State of mind

HoofdpijnWorden we steeds gekker of valt het allemaal wel mee? Deze week is het Trimbos-instituut begonnen om dat eens haarfijn voor ons uit te zoeken. Zevenduizend mensen worden ondervraagd over hun levenservaringen, psychisch welzijn en lichamelijke gezondheid. Het gaat eigenlijk om een update van de NEMESIS-studie, waarvan de laatste uit 1999 dateert. Daarmee probeerde men voor het eerst betrouwbare cijfers op te hoesten over de psychische gesteldheid van de nederlander. Die was er niet best aan toe: 41,2% van alle 18 tot 65-jarigen had wel eens een psychiatrische aandoening gehad en 19% had wel eens last van stemmingsstoornissen.
Nu, zes jaar later, wil het Trimbos-instituut weten: Is Nederland psychisch zieker geworden of juist niet?
Mag ik het gerenommeerde instituut een handje helpen met een literatuurstudie? Met behulp van een indrukwekkende
lijst fobieën, is zo na te zoeken hoe de nederlandse 'state of mind' er voor staat.
Algemeen bekend is dat
xenofobie onder een vrij grote groep nederlanders heerst. Daar hebben anderen weer last van. Er zijn mensen die niet tegen zulke grote groepen kunnen. De afgelopen week blijkt er een groeiend aantal lijders aan enochlofobie te zijn opgestaan. Of valt hun reactie meer onder coulrofobie?
De onrust die hierdoor wordt veroozaakt, brengt velen aan het twijfelen. Wel wat doe, of juist niet. De vertwijfeling wordt soms zo groot dat mensen last krijgen van
hypengyofobie en dan maar alle verantwoordelijkeheid aan de overheid willen overlaten. Die mag dan de angst van zo'n driekwart van de nederlanders wegnemen, die recentelijk een angrofobie hebben opgelopen omdat iemand een boek wil verfilmen.
Eind november werd de samenleving ineens geconfronteerd met duizenden pubers die aan een acute aanval van van
didaskaleinofobie leden. Een heel Museumplein vol zelfs.
En dan hebben we het nog niet eens over aloude, welbekende en hardnekkige fobieën als
antlofobie, vooral onder zeeuwen een plaag, en rhytifobie, dat flink aangewakkerd wordt door alarmberichten over de vergrijzing en een rimpelloos bestaan tot het rijk der fabelen lijkt te wijzen. Overigens gezeur waar velen ook weer bang voor zijn.
Een topper is
anuptafobie, gezien de successen die datingsites boeken.
Het Trimbos-instituut valt zeker geen
gnosiofobie te verwijten. Meten is weten, toch? Maar waarom wordt dat onderzoek gestart, juist in de donkere maanden van het jaar? Heeft het Trimbos-instituut het depressie-alarm niet gelezen, die dit jaar meer winterblues voorspelde, als gevolg van de slechte, natte zomer?
Ik ben zeer benieuwd naar een wetenschappelijke onderbouwing van neerlands gekheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *