banken in hun huidige vorm vergane glorie zijn. Het is leuk geweest, maar nu de bankiers het deksel op de neus hebben gekregen, stelt Deckers voor de scheiding van geld en geld door te voeren.

De bank, oorspronkelijk een veilige bewaarplaats voor je goud, is een supermarkt geworden, met financiële producten op de schappen. Het verschil met de echte supermarkt is: als één van die producten rotte plekken begint te vertonen, kan dat de andere producten aantasten.

Wat zegt U? Dat kan in de echte supermarkt ook? Jawel, maar een rottende appel tast hooguit het hele groente- en fruitvak aan. Het zuivel en brood blijft meestal ongedeerd.
Dat is, zo weten we inmiddels, bij banken wel anders. Het schap met hypothecaire producten in de Amerikaanse superbanken begint kuren te vertonen en binnen een half jaar heeft heel de wereld er last van.

Floris Deckers meent een oplossing voor de toekomst te zien. Het begint met een herdefiniëring van wat een bank is. “Een bank is geen normaal bedrijf”, zegt hij in De Volkskrant. “Want een bank heeft (…) ook een publiek belang, een maatschappelijke netwerkfunctie”.

Deckers stelt voor het spaar- en leningen gedeelte te scheiden van de overige producten. En dan niet door binnen één bank twee streng gescheiden afdelingen voor de verschillende activiteiten te hebben. Nee, zegt Deckers, één bank voor sparen en lenen, waar winst minder belangrijk is dan het goed bewaren en beheren van ieders spaarcentjes. En een heel andere bank, een investeringsbedrijf, waar wel grote risico's genomen moeten worden. Kortom: de scheiding van geld en ander geld.

Goed idee. Enerzijds banken, die de oorspronkelijke rol als betrouwbare beheerder van je goud op zich neemt en anderzijds instellingen waar speculatieve gokkers hun gang kunnen gaan.
Maar die scheiding is er toch al? Stelde Wouter Bos niet, dat je een echte economie had, waar echt geld rondging om de dagelijkse kost te verdienen? En een onechte economie, van beurzen, aandelenhandel en speculaties?

Op het eerste gezicht lijkt dat ook zo te zijn. Terwijl beurskoersen piekten en daalden, bleef ons geld redelijk waardevast en konden we de kerstboodschappen gewoon inslaan. Maar waarom beginnen complete marktsegmenten dan ineens te klagen en te kreunen en is de kerststemming voor heel wat mensen danig verpest met werktijdverkortingen en onheilstijdingen over de toekomst?

Dat komt omdat we zonder vertrouwen niet kunnen functioneren. Het geloof in de betrouwbare bank wankelt en dat leidt tot een koopgedrag gebaseerd op onzekerheid. Dan maar even geen nieuwe auto. Jammer voor de kerstsfeer bij DAF, maar zelf hebben we de eigen kerstmaaltijd in ieder geval veilig gesteld.

Vertrouwen, geloof, het zijn even fiduciaire grootheden als het geld waarmee aandeelhouders hun wereld maakbaar maken. Je gelooft dat je iets concreets hebt, maar je kunt het niet zien of in je handen houden. En zo glipt een economie van waardevastheid door onze vingers.

Er zijn mensen die zonder geloof niet kunnen functioneren. Die mensen leven in de zekerheid dat ze brokken kunnen maken, omdat niet zij, maar god de waarde der dingen bepaalt en de afrekening in een of ander hiernamaals zal plaatsvinden.

En zo zijn er ook mensen die hun functioneren in de handen van de banken hebben gelegd. Wie gaat er vandaag nog naar de bank om zijn centjes door de handen te laten rollen en na te tellen of alles er nog is? We geloven blindelings de wissels, de bank-en giroafschriften. En we geloven dat de bank de cijfertjes wel op waarde zal houden.

Zodra geloof en vertrouwen niet meer corresponderen met wat we voor waar hebben gehouden, ontstaat een epidemische paniek. De zogenaamde onechte economie raakt de echte niet alleen, het penetreert diep in de dagelijkse werkelijkheid.

Het wordt misschien tijd voor een diepgaande heroriëntering op de scheiding van geloof en waarheid. Een goed begin is de scheiding van geld en geloof. Alles draait om geld tenslotte. Zet geld apart en geef het de werkelijke waarde van eten, drinken en wonen. Niets meer, niets minder. Voor alles wat we verder wensen te geloven richten we op wat we willen, maar geen banken.

Aller ogen zijn gericht op Kwatta

Aller ogen zijn gericht op Kwatta

Het wordt een spannende dag vandaag. Aller ogen zijn gericht op Kwatta. Een aantal mensen tuurt de hemel af, vol verwachting van de komst van buitenaardsen die ons wel even zullen channelen. Daarna zal het beter gaan met ons.
Andere turen hoopvol naar de beursberichten. Vooral benieuwd wat de aandelen Fortis zullen doen. Men verwacht dat het beter zal gaan.

Kwatta, een koloniaal chocolaatje, bestaat al lang niet meer. Door financieel wanbeleid ten onder gegaan en uiteindelijk aan de Belgen verkocht.
UFO's met reddende engelen zijn echter de wereld niet uit te krijgen, evenals de handel in gebakken lucht. Die handel leeft weer op nu afgelopen weekend regeringen ferm bereid bleken de kredietmalaise met veel geld aan te willen pakken.

Kunt u er nog chocola van maken? Er is blijkbaar geld en dan heb je nog geld. Geld waar de dagelijkse boodschappen van burgers, overheden en banken mee betaald moet worden. En geld waar je geld mee kan maken. Spaargeld, aandelen en de inleg in lotto's, bingo's en gokmachines.
Met spaargeld en aandelen kopen wordt geld, tijdelijk, ontrokken aan het dagelijks verkeer. Zou niet erg moeten zijn, want dat geld komt dik terug. Dachten veel mensen. Kwestie van vertrouwen.

In 2003 verloren velen het vertrouwen in goede doelen organisaties. Die bleken miljoenen verloren te hebben op de beurs. Het leidde er toe dat het aantal donaties en schenkingen sterk terug liep. De goedgeefse burger reageerde onmiddellijk en sprak daarmee zijn afkeuring uit over gespeculeer met zijn gulle gift.

De overheid, rijk, provincie of gemeente, zijn geen particuliere goede doelen. De donaties (belastingen) zijn verplicht. Om de vier jaar mag de burger duidelijk maken of hij vindt dat de donaties goed besteed zijn. Acuut terugtrekken van de donaties kan niet.
Heeft de burger nog andere middelen om zijn stem te verheffen als er plotselinge veranderingen zijn? Op dit moment niet. En daarom zijn ook in de kredietkwestie aller ogen gericht op Kwatta. Laat Wouter Bos er maar chocola van maken. Dat doet-ie heel aardig, volgens sommige recensies.

De lessen die er nu worden geleerd zijn divers. Tijd voor een ander soort economie, roept een deel der natie. Het waait wel weer over, menen optimisten. Sterkere controle en regulering, zeggen zij die in maakbaarheid geloven.

Nu het Rijk met grote sommen geld de financiële sector overeind wil houden, nu blijkt dat lokale overheden met hele bakken geld hebben gespeculeerd, is het wat vreemd dat menig burger gelaten de schouders ophaalt in plaats van een actieve rol op te eisen als aandeelhouder in die overheid.

Zou een gemeente niet eerst een referendum moeten houden, alvorens 12 miljoen op een of ander bank weg te zetten?
Zou het Rijk niet eerst het volk moeten raadplegen, alvorens vast te stellen met welke plannen en met hoeveel geld er reddingsoperaties van start mogen?

Of zou een deel van de verplichte donaties anders besteed moeten worden, zodat het niet eens de kans krijgt naar dubieuze banken te verdwijnen? Ter herinnering: de burger zou elk jaar op het belastingformulier de mogelijkheid moeten hebben om doelen aan te wijzen voor een x-percentage van zijn donatie. En gemeenten zouden het “burgerbudget” actief kunnen hanteren. Elk jaar mogen burgers doelen aanwijzen voor een deel der gemeentelijke inkomsten.

(Zie ook verwante artikelen op dit blog. Eigen vermogen gemeenten verdampt, Ontwaakt aandeelhouders der aarde, Staatsdeelneming en sponsoring, Malaise in de polder)