Tag archieven: experiment

Experimenteel commentaar

Experimenteel commentaar

Bij gebrek aan inspiratie voor een geheel eigen bijdrage, nu een experimentje.

Een blog vol schrijven is leuk. Ook leuk is het lezen van andere weblogs. En soms is het nog leuker om te reageren op wat er elders zo al wordt geschreven. Het scherpt de geest.
Het is een boeiend onderdeel van het webloggen. Reaguurders, zoals de ingezonden brievenschrijvers worden genoemd, heb je in soorten en maten. Natuurlijk reageren bloggers op elkaar, maar er zijn ook aardig wat mensen die zelf geen blog bijhouden, maar alleen als reaguurder hun bijdrage aan de verdieping leveren. Sommigen zo scherp of goed of aanvullend, dat het wel jammer is dat ze zelf geen weblog presenteren.

Maar goed, het experimentje.
Vandaag las ik een prikkelende vraag op GeenCommentaar. Redacteur Joost nodigt de lezers uit te onderzoeken of de gangbare opsporingsmethoden van de politie verbeterd kunnen worden door tactieken toe te passen die de laatste dagen in Amsterdam zijn uitgeprobeerd. De politie was het opgevallen dat een aantal overvallen werden gepleegd door scooterrijders. Nu hebben ze alle scooterrijders gecontroleerd. Alle, want zouden alleen op andere kenmerken als uiterlijk en huidskleur hebben gecontroleerd, zou dat discriminerend zijn.

Op GeenCommentaar nu de vraag of er een formule te bedenken is, waarbij groepskenmerken verantwoord en effectief te hanteren zijn als opsporingsmiddel. Het hele artikel kun je hier lezen.Als experiment publiceer ik hier mijn reactie op dat stuk en de reacties die dat weer opleverde (wil je alle reacties zien, dan door geklikt naar het bewuste artikel en naar beneden scrollen).

De bedoeling van dit experimentje is de lezers hier inzage te geven in mijn overige schrijfsels in blogland en wat daar de respons op is van bezoekers aldaar.
En dan ben ik vervolgens benieuwd wat u daar nou van vindt.

Mijn eerste reactie was:
Waarom gaat de politie in Amsterdam tot deze methode over en de politie in Flevoland en Limburg niet? Zijn daar de overvallen met andere transportmiddelen gepleegd? Of werken ze daar, zonder tam-tam op straat te maken, keihard met de gebruikelijke methodes om daders op te sporen?
Volgens mij moet deze vraag eerst gesteld worden, voor ook maar iets anders wordt overwogen.
Zeker omdat, zoals in het artikel staat, exacte cijfers over scootergerelateerde overvallen helemaal niet bekend zijn. Dus is ook niet bekend waarom de politie spreekt van “alarmerend hoge toename…”.
Ik zie hier niet meer in dan een reclamecampagne van de politie (burgers, let op, we zijn er wel, we zin er echt wel), die en passant even uittest of een razzia door de burgers wordt gedoogd.
Die wordt gedoogd omdat er genoeg burgers zijn die de pest hebben aan scootertjes.
De enige gelegenheid die een “groepsformule-methode” verdient, is als, bijvoorbeeld, 50 mensen in groepsverband een delict plegen.
Die 50 mensen, en alleen exact die 50, mogen op grond van voldoende wettelijk bewijs, en masse worden opgepakt.

Joost (de auteur van het artikel) reageerde daarop met:
Elk onderzoek discrimineert

Waarop ik terugkwam met:
Joost (#4) helemaal waar, maar niet elk onderzoek is een rechercheonderzoek.
Als en of ander burootje 500 mensen met een kunstgebit opsnort om te weten wat voor soort brood ze meememen in hun lunchtrommetje, heeft dat een heel andere waarde, dan een onderzoek onder de totale bevolking van Amtsterdam omdat ineens bij veel overvallen achtergebleven kunstgebitten rondslingerden.
De meeste onderzoeken discrimineren door bepaalde mensen en/of bepaalde factoren uit te sluiten.
De Amsterdamse politie sluit alleen de mensen uit die niet op een scootertje rondreden. En wat zegt dat? Dat tijdens de controle de echte daders met de metro gingen?

In een volgende reactie nog een toevoeging mijnerzijds:
Overigens ben ik van mening dat politieonderzoek geen aanvulling behoeft waarmee statistieken en uiterlijke kenmerken worden geformailisserd en wettelijk toegestaan.
Hijs eens een nachtje flink door, ga niet slapen, trek de vuilste klren aan die in je wasmand hebt en ga vervolgens wat doelloos rondlopen in het centrum van een willekeurige grote stad.
Tel dan het aantal contacten dat je met de politie hebt. Vergelijk dat met een dag waarop je als keurig geklede toerist rondwandelt en met een dag dat je vrij hebt van je werk en in de stad wat rondwinkelt.

Waarop reaguurder zmooc inbracht:
@Peter, #10: daarvoor hoef je heus niet zoveel moeite te doen. Gewoon lang haar nemen, een lange jas aandoen en een sprintje trekken over het damrak om je openbaar vervoer te halen. Superleuk.
Kutpolitie. Ik heb het maar afgeknipt, sindsdien mis ik de bus/trein wat minder vaak.

Reaguurder Bismarck zei nog:
@2: In Limburg discrimineert de politie officieel niet, al kun je je afvragen hoe dat informeel zit, als fuik-controle op fietsverlichting in Maastricht alleen maar plaats vindt op de uitvalswegen van de universiteit.

Beide reaguurders kregen mijn antwoord:
@11: ach zmooc het was maar 1 voorbeeldje. Nu is het helemaal niet mijn bedoeling “de politie” als een grote discriminerende bende weg te zetten. Want wat dat betreft past die pet ons allemaal (mijzelf incluis).
Bovendien is dat niet het onderwerp van Joost's artikel (toch?)
@12: Bismarck, daar geef je eigenlijk een voorbeeld van Joost's vraag. Dat wil zeggen: ik ga er van uit dat de meesten studenten niet met de auto naar de universiteit gaan. De pakkans van overtreders van de wet op de werkende fietsverlichting is dus in dat gebied erg groot.
Wel eigenaardig is dat de politie meent dat de groep studenten ook de grootste groep van dat soort overtreders zou zijn.

Mocht er meer volgen dan hou ik u op de hoogte. Ondertussen staat het u vrij hier te reageren op dit experiment.

Kleinste deeltjes en grootse kennis

Kleinste deeltjes en grootse kennis

De schepping is een produkt van tunnelvisie.
Er is een kans dat in Genève het bewijs voor die stelling wordt geleverd.

In een ondergronds tunneltje hoopt men daar de oerknal na te bootsen. De oerknal zou ons universum hebben veroorzaakt. Fantasten zoals ik hopen natuurlijk dat ze in Genève minstens een oerknalletje creëren, waar een universumpje uit ontstaat dat er lustig aan het evolueren slaat. Je bent toch nieuwsgierig of je de hele geschiedenis aan je eigen ogen kan zien voltrekken.

De wetenschappers die de deeltjesversneller afgelopen woensdag aan het werk hebben gezet, hopen van de selfmade oerknal iets te leren wat nu nog aan hun kennis ontbreekt. Die kennis zou dan ook inzichten op kunnen leveren over de toekomst. Niks glazen bol, een tunnel dus. Dat leidt tot de tweede stelling: toekomstvisie komt voort uit tunnelvisie.

Als beide stellingen waar zijn, dan is daarmee afdoende verklaard waarom we van de geschiedenis maar niks leren. Er zijn sombere mensenkenners die menen dat wij niet willen leren van de geschiedenis. Verblind door hebzucht, egoïsme of pure dommigheid. Maar wie weet kunnen we niet anders. Tunnelvisie is de oorzaak.

Of het Geneefse experiment een dikke zes miljard euro en de kostbare tijd van ruim vijfduizend wetenschappers waard is, kunnen we pas beoordelen als de resultaten bekend worden. Ik gok erop dat de vragen die over de ons bekende natuurwetten met dit experiment beantwoord moeten worden, zullen leiden tot zulke nieuwe vragen dat er minstens nog eens 6 miljard euro tegenaan moet om daar weer antwoorden op te vinden.

U begrijpt waarom het leven zo duur is: nieuwsgierigheid. We willen echt alles weten en dat kost geld. Ook een wetenschepper moet eten. Op een lege maag is het slecht de waarheid vinden.

Dankzij al die nieuwsgierigheid zijn we wel bevrijd van rare angsten. We reizen nu met gerust hart de wereld rond, zonder bang te zijn er af te vallen. De wereld bleek niet plat te zijn en door de zwaartekracht blijven we gehecht aan deze aarde.

Maar daarmee is niet alles verklaard. Waarom gaat “de mens” zo beroerd om met waar hij zo vreselijk aan gehecht is? Da's een vraag die niet door de deeltjesversneller wordt gehaald. Het antwoord op die vraag, zal dus niet uit de Geneefse tunnel komen.
Hoewel, je weet maar nooit. Wellicht wordt het kleinste der kleinste deeltjes gevonden en valt uit het gedrag van dat kleinste deeltje iets te leren over dat van de grootste hufters.

Vooralsnog is dat echter het terrein van mensen die natuurkunde één op één menen te moeten toepassen op sociologie en psychologie. Daar waag ik me niet aan.

De lezersvraag vandaag: Is het echt nodig de oersoep tot in het kleinste detail te kennen om vooruit te kunnen?