Burgerlijke ongehoorzaamheid

Zou het mogelijk zijn dat over pakweg 20 jaar, heel anders wordt gedacht over de “affaire” Duyvendak? Zou het zelfs mogelijk zijn dat de man een standbeeld krijgt, omdat men achteraf meent dat het soort acties waar hij aan deelnam, onontbeerlijk waren voor een “betere samenleving”?

Op het roemruchte weblog Sargasso, houdt redacteur Steeph een pleidooi voor zo'n standbeeld. Hier mijn reactie daarop.

Eerder in de vaderlandse geschiedenis zijn politici die eerst aan de schandpaal werden genageld, later gerehabiliteerd. Zie bijvoorbeeld Willem Aantjes die in 1978 kon opstappen omdat zijn vermeende “verkeerde” polititieke verleden geopenbaard werd door historicus Loe de Jong.
Een half jaar later bleek de Jong’s informatie onjuist en werd Aantjes eer hersteld.

Steeph’s poging tot de rehabilitatie van Duyvendak is misschien een antwoord op Femke Halsema's oproep tot een debat over de burgerlijke ongehoorzaamheid waar Duyvendak en companen zich “schuldig” aan hebben gemaakt in de 80-er jaren.

Of Duyvendak de Nobelprijs voor Burgerlijke Ongehoorzaanmheid verdient, is nog maar de vraag.
Hij heeft namelijk wel gezondigd tegen een aantal regels die de uitvinder ervan (Thoreau) , en later hoogleraar rechtssociologie Schuyt, voorwaarden vonden een rechtsschapen ongehoorzaamheid (lees
dit stukje op Blikopdewereld.nl).

In de 80-er jaren werd regelmatig gezondigd tegen een paar van die regels. Met name deze punten (van Schuyt) werden nogal eens terzijde geschoven:
5) De handeling geschiedt openlijk en in het openbaar;
6) Men werkt vrijwillig mee aan arrestatie en vervolging;
7) Men aanvaardt het risico van straf;
9) Men is principieel geweldloos en blijft volharden in geweldloosheid;

Wat dat laatste betreft wordt Duyvendak verweten niet direct zelf geweld te hebben gebruikt, maar het mogelijk maakte door het publiceren van adressen van ambtenaren.
Zeer twijfelachtige redenering, want wat ik ook publiceer, het ontslaat anderen niet van hun eigen verantwoordelijkheden.
Maar punt 5 t/m 7: ja, daar heeft Duyvendak zich niet zo netjes aan gehouden.

Niet zo netjes en dus, zegt Steeph, heeft hij een een bijdrage geleverd aan “…het laten opbloeien van creatieve, initiatiefrijke geesten die buiten de gebaande paden willen gaan.

Kan het zijn dat het ook tot creativiteit hoort dat die regels van Thoreau en Schuyt niet zo strikt werden toegepast door sommige activisten?
Als je openlijk je actie uitvoert, je onmiddelijk bekend maakt en ook nog eens vrijwillig en zonder verzet meewerkt aan de onvermijdelijke arrestatie, dan kun je er op rekenen dat je een poosje actie-lam zult zijn.
Dat schiet niet op. Je moet minstens het kaliber en de naam en faam van een Gandhi en King hebben, wil je gevangenneming een bijdrage aan de zo broodnodige ontwikkelingen zijn.

Hoewel ik het wel eens ben met Steeph, dat het met de “creatieve initiatieven” niet bijster florissant voor staat dankzij de culturele revolutie der normen en waarden, vraag ik me toch af of er geen betere voorbeelden voor een standbeeld zijn dan Wijnand Duyvendak.

De grimmigheid en hardere lijn van de krakersbeweging, Onkruit en de activisten tegen kernenergie en kernwapens, is helder te verklaren. Parlementaire democratie leek niet in staat de bedreiging van de atoomlobby te keren, noch de woningnood adequaat op te lossen, laat staan een eind te maken aan het militaire instituut dat verantwoordelijk was (en is) voor deelname aan dubieuze oorlogen (= alle oorlogen),

De meer vrolijke, ludieke acties van Provo en de Kabouters hadden slechts geleid tot repressieve tolerantie, dus welke acties konden dan wel het tij keren?
Hardere acties en meer in de illegaliteit, zo dacht men dus.

Beide “trends” hebbben redelijk wat goodwill gehad bij “het publiek”, maar hebben geen van beide kunnen voorkomen dat we nog steeds een samenleving hebben met aardig wat onrechtvaardigheid. Neem alleen al het gegeven dat de verschillen tussen de rijkere en armere burgers groter is geworden.

Als ik moest kiezen voor een standbeeld, dan ligt mijn voorkeur toch bij de ludiciteit van bijvoorbeeld de Provo-beweging. De sfeer is immers nog steeds wat grimmig. Of, zoal het CBS in een grafiekje aangaf: het zwarte soort cynisme is niet van de lucht.
Dat moet toch een stuk vrolijker kunnen.

Hoe zou een hernieuwd burgerlijke ongehoorzaamheid er uit moeten zien?
Ik weet het nu ook even niet. Maar wel volgens twee regels:
regel 4 van Schuyt: men doet niet iets onbezonnens of uit onweerstaanbare woede en, zoals Steeph schrijft: buiten de gebaande paden willen gaan.

Update: Zie , behalve de hierboven gelinkte artikelen van Sargasso en Femke Halsema, ook het artikel Democratische verantwoording op GeenCommentaar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *