Tag archieven: euro

Euro voor een appel en een ei?

BoodschapenNa de invoering van de euro, is meermalen betoogd dat het leven duurder is geworden. Nou, zegt de Telegraaf, dat valt reuze mee. De doorsnee boodschappen zijn tussen 2002 en nu slechts 2 procent duurder geworden.

Eens terugblikken.
15 november 2011: Boodschappen ruim 15 procent duurder, kopt diezelfde Telegraaf. Drie jaar eerder, 18 augustus 2008, zijn volgens de Telegraaf, de boodschappen 10 procent duurder dan het jaar ervoor.
Tussendoor, in augustus 2010, vond de Telegraaf de dagelijkse boodschappen nog steeds aan de dure kant, dit keer zonder cijfers te publiceren.

Als die percentages over de langere periode uiteindelijk op de twee procent komen, dan moet het in de overige jaren wel erg goedkoop zijn geweest.
We kijken even bij het CBS en inderdaad: ten opzichte van 2002 waren de gemiddelde prijzen voor voedingsmiddelen 1,9 procent gestegen. In de boodschappenkar van het CBS zit wel een heel ander pakket dan de Telegraaf heeft ingeladen. Het CBS keek naar 13 gangbare voedingsartikelen, waaronder aardappelen, eieren, melk, maar ook koffie, thee en suiker. De Telegraaf deed er ook toiletpaper en ander zaken bij.

Het CBS heeft ook cijfers over voedingmiddelen alleen. In 2011 waren die ruim 8 procent duurder dan in 2002. Volgnes De Telegraaf moet je toch echt een lading frisdrank en wasmiddelen in je boodschappenkar storten om op die 2 procent te komen.
Gooien we de boodschappentas van het CBS vol met groente, fruit, brood en wasmiddelen, dan zie je dat die wasmiddelen in 2011 zo’n 18 procent goedkoper zijn dan in 2002. Het hele pakket is echter ruim 4 procent duurder geworden.

Nog steeds zijn de cijfers hierboven gerelateerd aan 2002, het jaar waarin de euro een feit werd. Maar om te zien of die euro een rol speelt, lijkt een vergelijking met de jaren ervoor, de gulden jaren, meer relevant.
Ten opzichte van 2001 is het CBS-pakket 7,76 procent duurder. Ten opzichte van 2000 zijn de prijzen 17,24% duurder.
Dat is toch wat anders dan het Telegraafpakket dat volgens de krant in 2002 78,90 euro kostte en in 2011 80,56 euro. Dat is inderdaad een verschil van 2,1 procent.

Als je al die jaren geen last van prijsstijgingen hebt gehad, dan heb je dus waarschijnlijk meer wasmiddelen dan groenten en fruit geconsumeerd. In hoeverre dat ook nog met de euro te maken had en niet met wereldwijd stijgende voedselprijzen (graan, rijst) dat laat de Telegraaf buiten beschouwing. Die spullen komen waarschijnlijk amper voor in het boodschappenkarretje van de krant.

In een iets andere versie, met toevoeing van het laatste nieuws, is dit artikel ook op Sargasso te lezen, alwaar uw redacteur onder het pseudoniem P.J. Cokema schrijft.

De gulden is terug!

GuldenDe discussie over terugkeer naar de gulden is niet eens afgerond of de munt is al terug. Dat wil zeggen: de Nederlandse Bank weet waar ze zijn. Een slordige 257 miljoen euro aan guldenbiljetten slingert bij de mensen thuis rond. De DNB schat dat er ook nog 300 miljoen guldenmunten in privébezit zijn.

De biljetten zijn nog wat waard, de munten niet, zegt de bank. Dat blijkt niet helemaal waar. Als muntaanduiding is de gulden terug op de prijslijsten van een cateraar in Badhoevedorp. Het blijkt een geste van protest.  De ondernemer baalt van het gebrek aan adequate maatregelen tegen de eurocrisis. Dat zijn klanten ‘lekker wat geld over houden’ aan deze actie, moet natuurlijk puur symbolisch worden gezien.

Een gulden met werkelijke waarde is opgedoken op de beurs van de MPO (Munten- en Postzegel Organisatie). Op een veiling kan deze gulden wel duizend euro opleveren. Het is wel een bijzonder exemplaar: een gouden gulden met een misslag. De tekst “God zij met ons’ staat er niet goed op. Wie thuis dus nog een gemankeerde gouden gulden uit 2011 heeft, kan hem maar beter naar de veiling brengen.

Even later begin een mevrouw in het Brabantse Keldonk een wisselkantoor voor guldens. Ze spaarde guldens, rijksdaalders, maar ook  kwartjes, dubbeltjes en stuivers voor het goede doel. Nu heeft ze nog zo’n 25 kilo aan oude munten en die mochten mensen inruilen voor euro’s. De ondernemende Keldonkse had lucht gekregen van een actie van pretparken. In het weekend van 10 december kon je namelijk met oude guldens de toegang betalen.

Wie niet zo gauw wist, waar hij zijn oude guldens had rondslingeren, kon bij het wisselkantoor voor € 4, 50 tien guldens krijgen.
De pretparken incasseerden 10.000 gulden aan pre-euro geld. De winst zat in de 50 procent bezoekers meer, die naar de attracties togen.

De gulden is in ieder geval keihard terug als reclamemiddel. Wat wel sneu is: niet alle euro’s hebben dezelfde waarde. Herinner je de eurokit, of het Zalmzakje nog? Het setje munten dat iedereen kreeg bij de invoering van de euro? Wel, daar krijg je niet meer voor terug dan het tien jaar geleden waard was. Hooguit 3, 88 euro.

Wie echt nog wat van waarde terug wil zien voor oude munten, moet tussen de 300 miljoen oude guldenmunten op zoek naar zilveren guldens en rijksdaalders. De koers van zilver is zodanig dat een zo’n gulden 3 euro en een rijksdaalder 7 euro kan opleveren.

Optimisten tonen weinig interesse in Europa

Optimisten tonen weinig interesse in Europa Nederlanders zien de toekomst optimistisch tegemoet. Ze hebben veel vertrouwen in hun eigen toekomst, die van hun land en van de hele wereld. Dat staat in de jaarlijkse Europese verkenning, een studie van het CPB en het SCP. Nederland is daarmee een van de meest optimistische landen van Europa. De burgers hebben redelijk veel vertrouwen in elkaar en ook door de burgers van andere EU-landen worden we aardig vertrouwd (zie persbericht SCP).

Helemaal opmerkelijk is de steun die Nederlanders aan de EU geven. Het EU-lidmaatschap wordt door 80 procent als positief gezien. Gevraagd naar de voor- en nadelen, denkt ruim driekwart dat het meer voordelen dan nadelen oplevert. De Nederlanders scoren hiermee hoger dan het gemiddelde van alle EU-lidstaten.

Blijkbaar is men zo optimistisch dat verdere actie niet nodig wordt gevonden. De belangstelling voor de Europese Parlementsverkiezingen ligt hier namelijk onder het EU-gemiddelde. Slechts 39,1 procent is geïnteresseerd in de verkiezingen. Europa breed heeft 45,6 procent wel belangstelling voor de electorale handel en wandel.
Opvallend detail: Veel kiezers menen dat hun eigen politieke partij een veel grotere voorstander van de Europese eenwording is, dan zijzelf.

Zou de Europese Unie inmiddels zo'n succesverhaal zijn, dat Nederlanders alle vertrouwen hebben in de Euro-bestuurders en parlementariërs, dat men de verkiezingen wel best vindt? Dat zou dan uiteindelijk verkeerd uit kunnen pakken. Vertrouwen is prima, maar politici ongecontroleerd de ruimte geven niet.

Het zou ook kunnen dat de meeste Nederlanders meer vertouwen hebben in de binnenlandse politici, dan sommige peilingen en reacties in kranten en op weblogs lijken te suggereren. Het kabinet en parlement balanceren immers continu tussen de Europese belangen en de nationale prioriteiten. Geen vreemd verschijnsel binnen Europa, elk land doet dat. Met als resultaat dat het met veel afspraken en doelstellingen in Europees verband zo'n vaart niet loopt.
Zo lang men het gemak geniet overal met euro's te kunnen betalen, vindt menig Nederlander misschien alle andere Europese issues veel minder interessant.