Tag archieven: Bas van der Vlies

De ingenieur als idool

De ingenieur als idool

Sporthelden, bekende schrijvers, beroemde schilders, favoriete muzikanten, zelfs populaire politici, we kunnen er zo hele rijtjes mee vullen. Maar ingenieurs met een sterrenstatus? Dat wordt hard piekeren.

Welke namen van inspirerende technici zouden in Nederland in aanmerking komen voor een dergelijke aanduiding? Wat is anno 2009 de plaats van de ingenieur in de publieke ruimte?
Dat zijn vragen waar het congres “Onder Ingenieurs” zich morgen, vrijdag 15 mei, mee bezig gaat houden. Het
Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en de Technische Universiteit Eindhoven, zouden graag zien dat de mens achter de alom aanwezige techniek wat meer bekendheid en welverdiende roem kreeg. Terecht?

Tsja, Leonardo da Vinci kent iedereen wel. Maar meer als multi-wetenschapper dan als ingenieur. Van Gustave Eiffel kennen velen alleen zijn Parijse stalen toren en James Watt mag dan met zijn stoommachine het industriële tijdperk hebben ingeluid, maar vraag een willekeurige passant: wie was James? Tien tegen een dat je als antwoord krijgt: wat?

Over de status van de Nederlandse ingenieur hoeft niet te worden geklaagd. Tenslotte zijn hele delen van dit land drooggelegd door ingenieur Leeghwater, wist Cornelis Lely de Zuiderzee in te dammen en liet Gerard Philips Nederland het licht zien. Wereldberoemd zijn we dankzij die jongens geworden.
Internationaal tellen de hedendaagse ingenieurs ook aardig mee. De grootste drie ingenieurbureaus, Fugro, Arcadis en Grontmij scoorden in 2005 nog behoorlijk goede orders in het buitenland. Dat zal misschien door de crisis nu wat teruggelopen zijn, maar men weet de Nederlandse ingenieur dus wel te vinden.

Verder nog bekende ingenieurs? Jawel, onder webloggers bijvoorbeeld. Christian Jongeneel houdt niet alleen een eigen weblog bij, hij schrijft ook voor GeenCommentaar en levert columns aan het tijdschrift De Ingenieur.
Als lid van GroenLinks is hij ook zeer geïnteresseerd in politiek en er zijn ingenieurs die vinden dat ze wat meer vertegenwoordigt zouden moeten zijn in ons landbestuur en parlementaire organen.

Ze zijn er wel hoor. Minister Eurlings is een ir. en ex-staatssecretaris Aboutaleb een echte ing. In de Tweede Kamer zitten tien techneuten, waaronder Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en Bas van der Vlies (SGP).
Het voordeel van meer ingenieurs in de politiek zou zijn dat er beter nagedacht kan worden over projecten als de Betuwelijn. “Voor de beoordeling van grote infrastructurele projecten zou het best goed zijn als er meer bèta-Kamerleden zouden zijn“, zei Van der Vlies vorig jaar nog
in Intermediair.
Voegt het wat toe als ingenieurs ook politiek bedrijven?

Ed Nijpels, voorzitter van ONRI (brancheorganisatie voor advies-, management- en ingenieursbureaus) zei in oktober 2008 nog: “Politici en ingenieurs zijn te veel probleemgericht, dat schiet niet op“. Maar hij ziet wel een taak voor de ingenieurs hun kennis wat meer in de strijd te gooien bij maatschappelijk relevante issues. Nijpels vindt de ingenieurs wat dat betreft veel te bescheiden en stelt: “Ingenieurs moeten laten weten wat de stand van zaken is op het gebied van onder meer energietechnologie, ruimtelijke ordening, robotisering en biotechnologie. Zij zijn aan hun beroepsethiek verplicht hierover te communiceren, ook als belangrijke klanten bij de komst van nieuwe technologie vrezen voor verstoring van hun nu nog comfortabele marktpositie“.

Ingenieurs willen dus meer erkenning. Misschien moeten ze hun X-factor wat oppoetsen of zich stevig mengen in politieke in maatschappelijke debatten.
Of zien we liever nieuwe Da Vinci's? Ingenieurs die van meer markten thuis zijn. Wat dacht u van een dichtende ingenieur? De hierboven genoemde Christian Jongeneel wijdde een artikel aan de Portugese futurist Álvaro de Campos, ingenieur en dichter. En tenslotte herinneren we ons ingenieur Lely maar al te goed. Ingenieur en staatsman.

Met welke bijzondere combinaties zouden voortaan ingenieurs het tot bekende en beroemde Nederlanders kunnen schoppen? Of vindt u dat de meesters der maakbaarheid gewoon moeten blijven knutselen aan al die zaken waar we dagelijks gebruik van maken? Misschien is dat dagelijks gebruik wel de ultieme eer die je aan een ingenieur kunt bewijzen.