Kinderen in bewaring

KinderopvangDe tijd dat kinderopvang een a-sociaal zootje was, is lang vervlogen. Geen malafide matressen meer, die hun bijverdiensten belangrijker vonden dan het welzijn van de kindertjes. Geen hobbyzaaltjes meer waar de gegoede burgerij de kinderen van de a-socialen opvingen en naar beste vermogen de peuters verzorgden. Geen experimentele crèches meer, waar uitgevogeld werd hoe de onmaatschappelijheid van vermeende hufterige gezinnen bestreden kon worden, door kinderen de taal eens fatsoenlijk te leren.
De kinderbewaarplaats is geëvolueerd naar de huidige kinderopvang.

Met de Wet Kinderopvang, van kracht sinds 2005, moet het in bewaring geven van kinderen niet meer alleen afhankelijk zijn van particuliere initiatieven, die maar wat aanrommelden. Eisen aan kwaliteit en regelingen voor de btaalbaarheid moeten het mogelijk maken dat iedere ouder met gerust hart zijn kind in bewaring kan geven. De wet regelt gezamenlijke verantwoordelijkheid, die ouders, werkgevers en overheid hebben om werk en zorg voor de kinderen te combineren.

En werkt het? Nauwelijks. In 2006 werd een kleine 20 procent van het kroost toevertrouwd aan de formele kinderopvang (zie CBS). Opa's en oma's scoorden aanmerkelijk beter. Dat zal heus niet alleen aan de vergoeding liggen die zij tegenwoordig kunnen krijgen.
Veel waarschijnlijker is dat opa's en oma's geen wachtlijsten kennen, flexibelere openingstijden hebben en de opvoedingsmethoden bij de bekende familiaire waarden en normen zullen liggen.

Maar nog waarschijnlijker is, dat ouders hun schaamte zo binnen de familie houden. Want aardig wat ouders, zo'n 61 procent, zit toch regelmatig met een schuldgevoel opgezadeld. De opvatting dat je wel een heel harteloze ouder bent als je je kind op de crèche doet is nog weidverbreid. Wie voor kinderen kiest, moet er ook voor kiezen er zelf voor te zorgen.
De smartlap van Willy Alberti zit goed in het volksgeheugen gegrift: Niemand laat zijn eigen kind alleen.

Heeft de kinderopvang wel een toekomst? Mochten de voorspellingen van het CBS, aangaande de leeftijsopbouw van de bevolking kloppen, dan kan de formele kinderopvang over een jaar of vijf wel op slot. Het aantal kinderen zal beduidend afnemen, de vergrijzing neemt toe. Kortom, die kleine schare kinderen kunnen wel bij alle opa's en oma's worden gestald.

Maar wie vangt die paar kinderen op als ook die opa's en oma's aan het werk moeten blijven? Zo denkt men immers de financiële problemen van de vergrijzing voor een deel op te lossen? Ik zie het al voor me: de kinderopvang is staks alleen nog in handen van ouderen die de 70 zijn gepasseerd.

Als de trends aan gedachten die de laatste kabinetten ventileerden, ook de komende tien jaar gemeengoed zullen blijven, dan zul je nog zien dat bejaardenzorg en kinderopvang worden gecombineerd.
Iedereen in de werkzame leeftijd tussen 18 en 70 zal aan de slag moeten en zullen hun kinderen en kleinkinderen toch echt in bewaring moeten geven. De kinderopvang
gratis maken is geen optie, nooit geweest ook. Goedkoper kan wel door zorg te combineren.
Pedagogisch ook een uitstekende optie, want kinderen kun je zo al vroeg leren respect voor ouderdom te hebben en een handje te helpen bij het voeren van de maaltijd, het opruimen van de incontinentieluiers en het fixeren van te beweeglijke oudjes.

De kinderopvang zal nooit meer de bewaarplaats zijn die het honderd jaar geleden was. Het zal de opslagplaats voor de alleroudsten worden, waar kinderarbeid een opvoedkundige taak zal zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *