Categoriearchief: Overbodig

Koopjeszondag

UitverkoopAlles in het leven is te koop en wil je van stukjes uit dat leven af dan gooit je het in de uitverkoop. Als het om erg praktische zaken gaat kan ik daar het nut nog van inzien. Wil je bijvoorbeeld milieu en je portomonnee sparen, dan is het kopen van 2e hands goederen een prima deal. Het positieve effect voor het milieu is natuurlijk erg klein, want iemand die zijn gebruikte huisraad in de verkoop gooit, heeft dat spul vaak over omdat-ie zelf net nieuwe spulletjes heeft gekocht.
Opmerkelijker is de verkoop van spullen met symbolische waarde. Niet alleen omdat ze vaak weinig praktisch nut hebben, ook omdat de prijzen onlogisch hoog zijn (de 40 cent die een vrouw vroeg voor
de as van haar man's eerste vrouw even daargelaten). Historische rommel die je zelden op een rommelmarkt ziet.
Nu is het in sommige gevallen heel begrijpelijk dat mensen van een stukje geschiedenis af willen. Maar waarom zetten ze die handel dan niet bij het grof vuil?
Want wie zou nou de
kostuums van Pinochet willen hebben? Zijn zoon heeft ze in de aanbieding voor zo'n € 1400,- per stuk. En ze zijn niet eens 2e hands, want zoonlief heeft ze zelf ook gedragen. Het is in ieder geval een verleden die je niet graag op de martk ziet, maar definitief in de afvalshredder gedumpt zou moeten worden.
Maar er zijn ook mensen die uit een wat leuker een slaatje proberen te slaan. De boerderij op het terrein waar in 1969 het legendarische popfestival
Woodstock plaatsvond, wordt door de eigenaar in de ramsj gegooid voor een slordige acht miljoen dollar. Het bijbehorende terrein is van een andere eigenaar en is niet te koop. Een boerderij zonder grond dus. Misschien leuk om een bejaardentehuis voor hippies van te maken. Want wie zou er verder voor 8 miljoen dollar geïntresseerd zijn in een verleden dat allang is ingehaald door Pinkpops en Lowlands?
Misschien dat er een soort cultureel centrum van gemaakt kan worden met een concertzaaltje waar dan
de piano van Elvis Presley een plaatsje kan krijgen. Het oude kreng wordt op eBay geveild en moet minstens 250.000 dollar op brengen. Het instrument schijnt niet alleen door The King Himself te zijn bepoteld, ook Duke Ellington en Jerry Lee Lewis hebben er wat op los gerammeld.
Nu zijn dit nog voorbeelden van koopjes waar een creatieve koper nog wat nuttigs mee zou kunnen doen. Misschien krijgt iemand een schitterend idee om die stukjes verleden in een prachtige toekomst om te zetten waar de komende generaties dan weer wat aan hebben. Maar al te vaak kom je de verkoop van relikwieën tegen die het gezonde verstand tarten.
Het pand waarin de tv-serie The Soprano's werd opgenomen, wordt gesloopt en
de bakstenen worden nu te koop aangeboden, compleet met serienummer en echtheidscertificaat. Zelfs aan een fictief verleden wordt dus nog leuk verdiend.
Mijn verleden is niet te koop. Ik hou de historische ballast het liefst zo klein mogelijk. De praktische dingen geef ik gratis weg, mits ze nog enige kwaliteit hebben. Ze gaan op de eerste plaats naar mensen in de directe omgeving die ze ook echt willen hebben. Zo niet, dan naar de kringloopwinkel. De materiële spulletjes met symbolische waarde hou ik voor mezelf tot het moment dat ik genoeg heb aan de symboliek in mijn hoofd. En de immateriële zaken worden nooit te koop aangeboden. Die verdwijnen vanzelf wel naar mate ik ouder wordt.
Heb jij nog wat overbodig verleden? Maak van dit weblog dan gerust de marktplaats voor jouw geschiedenis. Wie weet komen de andere lezers met een interessant bod.

Eten in de bajes

voedingssupplementenGedetineerden zouden minder agressief worden als er voedingssupplementen in hun eten zit. De waarde van voedingssupplementen is nog steeds zeer omstreden en er zouden zelfs risico's zijn als je er teveel van inneemt. Vorig jaar wilde men daarom in Europees verband de voedingssupplementen in etenswaar beperken.
Toch vond de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) dat positieve berichten uit Engeland een nader onderzoek rechtvaardigde. Dus een universiteit erbij gehaald, een aantal gedetineerden geselecteerd en wat blijkt? De verschillen tussen de groep die eten met supplementen kreeg en de groep die placebo's at, zijn zo klein dat nader onderzoek is gewenst. Er waren wel wat minder incidenten in de groep gesuppleteerde gedetineerden. Dat geeft natuurlijk hoop. Tenslotte ging het om een kleine groep die slecht drie maanden werden gedrogeerd. Dus wie weet wat er gebeurt als je alle gedetineerden een heel jaar lang pillen voert.
Criticasters van voedingssupplementen vinden dat je beter gewoon gezond en gevaroeerd kan eten, zonder al die toevoegingen. Zij worden in het gelijk gesteld door een Amerikaanse wetenschapper die onderzocht had dat
junkfood tot meer agressie leidde. In junkfood zit amper nog iets aan nuttige voedingsstoffen. Je wordt er niet alleen ongezond dik van, maar het kan ook nadelige gevolgen voor je hersenen hebben met stemmingswisselingen, depressies en agressief gedrag tot gevolg.
Goed eten dus. Daar heeft men in
Indische gevangenissen leuke resultaten mee behaald. In een gevangenis in Bangelore kregen de bewoners een vegetarisch menu van rijst, groenten, linzen en melk voorgeschoteld van de lokale Hare Krishna-beweging. Dat viel zo goed in de smaak dat veel gedetineerden de bajes helemaal niet meer uit wilden toen de straf er op zat. Sterker nog, andere veroordeelden probeerden een plaats in deze gevangenis te krijgen.
Ja, zo kan je van een goed gevangenismaal ook weer agressie krijgen. Een gedetineerde van de Scheveningse gevangenis overwoog
een vechtpartij om zo overplaatsing naar Zoetermeer te krijgen, alwaar je elke dag zelf mag koken en prima voedsel te verkrijgen is.
Vooralsnog lijkt me het eten in de justitiële inrichtingen hier goed genoeg. Op mijn werk valt het telkens weer op hoe goed de meeste cliënten er uitzien na een gedwongen “vakantie”. Rust en goed eten. Daarkomen de meesten van hen in het jachtige straatleven niet aan toe. In de bajes wel. En zo heeft de gevangenis af en toe ook zijn aantrekingskracht, net zo als dat in India het geval is. Laat die voedingssupplementen dus maar zitten en steek het geld in normaal, goed eten. Nog los van de ethische kanten van deze zaak. Het zet de deur op een kier om niet alleen het gedrag van gedetineerden met gemanipuleerd voedsel te sturen, maar ook van ieder ander aan wie wij menen een steekje los te zien zitten.
Nader onderzoek is volstrekt overbodig, lijkt mij.

Werklozen als wisselgeld.

werkloosheidDe werkgevers willen de regering ter wille zijn en het leger der werklozen aan de slag helpen. Het zoveelste banenplan? Jawel, na de werkverschaffing in de crisisjaren en de banenpools, de Melkertbanen die ID-banen werden en tal van andere banenplannen, komen de werkgevers nu ook met een banenplan. En wat gaat ze dat kosten? Een grijpstuiver. De overheid moet voor de helft bijdragen aan het nobele plan dat net zo goed Stuivertje wisselen mag heten, omdat de werkgevers alleen 200.000 landurig werklozen aan een baan zullen helpen als de regering belooft op de aanstaande participatietop het ontslagrecht zal versoepelen. Werklozen als wisselgeld dus.
Nu werd vorige week bekend dat de werkloosheid nog nooit
zo laag is geweest de afgelopen vier jaren. Slechts 347.000 mensen zaten gedwongen naar hun werkloze handen te turen. Als er de komende drie jaar geen werklozen bij komen zal dat dankzij de werkgevers dus zakken naar een krappe 147.000 arbeidsreservisten.
Dat is mooi en nog mooier is dat de werkgevers beloven de langdurig werklozen aan echte banen te helpen. Geen flauwekul-jobs zoals bij de Melkertbanen nog al eens het geval was. Nee, echt werk. Met een opleiding erbij als dat nodig is. De allermooiste zinsnede uit het nieuwe banenplan is dat de werkgevers er naar streven de aangenomen werklozen na een jaar aan een vaste baan te helpen.
Er naar streven? Wat is dat nou? Geen keiharde garanties? Maar wel eisen dat het ontslagrecht wordt versoepeld. Ik adviseer de overheid het ontslagrecht pas serieus te bespreken als de werkgevers de komende drie jaren voldoende hebben bewezen dat hun banenplan ook echt werkt. Eerst die 200.000 vaste banen en een lagere werkloosheid, dan zullen we wel weer verder zien. Want tot op vandaag de dag wordt er nog steeds al te soepeltjes ontslagen.
Natuurlijk, een beetje ontslag is een hinderpaal voor de werkgever. Vervelende vakbonden die de beste ontslagregeling voor hun leden er uit willen slepen, rechters die al gauw een ontslag goedkeuren als er maar een paar maanden vertrekpremie tegenover staat en niet te vergeten die irritante economie zelf. Die doet maar wat. Het ene moment kunnen werkgevers zo een paar duizend werknemers gebruiken omdat het zo goed gaat met de economie, even later zitten ze ermee opgescheept omdat een stijgende olieprijs hun concurrentiepositie ondermijnt en ze beter die werknemers weer naar huis kunnen sturen om een uit de kosten te blijven.
Nee, die economie is onvoorspelbaar en daar kunnen de werkgevers weinig aan doen. Behalve dan het ontslagrecht versoepelen. want is de nood weer eens aan het werk, dan kan de werkgelegenheid van het bedrijf gered worden door een paar mensen over te dragen aan het sociale vangnet van de overheid.
Het is huichelarij van de hoogste soort. Als er geen werkloosheid zou zijn, gedijt de soort economie die wij hier kennen niet goed. Want die economie draait alleen prima als de loonkosten binnen de perken blijven. En hoe hou je die kosten laag? Door de werkloosheid op peil te houden. Als iedere beschikbare arbeidskracht al een baan heeft dan moeten werkgevers maar zien hoe ze eventuele vacatures vervuld krijgen. Dat lukt dan alleen maar als er een beter salaris of leuke extraatjes worden aangeboden. Want waarom zou iemand anders van werkgever willen wisselen?
Maar hogere salarissen leiden net zo goed tot duurdere producten als een te groot tekort aan vakkrachten. Als er te weinig metselaars zijn, dan kunnen die paar vaklui hogere prijzen bedingen, want het werk moet wel gedaan worden. De vicieuze cirkel van de vrije markteconomie. Te weinig werklozen is niet goed, teveel ook niet. Dus zal het aantal werklozen precies zo groot moeten zijn dat er genoeg mensen zijn die voor een lager salaris een baan accepteren en de rest met overheidssubsidie aan het werk geholpen wordt. Dat laatste stellen nu de werkgevers ook voor. Hun banenplan moet voor de helft door de overheid mede gefinancierd worden. Maar dan wel zonder de garanties die ook de overheid nooit heeft kunnen bieden. Het verlagen van het aantal werklozen is niet het werkelijke doel van de werkgevers. Versoepeling van het ontslagrecht wel, want arbeid is het geld waar de werkgevers geheel naar eigen goeddunken over wensen te beschikken. Dit banenplan is weer een typisch geval van overbodig.

De rechtsstaat in commissie bijeen.

Terwijl de helft van Nederland dagelijks naar het werk gaat, is de andere helft in commissie bijeen. Da's maar goed ook, want het is vooor een gemiddelde minister ondoenlijk het hele beleid zelf te bedenken. Nu hebben ministers daar wel ambtenaren voor, maar de komende jaren zullen ze heel wat ambtenaren naar huis moeten sturen, dus wie helpen dan de ministers plannen te bedenken? Juist, de commissies.
De allernieuwste commissie moet uitvogelen hoe de burger meer kennis krijgt van de kernwaarden van onze rechtsstaat. Minister Hirsch Ballin (Justitie) heeft gisteren deze commissie aan het werk gezet en 1 december moet de club met adviezen en voorstellen komen. De commissie bestaat uit 8 niet zo heel erg bekende BN'ers, 4 min of meer bekende publieke figuren en 1 beste wel bekende BN'er. En dat is dan de enige zonder wetenschappelijke titel of vooraanstaande functie bij maatschappelijk relevant geachte organisaties. Richard Krajicek is dus een beetje vreemde eend in de bijt. In het Algmeen Dagblad geeft hij dan ook ruiterlijk toe dat hij met zijn inbreng er een slag naar zal slaan. Daar heeft-ie tenslotte het meest verstand van.
Hirsch Ballin maakt het zichzelf ondertussen niet makkelijk. Zijn departement kent nu dus 37 commissies en dat gaat hem dus niet alleen een hoop koffie met koekjes kosten, maar ook een partij leeswerk. Dat de man houdt geen tijd meer over voor een goed boek, laat staan voor een aardig weblogje.
We wensen de commissie veel succes want de kernwaarden van de rechtsstaat staan aardig onder druk. Niet op de laatste plaats natuurlijk door toedoen van de regering zelf, die als deelnemer in ''de oorlog tegen het terrorisme'' bereid is wat gaten te schieten in de privacybescherming. De commissie moet uitzoeken hoe aan het volk valt uit te leggen hoe en waarom onze rechtsstaat werkt zoals die nu werkt. Met andere woorden: Wie zich beperkt voelt op het gebied van de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting, krijgt straks van de regering te horen waarom er grenzens aan die vrijheid zijn en kan tevreden naar huis.
Ondanks Postbus 51-campagnes, voorlichtingswebsites van Justitie en Openbaar Ministerie is het publiek niet genoeg bekend met de werking van onze rechtsstaat. De commissie moet dus andere middelen verzinnen. Ik doe graag wat suggesties:
– Eenmaal per jaar op televisie de Nationale Kennis van de Rechtsstaat-kwis, volgens het concept van het nationaal Dictee en de Grote Geschiedenis Quiz.
– Wie heeft de Rechtsstaat X-factor? Een seizoen lang worden aankomende advocaten, rechters in spé en crimineeltjes in wording gevolgd. Welke idool weet de rechtsstaat het meest naar zijn/haar hand weet te zetten?
– Huur BNN in. In een spraakmakende uitzending laat men een willekeurige burger kiezen welke rechtsorganen vervangen gaan worden. De kandidaat kan kiezen uit alternatieven als juryrechtsspraak, censuurwetgeving of een dictatuur naar keuze.
Tot slot de lezersvraag: valt deze commissie onder de categorie ''Overbodig''?

Stereotypen tegen ontsporing.

Als het een onbeheersbaar rommeltje begint te worden, de boel uit de hand gaat lopen, de hele sameneleving dreigt te ontsporen, ontstaat er bij sommigen een grote behoefte stereotypen van stal te halen. Stereotypen waarvan verwacht wordt dat die de boel weer in het gareel kunnen krijgen. Vaak gaat het om wat stoffige stereotypen die nieuw leven ingeblazen wordt, onder het motto: ''Vroeger was het misschien zo slecht nog niet''.
Groeien de onzekerheden over de toekomst van de maatschappij dan is er behoefte aan sterke en duidelijke leiders. En als die onzekerheden ook zijn weerslag hebben op de vraag ''wie zijn we nou helemaal en waar zijn we eigenlijk mee bezig?'', dan grijpt men weer massaal terug op god. En daar maken tal van obscure types aardig misbruik van.
Obscure types (ook een stereotype) zijn behalve leiders van trendy politieke partijen en geestelijke stromingen, ook de vele deskundigen die overal op moeten draven om ons duidelijkheid te verschaffen. Wij weten niet van het hoe en het wat. Een deskundige heeft er voor geleerd, dus die kan het wel weten. En zo hoort het ook. Als een gewone trein ontspoort, haal je daar ook vaklui bij. Dus een ontspoorde samenleving mag door De Deskundige op de rails worden gezet.
Bijvoorbeeld Ger Groot, docent filosofie aan de Erasmus Universiteit. In het tijdschrift Filosofie Magazine van mei zei hij dat het tijd wordt de traditionele vaderrol weer van stal te halen, als middel tegen de ontspoorde jeugd. De klassieke rolverdeling van de streng doch rechtvaardige vader en de zorgzame en koesterende moeder mag geheel uit de tijd lijken, maar dat is dan een grote vergissing volgens Ger Groot. Tuurlijk, zegt Ger, het is een wat ouderwets en bekrompen beeld, maar zo''n rolverdeling is wel effectief bij de opvoeding. De vader vertegenwoordigt de wet en de moeder de liefde. Ouders moeten niet de beste vriendjes van hun kinderen willen zijn. Dat schiet niet op en voor je het weet krijg je kinderen maar wat rondhangen of ontsporen.
Veel van dat soort kinderen komen uit vaderloze gezinnen. En dat bedoelt-ie niet alleen letterlijk. Met vaderloos bedoelt meneer Groot ook dat veel mannen de klassieke ''streng-doch-rechtvaardige'' rol hebben afgelegd en zijn zelfs een beetje ''de moeder'' gaan uitgangen. Resultaat? “De gevolgen van een vaderloze opvoeding – of de vader nu fysiek afwezig is of zijn symbolische vaderrol naast zich neer heeft gelegd – zijn desastreus. In een dergelijk gezin zal het kind nauwelijks ervaren hoe het is om tegenover de wet te staan, om de wet gesteld te krijgen. Dit is van het grootste belang, omdat dit na de opvoeding in de samenleving hoe dan ook zal gebeuren: tegenover de werkgever, de overheid en de samenleving als geheel. Op het moment dat in de vormende fase van de persoonlijkheid niet is aangeleerd hoe hiermee omgegaan dient te worden, zal de ontzetting die toeslaat op het moment dat die botsing plaatsvindt bijna onoverkomelijk worden. Dan ben je reeds zo ver gevormd – of beter gezegd: misvormd – dat het heel veel moeite zal kosten en met veel pijn gepaard zal gaan om dit herstellen”. (citaat uit Filosofie Magazine).
Nu kunnen we ook de filosoof gaan uithangen en Ger wijzen op de ontspoorde jeugd die opgevoed was door traditionele vaders en moeders, maar wij zijn geen deskundigen. Hij zal dus wel gelijk hebben. Zijn gedachtengoed zal in ieder geval in goede aarde vallen bij het christelijk deel van het huidige kabinet. Misschien kan Ger Groot wel adviseur van de minister voor jeugd worden.
Ik zal niet ontkennen dat er heel wat mankeert aan sommige jongeren. En ongetwijfeld zal bij een deel daarvan de oorzaak bij de ouders gezocht kunnen worden. Maar een beetje filosoof kan weten dat het dan niet volstaat je op de klassieken te beroepen. Zo zit de geschiedenis niet in elkaar. Wie weet had de jeugd van vandaag er veel beter voorgestaan als we die klassieke vader- en moederollen nooit gehad zouden hebben. Okee, da''s een filosofische stelling. En zoiets verwacht je eerder van een deskundig filosoof. Daar verwacht je geen opvoedmodel van.
Ik denk ook niet dat een klassieke ouderverdeling de schade kan herstellen waar Ger Groot het in het begin van het artikel over heeft. Daar verklaart hij de hedendaagse menselijke ellende van allerlei wangedrag. Een prestatiegerichte, competitieve economie vraagt de mensen het beste uit zichzelf te halen. Maar competitie haalt ook uit slechtste uit de mens naar boven. Het leidt tot morele onevenwichtigheid bij mensen.
Juist, en dat leren de kindertjes van hun ouders. Mijn vader was het rolmodel waar filosoof Groot het over heeft. De goeie man moest knalhard werken en ''s avonds mocht hij het disciplinaire gedeelte van de opvoeding van moeders overnemen. Naar dat klassieke eer en geweten hebben mijn ouders gehandeld en zie wat er van me geworden is: een blogger! Ben je dan ontspoort of niet?
Jammer dat alleen stereotypen uit het verleden zo duidelijk zijn, maar klassieke modellen hebben hun nut bewezen in een verleden die op geen enkele manier lijkt op de tijd waarin we nu leven. Dat vraagt dus om nieuwe inzichten en die zullen we nog met elkaar moeten uitvinden. Ger Groot''s opvattingen vallen onder de categorie ''overbodig''.

Topzegeltjes

KoopzegelsMogen bijzondere prestaties beloond worden? Tuurlijk wel! De beloning moet echter wel daar terecht komen, waar dat hoort. Een aardig salaris is al een heel redelijke beloning voor mannetjes die een bedrijf opstuwen in de vaart der economie. Het lijkt me ook niet meer dan redelijk dat zo'n mannetje vriendelijk bedankt wordt, als hij daar ruimschoots in slaagt. Een bloemetje, een cadeaubon en een benoeming tot ere-lid van het bestuur zijn leuke extraatjes. Tenslotte kunnen die mannetjes van het opgestreken salaris, de rest van hun leven in een tropisch paradijs doorbrengen. Dat is op zichzelf al een beloning. Als het bedrijfsleven meent dat er verder nog iemand moet worden beloond, is dat niemand meer en mindere dan….. de klant.
Ja hoor, denken vele lezers hier. Daar heb je hem weer. Wat heeft die klant dan helemaal gepresteerd? Nou, laat ik dat even op een rijtje zetten.
Om te beginnen moeten we er van uit gaan dat een vrije markt absoluut niets voorstelt als er geen klanten zijn. In ons economisch systeem wordt het dogma hoog gehouden dat klanten vrij zijn om te kiezen welk product of bedrijf ze vertrouwen, vrij om te kiezen bij wie ze willen kopen en vrij om te kiezen hoeveel men er voor over heeft. De prestaties van de klanten zijn dus: vertrouwen schenken, de moeite nemen om naar de winkel te gaan en een substantieel deel van hun inkomen te investeren in de economie door ook daadwerkelijk een aantal produkten in die winkel te kopen.
Kijk, klanten kunnen er ook voor kiezen bij de groenteboer wat worteltjes te kopen, die thuis fijn te hakken en dat hun zuigelingen door de strot te stampen. Een stuk goedkoper, veel gezonder en het stimuleert de onderlinge band in het gezin. Maar wat doen de klanten? In een vlaag van verstandsverheldering slikken ze de boodschap dat de economie er baat bij heeft als de consument wat dieper in de portomonnee grijpt en gaat babyvoeding kopen. Ze kijken wat rond in de winkel en hoppa….. die leuke potjes van Numeco lijken ze wel wat. De klant wordt bedankt en krijgt in de ochtenkrant bij zijn ontbijt voorgeschoteld dat de heer Bennink 12 miljoen euro extra krijgt. Ja, daar lusten wij wel pap van.
De rest van de voorbeelden kent u ondertussen ook. Bedrijven van allerlei electronische apparatuur, die er voor kiezen de nederlandse economie een impuls te geven door de chips van Philips noodgedwongen elders in te kopen, zien hun investeringen beloond in de vorm van bonussen aan de Philips-top. En milieubewust als de hedendaagse consument inmiddels is, wordt er meer gebruik gemaakt van de trein. Om het de NS niet al te lastig te maken, rent men zich suf om de trein te halen, zodat die op tijd kan vertrekken. Bovendien is men niet te beroerd zich solidair te verklaren met de NS, ook al gaat er nog steeds aardig wat mis. De inzet van de treinreiziger wordt beloond met een symbolisch gebaar naar het NS-personeel.
Hoe kan dat anders? Simpel: voer de bonuszegeltjes in. Met een kleine aanpassing van het syteem dat u wel kent van uw groenteboer of supermarkt, kunnen de bonussen terecht komen waar ze horen: bij de klant. Het is en blijft tenslotte de klant die, in al zijn vrijheid, de moeite neemt produkten en diensten in te kopen van Numeco, Philips en de NS.
Hoe werkt het? Wat hetzelfde blijft, is dat elke klant één of meerdere zegeltjes krijgt bij de aankoop. Als aan het einde van het boekjaar blijkt dat een bedrijf flinke winst heeft gemaakt, kunnen de bonuszegeltjes ingeruild worden voor aandelen of obligaties. De voordelen zijn: de klant krijgt wat terug voor zijn investeringen en kan met die aandelen meer zeggenschap krijgen over het bedrijfsleven.
Ik vrees dat het bedrijfsleven met name dat laatste niet zo wenselijk vindt. Maar laat dat bedrijfsleven me eerst eens uitleggen waarom die bonussen alleen naar de top-bestuurders moeten en niet naar de klanten. Bovendien mag men ook uitleggen waarom er ook bonussen uitgedeeld worden als de prestaties wat minder zijn. In zo''n geval zou een bestuurder toch juist een deel van dat riante inkomen moeten inleveren?
Elke lezer die meer verstand heeft van economie dan de redaktie hier, mag natuurlijk ook komen vertellen wat er hij/zij vindt van de bonuszegeltjes voor klanten. Of zijn die net zo overbodig als de bonussen van de topbestuurders?

Buitenreclame

De reclame moet eens verlost worden uit de benauwende advertenties in bladen en die luttele minuten zendtijd waarmee tv-programma''s worden onderbroken. Ook de reclame die gevangen zit achter de glaswand van bus-en tramhokjes moet worden bevrijd. Ja, reclame moet de ruimte krijgen. En die is er ook! In de openbare ruimte is nog plek genoeg. Hoe die ruimte voor reclame kan worden benut, kunt u zien op een tentoonstelling in het Arcam (Architectuurcentrum Amsterdam – te zien tot 27 januari). Het moet natuurlijk geen rommeltje worden, aldus Maarten Kloos, directeur van het Arcam. Als architecten, reclameburo''s en beleidsmakers een beetje zorgvuldig nadenken kan buitenreclame flink de ruimte krijgen, zonder dat het storend wordt. Nu wordt er nog teveel lukraak reclame gekwakt op gebouwen, rondrijdende bussen, billboards, lantarenpalen en abri''s. Je moet dat een beetje doseren, zegt Kloos. De overdonderende reclame-uitingen op Times Square (New York) vindt hij overigens een mooi voorbeeld.
Reclame in het algemeen en buitenreclame in het bijzonder zijn voorbeelden van volstrekte overbodigheid. Eigenlijk is reclame helemaal niet nodig. De consument weet zelf wel wat hij/zij nodig heeft. Het argument dat reclame nodig is om de consument er op te wijzen uit welke mogelijkheden hij de keuze heeft, is een schijnheilig argument. Reclame is slechts een middel om de vraag naar producten, waar niemand nog om heeft gevraagd, te creëren. Succesvoorbeelden zijn de route-navigatoren als de TomToms. Iedereen kon de weg best zelf wel vinden. Inmiddels lijkt niemand meer zonder te kunnen. Voor producten waar wel een normale vraag naar is, werkt reclame als een slagveld waar vele merken elkaar bestrijden om de gunst van de consument te winnen. Volkomen overbodig. In de winkel kan de consument zelf zien welke producten er zijn. Zo werkt dat met ons dagelijks brood ook. Daar wordt nauwelijks reclame voor gemaakt en toch wordt het elke dag gekocht.
Buitenreclame is er al in tal van irritante voorbeelden. Niet alleen de opdringerige billboards, ook de schapen in weilanden langs de weg, met een reclamekleedje op hun rug. De reclamewereld denkt er verder over flatgebouwen te versieren. Da''s natuurlijk om de mond-tot-mond-reclame een impuls te geven. Als je moet uitleggen waar je woont of werkt, kun je vertellen dat je in de ''Volkswagen''-flat te vinden bent.
In plaats van te bedenken hoe reclame nog meer de ruimte krijgt, zou er nagedacht moeten worden of er niet veel minder reclame gemaakt kan worden. Voor bestaande producten is het voldoende om die te laten beoordelen door organisaties die zich met consumentenvoorlichting bezig houden. Wil een fabrikant iets nieuws op de markt brengen dan kunnen diezelfe organisaties de noviteit beoordelen op nut, duurzaamheid en prijs. De consument bepaalt vervolgens of het produkt welkom is op de markt.
Reclame beperken tot louter de aanwezigheid van produkten in de winkels en de consument het verder mond-tot-mond laten doorvertellen zou meer dan genoeg moeten zijn. De al aanwezige reclame kunnen we wellicht niet meer terugdringen. We hebben zelf daar nog enige keuze in, hoe we ermee omgaan. TV-commercials zappen we weg en de folders in onze postbus flikkeren we meteen in de doos ''te verwijderen items''. Dat is de reclamemakers een doorn in het oog. Of zoals directeur Fred Kuhlman, directeur van het Nationaal Adviesbureau Buitenreclame, het zegt: ''de fragmentatie in mediagedrag zorgt ervoor dat de traditionele massamedia als kranten en tv steeds minder invloed op de massa hebben en dus minder geschikt zijn om een reclameboodschap uit te dragen. Als je in één keer een grote groep wilt bereiken kun je dat tegenwoordig het best op straat doen. Buitenreclame is niet weg te zappen''.
De plannen om de openbare ruimte nog meer te voorzien van allerlei reclame moet snel het afkeurmerk ''Overbodig'' krijgen. Die ruimte is van iedereen. In een democratisch land zou het niet mogelijk moeten zijn dat de openbare ruimte wordt overgeleverd aan de dictatuur van de commercie.

De kleine lettertjes

Het zou heel wat schelen als we onze energie (zowel die via het stopcontact binnenkomt als onze eigen energie) niet meer steken in overbodige zaken. Om te beginnen met de echt overbodige dingetjes. Bloemengeur uit een appaaraatje dat je in het stopcontact steekt is zo''n overbodigheid, maar je zou nog kunnen zeggen dat het in sommige kamertjes zijn nut heeft. Een middagje flaneren op het strand heeft economisch gezien weinig nut, maar je beweegt wel en da''s dan weer goed voor je gezondheid. Een echt gevalletje van overbodigheid is een verzekeringspolis tegen geweld. Op het eerste gezicht een prima produkt, tot je de kleine lettertjes goed tot je door laat dringen.
Krantenartikelen werken precies hetzelfde als verzekeringspolissen. De koppen zien er veelbelovend uit, maar je krijgt een heel ander beeld als je de kleine lettertjes leest. In de media werd de noviteit aankondigd met: ''Verzekeraar biedt polis tegen geweld''. Prachtig, denk je dan. Ik sluit zo''n verzekering en mij zal nooit meer iets gebeuren. Ik kan veilig een avondje stappen zonder in elkaar geslagen te worden. Mocht er ooit hier een oorlog uitbreken: ik kan gerust gaan slapen, want het geweld zal mij niet treffen. De verzekeraar heeft kennelijk een oplossing voor het ''toenemend geweld in de samenleving''.
Maar dan de kleine lettertjes: het gaat, zoals bij elke verzekering, niet om een preventieve garantie, maar om de gevolgen te bekostigen van de opgelopen schade: ''De verzekering vergoedt begeleiding als iemand psychische problemen krijgt na bijvoorbeeld mishandeling. Er volgt een uitkering van 34.000 euro bij invaliditeit en 17.000 euro bij overlijden''.
Pardon? Dat is toch allemaal al verzekerd? Tot nu toe dekken ziektekosten-, invaliditeits- , begrafenis- en levensverzekeringen dit soort gevallen? Het lijkt me sterk dat de verzekeraar die met dit geweldige aanbod komt, ook iets gaat uitkeren bovenop die bestaande verzekeringen. Ook al behoor je tot de zogenaamde risicogroepen als ambulancepersoneel en horecaportiers.
Op mijn werk hebben we regelmatig met agressie en geweld te maken. Het personeel zit bij toerbeurt in de ziektewet of heeft wat nazorg nodig. En dat is allemaal al verzekerd. Verder hebben we de mogelijkheid om via de rechter schadevergoedingen af te dwingen bij de daders. Ook als de werkgever nalatig is geweest om de veiligheid van het personeel te garanderen, kun je een aardige schadeclaim afdwingen. Die nieuwe verzekering biedt dus niets extra''s en het is mij dan ook een volkomen raadsel waarom een stuk of dertig nieuwsberichten hier zonder enig commentaar melding van maken. De verzekeraar zelf zegt: ''met de verzekering te zijn gekomen na gevallen van agressie tegen onder meer ambulancepersoneel en werknemers van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). We hebben bekeken of we iets voor hen konden doen.''
Wel, beste verzekeraar, wat dacht u ervan om uw geld eens te steken in de sponsoring van beveiliging? Of doneer fikse bedragen in al die initiatieven die geweld proberen te voorkomen.
Verzekeringen zijn altijd al prima in staat geweest angst tot een marktprodukt te maken, maar dit slaat weer alles. Het is dat er op dit weblog al een prijs is uitgeloofd (de Donkey Shocking-award), maar dit vraagt bijna om de FOP-prijs: de Folkomun Ofurbodig Produktje-uwoard. Nou zou zo''n prijs in al zijn overbodigheid zelf nummer één worden, dus daar begin ik niet aan. De redactie zal wel meer van dit soort zaken melden. Daarom een nieuw label: Overbodig. Ziet u voortaan dat label onder de artikelen, dan kunt u dus de gemelde gevallen bekijken. Natuurlijk kunt u ook uw eigen overbodigheden hier melden. Let op de kleine lettertjes in nieuwsberichten en u zult versteld staan van de hoeveelheid overbodigheid die u zult aantreffen.