Tag archieven: commercie

Van wie is de postcode?

PostodePostNL heeft vorige week ruim 36 duizend euro èn de postcode verloren in een rechtszaak tegen de Staat.

Vorige week streed PostNL voor de rechter tegen haar voormalige eigenaar om de rechten van de postcode. In de tijd dat PostNL nog PTT heette, werd de postcode uitgevonden. Toen de PTT werd geprivatiseerd, moest natuurlijk een deel van de inboedel mee. En daar zat de postcode bij. PostNL stichtte een dochteronderneming die de postcode ging beheren.

Ondertussen ging de overheid haar basisadministraties opknappen (de wet BAG). Niemand zal er van opkijken dat de postcode in die registraties voorkomt. Tot op vandaag hadden Staat en PostNL afspraken over het eigendom en beheer van de postcode. Die lagen dus bij PostNL.
Vorig jaar  stelde de overheid voor het Kaderconvenant Postcodes te wijzigen, in die zin dat ook de overheid de postcodes aan derden mocht verstrekken. PostNL weigerde, waarop de Staat het convenant op eigen houtje opzegde.

Nu vreest PostNL dat de de overheid een concurrent wordt in de handel met postcodes. Dat kan PostNL niet gebruiken, want zo florissant staat het bedrijf er niet voor.  Op naar de rechter, in de hoop dat met een beroep op het databankenrecht de Staat 750.000 euro af te troggelen zou zijn.
Helaas, de rechter vond dat de Staat rechtmatig heeft gehandeld en per 1 februari 2012 met de postcode mag doen wat ze wil. PostNL mag als verliezende eiser de proceskosten betalen. Bronnen: Emerce en boek9.nl.

Wat een beetje vreemd is aan de uitspraak is dat de rechter wel oordeelt dat PostNL kans maakt op een schadevergoeding, omdat de Staat haar verantwoordelijkheden geeft verzuimd door voor 1 februari 2012 postcodegegevens te verstrekken.
Verder zegt de rechter dat het Kaderconvenant Postcodes correct is opgezegd door de Staat. Dat wil zeggen; blijkbaar is de opzegtermijn in acht genomen. Maar er was nog een andere voorwaarde: als de opzegging een situatie veroorzaakt die bezwaarlijk kan zijn voor de andere partij, dan moeten de partijen met elkaar overleggen.

De Staat stelde voor het convenant te wijzigen, PostNL ging niet akkoord en vervolgens zegt de Staat eenzijdig het convenant op. Is dat een vorm van overleg? Voor de Staat wel, zoals we ook hebben kunnen zien bij het Bestuursakkoord en de gemeentelijke herindeling Goeree-Overflakkee. Daar waren (sommige) partijen niet akkoord en de Staat zei: bekijk het maar, we gaan door.

De rechter oordeelde ook dat PostNL onvoldoende kon hard maken dat de Staat postcodegegevens uit de databank van PostNL heeft gebruikt. Op dat punt krijgt PostNL de rekening gepresenteerd voor het feit dat met de postcode lucratieve handeltjes zijn op te zetten. Postcodes komen net alleen voor in de databank van PostNL, maar ook die van postorderbedrijven en marketingbureaus.
In het databankenrecht is bepaald dat als een deel van een databank in de handel is gebracht, er geen rechten meer zijn op die kopie.

PostNL overweegt een hoger beroep en maakt dus weinig kans, omdat het bedrijf zelf de postcode al aan jan en alleman ter beschikking heeft gesteld,
Het wordt vervolgens afwachten of Rijk en gemeenten na 1 februari inderdaad handel gaan drijven met postcodegegevens. Als dat tegen een veel lagere prijs gaat, dan loopt de geprivatiseerde PTT kans een volgende financiële tegenslag te krijgen. De doodsteek voor PostNL?

Pikant detail: voor de basisadministraties van de overheid geldt de postcode niet als een authentiek gegeven en hoeft dan ook niet verplicht opgenomen te worden in een databank van adressen en gebouwen. Burgers en bedrijven zijn ook niet verplicht postcodes op hun post te vermelden. Waarom postcodes dan op tal van formulieren (fysiek en digitaal) wel verplicht zijn, is een raadsel.
De postcode is uitsluitend een middel om de postbezorging te vergemakkelijken. Als PostNL het daarbij had gehouden, zat het bedrijf nu niet tegen een dikke 35 duizend euro proceskosten aan te kijken.

Eén DNA-test, vier verschillende utslagen.

Eén DNA-test, vier verschillende uitslagen Wie in Amerika zijn wangslijm opstuurt om met een DNA-test uit te zoeken of er een kans op prostaatkanker of diabetes bestaat, weet nu een ding zeker: niet tevreden met de uitslag? Stuur het speeksel naar een ander bedrijf en de kans is groot dat je een heel andere uitslag krijgt.

Een undercover onderzoek toonde aan dat verschillende commerciële DNA-testers verschillende uitslagen geven op basis van een en hetzelfde dna-materiaal. Testen die tussen de 230 en 780 euro kosten (lees
hier meer op de nieuwssite van Reuters).
Geen nieuw nieuws. In 2001 haalde de Consumentenbond ook een geintje uit met een van de eerste commerciële DNA-bedrijven in Nederland. De bond stuurde materiaal op om een vaderschapstest te laten doen en het bedrijf kwam met de verkeerde uitslag.

Nu werd die proef wel erg lastig gemaakt voor het bedrijf. De Consumentenbond stuurde materiaal op van een oom en een neef. De oom werd voor de vader gehouden. Het bedrijf beloofde na de negatieve publiciteit wel beterschap. Het zocht een ander laboratorium en garandeert sindsdien 99,995 procent zekere uitslagen (bron:
dit artikel in NRC).

Uit dat NRC-artikel blijkt dat door de overheid gesteunde laboratoria de commerciële aanbieders niet zo hoog hebben zitten. Dat riekt naar jaloezie onder concurrenten. De commerciële bedrijven bieden goedkopere en soms snellere tests aan. En vaak ook nog met eenvoudiger procedures en de mogelijkheid anoniem te blijven.
De officiële laboratoria vrezen ook dat de consument onvoldoende begeleid zal worden. Rolt er een onwelgevallige uitslag uit een DNA-test, dan kan het tot grote misère leiden en wie zorgt dan voor de klant?

Dat er af en toe iets fout gaat, is niet zo heel merkwaardig bij een nog zo jonge technologie. Tot op vandaag de dag is de kennis over het DNA, de onderzoeks- en interpretatiemethoden nog volop in ontwikkeling. Daarom zijn rechters nog erg voorzichtig met de wijze waarop DNA-onderzoek als bewijsmateriaal in rechtszaken wordt gehanteerd.
Dat mensen er een leuk bedrag voorover hebben om allerlei DNA-testen te laten doen, moeten ze natuurlijk zelf weten. Als ze maar ook weten dat de uitslag niet 100 procent correct hoeft te zijn. Ze zouden dan nog een keer wat euro’s kunnen besteden om de test bij een ander bedrijf te laten doen. De second DNA-opinion. Het onderzoek uit Amerika toont aan dat er een gerede kans bestaat dat je dan nog minder te weten komt.

In Europees verband zijn er plannen om al te agressieve reclame voor commerciële DNA-tests aan banden te leggen. In Amerika wil men via regulering de bedrijven tot grotere betrouwbaarheid dwingen. Maar waarom? Wat is er zo onethisch aan dat bedrijven producten verkopen die de consument geen enkele zekerheid bieden? Okee, er zou wat psychische schade kunnen ontstaan als je de boodschap krijgt prostaatkanker te hebben, terwijl dat misschien niet waar is.

Maar er wordt wel meer verkocht wat zich niet waar maakt. En dat levert op zijn minst heel wat stress op, met de kans op een hartverzakking. Wil men dat helemaal voorkomen dan moet de economie volledig op zijn kop worden gezet.

Publieke privacy.

Publieke privacy

Heb je in de publieke ruimte recht op enige privacy? Stel je loopt te winkelen en je wordt aangesproken door een frisse jongeman, in een flitsend jasje, die ineens roept: “Hé, daar hebben we meneer Jansen uit de Huppeldepupstraat! Alvast gefeliciteerd met uw verjaardag volgende week, meneer Jansen! Ik heb hier iets leuks voor uw verjaardag. Ik dacht dat u op zoek bent naar een alweer-een -nieuw-dingetje, toch?”
Als die jongeman nou je neefje of je buurman is, zou het nog kunnen. Maar die gozer is een wildvreemde! Hoe kan hij nou weten wie je bent en dat je inderdaad graag dat nieuwe dingetje wil hebben?

Kan dat? Nee, dat kan niet. Is het mogelijk? Ja, het zou zomaar kunnen.
Een trend in de commercie is persoonlijk gerichte reclame. Dat werkt alleen als men het nodige van je weet. Zolang men daarbij gebruik maakt van studies naar kenmerken van doelgroepen, ben je nog een redelijk anoniem lid van een afgebakende groep. De gebruikelijke, doorsnee reclame wordt op je losgelaten.
Nu al wordt die doorsnee reclame wel meer en meer persoonlijker geadresseerd. Reclamefolders met je naam en adres kennen we al. Noviteiten zijn boodschappen naar je e-mail of mobieltje sturen. Daarvoor moet men minstens je persoonlijk e-mail adres of telefoonnummer hebben. Die gegevens zijn makkelijk op te sporen, maar dan weet men verder niet gek veel over je doen en laten.

Dat is voor de commercie niet genoeg. Dankzij technieken als gezichtsherkenning, gedragsanalyses met behulp van bewakingscamera's, biometrische profilering en het natrekken van onze winkelgewoontes wordt het steeds makkelijker onze hoogst persoonlijke trekjes te onthullen. Het kan voor een fabrikant van papieren zakdoekjes interessant zijn te weten dat jij een notoire neuspulker bent.
Het zou zomaar kunnen dat je een reclamebord bekijkt en ondertussen de neus vingert. Waarop het reclamebord ineens tegen je zegt: “Als u dat nou eens met ons frisse tissue doet? Veiliger voor uw neus en de rest van de straat hoeft niet mee te genieten van uw vieze nagels”.
Je dacht even een momentje voor jezelf te hebben, maar camera's, verbogen in het reclamebord, hebben je in de smiezen. De camera herkent bekend gedrag en de computer koppelt dat aan een vooraf opgenomen boodschap.

Volgens een artikel op BBC News behoort dat in de toekomst tot de mogelijkheden. De technologie is er al. Het Japanse bedrijf NEC verkoopt techniek voor gezichtsherkenning, die het mogelijk maakt te bepalen wat voor reclame er op een digitaal billboard verschijnt, afhankelijk van de kenmerken van de passant, zoals leeftijd en sekse.
In Duitsland experimenteert men met camera's in straatreclame om de emotionele reacties te registreren van passanten die een blik op het geadverteerde werpen. Uiteraard met de bedoeling daar nieuwe marketingkennis uit te kunnen peuteren.

De Daily Mail meldt enige beroering in Engeland. De firma Castrol plaatste billboards, waarop je kenteken verschijnt en een advies welke Castrol-olie geschikt is voor jouw wagentje. Camera's die een aantal meters voor zo'n billboard staan, hebben jouw kenteken gefilmd en de opname is gekoppeld aan de kentekengegevens, waarover Castrol lijkt te beschikken.
De DVLA, het officiële bureau voor kentekenregistratie, ontkent dat zij de gegevens hebben doorgespeeld, maar zou nu wel willen weten hoe Castrol aan die informatie is gekomen.

Het artikel op BBC News eindigt met de opmerking dat het verstandig zou zijn nu te bepalen hoe ver commercie en overheid mogen gaan om al onze facetten in de gaten te houden, nu we nog enige privacy hebben om te beschermen. Ik vrees dat het daarvoor te laat is. Omdat nog teveel mensen geloven dat het inleveren van privacy hen ook wat oplevert.
Niet alle mensen die autorijden weten altijd welke motorolie ze precies moeten gebruiken. Dus wat dondert het dat Castrol je er even aan herinnert welke type je in je cabrioletje moet gieten. Makkelijk toch?

En zo verkoopt de overheid veiligheid en betalen we privacy. In de EU is de laatste drie jaar het aantal terreuraanslagen rond de 500 gevallen blijven schommelen. In 2008 is het echter slechts tot 384 veroordelingen gekomen, maar zijn er wel 1009 mensen gearresteerd, tegenover ruim 700 in 2006 (gegevens te danken aan een artikeltje op GeenCommentaar, waar één van de reaguurders wees op een Europol rapport (pdf!). Moet daarvoor je e-mail gelezen worden?

Privé en publiek ben je steeds meer het bezit van commercie en overheid.