Auteursarchief: Klokwerk

Miljardairs redden de wereld

MensHet is altijd goed om rond de jaarwisseling even de balans op te maken. We weten weer waar we staan en kunnen, met de cijfers in de hand, beslissen wat we het komende jaar moeten doen.

De Groninger die met een staatslot miljonair werd, heeft 30 miljoen euro te overdenken. Hij of zij zal er ongetwijfeld leuke dingen mee doen. De honderd rijksten ter wereld werden in 2012 nog rijker en ook zij zullen zeker leuke dingetjes ondernemen.

Die honderd rijken zijn gezamenlijk 182 miljard euro rijker geworden. In de top-40 van de Bloomberg Billionairs Index is de Spanjaard Amancio Ortega de sterkste stijger. Zijn vermogen is gegroeid tot 57,5 miljard dollar. Als de man de Europese steun aan Spanje volledig voor zijn rekening neemt, dan slinkt zijn rijkdom tot 3,9 miljard euro.

In Bloombergs top-40 staan zeventien Amerikanen. Gezamenlijk goed voor ruim 500 miljard dollar. De ‘fiscal cliff’-discussie in Amerika ging om een pakket bezuinigingsmaatregelen ter waarde van 600 miljard dollar. Dat had dus over 100 miljard dollar kunnen gaan, als de zeventien rijkste Amerikanen hun vermogen hadden moeten inleveren.

Denk nu niet dat de rijksten der aarde een stelletje graaiers zijn, die over de ruggen van anderen hun kapitaal vergaren. Nee, ze werken er snoeihard voor en ze hebben de wereld heel wat moois geboden. Ze geven kapitalen aan goede doelen en zijn niet te beroerd van de overheid te eisen dat ze in tijden van crisis meer belasting moeten betalen. In 2011 lanceerde Warren Buffet dat idee.

Het is dus niet erg dat ze rijker zijn geworden, want nu kunnen ze nog meer aan goede doelen geven en nog meer belasting betalen. Daar profiteren we allemaal van, toch?

We vergeten maar dat we allemaal hard moeten werken om de rijken rijk te maken. Om hun briljante producten te kopen, moeten we er ook voor werken. We stellen dus onze rijkdom, lees: onze arbeidskracht, ter beschikking, betalen over het salaris belasting en wat we dan overhouden besteden we aan de aankoop van al dat moois. We hebben onze bijdrage wel geleverd.

Dat wij geen miljonairs zijn is eigen schuld. Hadden we maar net zo slim en net zo goed in het organiseren van arbeid moeten zijn. Wie dom is geboren, mag blij zijn dat-ie nog een dubbeltje wordt en moet niet zeuren dat hij nooit een kwartje zal worden.

Nee, gewoon blijven werken en consumeren om de rijken ook in 2013 weer rijker te maken. Die paar rijken houden de wereld immers draaiende. Mocht u werkloos worden en tot armoe vervallen, dan is er altijd nog een door een vermogend mens gesponsorde voedselbank.

Wie zijn baantje houdt, heeft vast genoeg over voor een volgend staatslot. Mocht u een paar miljoen winnen, dan kunt u in 2013 een stukje van de wereld redden.

Bij Dave Brubecks dood

MensDave Brubeck, de jazzpianist van het beroemdste mopje muziek in een oneven maatsoort is overleden. Hij meldt zich aan de hemelpoort.

Petrus: “Als we daar meneer Brubeck niet hebben!”.
DB: “Jawel, daar hebt u me wel”.

Petrus: “Man, wat we aan jou al niet te danken hebben”.
DB: “Doe geen moeite. Ik heb lof genoeg gehad tijdens mijn leven. Ik kom hier voor mijn rust”.

Petrus: “Ik bedoel de aardse dankbaarheid niet, man”.
DB: “Niet? Wat dan?”

Petrus: “We kregen het hier zo’n jaar of 65 hier ineens druk dankzij jouw muziek”.
DB: “Goh, nooit geweten. En heeft u ervan genoten?”

Petrus: “Helemaal niet! Ik zat tegen een burn out aan.”
DB: “Van mijn muziek??”

Petrus: “Nee, van al die lieden die daarop wilden dansen maar niet uit de voeten konden met die oneven maten van je. Er waren er heel wat die ongelukkig ten val zijn gekomen. Er waren dagen bij dat er wel vijftig van die brekebeentjes tegelijk aan de poort stonden”.
DB: “Je bedoelt breakdancers”.

Petrus:“Nee Davie, breakdancers stampen er gewoon in vieren op los. Die breken enkel hun nek bij een spin, maar dat gebeurt hoogst zelden. Maar jij moest zo nodig met vijfkwartsmaten en elf-achtsten in de weer”.
DB: “Nou, als mensen daar op gaan dansen is dat toch niet mijn schuld? Ze hadden ook gewoon op hun stoel naar de muziek kunnen luisteren”.

Petrus: “Alsof dat je bedoeling was! Je genoot er best van dat je pingelarij zo populair was en dat ook popliefhebbers er voor gingen. Die wisten niet beter dan dat muziek er voor was om op te dansen”.
DB: “Okee, ik vond dat allemaal wel aardig, ja. Maar ik maakte die muziek niet om ze de dood in te jagen. Integendeel zelfs”.

Petrus: “Dat snap ik”.
DB: “Goed, en mag ik er nu in?”

Petrus: “Onder één voorwaarde: je blijft van de piano af”.
DB: “Mag ik dan op het orgel?”

Petrus: “Als je maar weet dat die bedoelt is voor religieuze hymnen”.
DB: “Ja, en?”

Petrus: “Die zijn gewoon in vieren. Als ik ook maar één tel teveel hoor, stuur ik je terug”.
DB: “Akkoord. Ik ben uitgeteld. Laat me nu rusten”.

Mens van het Jaar 2012

MensVorig jaar werd u hier opgeroepen een betere ‘Mens van het jaar’ aan te wijzen, dan Elseviers ‘Man van het Jaar’. De nominaties en uiteindelijke verkiezing liep verder via weblog Sargasso.  Daar werd een voor velen onbekende Remco Hemmelder uitgeroepen tot Sargasso’s Mens van het Jaar.

In december worden we overspoeld worden door tradities, dus  is elke nieuwe er één teveel. Voor de Mens van het Jaar maken we graag een uitzondering.

In 2011 was de verkiezing geïnspireerd op Elseviers keuze voor de Man van het Jaar, Mark Rutte. We vonden dat er wel betere kandidaten voor zo’n enorme eretitel waren. Dat vonden de lezers ook en zij droegen kandidaten aan voor een bijzondere lijst genomineerden.

Elsevier moet nog met de man van het jaar komen, maar er zal vast weer een zeer bekende Nederlander uitrollen. Wij denken dat er voor de eretitel Mens van het Jaar betere kandidaten zijn dan de eerste de beste hotemetoot.

Er zijn al heel wat mensen tot bijzonderheid van het jaar benoemd. Van een secretaresse tot een telefonist/receptionist, en een schoonmaker van het jaar. Van een vakman tot een overheidsmanager van het jaar. En niet te vergeten de leraar, de communicatieman/vrouw en de e-mail man van het jaar.

Maar is er wel eens een erepodium klaargezet voor de huishoudelijke hulpen? De mensen die bij particulieren thuis de boel op orde houden? En wie is de portier van het jaar? Of de wc-juffrouw van het jaar? Ik noem er maar een paar. Misschien zijn er wel huldigingen voor deze beroepen, maar ik heb ze nog niet gevonden. Kennen de lezers misschien ondergewaardeerde vaklui die dit jaar  een erepodium verdienen?

Voor Sargasso’s Mens van het Jaar mogen ook wel wat bekendere Nederlanders in aanmerking komen. Komt Geert Wilders in aanmerking omdat hij Rutte I liet ploffen? Of hoogleraar Ewald Engelen die tot burgerlijke ongehoorzaamheid oproept, als antwoord op de recessie?

We zoeken niet de meest invloedrijke Nederlander, niet de beste sporter of zanger, maar kandidaten die volgens u met recht de eretitel Mens van het Jaar verdienen. Ga naar Sargasso en gooi uw kandidaten daar in de reacties, uiteraard met een motivering. en uw kandidaten zetten we hier eind december op een verkiezingslijst, waaruit alle lezers de Mens van het Jaar 2012 kunnen kiezen.

Rutte slaat er op los

Bruggen slaanWe kunnen voluit aan de slag, zei Rutte bij de eerste persconferentie na de ministerraad. Rutte II heeft wat met slaan. Eerst de bruggen en nu dus een slag er naar slaan. Wat slaat Rutte II zoals nog meer?

De borst. Rutte sloeg zichzelf meteen op de borst. In het persbericht over de persconferentie lezen we: Een aantal voornemens uit het regeerakkoord zijn al direct omgezet in concrete voorstellen. Wat een vaart! Twee van die concrete voorstellen vloeien voort uit passages in het regeerakkoord, waar Rutte II er maar een slag naar deed: de zorgpremie en de woningmarkt. Er moest duidelijkheid komen en die is er nu.

Het nieuwe deelakkoord over de zorgpremie betekent nog steeds dat veel mensen er op achteruit gaan, sommigen iets minder. En maatregelen die de woningmarkt nog steviger zouden frustreren worden voorlopig uitgesteld. Verder mooi nieuws voor wetenschappelijk onderzoek: in één dag tijd 9 miljoen euro meer gekregen dan de 167 miljoen euro die  minister Bussemaker eerder bekend maakte. Het persbericht over de ministerraad spreekt van 176 miljoen euro.

Een onzorgvuldig doorgerekend regeerakkoord en een typefoutje. Als Rutte II zo de komende vier jaar met de cijfers omgaat, hebben we weinig te vrezen, want het pakt tot nu toe gunstig uit.

Het moet gezegd: met verve sloeg Rutte zich door het debat over het regeerakkoord. Jawel, het kabinet zal spijkers met koppen slaan. Rutte deed de ene toezegging na de andere, als antwoord op vragen over meer duidelijkheid. Zonder al te veel morren nam de Tweede Kamer daar genoegen mee. We zijn natuurlijk nieuwsgierig of Rutte zich er even heldhaftig doorheen slaat als de geleverde duidelijkheid tegenvalt.

Eigenlijk is het gek dat het regeerakkoord zo onduidelijk en onsamenhangend wordt gevonden. Want ook na Ruttes regeringsverklaring is één ding duidelijk: wat er ook gebeurt, de schatkist moet er een slaatje uit slaan. Anders gezegd: een gunstig uitpakkende toezegging zal pijn doen op een ander gebied.

Zo langzamerhand lijkt iedereen vergeten te zijn waar de crisis is begonnen. Zichzelf rijk rekenende banken vielen ineens om. Rutte en zijn collega’s werken aan de oplossing. Niet de financiële instellingen, maar de burger wordt aangeslagen.

Het is flauw om dat alleen Rutte aan te rekenen. Na Verhagen en Wilders, mag Samson nu meewerken met de wild om zich heen slaande Rutte. De handen ineen slaan, heet dat. Hoe het ook uitpakt, Rutte I en II zullen de geschiedenis in gaan als de Slag van Rutte.

Rutte II moet huiswerk overdoen

Het debat over de regeringsverklaring is uitgesteld tot dinsdag 13 november. Aanleiding tot het uitstel is de paniek over de zorgpremie. Dat is slechts één maatregel uit een snel in elkaar geflanst en rammelend regeerakkoord. De Tweede Kamer zou Rutte II op moet dragen het hele huiswerk over te doen.

Rutte en Samson waren snel. Ze hebben elkaar wel het ‘vertrouwen’, maar niet ‘de ruimte en voldoende tijd’ gegeven die ze in het regeerakkoord noemen als ‘belangrijke randvoorwaarden’ om ‘Nederland uit de crisis te laten komen’ (alinea zeven en acht uit de inleiding van het regeerakkoord). Nu wordt Rutte II gedwongen de tijd te nemen niet alleen het vertrouwen van de Tweede Kamer, maar ook van een groeiend aantal ongeruste maatschappelijke organisaties en burgers te winnen.

Regeerakkoord creëert wantrouwen

Het aantal alarmerende koopkrachtplaatjes, cijfers over banenverlies en kritische reacties over onduidelijkheden in het regeerakkoord neemt met de dag toe. Is het wantrouwen van de samenleving in Rutte II terecht?

Nee, kan het antwoord zijn. Een regeerakkoord formuleert slechts algemene uitgangspunten. Als Rutte verklaart dat iedereen offers moet brengen, maar dat de regering het akkoord rechtvaardig zal uitwerken, dan zou dat voldoende moeten zijn. De regering kan aan het werk en de debatten volgen wel al onderdelen daadwerkelijk aan de orde komen.

Ja, moet het antwoord zijn, want het regeerakkoord somt 314 maatregelen op, waarvan sommigen haaks staan op wat de regering zegt te willen bereiken.

Verwarrende prioriteiten

Een regeerakkoord hoeft niet uitputtend gedetailleerd te zijn. Het moet wel duidelijke antwoorden geven op de meest prangende vragen van deze tijd. In de structuur en de aandacht die Rutte en Samson aan onderdelen gaven, gaat het al mis.

De volgorde en hoeveelheid tekst van de dertien hoofdstukken suggereren een rangorde van prioriteiten. Zo lijkt het logisch dat het eerste hoofdstuk ‘Nederland uit de crisis: solide en sociaal’ is getiteld. Met 330 woorden wordt er echter minimaal aandacht aan besteed. Het hoofdstukje somt vier concrete maatregelen op, uitgewerkt in niet meer dan 131 woorden. Is dat de hele crisisvisie van Rutte II?

Hoofdstuk zeven, ‘Zorg dichtbij’, lijkt met 2.325 woorden en 33 maatregelen (uitgewerkt in 1.585 woorden) de grootste prioriteit te hebben, gevolgd door de hoofdstukken drie en zes: ‘Duurzaamheid en vernieuwing’ en ‘Van goed naar excellent onderwijs’.
Zo bekeken is dit het prioriteitenlijstje van Rutte II.

Regeerakkoord

Dertien ambities, dertien ongelukken?

Het gaat niet om het aantal woorden, het gaat om de inhoud. Eén voorbeeld volstaat om aan te tonen dat dit regeerakkoord het land niet uit de crisis helpt. Hoofdstuk elf gaat over de arbeidsmarkt. Veertig procent van de tekst gaat over de versoepeling van het ontslagrecht en verkorting van de WW-duur. Dertig procent gaat over hervorming van de Wet Werken naar Vermogen en vierentwintig procent gaat over de kinderopvang. Nul procent gaat over stimulerende maatregelen.

Versoepeling van het ontslagrecht zou de arbeidsmarkt er bovenop helpen. In alle andere hoofdstukken zijn echter passages te vinden die de arbeidsmarkt zwaar zullen belasten. In 38% van de hoofdstukken staan maatregelen die tot banenverlies leiden in de zorg, het onderwijs, de kinderopvang. natuurbeheer en bij de overheden.

Op gebied van de zorg, sociale zekerheid en inkomensbeleid en de woningmarkt (23% van de hoofdstukken) staan maatregelen die tot forse krimp van de huishoudbudgetten zullen leiden. Ook dat heeft effect op de arbeidsmarkt.

In het komende debat hoeft de Tweede Kamer waarschijnlijk het debat over de rammelende zorgpremieplannen niet meer te voeren. VVD en PvdA zijn druk bezig een weg uit die crisis te vinden.  Dat is mooi, want dan heeft de Tweede Kamer alle gelegenheid van Rutte II te eisen dat het zwaar onvoldoende huiswerk over wordt gedaan.

Regeerakkoord: Zorg dichtbij en toch zo veraf

Zorg dichtbijIn de zorgparagraaf van het regeerakkoord staan slechts twee noviteiten: het zorgpremiestelsel en het populatiegebonden budget. Door gebrek aan duidelijkheid is over het eerste is al veel rumoer losgebarsten. Er bestaat een gerede kans dat het andere onderdelen van de zorgparagraaf ook zo zal vergaan.

Zorg dichtbij, luidt de titel van de zorgparagraaf. Het regeerakkoord belooft meer wijkverpleegkundigen, meer tweedelijnszorg naar de eerste lijn en hevelt voorzieningen over naar de gemeenten. Daar staan echter bezuinigingen op de lonen van verplegend personeel, schaalvergroting, volumebeperking en  gekrompen budgetten tegenover.

Betere zorg voor minder geld.

De prioriteiten: goede zorg en goede gezondheid, kwaliteitsverbetering, kostenbeheersing en samenwerking tussen zorgaanbieders. ‘Kwaliteitsverhoging gaat (…) vaak samen met kostenverlaging’ en ‘Concentratie van voorzieningen zorgt  voor hogere kwaliteit tegen lagere kosten’ zijn een paar citaten die het droomland van Rutte II goed illustreren.

Maar het regeerakkoord geeft weinig duidelijkheid over hoe de brei van maatregelen een consistent, kwalitatief goede zorg  waarborgt.

Kostenbeheersing.

Met een bekende, maar sleetse tactiek, moet in 2017 vijf miljard euro zijn bezuinigd. Evenals vorige kabinetten gaat Rutte II vooral schuiven met potjes. Onderdelen van de zorg worden overgeheveld van Rijk naar gemeenten, van  tweedelijnszorg naar de eerste lijn en van de AWBZ naar de WMO of ZVW. De overhevelingen gaan uiteraard gepaard met verlaagde budgetten.

Verschuivingen van AWBZ naar WMO en ZVW hebben tot op heden niet bijgedragen aan vermindering van de zorgkosten. Wel aan onrust onder patiënten en zorgorganisaties die hun uitvoeringsapparaat moesten reorganiseren. De geschiedenis van de AWBZ staat bol van verschuivingen, de kosten zijn alleen maar gestegen. Een summier overzicht in dit exceldocument.

Populatiegebonden budget.

Het ei van Columbus op gebied van kostenbeheersing lijkt het populatiegebonden budget te worden. Huisartsenzorg en extramurale verpleging worden gefinancierd met regiobudgetten, die vastgesteld worden op basis van bevolkingskenmerken zoals leeftijd, risicogroepen en chronisch zieken. Als de regio geld overhoudt, mag een deel van de winst behouden worden, een ander deel gaat naar de verzekeraars.

In Groot-Brittanië heeft men er sinds 1974 ervaring mee, In de Verenigde Staten en Duitsland lopen succesvolle experimenten. Regionale samenwerking verbetert de kwaliteit van zorgverleners (delen van ervaring en kennis van de patiënt) en leidt soms tot aanzienlijke besparingen.

Rutte II wil dat spoedeisende hulpposten (SEH’s) en huisartsenposten (HAP’s) vanaf 2017 financieren met populatiegebonden bekostiging. Ook de extramurale verpleging, die van AWBZ naar ZVW wordt overgeheveld, moet onder deze systematiek vallen. In het regeerakkoord wordt daarbij opgemerkt dat er in het huidige systeem ‘perverse prikkels’ zitten die bijdragen aan overbehandeling en verspilling.

Met andere woorden: de ene perverse prikkel wordt ingeruild voor een andere: bespaar je kosten, dan mag je de winst houden. Van overbehandeling naar onderbehandeling?

Het is niet zeker dat gewonnen budget behouden mag worden. De overheid blijft beschikken over het macrobeheersingsinstrument (MBI). Als zorgverleners meer productie maken dan is afgesproken, kan de overheid een strafkorting opleggen. Het is evengoed denkbaar dat een regio die dit jaar ‘winst’ maakt, voor het volgende jaar een lager budget krijgt toegewezen, ook al verandert er niets aan de bevolkingskenmerken.

Binnen de zorgsector wordt volop gediscussieerd over populatiegebonden financiering en op 1 januari 2013 gaat er een pilot van start in Eindhoven.  De sector is er dus nog niet klaar voor, maar Rutte II heeft vier jaar de tijd daar zorg voor te dragen.

Beloningen.

Voor medisch specialisten vervalt per 2015 het fiscale ondernemersvoordeel en wordt het honorarium onderdeel van het ziekenhuisbudget. Maar ook het verplegend personeel dreigt aangepakt te worden.

In tegenstelling tot andere groepen in de collectieve sector zijn medewerkers in de zorg ‘tot nu toe niet afgeremd in de groei van hun arbeidvoorwaarden’, aldus het regeerakkoord. ‘Om adequaat te kunnen reageren op verslechteringen van het EMU-saldo’ moet daar een eind aan komen.

Rutte II wil het huidige convenant voor de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in de zorg (OVA) in 2016 beëindigen. In dit convenant is vastgelegd dat zorgmedewerkers gevrijwaard zijn van de zogenaamde ‘nullijn’. Bepaald geen stimulans om aan meer wijkverpleegkundigen te komen.

Conclusie.

De zorgparagraaf is een allegaartje van maatregelen, waarvan een deel in het verleden niet effectief is gebleken. Geen woord over investeringen in innovaties. Door concentratie van voorzieningen raakt de zorg eerder verder dan dichtbij de zorgvrager. De problemen worden doorgeschoven naar de gemeenten, zonder duidelijkheid over compensaties tijdens de overgangsfase of dekkingen bij onverwachte tegenvallers.

De schatkist wordt gezond, de rest lijkt Rutte II een rotzorg te zijn.

Dit artikel verscheen ook op Sargasso.

Nationale Ombudsman 30 jaar: klokkenluider of belhamel?

OmbudsmanDertig jaar Nationale Ombudsman is behalve dertig jaar jaarverslagen met klachten over de behoorlijkheid van het overheidsbestuur, ook dertig jaar discussie over de positie en bevoegdheden van dit onafhankelijke instituut.

Bij de presentatie van zijn eerste jaarverslag verzuchtte Jacob Rang, in 1982 benoemd tot Nationale Ombudsman, dat er veel tijd verloren ging met discussies over zijn bevoegdheden. (bron: Digibron.nl). Bij de dertigste verjaardag van de Nationale Ombudsman lijkt er niet veel veranderd. Dat bleek tijdens een Kamerdebat op 10 oktober jl., toen VVD-Kamerlid Litjens een harde aanval pleegde op dit Hoog College van Staat.

VVD pleitbezorger en criticus.

In de zeventiger jaren was de VVD een warm pleitbezorger voor de totstandkoming van een Nationale Ombudsman. In 1971 diende VVD-kamerlid Koos Rietkerk een motie in (pdf) waarin de VVD het profiel van een nationale ombudsman scherp omlijnde.

De ombudsman moest ‘een band met het parlement’ hebben, geheel onafhankelijk kunnen functioneren over ‘een zo breed mogelijk terrein van overheidsoptreden’ en moest de vrijheid hebben ook op eigen initiatief onderzoek te verrichten.
De motie Rietkerk onderstreepte tevens dat ‘het met name gewenst is dat ieder zich met een klacht over de vervulling van de overheidstaak rechtstreeks tot de ombudsman kan wenden en dat een parlementaire zeef daarbij onnodig en ongewenst is.’

Met ‘parlementaire zeef’ werd de Kamercommissie voor verzoekschriften bedoeld. Bij die commissie kon de burger destijds klachten over overheidsoptreden indienen. De regering was van mening dat deze commissie moest bepalen welke klachten naar de ombudsman doorgestuurd konden worden. Dat vond de VVD niet nodig.

Bij het dertigjarig bestaan van de Nationale Ombudsman lijkt er nu een andere, informele parlementaire zeef te zijn opgestaan: ‘De VVD zal de Nationale ombudsman en daarbij ook de substituut ombudsmannen waaronder de Kinderombudsman, scherp in de gaten blijven houden op de depolitisering van hun uitspraken’, zo sloot Pieter Litjens zijn maidenspeech in het Kamerdebat van 10 oktober 2012 af. De Ombudsman had er op gewezen dat het kabinetsbeleid negatieve gevolgen kon hebben voor het vertrouwen dat de burger in de overheid heeft.

Nationale Ombudsman een succes.

Bij elk Kamerdebat over de jaarverslagen complimenteerden de Kamerleden de Nationale Ombudsman met zijn noeste werk. Tegelijkertijd uitten de politici hun zorgen over het stijgend aantal klachten die de Ombudsman kreeg te verwerken. In die zin mag het dertig jarige  werk van de Ombudsman een “succes” worden genoemd. De eerste Ombudsman kreeg in 1982 ruim 4000 klachten binnen en handelde 3.662 klachten af. In 2011 waren dat 13.740 klachten, waarvan er 13.519 zijn afgehandeld.

De Ombudsman kon veel klachten met een enkel telefoontje of e-mailtje naar de betreffende ambtenaar of instantie helpen oplossen. Door interventie van de Ombudsman zijn er in 1982 ruim 200 klachten naar tevredenheid van de indieners afgehandeld. In 2011 werden 2.657 klachten op deze manier afgehandeld, Het scheelde de Ombudsman tijd die anders in nader onderzoek en rapportage gestoken moest worden.

In dit exceldocument een uitgebreider overzicht van deze cijfers.

Het aantal klachten is in de afgelopen dertig jaar gegroeid omdat de Nationale Ombudsman  steeds bekender is geworden en de burger de weg er naar toe beter weet te vinden. Daarnaast wordt ook de groeiende mondigheid van de burger genoemd als oorzaak van de toenemende werkdruk bij de Nationale Ombudsman.

Dertig jaar misverstanden.

Dertig jaar Ombudsman is ook dertig jaar ruzie met politiek Den Haag. Ruzie is en groot woord. Alle Ombudsmannen hielden het op “misverstanden”, die zij meestal op diplomatiek wijze de wereld uit wisten te helpen. Een greep uit meningsverschillen en aanvaringen.

De eerste Nationale Ombudsman, Jacob Rang, moest vooral zijn positie bevechten bij leidinggevende ambtenaren op ministeries, burgemeesters en sommige bewindslieden. In een antwoord op Kamervragen (pdf) naar aanleiding van zijn eerste jaarverslag schrijft de Ombudsman over een weinig loyale medewerking van burgemeesters en een even weinig coöperatieve houding van enkele ministeries. Men antwoordde erg traag op vragen van de Ombudsman of verstrekte onvolledige informatie.

Er ontstond ook een conflict tussen de tussen staatssecretaris voor Financiën en de Ombudsman. De staatssecretaris achtte de Ombudsman niet bevoegd klachten af te handelen over de Belastingdienst,  betreffende de toepassing van de hardheidsclausule en kwijtschelding van belastingschulden.
De kwestie sleepte voort tot na het vertrek van Jacob Rang in 1987 toen de staatssecretaris een compromisvoorstel (pdf) van de vaste Kamercommissies voor de Nationale Ombudsman en Financiën overnam. Als de hardheidsclausule door de staatssecretaris van Financiën zelf is toegepast, werd de Ombudsman ‘niet bevoegd’ geacht. Bij klachten over kwijtschelding van schulden werden Ombudsman wel bevoegd verklaard.

De tweede Nationale Ombudsman, Marten Oosting, kreeg één keer kritiek van de Kamer op een rapport in 1993. Die kritiek gold niet zozeer de Ombudsman zelf, maar de fracties van D66 en GroenLinks. Zij vroegen de Ombudsman onderzoek te doen naar het politie-optreden bij de studentendemonstratie op 8 mei 1993. VVD, CDA en PvdA vonden dat ongepast en vroegen zich af of verzoeken van Kamerfracties wel tot de bevoegdheden van de Ombudsman hoorden.

Marten Oosting stelde dat iedereen, dus ook Kamerfracties, om onderzoek konden vragen. Op D66 en GroenLinks na vonden de andere fracties het de verantwoordelijkheid van de Kamer de Ombudsman niet met dit soort verzoeken lastig te vallen. ‘Vooral vanwege het in de Kamer gesignaleerde risico van de politisering van het ambt van de ombudsman’, zo zei Kamerlid Van den Berg (SGP).

‘Emotioneel, niet objectief, en louter opgeschreven in superlatieven. Die harde terechtwijzing kwam van de VVD  naar aanleiding van een rapport over de opvang van asielzoekers, schreef De Volkskrant in 2001. De Tweede Kamer fakkelde Roel Fernhout, de derde Ombudsman, af omdat hij de opvang van asielzoekers in de aanmeldcentra ‘inhumaan’ en ‘mensonwaardig’ had genoemd.

De aankondiging van Roel Fernhout dat hij zijn activiteiten wilde uitbreiden door op eigen houtje en planmatig organisaties en procedures te willen doorlichten, werd weinig enthousiast ontvangen. Uit de notulen: ‘De VOS (VVD): (…) In het dagblad Trouw, maar ook in het jaarverslag, staat de ombudsman bij zijn taakvervulling stil. (…) Het zou niet gelukkig zijn indien de ombudsman zich op het terrein van de politieke controle ging begeven, omdat dit juist de taak van het parlement is.’

De huidige Ombudsman, Alex Brenninkmeijer, kreeg het in 2008 aan de stok met premier Balkenende en de fracties van CDA en VVD.  De Ombudsman zou gesuggereerd hebben dat de overheid bijdraagt aan de verruwing in het maatschappelijk verkeer. CDA-Kamerlid Schinkelshoek sprak van ‘een karikatuur’ en zei geen behoefte te hebben aan een debat over de particuliere politieke overtuigingen van de ombudsman (Volkskrant 12 januari 2009).

In 2009 noemde minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) uitspraken van Brenninkmeijer over de jeugdzorg (‘gedragsgestoord’, ‘onverantwoord complex georganiseerd en hopeloos gefragmenteerd’) oppervlakkig en onzorgvuldig.
Later dat jaar kreeg de Ombudsman een draai om zijn oren van vice-premier Wouter Bos. Brenninkmeijer had zich ‘ongepast en onverantwoord’ uitgelaten over de rellen in Hoek van Holland. Op een lezing in Tilburg had Brenninkmeijer de vraag opgeworpen of de politie ‘excessieve maatregelen had gebruikt’ waardoor het aanwezige publiek gevaar liep.

Nationale belhamel?

In het Kamerdebat van 10 oktober 2012 beschuldigde VVD-parlementariër Litjens de Ombudsman van wetteloze voornemens en politiserende uitspraken. Dat de Ombudsman zich niet veel lijkt aan trekken van kritiek uit de Kamer is volgens Litjens en bewijs van gebrek aan het lerend vermogen van de Nationale Ombudsman. Brenninkmeijer nodigde Litjens uit voor een gesprek 'om de misverstanden de wereld uit te helpen’, aldus de Volkskrant.

Het valt niet mee dertig jaar lang een bevoegd klokkenluider te zijn. Zeker niet als aan die taak beperkingen worden gesteld of met “pot verwijt de ketel”-kritieken het gezag van het instituut wordt ondermijnd. Hoewel de Ombudsman en de kabinetten van de laatste jaren verbeteringen constateren in de ‘behoorlijkheid van bestuur’, is het gestegen aantal klachten een reden om nog veel werk te steken in het lerend vermogen van de overheid.

De huidige Nationale Ombudsman is vorig jaar voor zijn tweede ambtstermijn benoemd en mag nog tot 2017 de klok luiden. Of hij ook de trom mag roeren zal wel punt van discussie blijven.

Censuur op Ombudsman?

OmbudsmanDe Nationale Ombudsman moet op zijn woorden letten. Hij mag van alles over de overheid zeggen, zolang het geen kritiek is op kabinet of Tweede Kamer. Daar komt de bijdrage van het kersverse VVD-kamerlid Litjens op neer.

De Tweede Kamer debatteerde vandaag over de laatste twee jaarrapporten van de Nationale Ombudsman. Voor de VVD mocht Pieter Litjens het woord voeren, daarmee in de gelegenheid gesteld zijn ‘maidenspeech’ te houden.

Hij was erg tevreden over zijn entree in het parlement en gaf in zijn inleiding al een voorschotje op het feitelijke onderwerp: “De manier waarop wij de afgelopen tijd hier zijn ontvangen, zou model kunnen staan voor de manier waarop de overheid met haar burgers om dient te gaan, namelijk professioneel en efficiënt en tegelijkertijd zeer menselijk en warm ”.

Burgers kunnen bij de Nationale Ombudsman terecht als de overheid niet zo “professioneel en efficiënt” blijkt en klachten daarover niet worden gehoord door de overheid. Dat vindt ook de heer Litjens belangrijk en noemde drie voorbeelden uit de Ombudsmanrapporten, waarvan ook de VVD vindt dat de overheid er werk van moet maken.

De voorbeelden gingen echter vooraf door een sneer aan het adres van de Ombudsman. De heer Litjens denkt dat de Ombudsman zich niet aan de wet zou willen houden. Uit de notulen: “(…) put ik graag uit een artikel in NRC Handelsblad van 7 april van dit jaar waarin de Ombudsman aangeeft dat de wet hem tot taak geeft het oordeel “behoorlijk” of “onbehoorlijk” uit te spreken: “Daarmee dreig je een 'boekhouder van de behoorlijkheid' te worden. Dat wil ik niet.” De Ombudsman geeft daarmee met zoveel woorden aan dat hij zich eigenlijk niet aan die wet zou willen houden. Dat zou toch niet zo horen te zijn”.

Er zat de heer Litjens nog meer dwars: het lerend vermogen van de Ombudsman schiet tekort. Litjens: “liever had ik gehoopt dat het lerend vermogen van de Ombudsman zodanig was geweest dat ik hier niet over hoefde te beginnen”.

De Ombudsman stelt zich, naar de zin van de VVD, niet onafhankelijk op. Een uitspraak dat het minderheidskabinet-Rutte “opereert op het scherp van de snede van het politieke vertrouwen”, vindt Litjens veel te ver gaan. Hij wees er tevens op dat een Kamermeerderheid eerder dit jaar de Ombudsman bekritiseerde toen deze het boerkaverbod, het verbod op de dubbele nationaliteit en de dierenpolitie symbolische wetsvoorstellen noemde.

En dus sloot Litjens zijn maidenspeech af met: “De VVD zal de Nationale ombudsman en daarbij ook de substituut ombudsmannen waaronder de Kinderombudsman, scherp in de gaten blijven houden op de depolitisering van hun uitspraken, juist om te waken over het recht van de burger op een onafhankelijke en onpartijdige ombudsman”.

De depolitisering van de uitspraken van Ombudsmannen? Dat kan helemaal niet! Elk woord, elke maatregel van een kabinet of Tweede Kamer heeft gevolgen voor het dagelijks leven van alle Nederlanders. Ofwel: alles is politiek. Als de Ombudsman kan aantonen dat die gevolgen minder goed uitpakken, dat is immers zijn taak, mag hij er alleen wat van zeggen als het overeenkomt met de politieke agenda van de VVD?

De Nationale Ombudsman mag, gevraagd en ongevraagd, onderzoek doen naar de “gedragingen van bestuursorganen van het Rijk en van andere bij of krachtens de wet aangewezen bestuursorganen” (artikel 78a van de Grondwet). Wie onderzoekt, zal vinden. Soms meer dan gevraagd is. Moet een Ombudsman daar over zwijgen?

Minister Spies zei in het debat: “De Nationale ombudsman is vooral een instituut dat de overheid de spiegel voorhoudt. Soms zul je er blij mee zijn en andere keren zul je er minder blij mee zijn, maar het is een buitengewoon nuttige spiegel”.

Wie in die spiegel kijkt en tot de conclusie komt dat de Ombudsman zijn mond moet houden over zaken die een politieke partij niet zo goed uitkomt, laat zien absoluut geen lerend vermogen te willen hebben. Wie dat als beginnend Kamerlid in zijn maidenspeech durft te zeggen, diskwalificeert zichzelf tot een politicus die niet beseft hoe je het vertrouwen tussen burger en politiek kunt verbeteren.

Uitputting grondstoffen en diefstal putdeksels

manholeHet dievengilde blijkt uit te blinken in hedendaags marktdenken. Niet altijd even briljant, want nu worden er ineens putdeksels gestolen. Een grote putdeksel levert rond de vijf euro op bij de schroothandelaar. IJzer doet 17 cent per kilo. Een grote putdeksel weegt tussen de 20 en 50 kilo.

Die cijfers komen uit nieuwsberichten van de afgelopen jaren. In Arnhem en Velp werden in de nacht van 1 op 2 oktober 88 putdeksels van 20 kg. per stuk gestolen. De NOS maakte er later 120 van. Dat zou de dief dan ruim 400 euro opleveren. Met aftrek van de kosten voor de auto misschien net onder de 400 euro als de dief binnen een straal van 30 kilometer van de gestolen waar woont.

Maar als deze ondernemer ook een bedrag reserveert voor het bedrijfsrisico, de zogenaamde pakkans, dan is het de moeite eigenlijk niet waard. Op door één persoon gepleegde diefstal staat een boete van maximaal 18.500 euro of een gevangenisstraf van maximaal vier jaar. De maximale boete heeft een dief er pas uit als hij bij één actie 5442 putdeksels van 20 kg. per stuk ontvreemd.

Niet bij ijzer alleen, denkthet dievengilde. Uit de beursnoteringen voor schroot op staalprijzen.nl, blijkt dat koper veel lucratiever is. Handgepeld koper levert 5,70 euro per kilo op. Voor gewoon “oud koper” krijg je 5,20 euro per kilo.
Op 2 oktober bleek iemand wat stukken afgeknipt te hebben van een bliksemgeleider op het dak van het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal.  Afgaande op een bericht uit het AD (2007) en vertaald naar de huidige prijs voor koperschroot, moet een dief ruim 3321 meter bliksemgeleiders stelen om een maximale boete weg te strepen in zijn boekhouding.

Ook voor brons wordt meer betaald dan voor ijzeren putdeksels. Er gaat geen maand voorbij of er worden wel ergens bronzen beelden gestolen. De laatst bekende ontvreemding vond 30 september plaats in het Limburgse Geijsteren.

Maximale boetes en gevangenisstraffen worden niet uitgedeeld. Voor het dievengilde loont het al wat minder te stelen dan in bovenstaande voorbeelden is genoemd. De sector laat zich ook niet afschrikken door de beveiligingsmaatregelen die gemeenten nemen om hun openbare brons te beschermen of door de actie Koperslag, die minister Opstelten in juni 2011 lanceerde. Jusitie, ProRail en de MRF (Metaal Recycling Federatie) werken samen om de metaalroof tegen te werken.

De MRF heeft een meldpunt opgericht en pleit voor een registratie- en identificatieplicht bij de schroothandel. Dat wordt in België al langer toegepast, maar in het jaarrapport 2010 van de federale politie wordt een sterke toename van koperdiefstal gemeld: “De verplichting voor schroothandelaars te registreren wie hun leveranciers zijn heeft de sterke toename in 2010 veroorzaakt door een stijging van de koperprijs, niet kunnen voorkomen”.

De prijsstijgingen van metaalschroot hebben alles te maken met recycling als middel om te voldoen aan de vraag naar grondstoffen door, onder andere, groei-economieèn als China en India. Voor de uitbreiding en nieuwbouw van steden zijn natuurlijk kilometers koperen leidingen nodig en moeten talloze nieuwe rioleringen van massa’s putdeksels worden voorzien. De wereldwijde groeit gaat sneller dan de groei van de voorraad grondstoffen.

Omdat het in de vigerende economische folklore een gewoonte is dat schaarste tot prijsopdrijving leidt, stijgen dus de prijzen voor hoogwaardig schroot als koper en brons. En omdat een dief ook een ondernemer is, ziet hij hier dus een lucratieve markt.

Het probleem wordt door lokale en regionale overheden aangepakt door zich louter op de criminaliteit te richten en van collega-overheden in andere landen te eisen hetzelfde te doen. Het idee om de prijsstijgingen aan banden te leggen, komt natuurlijk bij niemand op. Het zou misschien aardig wat ontwikkelingshulp schelen als die hinderlijke wisselwerking tussen schaarste en prijzen eens doorbroken werd. Mooi bijverschijnsel is dan dat het dievengilde in metaalroof niet langer is geïnteresseerd.

Dit artikel verscheen ook op Sargasso.