Tag archieven: ict

Het zit niet mee met 112

problemen 112Met ons aller veiligheid, volgens het regeerakkoord een kerntaak van de overheid en waar dus een speciaal ministerie voor bestaat (Veiligheid en Justitie), wordt te vaak een loopje genomen.

Daar kom je pas achter als er ergens een spreekwoordelijk kalf verdrinkt. Of eigenlijk kom je er dan nog niet achter, maar als je maande of jaren later eens op de plaats van het ongeval gaat kijken, zie je dat de even spreekwoordelijke put niet is gedempt.

Dat blijkt het geval te zijn bij het landelijke alarmnummer 112. Met behulp van de WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) kwamen redacteuren van Sargasso erachter dat er al jaren problemen zijn met de bereikbaarheid van het nummer, maar dat er laks wordt omgegaan met het vinden van oplossingen.  Ook KRO’s Brandpunt besteedt aandacht aan de perikelen.

Op mijn werk (dak- en thuislozenopvang) bellen we een paar keer per jaar 112. Soms omdat er iemand onwel is geworden, soms omdat we met uit de hand lopende agressie te maken hebben. Dat ging tot voor kort redelijk goed. We kregen snel de bedoelde hulpinstantie aan de lijn en hulptroepen waren ook meestal snel ter plekke.

De laatste tijd is dat ineens anders. Het is lang wachten tot we de centrale aan de lijn krijgen en ook lang wachten tijdens de doorschakeling. Je denkt da: het is zeker druk. Dat kan en ook van 112 kun je niet verwachten dat je bij topdrukte even snel wordt geholpen, als in rustige tijden.

Maar het gebeurt nu bijna bij elk telefoontje, ongeacht dag en tijdstip. Naspeuren in de media en op internet levert geen informatie op aangaande drukte of een mogelijke storing. Dus wat zou er dan aan de hand zijn geweest?

Het vermoeden rijst dat het met de op Sargasso beschreven problemen te maken kan hebben. Volgens de regels moet je binnen tien seconden iemand aan de lijn hebben als je 112 belt. Dat is te vaak niet het geval en daar liggen problemen aan ten grondslag, die natuurlijk niet in tien seconden zijn verholpen. Het ziet er naar uit dat het echter tien jaren gaat duren.

Het ministerie heeft het verantwoordelijke bedrijf wel op het matje geroepen, maar tot nu toe zonder het gewenste resultaat, Zijn dat de gevolgen van een ‘terugtredende overheid’? Of heeft het te maken met complexe ICT-producten, die zelfs de overheid niet goed weet in te kopen of zelf te beheren. Denk bijvoorbeeld aan het recente incident met DigiD, dat een dag lang plat werd gegooid omdat er een veiligheidslek bleek te zijn.

Misschien mogen we geen totaal onfeilbare hulpverlening verwachten. Het blijft mensenwerk. Maar beloof dan ook niet dat er levens gered kunnen worden, die nu door in gevaar zijn omdat afspraken niet nagekomen worden.

Een waterdichte pc

Een waterdichte pc U hebt natuurlijk al lang alle veiligheidsmaatregelen genomen om gezond en schadevrij uw pc te gebruiken. U neemt deel aan het internetverkeer, zonder last te hebben van virussen, inbrekers en computercrashes.

U ligt dan ook niet wakker van alweer een lek in Windows. U heeft er geen last van, u hebt een waterdichte pc. Voor de honderdduizendste keer, wordt er weer een dreigingsalarm afgegeven.
Dat producenten van besturingsprogramma’s en allerlei software niet in staat zijn veilige spulletjes te leveren, is wel irritant. Je bent min of meer verplicht aanvullende software te kopen, die je tegen je tegen virussen en ander ongemak beschermt. Dat is echter geen garantie tegen ellende, omdat de beveiligers continu achter de feiten lijken te lopen. Het verhaal van het verdronken kalf en de te dempen put.

Ook de overheid heeft er last van. Erg jammer als een programma, waar de gegevens van heel de bevolking mee wordt bijgehouden, zo lek als een mandje blijkt te zijn.
In Amerika wil president Obama de providers verplichten veiligheidslekken te dichten. In Nederland ligt er een wetsvoorstel om de providers te verplichten de lekken te melden. Logisch dat de overheid de verantwoordelijkheid bij de itc-bedrijven legt. Itc-projecten bij de overheid, leveren al een leuke bijdrage aan begrotingstekorten (spit verder bij Binnenlandse Zaken). Zou de overheid zelf volledig de veiligheid opdraaien, dan wordt het onbetaalbaar.

De providers zijn met beide wetsvoorstellen niet tevreden. Zo willen providers in Nederland niet dat hun meldingen van datalekken worden geopenbaard. Begrijpelijk, want dat is slechte reclame. De consument zou zomaar kunnen overstappen naar een provider , die de zaakjes beter voor elkaar heeft.

Zo
nu en dan vraag ik me af, waarom pc- en internetgebruik tot ellende voor de gebruikers (overheden en individuele burgers) moet leiden. Het is blijkbaar onmogelijk volledig veilige software en netwerken te leveren.
Dat is begrijpelijk omdat het om een relatief jonge technologie gaat. Technische hoogstandjes die al veel langer meegaan, zijn in de loop der jaren stukken veiliger geworden, maar toch crasht er nog wel eens vliegtuig en zijn ongelukken in het verkeer nog steeds van alle dag.
Aan de andere kant: veel van die ongelukken worden de gebruikers verweten. Menselijke foutjes. Het zou dus niet aan de techniek liggen.

Dat verschijnsel zie je nu ook bij computertechnologie. Gaat er iets fout, dan wordt de gebruiker verweten een te makkelijk te kraken wachtwoord verzonnen te hebben of dat hij/zij zich onvoldoende beschermd heeft tegen virus- en hackaanvallen.
Maar je verlangt van een autobezitter toch ook niet meer dan een rijbewijs, voldoende rijvaardigheid en oplettendheid in het verkeer? Moet de autobezitter dan ook nog op kosten worden gejaagd door zijn auto van gewapend beton te voorzien om zich beschermd te weten tegen aanvallen van weggebruikers die bewust op alle verkeersdeelnemers inrijden?

De wetsvoorstellen van de Amerikaanse en Nederlandse overheid mogen nog wat haken en ogen hebben, het is een stapje in de goede richting. De beste oplossing zou misschien zijn om leveranciers van alle ict-producten verantwoordelijk te stellen voor alle schade die hun materiaal veroorzaakt.

Virtuele zorg.

InternetverslavingMinister Rouvoet en staatssecretaris Heemskerk hebben diep in de buidel getast en hebben vijf reeds succesvolle ict-projecten beloond met 3,8 miljoen euro. Het geld moet worden besteed om de projecten geschikt te maken voor grootschaliger gebruik.
Drie projecten betreffen jeugd en gezin, het werkterrein van Rouvoet. De twee andere projecten moeten mensen leren omgaan met rampen.

Typsich voor de aanpak van dit kabinet. Enerzijds steekt men aardig wat geld in de ontwikkeling van de jeugd. Calamiteiten genoeg: hufterigheid, drankmisbruik, agressie op youtube, ontspoorde sexuele moraal. De jeugd van tegenwoordig is een ramp op zich.
Tegelijkertijd lijkt het kabinet weinig vertrouwen te hebben in de moeite en het geld dat aan deze ramp wordt besteed. Dus wordt er ook flink betaald om te leren voorbereid te zijn en om te kunnen gaan met rampen.

Vorige week konden we in de media vernemen dat een groot deel van de burgers weinig vertrouwen in dit kabinet had. De oorzaak mag nu wel bekend zijn: het kabinet vetrouwt zichzelf ook niet zo. Wie wantrouwen zaait, zal wantrouwen oogsten.
Jawel, de ambities zijn nog even groot als bij de start. Maar het lijkt er sterk op dat het kabinet niet meer gelooft dat bepaalde zaken veranderd kunnen worden. De manier waarop men geld pompt in genoemde ict-projecten, is daar een goed voorbeeld van.

Niet alleen de jeugd, ook steeds meer volwassenen, raken verslaafd aan internet. Het kabinet legt zich daar bij neer. Twee van de drie op jeugd gerichte projecten, zijn internetprojecten.
Het project Choice krijgt geld om bestaande chathulpverlenings-, zelfhulp- en informatiesites uit te breiden. Het Innovatief jongerenportaal mag op de jeugd gerichte virtuele informatie uitbreiden.
De twee projecten die ons moeten leren omgaan met rampen zijn net zo virtueel: een interactief, op virtual reality gebaseerde trainingssystemen.

Met andere woorden: verslaafd als veel mensen zijn aan de pc, de regering besteedt nu 3, 8 mijoen euro om ze vooral aan die pc gekluisterd te houden.
De aan games verslaafde internetters zullen wel veel plezier beleven aan die virtuele rampentraingingen. En die hulpverlenende chatboxen zullen de jeugd misschien van een eetstoornis afhelpen, maar zeker niet van hun internetverslaving.

Het lijkt er dus op dat het kabinet het moede hoofd in de schoot legt en bezwijkt voor de verlokkingen van het internet. Of is er hier sprake van een visioniare wending in het maakbaarheidsdenken? Gelooft het kabinet soms dat de wereld alleen nog virtueel te verbeteren valt?