Tag archieven: toekomst

Mens van het Jaar: de stille meerderheid

Mens van het Jaar: de stille meerderheid

(Eerder verschenen op Sargasso)

Wie namens de zwijgende meerderheid zegt te spreken, moet zijn mond houden. Stilte is immers de stem van die meerderheid, dus wat schreeuwen eigenlijk al die zelfbenoemde woordvoerders van de ‘stille meerderheid’?

Onze zoektocht naar de zwijgende meerderheid, het Nederlandse synoniem voor ‘silent majority’ en die we derhalve hier stug de stille meerderheid zullen noemen, leverde niets op. Een conclusie kan zijn dat de Nederlandse bevolking te genuanceerd in elkaar steekt om ooit een echte stille meerderheid te kennen. Verkiezingsuitslagen geven een dermate verdeeld beeld weer dat die conclusie misschien is te rechtvaardigen.

Misschien is het geen meerderheid maar een groep ‘ongehoorden’, die net groot genoeg zou zijn om een publieke omroep voor op te richten. Hebben de initiatiefnemers zich al opgeworpen als woordvoerder van de stille meerderheid? Het zou hun geloofwaardigheid aantasten.

Niet dat ze daar wakker van zullen liggen, want als ze voor onwaarheden niet terugdeinzen, zullen ze ook niet in hun eerste de beste contradictio in terminis stikken. Net als hun pleitbezorger die al eens demonstreerde hoe 18 onwaarheden in 2 minuten zonder enig weerwoord op de publieke omroep werden vertoond.

Nee, wij konden geen concrete stille meerderheid vinden. Wel veel burgers voor klimaatmaatregelen, ook veel burgers die ontwikkelingshulp steunen en boeren en burgers die de landbouw veranderen. Ook al hoor en lees je daar weinig over, wij gaan niet roeptoeteren dat we hier de stille meerderheid nu wél hebben gevonden.

In zijn column van vorige week komt Chris Klomp op voor de ‘gematigde Nederlanders’, de groep die ‘ongehoord’ wordt ondergesneeuwd door het mediageweld dat vooral de ‘boze Nederlander’ bedient:

Ruim 80% die niet kiest voor de PVV of de FvD. Het is de 70% die aangeeft vertrouwen te hebben in de rechtspraak. Het zijn de 2 miljoen mensen die iedere dag weer afstemmen op het populairste journaal van Nederland: het NOS-Journaal van acht uur. Het zijn de 17 miljoen (-50.000) mensen die geen lid zijn geworden van Ongehoord Nederland! De ruim vier miljoen lezers die niet trappen in het frame van ‘de gekleurde MSM’ en iedere dag weer een nieuwsproduct gebruiken van het AD. De 4 op de 5 Nederlanders die helemaal geen Nexit willen. De 62 procent van de Nederlanders van vijftien jaar en ouder die zegt een ander te vertrouwen.

De gematigde Nederlander. De genuanceerde Nederlander. De nuchtere Nederlander die roeptoeters laat blèren en gewoon doet wat gedaan moet worden. Laten we, in deze tijden van eindejaarslijstjes, die benoemen tot ‘Mens van het Jaar 2019’.

© Domenique Himmelsbach de Vries Monument voor Prima mensen

Monument voor prima mensen

In Sargasso’s wekelijkse rubriek ‘Kunst op Zondag’ verscheen vandaag dit artikel.

It’s better not to rely too much on silent majorities … for silence is a fragile thing… one loud noise and it’s gone.

(Banksy quote, vrij naar Alan Moore).

Terwijl rechts en links sinds mensenheugenis de zwijgende meerderheid voor hun idealistische karretjes trachten te spannen, zijn in het Kunstenlab in Deventer kunstenaars op zoek naar die zwijgende meerderheid (tot 30 april).

De zwijgende meerderheid is een uitvinding die wordt toegeschreven aan Richard Nixon die in 1969 ’the great silent majority of my fellow Americans’ achter zijn Vietnambeleid trachtte te scharen. Sindsdien zijn het vooral conservatieve politici geweest die zeiden de zwijgende meerderheid te vertegenwoordigen.

In het Kunstenlab zijn drie kunstenaars gevraagd te reageren op werk van collega’s, dat eerder al in het Enschedese Tetem was te zien. We putten even uit de tentoonstellingsinformatie.

Lees verder

De jongste vertegenwoordigers.

JeugddebatDe jongste vertegenwoordigers zitten in de Tweede Kamer. De collega’s van Sargasso kwamen er achter dat de gemiddelde leeftijd van de Tweede Kamer steeds lager wordt. We worden door broekies van 44 vertegenwoordigd. De groeiende groep 65plussers in Nederland heeft steeds minder representatie in de Tweede Kamer, constateert Sargasso.

Hoe de historische ontwikkeling is, weet ik niet, maar leg deze uitkomst naast de huidige gemiddelde leeftijd van andere vertegenwoordigers en bestuurders en dan valt des te meer op dat de Tweede Kamer wel erg jong is.
G
emeenteraadsleden zijn gemiddeld 52. Zes jaar ouder dus. Het kabinet komt daar net bovenuit. Rutte I is gemiddeld 53 jaar. Wethouders: 54. Eerste Kamer: 56. Burgemeesters: 57.

In juni verzuchtte Annemarie Jorritsma op het VNG-congres dat de leeftijd van raadsleden wel iets omhoog kan. Ze riep de verenigde gemeenten op meer gebruik te maken van het groeiend aantal 65plussers. Zelf is ze met haar 61 jaar wat ouder dan de gemiddelde leeftijd van burgemeesters en bevestigt het vooroordeel dat met de ouderdom het geheugenverlies komt. Ze was 23 toen ze voor het eerst gemeenteraadslid werd.

Mark Rutte is met zijn 44 jaren de op één na jongste premier. De gemiddelde leeftijd van alle premiers na 1945 is 49,7. We worden niet alleen vertegenwoordigd door broekies, we worden er ook door geregeerd.

Je mag aan leeftijd geen waardeoordeel hangen. Er zijn tenslotte geniale peuters die subliem piano spelen. Het is aan een starre wetgeving te wijten dat je zulke jongelui niet in parlement of een kabinet ziet. Tot je 18e mag je hooguit meedoen aan het Nationale Jeugddebat en een middagje stoeien in de Tweede Kamer.

Het gezegde ‘hoe ouder, hoe wijzer’, is amper op feiten gebaseerd. Ik verwijt de 60plusser Donner dan ook niets. De groep 65plussers groeit en daarmee ook het aantal mensen dat aan dementie zal lijden. Dat moet niet gelezen worden als grap, want het is een verschrikkelijke kwaal. Het betekent wel dat het niet zo’n heel gek verschijnsel is dat ouderdom door jong volk wordt vertegenwoordigd.

Daarmee komt een steeds zwaarder wordende verantwoordelijkheid op de schouders van een paar broekies te rusten. Hoewel er soms weinig van te merken is, kunnen de jonkies wel putten uit een grote mensengeschiedenis en voortschrijdende wetenschap. Of ze daar ook voldoende lering uit trekken om even voldoende wijsheid in pacht te hebben?

Op dit moment ziet het daar niet naar uit. Het zijn broekies die mijn vaders pensioen afpakken, omdat hun leeftijdgenoten er een financieel zootje van hebben gemaakt. Het zijn jonkies die de 50 nog niet eens zijn gepasseerd, die er van overtuigd zijn dat ze wel tot hun 67e kunnen doorwerken. Het zijn kleuters die bedenken dat ouderen geen recht hebben op een dure ziekenhuisbehandeling, omdat het de moeite niet meer zou lonen.

Denk niet dat ik nu iedereen van 44 of jonger over één kam scheer. Ik zie genoeg jongeren, die veel genuanceerder over dat soort zaken denken. Mij valt op dat die jongeren een gemiddelde leeftijd van dik onder de 44 hebben en niet in de politiek zitten.
De jeugd heeft dus wel een toekomst te bieden. De echte jeugd dan. Niet dat stel oudere jongeren van 44.

Tijd is een ogenblik.

Drosteblik Het moment dat je het leven in een ogenblik aan je voorbij ziet trekken, is misschien het enige moment waarop tijd het meest waarheidsgetrouw in beeld is. Hetzelfde moment omvat verleden en heden. De toekomst(verwachting) is op dat bijzondere moment ook duidelijk.

Tijd stellen we ons voor als een continu proces, waar de zon de dagen markeert en de draaiing van de aarde de seizoenen regelt. Daar hebben we wat kunstmatige zaken aan toegevoegd om een eigen orde daarin te scheppen. De kalender en de klok.
Wat er binnen die natuurlijke en kunstmatige tijd gebeurt, wordt beschreven en zo ontstaan verhalen van verleden en heden. De toekomst zou gedeeltelijk voorspeld kunnen worden, door verleden en heden grondig te analyseren. We gaan er wel van uit dat er een toekomst is.

Van het verleden wordt gedacht dat die niet van deze tijd is. Het kan gewoon niet in het heden plaatsvinden. Net zoals het heden morgen geschiedenis is en vandaag dus niet in de toekomst kan bestaan.
Het grappige is, dat niemand tijd als een onafhankelijk, op zichzelf staand verschijnsel ziet. Voor gelovigen begint de tijd bij de schepping. Maya-adepten menen dat tijd uit kosmische cycli bestaat. En wie niet zo spiritueel is ingesteld, hangt gewoon het heden-verleden-toekomst-lijntje aan, zonder toeters en bellen.

Het komt er op neer dat er a). zonder tijd geen leven is en b). zonder kunstmatige duiding van de tijd geen zin van het leven.
Toelichting bij a).: Al de zon alsmaar aan de hemel staat, zonder op- of onder te gaan, zouden wij zeker niet bestaan. Zoveel heeft de wetenschap wel bewezen.
Toelichting bij b).: Zonder menselijke ingrepen in de tijd, zouden we geen glorieuze of dramatische geschiedenissen kennen, geen heden hebben om geschiedenis van te maken en geen toekomst kennen om naar onze hand te zetten. Dan valt eigenlijk alle zingeving weg.

Onze alledaagse perceptie van tijd geeft heel wat houvast. Dus moeten we die maar laten voor wat het is. Bovendien: als iemand met een totaal andere perceptie komt, kun je de klok er op gelijk zetten dat-ie naar de GGZ wordt doorverwezen. U snapt het al: ik ga dat risico nemen.
Waarom? Omdat perceptie en werkelijkheid zelden hetzelfde zijn. Iemands perceptie is op zijn minst de onwerkelijkheid van iemand anders zijn perceptie. Hoewel we een mensengeschiedenis lang er niet zijn uitgekomen, blijf ik de vraag interessant vinden of er buiten ieders perceptie nog een werkelijkheid op zich is.

Zou er buiten onze perceptie van tijd, ook een werkelijke tijd bestaan? Ik waag een gokje. Ja, die is er.
Tijd is een blik. Een ruimte waarbinnen alles zich herhaalt. Het wiel wordt telkens opnieuw uitgevonden, tal van processen voltrekken zich in cyclische herhaling, ofwel: de geschiedenis vertoont gedaantewisselingen, maar is in de kern zijn eigen replicatie. Tijd lijkt meer op een Drosteblikje, dan op een door de eeuwigheid snellende lijn.
Tijd is een opeenstapeling van gebeurtenissen, geen lineair continuüm van oorzaak en gevolg.

Tijd is niet meer dan hier en nu. Eén ogenblik. Dat maakt het mogelijk naar een verleden te kijken en naar een toekomst uit te zien. Dat gebeurt allemaal wel in dat hier en nu. En omdat tijd niet meer is dan dat, herhaalt alles zich ook.
Deze opvatting van tijd kan alleen maar waar zijn, als het ook echt waar is dat alles zich inderdaad herhaalt. Daar heb ik wel een mening over, maar geen keiharde bewijzen. Dat is dus iets om nog over na te denken, als ik daar de tijd voor heb.

Culturele acceptatie versnelt?

Snelheid Zo’n tweehonderd jaar aan culturele ontwikkeling staat binnenkort on-line. Ruim 5 miljoen boeken zijn gedigitaliseerd en je hoeft du niet meer alle bibliotheken over heel de wereld af te lopen om de cultuurverschijnselen na te pluizen.

Maar ook digitaal kost dat veel tijd. Die hebben mensen steeds minder. Een conclusie die wetenschappers al uit die enorme hoeveelheid materiaal hebben getrokken. Hebben zij dan wel al die boeken gelezen?
Nee, dat hebben ze aan computers overgelaten, lezen we op VPRO’s Noorderlicht, waar ook een paar aardige voorbeelden staan, die uit computerresearch in de digitale rijstebrij zijn gehaald. Opmerkelijke conclusies, die binnenkort via Google’s culturomics op te halen zijn. Een soort cablegate van de menselijke cultuur.

In deze moderne tijden vergeten we het verleden sneller. In steeds rapper tempo wisselen we die in voor noviteiten. De wetenschappers denken dat te bewijzen, omdat uit het computeronderzoek bleek dat in de 19e eeuw jaartallen en bijbehorende gebeurtenissen veel langer werden genoemd, dan in de 20e eeuw. Nieuwe technologieën worden nu veel sneller geaccepteerd ,dan twee eeuwen geleden.
Noorderlicht haalt een wat grappiger voorbeeldje aan. Mensen worden sneller beroemd, maar zijn dat sneller beroemdheid af. Kunnen we nu concluderen dat we in het algemeen van alles sneller vergeten?

Het idee in tijden te leven waar ontwikkelingen zich in rap tempo voltrekken, zullen velen wel herkennen, denk ik. Als dat ook echt zo is, verklaart dat misschien waarom we sneller zaken vergeten. De geheugenruimte in onze eigen harde schijf, kent blijkbaar zijn grenzen. Wie al het nieuwe tot zich wil nemen, zal wel oude troep moeten opruimen.

Ik zie een veel interessantere mogelijkheid van het
culturomics project. Misschien zijn hedendaagse ontwikkelingen te duiden met observaties uit het verleden. De acceptatie van een nieuwigheden is toch niet alleen een kwestie van tijd? Wie weet is er uit te vogelen wat er nog meer bij komt kijken. Het zou al leuk zijn te weten hoe lang het duurt voor nieuwkomers in een samenleving worden geaccepteerd. Nog aardiger wordt het, als we weten welke factoren een rol speelden in die acceptatie.

Ongeborenen hebben de toekomst

Bevolkingsgroei De jeugd heeft de toekomst. Een gevleugeld woord en een ernstige misvatting. De jeugd kan daar weinig aan doen, want de jeugd doet niet anders dan wat we allemaal hebben gedaan: gewoon er op los leven.

Welke toekomst die jeugd zal hebben, is niet zeker. Dat de Nederlandse jeugd zal sterven in een oververhitte woestijn, omdat het klimaat onze polders drooglegt, wordt ontkent door mensen die denken dat de jeugd eerder een ijzige toekomst wacht, waar ze ten onder gaat aan bevriezingsverschijnselen.
Dat is allemaal grotesk geschetst natuurlijk, maar we leven wel in een tijd waar depressieve gedachten over gevolgen van klimaatveranderingen, vergrijzing van de bevolking of economische rampspoed een al te positieve levensverwachting ondermijnen.

Je hebt optimisten die denken dat het allemaal wel mee zal vallen en je hebt optimisten die tal van oplossingen bedenken om lustig voort te leven. Ik hoop dat de eersten gelijk krijgen en de tweede groep zou eens te rade moeten gaan bij de demografen die
in PNAS, het Amerikaanse tijdschrift voor ontwikkelingen in de wetenschap. VPRO’s Noorderlicht haalt de demografen aan: “Het afremmen van de bevolkingsgroei, concluderen zij, kan tot 2050 16-29% van de reductie in uitstoot van broeikassen realiseren die volgens het IPCC nodig is om een gevaarlijke opwarming van de aarde te voorkomen”.
Ofwel: ongeborenen zijn het milieuvriendelijkst, kopt Noorderlicht vrolijk.

Een waarheid als een koe. Wie niet geboren wordt, kan ook niets fout doen. Helaas is de keuze wel of niet ter wereld te komen, niet aan de geborenen zelf. En hoe goed die ook hun best doen, hun pure aanwezigheid veroorzaak onmiddellijk milieuschade. Dat kan beperkt worden door simpelweg met minder te zijn.
Ondanks dat god met natuurgeweld en mensen met oorlogsgeweld daar het nodige aan bijdragen, groeit de wereldbevolking gestaag. De problemen die mensen veroorzaken groeien in sommige gevallen nog sneller. Voorbeeldje: tussen 2000 en 2006 groeide de Nederlandse bevolking met vijf procent. De zorgkosten stegen in diezelfde tijd met ruim 56 procent.

Andere problemen, als schaarste aan voedsel en gezond drinkwater, zijn zeker op te lossen als de verdeling wat beter wordt geregeld. Als de wereldbevolking maar zeer beperkt groeit. De huidige noden kunnen voor een groot deel geledigd worden via betere politieke beslissingen en wetenschappelijke vooruitgang. Maar bijna niemand leeft meer bij brood, water en frisse lucht alleen. Huizen, wegen, scholen, kantoren en fabrieken zijn onmisbaar onderdeel van de existentie geworden.
Blijft de bevolking dus groeien, zal er ergens een omslagpunt komen en is er te weinig ruimte is voor de brood-, water en schone lucht voorziening.

Kortom: willen we nog een lange, mooie toekomst, dan zullen we de ongeborenen de ruimte moeten geven.

Swiebertjedorp of Pietje Bellstad?

Swiebertjedorp of PietjeBellstad? Lang geleden had het bevoegd gezag in Rotterdam de nodige moeite met Pietje Bell. We hebben het dan wel over nostalgische fictie en het Rotterdam uit de tijd van deze kwajongen, bestaat niet meer. De stad heeft een heel ander imago, hoewel de kwajongens nog wel over elkaar heen rollen en de burgervader zich daardoor genoodzaakt ziet over te gaan tot hertelling van de stemmen van de laatste verkiezingen. Misschien moeten de verkiezingen wel helemaal overgedaan worden.

Wat een rust tref je aan in krimpende oorden elders in het land. Je begrijpt niet waarom men in pittoreske plaatsjes zoveel moeite doet, de woonplaats in de vaart der volkeren op te stoten. Neem het Groningse
gehucht Wedde. Gemeentebestuur en zakenleven willen het dorp oppimpen tot Swiebertjedorp. Natuurlijk bedoeld om wat meer volk over de vloer te krijgen.

Daarmee concurreert men met Oudewater. De Zuid-Hollandse plaats, de televisie serie Swiebertje
ooit werd opgenomen. Kijk en vergelijk op de afbeelding hier linksboven. Wat vind jij het beste Swiebertjedorp?

Wedde mag dan uiterlijk veel overeenkomsten hebben met de plaatjes uit de serie, het gehucht is zeker niet in de tijd van Swiebertje blijven steken. Vorige maand werd er nog een
ondergrondse hennepkwekerij opgerold. Misschien is dat ook een reden om de gemoedelijke sfeer van Swiebertje op te roepen. Voor de nodige aanpassingen is wel wat geld nodig en, jammer voor Wedde, de eerste een miljoen euro van de Bankgiroloterij, is al aan de neus voorbij gegaan.

Maar wat bezielt Wedde om Swiebertje binnen te halen? Rotterdam is groot geworden met de rebelse Pietje Bell en zie wat er van is geworden. Streeft Wedde met het binnenhalen van de even rebelse zwerver, naar een status zo groot als Rotterdam? Of heeft men meer het bloeiende zakenleven in Hoofddorp voor ogen? Waar ooit de
corpulente Dik Trom de boel onveilig maakte. Wil Wedde ook een vliegveld en een kantoren- en bedrijvenvlakte?

Waarom halen lokale bestuurders geen bravere types van stal om een mooie toekomst voor hun gemeenten te bewerkstelligen? In
plaatsen waar de tv-serie Q en Q werd opgenomen, gaat het er heel anders aan toe.
In Ankeveen heb je
nog lijstduwers, die hun verantwoordelijkheid wel nemen. In Huizen is iedereen blij en worden er geen stemmen opnieuw geteld. Alleen in Nederhorst den Berg heerst opstandigheid. Het dorp wil zich afscheiden van Nederland, uit protest tegen plannen een stukje natuur onder water te zetten. Maar eigenlijk is dat een toonbeeld van het fiere karakter dat ons allen in de strijd tegen het water zo heeft gevormd.

De vraag van vandaag. Welke jeugdidolen uit boeken of tv-series, moet een stad of dorp erbij halen, om lokaal gedonder te overstijgen?

Welke cold case wil jij openen?

Cold case Dankzij hedendaagse technologie zijn twee zaken uit 1991 opgelost. In een geval leidde dat tot een veroordeling, in een ander geval tot vrijlating van een man die al 18 jaar vastzat.

Cold cases. Zonder het forensische DNA-onderzoek van deze tijd zouden oude zaken voorgoed in de vergetelheid raken, een spoor achterlatend van teleurgestelde slachtoffers en vermeende daders. Maar nu de techniek is gevorderd kan de speciale
cold case eenheid van het Openbaar Ministerie nog eens diep graven in de geschiedenis.

De politie is zelfs ingeschakeld om de moord op Willem van Oranje opnieuw te onderzoeken. Een akkefietje van ruim 400 jaar geleden. Nu is dat geen echte cold case, omdat er geen redenen zijn aan te nemen dat Balthasar Gerards ten onrechte is veroordeeld. Het onderzoek bracht wel enkele details aan het licht, die niet overeenkwamen met de geschiedschrijving van de aanslag. Veel meer komen we niet te weten omdat het graf van Willem niet open mag.

Een zaak van 18 jaar geleden, een zaak van 400 jaar geleden. Dat is nog niks vergeleken bij een kwestie van bijna 1700 ruim 3300 jaar geleden. Toetanchamon is niet vermoord door een klap op het hoofd, maar gestorven aan een botziekte en malaria. Ook hier wordt de geschiedschrijving achterhaald door DNA-onderzoek en andere moderne technieken (zie
artikel van NRC).
Veel eerder wist een wetenschapper zelfs de joodse geschiedenis te wijzigen met (onder andere) behulp van DNA-onderzoek (lees meer in dit artikel van Trouw).

Zou het wat uitmaken als we wisten dat Napoleon niet naar Elba was verbannen, maar dat een plaatsvervanger op het eiland terecht is gekomen? Wat verandert er als we erachter komen dat Jezus een en dezelfde persoon blijkt te zijn als Boeddha en Mohammed?
DNA kan de toekomst bepalen door de geschiedenis te veranderen. Welke cold cases zou jij graag heropend willen zien? En wat zou het moeten opleveren voor een toekomst die jij voor ogen hebt?

Het CDA in dialoog bijeen

Het CDA in dialoog bijeen

Samen sta je sterk. Een slogan die vooral door socialisten is gebruikt, maar die tot in finesses wordt beheerst door het CDA.

Lang voor die partij een Collectief Dogmatische Appèlgroep werd, verenigden gelovigen met politieke ambities zich in samenwerking. Toen ons kiesstelsel nog in de kinderschoenen stond, schaarden gereformeerden en katholieken zich eendrachtig achter het doel openbaar en bijzonder onderwijs van gelijke rechten te voorzien. Nu, negentig jaar later, werkt men samen om elk denkbaar maatschappelijk terrein van christelijke normen en waarden te voorzien.

De geschiedenis van het CDA is er een van afsplitsingen en fusies. Onenigheid en verbroedering wisselden elkaar de hele historie af. Met regelmaat werd men uit elkaar gedreven door verschillende opvattingen over hoe je van de bijbel nou politiek moest maken. Maar met een zelfde regelmaat sloeg men de handen ook weer ineen, teneinde genoeg kracht te verzamelen om enige macht van betekenis te behouden.

De ARP, de eerste parlementaire partij, heeft sinds de oprichting zeker zes keer broeder en zusters de gelederen zien verlaten. Eén afsplitsing leidde tot de VAR (Vrije Anti-revolutionaire partij), die de voorloper was van de CHU (Christelijke Historische Unie). Maar nu zitten ARP en CHU alweer 28 jaar saamhorig bijeen in het CDA. En met latere afgesplitste geloofsbroeders (GPV en RPF) werkt men nu zelfs samen in het huidige kabinet. GPV en RPF hebben in 1975 een eigen collectiefje gesmeed: de CU van Rouvoet.

Hoewel de katholieken veel later tot een landelijke politieke partij wisten te komen, hebben ze de christelijke samenwerking altijd gedomineerd. Ze hadden wat minder last van afsplitsingen en die paar dwalenden waren nooit zo'n lang leven beschoren, dat ze van genoeg betekenis waren om ze weer tot de roomse kudde terug te roepen (zie hier de geschiedenis van het CDA en klik-je-link voor verdere historie).

Vandaag, 8 november, is het CDA in dialoog bijeen. Het najaarscongres is volop aan de gang en weer rollen de meningsverschillen over tafel.
Minister Klink stelde voor een versoepeling van
het rookverbod te onderzoeken, het congres heeft dat inmiddels verworpen.
Fractievoorzitter van Geel wil
de coffeeshops geheel van de kaart vegen, staatssecretaris Timmermans vindt dat geen goed idee.
Van Geel vindt het verder niet van pas komen om
de koopkracht te repareren als die door de kredietcrisis in de knel komt. Dat is een heel andere stelling dan het CDA verkondigt in hun visie op de toekomst: inkomenszekerheid bieden via sociale zekerheid, die toereikend moet zijn om met perspectief te kunnen leven. Mensen moeten immers volwaardig kunnen meedoen aan de samenleving.

De CDA-jongeren roeren zich ook. Die moet je wel aan het woord laten, want de jeugd heeft de toekomst, nietwaar?
De
CDA-jeugd heeft een conflict met de oudere generatie: ze vinden het CDA eigenlijk nog veel te soepel, zeg maar, te links. Ze halen zelfs een oude ambitie van stal en poetsen die wat op. Streden hun historische voorgangers voor gelijkberechtiging van openbaar en bijzonder onderwijs, de CDA-jongeren eisen nu een eigen universiteit waar ze recht in de leer worden onderwezen. De huidige universiteiten hebben het alleen maar over postmodernisme en sociaal-constructivisme. Geef ons alsjeblieft conservatieve schrijvers als Ad Verbrugge en paus Benedictus XVI te lezen, aldus de CDA-jongeren.

In de CDA-dialoog over de toekomst (“Morgen begint vandaag” het centrale thema op het congres), ziet Balkenende zijn rol nog lang niet uitgespeeld. Maar ter rechterzijde klinken kritische geluiden. Hans Hillen vindt dat de premier teveel belang hecht aan een harmonieus samenzijn: “Wie met zijn gezicht naar de harmonie loopt, loopt met zijn rug naar de toekomst”.

Zullen al die onderlinge twisten leiden tot nieuwe afsplitsingen? Zal het gekrakeel het CDA doen wankelen?
Wie daar op hoopt moet niet vergeten dat het CDA heer en meester is in de dialoog met de samenleving. Slechts één keer heeft men niet zo goed geluisterd naar die samenleving en dat was ook de enige keer dat het christelijke verbond van regeringsdeelname werd uitgesloten. Dat duurde slechts een kleine negen jaren ( de kabinetten Kok). Maar verder heeft men altijd het centrum van de macht beheerst.
Vanaf 1945 hebben 10 christelijke minister-presidenten het land geleid (de sociaal-democraten: drie mp's, de liberalen slecht één). En, op twee verkiezingen na, wist men altijd de grootste partij te worden. Soms wat aan de krappe kant en slechts drie glorierijke overwinningen in 1956, 1959 en 1963, maar meestal
genoeg zetels om almachtig te blijven.

Macht smaakt altijd naar meer en dat zal dan ook de reden zijn waarom het CDA zo graag in dialoog met de samenleving wil blijven. Men moet immers op tijd weten of men de principes dan weer eens wat strak, dan weer wat rekkelijk moet hanteren. Zodoende weet men welke coalities het meest geschikt zijn om tot in den eeuwigheid te kunnen regeren.

Update 8 nov.; 22.45 u.: Lees ook deze aardige analyse over de toekomst van het CDA (Volkskrant).

Update 9 nov.
Balkenende eindigde zijn congresspeech met:

Het CDA als partij die er altijd staat.
Rots- en koersvast.
Betrouwbaar, solide en solidair.
Dank u wel.

Die eerste regel klopt, zoals in het artikel is te lezen.
De tweede regel valt wel wat op af te dingen. Tenzij het laveren van rechter- naar linkerzijde onder koersvast moet worden verstaan.
De derde regel geldt alleen intern. Met alle anderen neemt het CDA elk loopje dat ze goeddunkt.
De laatste regel is wel op zin plaats. Je mag het kiezersvolk wel heel hartelijk bedanken, dat je maar één keer in je geschiedenis een pak slaag hebt gehad.