Categoriearchief: Gezondheid & Hypocrisie

Zelfzorghulpmiddelen

Zelfzorghulpmiddelen In een poging de zorgkosten te drukken, wordt meer zorg aan de mensen zelf overgelaten. Terecht natuurlijk. Een beetje volwassen patiënt kan beter voor zichzelf zorgen dan een net op het mbo afgestudeerde puber, die dan weer wel protocollair verantwoord de pleisters weet te vinden.
Met zelfzorg stimuleer je de zelfredzaamheid en daarmee blijft nog aardig wat eigenwaarde van de lijdende mens overeind.

Dan zijn er ook nog mensen die zoveel eigenwaarde kennen, dat ze het niet nodig vinden de dokter te visiteren als er een kuchje opsteekt. Die mensen gaan zelf dokteren.
De zelfzorg gaat het helemaal worden. De maatschappelijk verantwoord ondernemende patiënt zal er alles aan doen de samenleving zo min mogelijk op kosten te jagen en gaat zelf aan het klussen. Of huurt een Roemeense verpleegster in, maar die moet wel goed geïnstrueerd worden.

De ondersteuning van de zelfzorgende patiënt wordt op het internet verzorgd. Al jaren kennen we de digitale medische encyclopedietjes, waar een leek kan opzoeken wat hij of zij allemaal onder de leden heeft als er een onverwachte pukkel de kop op steekt. Da’s mooi, want wie leest dat de pukkel gewoon acne is, rent naar de drogist voor een zalfje. Wie er uit opmaakt kanker te hebben gaat niet naar de dokter want dat heeft dan geen zin meer. In allebei de gevallen kostenbesparend.

De mensen die zo verstandig zijn wel de dokter te raadplegen, drukken zwaar op ’s lands begroting. Zeker als de arts besluit de pukkel met medicatie te bestrijden. Zijn de pilletjes afgehaald bij de apotheek, leest de zelfbewuste patiënt natuurlijk eerst de bijsluiter. Waarna alweer de dokter geraadpleegd moet worden, want er staan bijverschijnselen op die verdacht veel lijken op de onrust die de patiënt voelt.
Het ergste van alles is dat er mogelijke complicaties staan vermeld, in een taaltje waar de patiënt niets van snapt. Bijna een kwart van de Nederlanders vind de bijsluiter ingewikkeld leesvoer, heeft TNS Nipo uitgevogeld.

Daar is nu snelle en goedkope hulp voor bedacht. Het
bijsluiterwoordenboek. Er staan nu 604 woorden in waar mensen moeite mee blijken te hebben. Worden als coeliakie, loperamide en nervus opticus. Maar ook complexe termen als plas, wond en zweet.
Een korte test toont aan dat lang niet alle bijlsluiterlatijn in het on-line woordenboekje staan. Ik tikte ‘sedativa’ in en kreeg de mededeling dat het woord er niet in stond en of ik soms ‘hematoom’ bedoelde. Het hematoom aangeklikt en dat blijkt een blauwe plek te zijn.
Mooi. Via sedativa op hematoom gekomen, maar mijn medische
bewustzijn is er niet veel groter door geworden.

Dat is geen ramp want de bedoeling is wel dat het woordenboek compleet gemakt wordt door de zelfinbreng van de gebruikers. Ontbreekt er een woord dan stuur jet op naar de redactie, die je vervolgens bedankt en laat weten het woord
te beoordelen en mogelijk in het woordenboek op te nemen.
Prachtig. Maar wat als je de bijsluiter kwijt bent? Geen nood. Gezondheidsnet.nl heeft een database waar je jouw medicatie kunt opzoeken en gebruiksaanwijzing of bijverschijnselen kun opzoeken. Daarna moet je wel terug naar het bijsluiterwoordenboek, wil je er iets van begrijpen.

Leuker is zelfzorg.nl, die hulp belooft bij het maken van een verantwoorde keuze uit de vele zelfzorgproducten. Je kunt er bijvoorbeeld een iPhone applicatie downloaden, waarmee je in de winkel de streepjescode op een medicijnverpakking kunt scannen. Zo kun je de bijsluiter al lezen voor de aankoop, tettert de website.
De website biedt ook de charmante assistente Anouk. Ze praat je aan wanneer je wel of niet naar de dokter moet. Na wat doorklikken kom je ook bij zelfzorgmedicatie. Waar wel weer wat taal in staat die om het bijsluiterwoordenboekje vraagt.

De website zelfzorg.nl en het woordenboekje blijken produkten te zijn van Neprofram, de brancheorganisatie voor zelfzorggeneesmiddelen. Neprofarm’s iPhone applicatie werd in mei van harte gepromoot door minister Ab Klink. De man die ruzie heeft met de medische specialisten. Klink wil hun salaris beperken.

De minister heeft nog even wat demissionaire tijd om de medici werkloos te maken. Want reken maar dat hij even enthousiast een digitaal initiatief zal steunen, waarop je instructies krijgt hoe je zelf je blindedarm kan verwijderen als je wat buikpijn hebt.

Er komt een inspecteur bij de dokter

Er komt een inspecteur bij de dokter De kwaliteit van de zorg wordt genationaliseerd. Het demissionaire kabinet, kampioen marktwerking in de zorg, komt met de laatste gouden greep van Klink?

De ministerraad draait nog op volle toeren. Er moet voor 9 juni nog heel wat van de agenda worden afgestreept. Uiteraard met de bedoeling het volgende kabinet een leuk erfenisje na te laten. De kosten voor de zorg bijvoorbeeld. Ook dit kabinet beloofde er alles aan te doen de kosten terug te dringen. Het is niet gelukt.

Maar nu de gouden ingreep van Klink. De oprichting van een Nationaal Kwaliteitsinstituut Gezondheidszorg. Doel: de kwaliteit van de zorg te vergroten en, let op, juist daarmee onnodige kosten te vermijden en terug te dringen. Aldus
het persbericht uit de ministerraad.

Welke kosten? Nou, de kosten van al die overbodige behandelingen bijvoorbeeld. De artsenij doet maar wat. En ondanks waarschuwingen van Klink, blijven de medici maar aanrommelen. Maar liefst zeven organisaties hebben de artsen op hun vingers gekeken èn getikt, maar het heeft niet mogen baten.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg, Zichtbare Zorg, het College voor Zorgverzekeringen, de Nederlandse Zorgautoriteit, ZonMW, de Regieraad en DBC-onderhoud hebben gefaald en worden vervangen door dat Nationaal Kwaliteitsinstituut.

Lees wat dat instituut gaat doen en dan kom je tot de conclusie dat een deel van de werkzaamheden van die zeven organisaties door dat ene instituut wordt overgenomen. Het bevorderen van richtlijnen, openbaarmaken van uitkomsten in de zorg (o.a. sterftecijfers van ziekenhuizen) en het beoordelen of behandelingen wel kwalitatief, doelmatig en veilig genoeg zijn.

Sterftecijfers van ziekenhuizen? Gaan er ziekenhuizen dood? Dat zou wel de kosten aanzienlijk drukken. Bevorderen van richtlijnen? Tuurlijk, hoe vaak mikt de anesthesist er niet ver naast met de spuit en wordt de patiënt door een verdoofde chirurg geopereerd?
Nee, even serieus. De term kwaliteitsinstituut is mooi, maar verhult de feitelijke missie: snijden, snijden en nog eens snijden.

Met een beetje mazzel wordt de gezondheidszorg iets goedkoper als niet zeven, maar één instituut de inspecties uitvoert een beleid ontwikkelt. Maar een kwalitatief goede operatie blijft een dure zaak. Je hoeft het CPB niet uit te laten rekenen dat meer kwaliteit ook meer geld kost.
Het gaat dus niet om die kwaliteit, maar om de laatste stuiptrekking van Klink. Een armzalige poging de kosten beheersbaar te krijgen.

Al eerder heb ik hier betoogd dat er eens een definitieve keuze moet worden gemaakt, wat voor zorg we willen. Willen we de beste zorg voor iedereen, dan is dat peperduur. Willen we van dat prijskaartje af, dan zal niet alle zorg meer voor iedereen betaalbaar zijn. Of je kiest ervoor de zorg wel voor iedereen beschikbaar te houden tegen een veel lagere prijs. Maar dan gaat ook de kwaliteit achteruit.

Het Nationaal Kwaliteitsinstituut Gezondheidszorg gaat die keuze niet maken.
Er komt een inspecteur bij de dokter. De dokter vraagt wat de klachten zijn. De inspecteur zegt maar één klacht te hebben. Wat is dat dan, vraagt de dokter. U, zegt de inspecteur. Ik ben uw klacht?, zegt de dokter verbaasd. Ja, uw verdient teveel, u onderzoekt teveel, u schrijft teveel recepten uit, u gebruikt teveel instrumenten en apparatuur en u snijdt teveel, weet de inspecteur te vertellen.

En nu?, vraagt de dokter. Dat lossen we meteen op, zegt de inspecteur. Geeft u mij uw scalpel eens even.

Gezond en goedkoop

Gezond en goedkoop Opmerkelijk bericht op Noorderlicht: de gezondheidszorg in Cuba is ruim 4400 euro per persoon goedkoper dan hier.

Amerikaanse wetenschappers hebben het 50-jarig bestaan van Castro’s Cuba eens doorgelicht op haar gezondheid. Conclusie: Cuba heeft een goedkope en goede gezondheidszorg. Dat kan niet, zou je zeggen, want de gezondheidszorg is gratis voor de Cubanen.
Toch leidt de kwaliteit daar niet onder en mag Cuba zich tot de gezondste landen ter wereld rekenen, naast landen als Japan en Zweden. Omdat er al vanaf 2005 een dictatoriaal rookverbod op openbare plaatsen is?

De Amerikaanse onderzoekers zagen nog een reden voor die geweldige Cubaanse gezondheid: preventie. Goede voorlichting en eenmaal per jaar een medische controle.
Die kant gaan wij ook op. Er wordt meer belang gehecht aan preventie, om de kosten te drukken. Het verschil met Cuba is, dat de preventie hier aan het particulier initiatief en de marktwerking wordt overgelaten. Dus zijn er allerlei clubjes met preventie bezig en maken bedrijven reclame met allerlei preventie spul.

Nog voor dit kabinet dit jaar met een Preventienota zou komen, is het gevallen. Blijkbaar niet te voorkomen. Er zijn nu eenmaal kwaaltjes waar preventie niet bij helpt. Daardoor is het Pakketadvies 2010 (pdf), van het CVZ (College voor Zorgverzekeringen), in de conceptfase blijven hangen.
Het CVZ ziet wel wat in preventie als onderdeel van het basispakket. Zo stelde het college in 2009 voor een 'stoppen met roken'-programma in het basispakket op te nemen.

Veel concreter gaat het CVZ-advies dit jaar niet. “Patiënten/consumentenorganisaties en de gezondheidsfondsen moeten vooral doorgaan om mensen actief bewust te maken van hun gezondheid”, schrijft het CVZ. En “zorgverzekeraars ontplooien activiteiten om de geïndiceerde preventie te contracteren, (…) ook daarop zullen nog investeringen moeten plaatsvinden”.

Maar de gezondheidszorg wordt er niet goedkoper op, als allerlei preventieprogramma's van subsidie worden voorzien. Zouden Nederlanders massaal gezond gaan leven, als ze er een gratis gezondheidszorg voor krijgen?

Gezondheid 2.0

Gezondheid 2.0 Situatie 1: Voel me niet zo lekker. Beetje vage klachten, maar die toch eens in de zoekmachine getikt. De eerste hit was meteen raak. Het kon van alles betekenen, maar de conclusie was wel: u gaat dood.Nou, dat was duidelijk. Dan heeft het ook geen zin naar de huisarts te gaan. Zonde van de tijd en de kosten.

Situatie 2: Op aanraden van moeders de vrouw wel naar de dokter gaan. Resultaat een operatie en een levenslang medicijnregime. Gecontroleerd door een heel moderne specialist. Die stelde een webpagina beschikbaar waar ik mijn zorgstaat op kon knallen.
Dinsdag was ik twee pilletjes vergeten in te nemen. Keurig gemeld, want wat moest ik nou? Ook dat werd meteen duidelijk. Pilletjes vergeten? Waardeloze patiënt. Medicinaal wangedrag. De specialist zou het doorgeven aan de zorgverzekeraar en binnen twee dagen lag er een aanmaning in de bus. Ik moest de pillen voortaan zelf betalen.

Twee fictieve situaties. In beide gevallen beantwoord ik absoluut niet aan het profiel van de ‘betere patiënt’ die tevens een ‘betere professional’ is.
De RVZ (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) adviseert een beetje werk te maken van Gezondheid twee punt nul. Want “internet verandert relatie tussen patiënten, artsen en verzekeraars ingrijpend”.

De overheid moet er voor zorgen dat het hele zorgcircuit de digitale vernieuwingen eens volledig tot zich neemt, misbruik van gegevens voorkomen en de zorgaanbieders stimuleren de sociale media te benutten.
Op de website van de RVZ wordt Gezondheid 2.0 geïllustreerd met een filmpje van een nierpatiënt, die via internet contact houdt met zijn specialist. Hij meet zelf zijn bloeddruk, houdt zijn dagelijks eten in de gaten en meldt de resultaten op een webpagina, die door de specialist wordt bekeken.
Ook kan de patiënt eventuele vragen of opmerkingen er op kwijt. De specialist kijkt er af en toe eens naar en reageert, indien nodig.

Dat digitalisering van delen van de zorg tot de ideale “kwaliteitsverbetering van het zorgsysteem als geheel” zal leiden is mooi. Dat Gezondheid 2.0 ook leidt tot “een beter geïnformeerde patiënt als gelijkwaardige partner bij de besluitvorming over behandeling maar ook bij zelfmanagement van chronische aandoeningen”, is fantastisch.
Dat het ook nog eens “kan bijdragen aan het verlagen van de zorgkosten en van de dreigende arbeidstekorten in de zorg”, is een misvatting.

Zoals meer sporten (heel gezond) tot meer blessures leidt en er dus een voorlichtingscampagne is opgezet om burgers voor te lichten hoe ze die blessures kunnen voorkomen, zo zal ook de digitale patiënt risico’s lopen op allerlei vormen van digitale stress.
En wie gaat er voor zorgen dat de medische netwerken goed functioneren? Of moet de dokter en de patiënt ook een volleerd ict’er zijn? De gevraagde beveiliging zal ook een lieve duit kosten.Wie betaalt alle digitale thermometers, bloeddrukmeters en hartmonitors, die op de pc aangesloten kunnen worden?

Er wordt hoog opgegeven van allerlei nieuwe technologie voor de zorg. Van robotica bij revalidatie, tot verpleging op afstand. Nu stelt de RVZ dat het reeds bestaande internet en sociale media ook een aardige verbetering van de zorg is.
Dat is ook allemaal zo. Ik zie de praktische voordelen wel. Maar die krijg je niet voor een paar stuivers. Wil het allemaal goed werken en de gewenste kwaliteit bieden, moet er nog veel worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van die technologie. En laat dat nou behoorlijk duur zijn.

Grieperige zorg nog niet voorbij

Grieperige zorg nog niet voorbij Vier maanden nadat het CPB (Centraal Plan Bureau) ernstige twijfels had of een verdere doorvoering van de marktwerking in de zorg wel voldoende zou besparen, ziet dat bureau het nu ineens heel anders. Misschien last van een winterdipje? Of geschrokken van de vele euro’s die de massale prikacties tegen de Mexicaanse griep hebben gekost?

Moet haast wel, want zoveel is er in de laatste vier maanden niet veranderd. De nieuwe berekening heeft het kabinet wel gemotiveerd de
marktwerking van de ziekenhuiszorg door te zetten. Wie weet levert 0,5 miljard op.
De zorgtoeslag wordt ook aangepakt en moet tot 1,8 miljard euro minder zorgkosten leiden.

Het CPB is niet het enige instituut dat het kabinet gebruikt om excuses voor snode plannen van cijfers te voorzien. Ook het CBS, Neerlands trotste statistiekteller, hoort bij de hofleveranciers. Als dat het kabinet zo uitkomt.
Het CBS liet vandaag zien welke infectueuze plagen het meest in de winter voorkomen. U wist het natuurlijk al. Het CBS bevestigt het nog eens: verkoudheid, griep, keelontsteking of voorhoofdsholteontsteking komen het vaakst voor in de winter. Andere infectieziekten, als oorontsteking, acute bronchitis, longontsteking en infectie van nieren of blaas zijn niet seizoensgebonden. Ze komen het hele jaar even vaak voor.
Opvallend: Braken en diarree komen ook iets vaker in de winter voor.

Extra cijfers bij het CBS-bericht komen
uit hun Statline. En wat zie je dan bij verkoudheid? Komt veel minder voor bij 65-plussers (29%), dan bij jongere mensen. Bij de allerjongsten (0 tot 15 jaar) lijkt het 44,4% er last van te hebben. Dat loopt op tot 56,4% van de 15 tot 25-jarigen. Dan neemt het weer af, en blijken de 65-plussers relatief het minste last van een verkoudheid te hebben?

Bij braken en diarree, voor zover mij bekend ook voorkomend bij griep, is een zelfde trend waarneembaar. De jongere leeftijdscategorieën braken er voor 5 tot 5,7% op los. De 65-plussers nog maar voor 1,5%.
Wat diarree betreft doen de oudjes niet onder voor 0 tot 15 jarigen, maar ze hebben er wel veel minder last van dan 15 tot 45-jarigen.

Mag ik in dit verband even wijzen op de griepprik? De gewone, niet die tegen de Mexicaanse griep. Aanbevolen voor ouderen. Kost natuurlijk een klap geld, maar de percentages bewijzen dat het wel rendeert.
Nu is het voor het kabinet een onmogelijke opgave de winter af te schaffen. Maar ijskoud de financiering van de zorg gedeeltelijk te bevriezen, daar draait het kabinet de hand niet voor om. Een andere oplossing zou kunnen zijn de griepprik voor iedereen boven de 15 jaar te propageren.

Het kabinet zal ook de kerstviering, ook verband houdende met braken en diarree, niet snel afschaffen. Terwijl je met zo’n maatregel ook al gauw tonnen aan medicatie en ziekteverzuim kan besparen. Nee, mensen gewoon ziek laten worden en ze het zelf laten betalen.

Wat de marktwerking betreft: we zijn in afwachting van een evaluatie van de NZa (Nederlandse Zorgauthoriteit). De 2e kamer wil die evaluatie eerst bekijken, voor ze akkoord gaat met verdere vermarkting van de zorg. Met het besluit er toch maar verder mee te gaan, passeert het kabinet het parlement.
Geen nieuws. Het kabinet heeft vaker laten zien immuun te zijn voor parlementaire democratie.

Zorg betreden op eigen risico

Zorg betreden op eigen risico Wat de regering ook doet, de zorgt is duur, blijft duur en wordt nog duurder. Het kabinet wilde graag weten of de bestaande regelgeving al besparende vruchten afwerpt, maar daar is het nog te vroeg voor. De evaluaties over de Zorgverzekeringswet (Zbw), Wet op de zorgtoeslag (Wzt) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zijn binnen en worden naar de 2e Kamer gestuurd.

Mooi op tijd, want het kabinet moet zware knopen doorhakken over bezuinigingen in de zorg. En “als je als gevolg van de economische crisis zoveel moet bezuinigen, kun je niet langer om taboes heen”, zegt Dik Hermans, bestuursvoorzitter van het College voor zorgverzekeringen (CVZ)
in een interview met het dagblad Trouw.
De bekende “taboes” passeren de revue: ongezond levende mensen niet verzekeren, de oudste burgers niet te lang doorbehandelen bij dure ziektes, kostbare merkmedicijnen vervangen door goedkopere en onderscheid maken tussen kwaaltjes en ongemakken.

Maar de CVZ-voorzitter constateert ook overbodige onderzoeken. Bijvoorbeeld: iemand denkt kanker te hebben. Moet je een geruststellend onderzoek nog langer financieren, vraagt heer Hermans zich af. Hij haalt een oncoloog aan, die beweert dat 70% van het onderzoek overbodig zou zijn.
De bange burger gelooft de specialist niet op zijn mooie ogen en wil bewijs zien? Ik waag dat te betwijfelen. Eerder zal een arts alle risico’s willen uitsluiten en daarom bij kanker en hart- en vaatziektes voor alle zekerheid toch wat onderzoekjes laten doen.

Het komt er op neer de Zorgverzekeringswet uit te kleden en de toepassing ervan te beperken. De wet beoogt een voor iedereen toegankelijke, kwalitatief goede zorg. Hoewel in de evaluatie wordt gesteld dat de 2 tot 3 jaar dat de wet in werking is, tekort is voor een goede beoordeling, zijn er wel al wat zaken aan te wijzen, die niet tot kostenverlaging hebben geleid.
Zo leidde de invoering van een basispakket voor iedereen tot toename van het solidariteitsprincipe, maar de verplichtende werking leidde ook tot wanbetalers. De onderzoekers adviseren de nominale premie te verlagen, om dat solidariteitsprincipe overeind te houden. Een voor iedereen betaalbare verzekering.

Het kabinet volgt dat advies niet op, want “er is juist voor deze nominale premie gekozen, zodat iedereen zich realiseert dat zorg niet gratis is”. Bovendien is er de zorgtoeslag om de lagere inkomens tegemoet te komen. En het afgelopen jaar heeft het kabinet wat maatregelen bedacht om de wanbetalers aan te pakken.
Die zorgtoeslag en maatregelen tegen wanbetalers kosten natuurlijk geld. Helaas is nergens een goede berekening te vinden waaruit te halen valt wat nou goedkoper is: een lagere premie of aanrommelen met de zorgtoeslag en ad hoc maatregelen tegen wanbetalers.

Het eigen risico levert ook nauwelijks wat op, stellen de onderzoekers, die vervolgens adviseren het eigen risico afhankelijk te maken van een x-bedrag aan zorgkosten, gerelateerd aan leeftijd.
Gaat het kabinet ook niet doen. Terecht stelt het kabinet dat leeftijd niet altijd een graadmeter is voor hoge zorgkosten. En het bespaart wel, zegt het kabinet. Ruim 1,45 miljard euro wil de regering niet zomaar aan de neus voorbij laten gaan.

En dan de verzekeraars. Ze zijn verplicht iedereen te accepteren, ook de mensen met een hoog risico. Daarvoor krijgen de verzekeraars een risicoverevening. Dat systeem kan nog wat beter, vinden de onderzoekers. Het kabinet belooft dat wel te doen. Ook dat kost geld. Een voorbeeld van regelgeving die goed voor de betrokkenen heet te zijn, tegelijkertijd geld moet besparen, maar tekortkomingen kent, die weer met geld gecompenseerd moeten worden.

Het beleid in een notendop. Om de haverklap wijzigende wetten en regelgeving. De oplopende kosten verwijten aan burgers, medisch personeel en zorginstellingen. Dus premies, tarieven en salarissen aanpakken. En toch wordt de zorg gestaag duurder.
Een consistenter beleid, in plaats van een pleister hier en een prikje daar, zou wellicht wat geld schelen. Maar bovenal is het een kwestie van kiezen. Willen we onze, toch redelijke goed zorg overeind houden, dan vraagt dat om lef.

Taboes aanpakken? Zeker. Maar liggen die taboes nu op ongezond etende burgers, of op het verbieden van de productie van ongezond voer?
De taboes hoeven niet binnen de zorg te liggen. Ze liggen ook binnen andere sectoren. Misschien kunnen die taboes doorbroken worden om risico’s op allerlei kwaaltjes te beperken? Risico’s waar je niet om hebt gevraagd, als je hier wordt geboren. Maar wel voor moet opdraaien?

Het moet niet gekker worden

Het moet niet gekker worden Er wordt wat afgerekend in Nederland. Zorgwekkend veel zelfs. Een op de acht Nederlanders is niet echt gezond. Dat zegt het NIPED, een club die het preventiekompas heeft ontwikkeld. Een jaarlijkse preventieve check van de gezondheid kan de zorgkosten drukken, meent het NIPED. Je ontdekt kwaaltjes in een vroeg stadium. Dan is er nog veel aan te doen, bijvoorbeeld adviezen om de leefstijl aan te passen, zodat misschien dure behandelingen of medicatie voorkomen kan worden.

Een op de vier Nederlanders krijgt een psychische stoornis. Dat wil de GGZ ons doen geloven met een voorlichtingscampagne. De campagne wordt grotendeels online gevoerd. Wie de website 1opde4 bezoekt moet we de hersens er goed bijhouden, want je raakt er snel in de war.
Ook de GGZ gelooft in preventie. Dat zou gemiddeld het 20- tot zelfs 30-voudige aan indirecte kosten kunnen besparen.

En dan horen vier van de vijf bezoekers van de eerst hulp daar helemaal niet thuis. Dat zegt zorgminister Ab Klink. Ze zouden bij de huisartsenpost moeten zijn. De maatregel die Klink in petto heeft (zonder verwijsbriefje van huisarts, krijg je de eerste hulp niet vergoed), is verschuiven van de kosten. Het wordt dan drukker bij de huisartsenposten en hoe wordt dat dan betaald?

Een op de acht, een op de vier, vier van de vijf. Het moet niet gekker worden. Wellicht is dat reden voor de RIVM om een landelijk onderzoek naar onze gezondheid en leefstijl te starten.
Reikhalzend kijken we uit naar de uitslagen van dat onderzoek. Want wat maakt zoveel Nederlanders ziek, zwak en gestoord?

Is dat het internet? Je hebt wat buikpijn, tikt de klacht in de zoekmachine en binnen drie minuten heb je een acute blinde darmontsteking te pakken. Uiteraard op je vrije zondagmiddag, dus dan ga je voor de zekerheid maar naar de eerste hulp van het ziekenhuis.
Of je laat google opzoeken waar de dagenlange vermoeidheid mee te maken heeft en ja hoor, ook jij hebt een burn-out of minstens een depressie. Dus maandag meteen een afspraak geregeld met de plaatselijke ggz-fabriek.

Is het die leefstijl? Je at al geen vet spul meer, je rookt absoluut niet en drinkt amper. Zaterdagochtend ga je in het bos hardlopen, maar glijdt uit over een hondendrol, je knie schiet alle kanten op en hangt er wat raar bij. Dan laat je dus naar het ziekenhuis brengen.
Of je bent regelmatig benauwd en kortademig. Op onverwachte momenten, dat wel, met hartkloppingen en zweten. Dat lijkt verdacht veel op een paniekaanval, want je hart kan het niet zijn, dankzij je gezonde leefstijl. Dus ook naar de psychiater.

Een op de acht, een op de vier, vier van de vijf. Zijn we echt in zulke grote getale ziek? Eist de hedendaagse leefstijl haar tol? Urenlang achter pc's, fijnstof in de steden, de jacht naar geluk, het feit dat de milieudoelen maar niet gehaald worden, onzekerheden wegens de crisis, partydrugs, overdreven sporten, ergernis en uitlaatgassen in de files. En zweven er misschien meer onbekende virussen in de lucht, behalve Mexicaanse rakkertjes?
Of is het gewoon de marktwerking? Elke medicus, elke psychiater doet zijn best de targets te halen en ontvangt ook de mensen met de minste klachten met open armen.

Waar worden wij zo ziek van? En nog belangrijker: hoe worden we weer gezond?
Ik zou zeggen dat als vet zo ongezond is, verbiedt dan alle productie en verkoop van vet spul. Dat kan natuurlijk niet. Je zult zien dat er dan altijd mensen zijn die het recht op vrijheid van vetconsumptie opeisen. En zolang die er zijn heeft, heeft iedereen in dit vrije ondernemersklimaat, natuurlijk het recht een vetfabriek te runnen. Toch?
Dat is je vrije keuze. Daar kan een overheid niets aan doen. Doen ze het wel dan heet de overheid een dictatuur te zijn. Dus de overheid doet niets. Of, ja toch, ze brengen je leefstijl in kaart en rekenen je daar op af. Aan je portemonnee kunnen ze alles doen, zonder voor potentaat te worden versleten.

Natuurlijk begint je gezondheid bij jezelf. Als fijnstof en uitlaatgassen het aantal longaandoeningen doet groeien, gaan we natuurlijk minder autorijden. Als de vette hap zo schadelijk is, raken we het spul nooit meer aan. Als werkstress en economische onzekerheid ons gek maakt, dan reorganiseren we de economie natuurlijk grondig. En we stemmen natuurlijk op politici die ons als overheid daar bij helpen en steunen.

Werk je met de fiets de ladder op

Werk je met de fiets de ladder op (Lees ook mijn gastbijdrage op GeenCommentaar, hetzelfde thema, andere invulling).
Je carrière een opwaartse impuls geven? Dat kan. Gewoon blijven bewegen. Doe je dat niet dan heb je nog grote kans dat je baas zich met
je leefstijl gaat bemoeien. Wil je dat voorkomen, dan kun je maandag, 14 september, beter meedoen aan de “Fiets naar je werk-dag“. Goed voor milieu en voor lijf en leden.

Nou wordt maandag wel een erg druk dagje. De fietsdag valt samen met de aftrap van de “Nationale traploopweek“. De bedoeling is dat je de lift overslaat en de trap neemt. Eén van de initiatieven voor een gezond bedrijfsleven.
Ik zou zeggen, verras je baas en combineer fietsen en traplopen. Dat moet toch minstens een extra loonsverhoging opleveren en een positieve notitie in je functioneringsstatus. De baas zal zeker de indruk krijgen dat iemand met die zulke prestaties levert, fit genoeg zal zijn om zelfs tot na zijn 67ste door te werken. Wel
blessurevrij natuurlijk, anders dalen de zorgkosten nog niet.

Al dat sporten op de bedrijfsvloer valt onder preventie. De SER wist het in een dit voorjaar uitgebracht advies al duidelijk te maken: “Gezondheidsbevordering van werknemers is van groot individueel en sociaaleconomisch belang. Een goede gezondheid vergroot immers de kans op een lang leven van goede kwaliteit, op duurzame arbeidsdeelname en op maatschappelijke participatie”.
Nou, in dat kader zou je de werknemer kunnen motiveren tot een sportieve leefstijl, door hem een glanzende carrière in het vooruitzicht te stellen. Je bestijgt de loopbaanladder niet meer je ellebogen, maar met fiets en je voeten.
De mensen die in een kantoorkolos werken zijn gezegend. Die kunnen een complete triatlon afleggen. Fietsen en rennen over de talloze trappen en natuurlijk even zwemmen in de waterpartij die in de aankomsthal is aangelegd.

Menig werkplek is nog onvoldoende ingericht op massa' s sportende werknemers. Een enkel fitnesshokje, hooguit een squashzaaltje of een hoekje waar je kan tennissen met de Wii. Terwijl je de gemiddelde kantoortuin toch ook vol kan zetten met turntoestellen. Een loopje naar je collega via de brug met ongelijke leggers. Naar het kopieerapparaat via een sprong over het paard en naar de wc slinger je je een weg langs de ringen en touwen. Apekooien noemden we dat vroeger op school.

Zoals fietsen en traplopen gecombineerd kan worden, zo zij natuurlijk tal van handelingen in sportieve combinaties om te zetten. Voor het kopieerapparaat een stapmachine en de klep van het ding is verzwaard met gewichten. Het kreng krijg je alleen aan het werk als je de klep 20 keer op en neer hebt bewogen.
De koffieautomaat is alleen nog te bereiken door in een touw te klimmen. Dat touw hangt wel midden in een zwembad. De vuilnisbakken hangen aan basketbalborden. Op de teamvergaderingen geef je elkaar het woord door een badmintonshuttle naar de volgende spreker te slaan.

Hoe zit dat op jouwe werkplek? Welke sportieve innovaties zie jij daar mogelijk? En enig idee welke combi-sporten het bedrijfsleven supergezond kunnen maken?

Jeugd zwaar onder medicatie?

Jeugd zwaar onder medicatie?

Terwijl er nogal wat klachten zijn dat de jeugd van tegenwoordig pedagogisch gezien, veel te weinig met de paplepel krijgt ingegoten, wordt die jeugd wel een flinke dosis medicatie toegediend. In tien jaar tijd is het aantal burgertjes tot 20 jaar toegenomen met slechts 1,74 procent. De top-tien van aan de jeugd verstrekte medicijnen laat een groei van 50,99 procent zien.

Volgens kinderarts Offringa, in het NRC, geen echt negatieve ontwikkeling, want de toename kan worden toegeschreven aan verbeterde diagnostiek en de groeiende behoefte van ouders en artsen medische klachten te verlichten.
Wat er wel aan ontbreekt, is dat er nauwelijks iets bekend is over de effectiviteit, hoe de dosis te bepalen en wat de gevolgen van eventuele bijwerkingen zijn. Een jong lichaam reageert anders op medicatie dan een volwassen lijf en hoe dat werkt zou beter onderzocht moeten worden.
(In de
digitale versie meer, helaas alleen betaald toegankelijk).

Die top-tien is een bijzonder rijtje (zie meer in deze excelsheet).
De grootste stijger in de afgelopen tien jaar betreft virale vaccins (onder andere voor verkoudheid, griep en bronchitis). Toch is dat nog het minst verstrekte middel. Het meest verstrekt zijn de anticonceptiepil en luchtwegverbreders, die echter niet tot de grootste stijgers behoren.
Naast de virale vaccins, zijn ritalin (bij ADHD), antipsychotica (bij autisme) en maagzuurremmers in sterk toegenomen mate verstrekt. Daarvan hoort ritalin wel tot de top-drie verstrekte middelen.

Juist omdat kinderen anders kunnen reageren op bepaalde medicatie, dan volwassenen, en het testen van medicijnen op kinderen als bezwaarlijk wordt gezien, zijn er geen regels die de farmaceutische industrie verplicht onderzoek te doen naar de effecten van medicijnen op kinderen.
Toen in Amerika bekend werd dat antidepressiva bij kinderen soms desastreuze effecten konden hebben, heeft de Food and Drug Administration bepaald, dat extra onderzoek in bepaalde gevallen verplicht kan worden gesteld.
In Europa studeert men nog op aanpassing van de regels. De farmaceuten, bij monde van koepelorganisatie Nefarma, vindt dat best, als er maar wel een financiële vergoeding komt voor dat extra onderzoek (lees ook
dit artikel uit 2004 in het NRC).

Maar hoe kom je dan aan de juiste resultaten? Bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen worden in de laatste fase volwassenen getest op de werking. Moet je kinderen daar ook aan onderwerpen?
Ik zou zeggen: gezien de toename aan verstrekte medicatie, wordt dat nu al volop gedaan. Een goed onderzoek onder de gebruikers kan relevante informatie opleveren.

Zulk onderzoek gebeurt nu op vrijwillige basis. Kinderarts Offringa pleit voor een wettelijke regeling.
Wat mij betreft kan onderzoek naar de toename van bepaalde medicatie ook een forse injectie krijgen. Want is het nou louter betere diagnostiek dat er meer ritalin aan ADHD-kinderen wordt verstrekt? Wat ligt er nou precies ten grondslag aan de toename van antipsychotica en maagzuurremmers?

Betekent dat soms dat de kinderen in de voetsporen van hun ouders treden, die in toenemende mate hulp zoeken bij de GGZ (zie CBS-info)? Hoe zit dat toch met de “state of mind” van dit volk? Zijn wij gek geworden?

Gestoorde detentie

Gestoorde detentie Ruim de helft van de gedetineerden hebben een psychische stoornis. Ja, zou mijn ome Jaap zeggen, anders zaten ze niet in de bajes.
De Pompestichting constateerde dat dik 56 procent een of andere psychische stoornis heeft en ruim 80 procent er ooit een heeft gehad. Velen worden niet behandeld of willen niet geholpen worden. Dat moet anders, vindt de Pompestichting (interview met Erik Bulten van de Pompestichting als podcast te downloaden bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde).

Ik sta niet te kijken van die cijfers. Op mijn werk (voor dak- en thuislozen) is inmiddels de helft van de bezoekers belast met een psychische stoornis. Een deel van ons “publiek” is regelmatig “op vakantie”, het eufemisme voor detentie. Het aantal groeit gestaag. Van de tien nieuwe aanmeldingen zijn zeker acht mensen potentiële ggz-klanten.
Zijn gedetineerden en dak- en thuislozen een select groepje op dit gebied? Geenszins.
In december 2007 was hier te lezen dat de Nederlandse state of mind er beroerd aan toe was: ruim 40 procent van alle 18 tot 65-jarigen had wel eens een psychiatrische aandoening gehad. Dat wees het
Nemesis-onderzoek uit. Nemesis is een monitor die het Trimbos-instituut gebruikt om onze geestelijke gesteldheid in de gaten te houden.

Begin dit jaar wist het CBS te melden dat de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) een bloeiende business is. Een gemiddelde volume toename van 14 procent per jaar en een kostenstijging van 162 naar 275 euro per hoofd van de bevolking, toont aan dat steeds meer mensen gebruik maken van de GGZ.
Steeds vaker worden details bekend. Bijvoorbeeld dat het er in de stad een stuk gekker aan toegaat dan op het platteland. Bij stedelingen komen
38 procent meer psychische problemen voor dan bij plattelanders.

Meer mensen zijn dus bekend met de GGZ. Toch zijn er onder de mensen die vrij rondlopen, nog veel die niet worden behandeld. Dat komt deels door de wachtlijsten die zijn ontstaan door de grote toeloop, anderzijds zij er ook nog velen die niet naar de psychiater willen. Het is binnen de gevangenis dus niet gek veel anders dan daar buiten.

De vraag is wel hoe die grote aantallen en groei ontstaan. Daar heeft nog niemand een adequaat antwoord op gevonden.
Er zijn mensen die menen dat de verbeterde pr van de ggz leidt tot een grotere klandizie. Ongetwijfeld waar. Van hoogtevrees tot een beetje down, je vind al gauw een ggz- of particulier kliniekje waar je er cognitief therapeutisch vanaf wordt geholpen.
De VPRO's zomergast van vanavond,
Trudy Dehue, meent zelfs een depresssie-epidemie waar te nemen, veroorzaakt door onze welvarende prestatie-maatschappij en een handje geholpen door de farmaceutische industrie, die antidepressiva aflevert waar je eerder slechter dan beter van wordt.

Er zullen wel meerdere oorzaken zijn. Wat ik echter zorgelijk vind, is dat steeds meer mensen met een ernstige stoornissen (zoals schizofrenie en borderline) in het dak- en thuislozencircuit terechtkomen en ook in de gevangenis. Voor alle duidelijkheid: ik zeg niet dat een psychiatrische patiënt die zich op het criminele pad begeeft maar vrij mag rondlopen. Wel zal eens beter gekeken moeten worden, hoe die groei te stoppen is.

Dat is lastiger dan je denkt. Ook al is het aantal gedwongen opnames, gelast door een rechter, de laatste jaren toegenomen, de wet kent restricties die het moeilijk maakt zomaar iemand op te pakken voor een ggz-behandeling. Da's prima. Er zijn tenslotte veel meer mensen, die wel een stoornis hebben, maar die niet tot acties overgaan, waarmee ze rijp zijn voor justitie.

Op mijn werk komt het helaas herhaaldelijk voor dat we iemand met een stevige stoornis achteruit zien gaan en er kan pas wat worden ondernomen als diegene in de fout gaat. Dat kan zijn dat er ineens stoelen door de lucht vliegen, maar ook dat er klappen vallen waar omstanders de dupe van zijn. Dan komt het crisisteam en de politie er aan te pas en is de ggz- en justitiële dossiervorming een feit. Dossiervorming is hier het eufemisme voor een glanzende ggz- en justitiële carrière.

Wil de groei van het aantal mensen met een stoornis gestopt worden, dan is er werk aan de winkel. Welk werk en hoe? Ik weet het niet, want beschik niet over de nodige kennis. Degenen die dat wel hebben, zouden wel wat meer steun van de overheid kunnen krijgen. De bekende riedel: meer geld, meer personeel, meer faciliteiten en meer innovatie (=betere behandelmethoden).