De idioot in bad.

Idioot in badAandacht is als een warm bad. Dat geldt zelfs voor de meest egocentrische solisten. Vandaag wordt de idioot in dat bad gedompeld. Het is de werelddag van de geestelijke gezondheid. Uw aandacht wordt gevraagd voor mensen in wiens bovenkamertje het er rommelig aan toegaat.
De kalender staat vol van aandacht vragende dagen en ze helpen maar zeer marginaal. De psychische gezondheidsdag wordt al
vanaf 1992 georganiseerd en blijkt, 15 jaar later, nog steeds nodig. De idioot krijgt zijn bad, maar “elke week is hem het lot beschoren, opnieuw een bange idioot te zijn gebleven”(uit het prachtige gedicht van M. Vasalis, “De idioot in bad“).
Het nederlandse Fonds Psychische Gezondheid kiest ervoor elk jaar een thema onder de aandacht te brengen.
Dit jaar: eetstoornissen.
Het lijkt wel of de wereld steeds gekker wordt. Het
aantal psychische stoornissen breidt zich uit. Geen probleem als je met behulp van een internet-therapeut (E-mental health) er weer van af kan komen. Er zijn ook aardig wat psychiatrische stoornissen, die goed te verhelpen zijn. Er zijn zo'n 27.600 mensen met een eetstoornis, maar dat aantal breidt zich niet uit, omdat er zoveel mensen ook weer van genezen, dat het aantal redelijk stabiel blijft. Maar wat te denken van de 17 duizend mensen die vorig jaar gedwongen werden opgenomen?
Een deel van die mensen zal genezen, maar een behoorlijk deel zal chronisch patiënt worden en tot de ongeveer 18.000 mensen gaan behoren die een lange tijd, soms zelfs de rest van hun leven, binnen de muren van een psychiatrische instelling verblijven.
Maar, kort of lang verblijf, eenmaal “uitbehandeld” is het oppassen geblazen. In toenemende mate komt de idioot op straat terecht. De idioot is tijdens zijn opname en behandeling huis, werk en sociale omgeving kwijtgeraakt. Dat moet weer worden opgebouwd. Door onvoldoende nazorg, door wachtlijsten bij “bemoeizorg”-organisaties, door een geschiedenis van schulden die dan weer boven water komt èn door het gedrag van de idioot zelf (wie wil er nu een buurman die miden in de nacht op het dak aria's staat te zingen?) is de straat de enige verblijfplaats die de idioot rest. En op straat gaat het binnen de kortste keren weer bergafwaarts. Medicijnen kwijt of vergeten in te nemen, dealertjes die de idioot (weer) aan de drugs helpen en regelmatig de toegang tot de nachtopvang ontzegd omdat er in zo'n opvang nou eenmaal geen psychiatrisch verpleegkundigen werken die weten hoe met het gedrag van de idioot om te gaan.
De idioot vraagt af en toe zelf om hulp. De hulpverlener is dan verplicht hem een aantal vragen te stellen en de idioot mag zijn hele vervelende geschiedenis weer op tafel leggen. De idioot wil rust, een dak boven zijn hoofd en elke dag een bad, want dat helpt hem zichzelf te kunnen zijn. Meer niet. Maar de hulpverlener is, dankzij de WMO (Wet Maatschappelijke Opvang), verplicht de idioot alle hulp te bieden die verder nodig wordt geacht. De idioot moet dat wel aannemen want anders is hij zijn dakloze-uitkering kwijt en de kans op een woninkje voor hemzelf kan-ie wel schudden. De idioot wil een eigen leven, maar zijn leven past niet zomaar tussen die van “de andere mensen”. De idioot loopt daarom vaak genoeg weg bij de hulpverlening en dat draait steevast op alweer een dwangopname uit.
Het is een netelige kwestie. Geef je de idioot net zoveel vrijheid als iedere andere burger, dan loopt hij wel risico's. Het zou echter een erg dure zaak worden als elke idioot net zoveel persoonlijke bescherming kreeg als politici die bedreigd worden. Maar die worden dus wel tegen krankzinnigen beschermd. De idoot moet zelf maar uitzoeken hoe hij het, ook voor hem, krankzinnige leven tegemoet treedt. Gaat dat mis, dan maar weer gedwongen het gekkenhuis in.
Zeker, als je het hem vraagt weet-ie wel wat voor plaats hij in dat leven wil. Die plaats lijkt er echter niet in onze samenleving te zijn. Een enkel keertje gaat dat wel goed. De idioot die hier in de buurt op een kamertje woont, krijgt van de bakker elke dag een broodje en een kop koffie, de buurman houdt een oogje in het zeil en toen hij laatst zijn straatkrantje stond te verkopen knoopte iemand een gesprek met hem aan. Hij had wat last van een haartje in zijn oog en vroeg of zijn gesprekspartner dat wilde weghalen. Alsof dat vanzelf sprak deed die voorbijganger dat ook. Een verzorgingsritueeltje dat eigenlijk van alle dag zou moeten zijn.
Maar meestal leeft de idioot in angst. Hij is bang voor wat de mensen van hem denken, bang voor wat mensen van hem willen, bang om op straat te leven en bang om opgesloten te worden. Die angst is geen psychiatrische stoornis, maar een realiteit. Die realtiteit is niet te verhelpen met een pilletje of internettherapie.
Komt u de idoot toevallig tegen, geef hem dan eens dat bad van aandacht. Een praatje is genoeg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *