Tag archieven: relativiteit

Homo mensura

Homo mensura De mens is de maat der dingen. Een relativiteitstheorie van filosofische aard. Bedacht door Protagoras, die ermee wilde zeggen dat elke waarheid louter subjectief is.

Een waarheid als een koe, is meestal een waarheid zou oud als de weg naar de oude Grieken. Blijkbaar hadden sommige Grieken zo’n dikke 2400 jaar geleden, behoorlijk wat tijd om een eind weg te filosoferen. Over de goden, over de waarheid, over de mens.
Dat kan natuurlijk, als je slaven hebt die het dagelijks werk verrichten. Ik ben geen belezen historicus, maar ik maak me sterk dat er in de geschiedenis een slaaf is geweest die een beeldbepalende filosofie heeft bedacht. Tenzij Plato, Socrates of Protagoras het harde denkwerk ook aan slaven overlieten, het opschreven en hun naam eronder zetten.

In dat geval heeft slavernij de wereld groot gemaakt. Of anders gezegd: diefstal heeft de wereld gemaakt wat-ie nu is. De slaven doen het werk, of dat nou poetsen of denken is. De meesters gaan aan de haal met de opbrengst van al die noeste arbeid.

Maar dat terzijde. Terug naar de mens als maat der dingen. Of de waarheid op zich nou als zelfstandige grootheid bestaat of niet, is een discussie die we niet meer hoeven te voeren. Plato en Socrates deden er nog moeite voor en na hen nog een rijtje andere grote denkers, maar de stelling van Protagoras is vandaag de dag helemaal waar.
Wie meent met feiten en cijfers de werkelijkheid te duiden, ontmoet hordes mensen die daar geen boodschap aan hebben. Subjectiviteit is het leidende principe. Niet alleen in richtingloos gefilosofeer, ook in opvattingen die bepalend zijn bij besluitvorming. Van de keuze in het stemhokje tot het regeerakkoord. Van continu veranderende wetten, tot aan de besluiteloosheid de toestand in de polder dan maar aan gedragscodes over te laten.

De mens is de maat en zit daar in gevangen. De mens begrijpt zijn eigen complexiteit niet en kan daarom ook de ogenschijnlijke chaos om hem heen niet vatten.
Als het onbegrijpelijk is, niet te vatten, dan zou het voor de hand liggen dat de mens ook niet handelt. Maar al dat onbegrip leidt juist tot een gedreven daadkracht. De mens pakt aan en denkt het ongrijpbare te kunnen ordenen door regeltjes, wetten en gedragscodes te maken. En die veranderen weer zodra een andere subjectiviteit het voor het zeggen krijgt. De mens als een soort verkeersregelaar.

Het gekke is dat er geen consensus te bereiken is over de mens als maat der dingen, over de subjectiviteit. Mensen die anderen, op beschuldigende toon, van subjectiviteit betichten, dringen daarmee hun vermeende objectiviteit aan de ander op.
Kortom: als we het met elkaar niet eens worden over de waarheid dat wij de maat der dingen zijn, dan zullen er altijd schisma’s zijn. Van de kloof tussen politiek en burger tot de scheiding der geesten op religieus gebied. Van de scheuren in de samenleving tot werelden van verschil in oost, west, arm, rijk, wetenden en onwetenden.

Natuurlijk kan dit stukje ook in de prullenbak van subjectieve relativiteitsrommel worden gegooid. Ik blijf wel zo eigenwijs te denken dat die relativering eerder deuren openzet naar de oplossingen die we zoeken voor tal van problemen, dan het opleggen van elkaars regels, wetten en codes. Niet voor niets wordt de term ‘dichttimmeren’ wel eens gebruikt als er met een paar regeltjes een oplossing wordt geconstrueerd.
Maar de hokjesgeest is toch niet de enige geest die rondspookt?