Tag archieven: innovatie

Kleine gemeenten

Calimero

Je zou het zo over het hoofd zien, maar dinsdag was de Grote Dag van de Kleine Gemeenten. Dat die nog bestaan! Vorig jaar oktober dreigde de toenmalige binnenlandse zakenminister Remkes dat alle kleintjes maar moesten fuseren. Doen ze het zelf niet dan zou het Rijk ze wel dwingen. Remkes vond dat alle gemeenten onder de 20.000 inwoners samen moesten gaan. Dat zijn er nu nog zo'n 188 van de 443 gemeenten die ons land telt.

Dit jaar kwamen de gemeenten in opstand tegen een uitspraak van de voorzitter Pans, van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die vond dat alles wat kleiner dan 60.000 inwoners was, maar moest fuseren. Honderd tot maximaal tweehonderd gemeenten is meer dan genoeg. Hij werd teruggefloten door de meeste dorpen en stadjes. De VNG behoort daar geen uitspraken over te doen. Ja zeg, de VNG is tenslotte ook een soort vakbond voor de gemeenten en die zou dan een deel van haar eigen leden willen opheffen? Dat zou het begin van het einde zijn: de kleinste provincies kunnen dan ook wel samengaan en uiteindelijk kan Nederland maar het beste fuseren met de rest van kleine europese landen.

Nu hebben ze dan hun Grote Dag gevierd. Wie klein is moet groot doen, moet men gedacht hebben. Tenslotte hebben sommige kleine lieden met grote woorden heel wat bereikt. Om aan te tonen dat ook een kleine gemeente tot grote prestaties in staat is, werd er de prijs voor de meest innovatieve gemeente uitgereikt. De winnaar was Aa en Hunze (Drenthe, 25.580 inwoners). Althans wat de professionle jury betreft. Die was erg gecharmeerd van de vier virtuele loketten die inwoners met één druk op de knop in verbinding moet stellen met gemeente, bank of consultatiebureau. Speciaal itc-buro ingehuurd om de loketten op proef open te stellen. Krijgen we nou? Voor zoiets is de Digid toch bedoeld? Die staat nog in de kinderschoenen, maar omdat nou het meest innovatief te noemen?

Nee, dan het publiek, Die wist het op de Grote Dag wel beter: zij gaven de prijs aan de gemeente Heumen (Gelderland, 16.655 inwoners). Het publiek was ondersteboven van de digitale zaakdossiers, een project bedoeld voor medewerkers, bestuurders en in een later stadium ook externe klanten die via outlookachtige omgeving snel gewenste informatie kunnen vinden en de voortgang van een zaak kunnen volgen. Ik meen me te herinneren dat ook dat met de Digid mogelijk moet worden en op een aantal overheidsites al mogelijk is. Maar ja, hoe kan het Publiek dat nou weten.

Misschien wisten de internetstemmers het beter. Op de website van Gemeentenu.nl kon men op de genomineerden klikken en daar kwam Onderbanken (Limburg, 8287 inwoners) als winnaar naar voren wegens de verbetering van de gemeentelijke website. Schijnt erg gebruiksvriendelijk te zijn. Maar laten we eerlijk zijn, kun je daarmee een kleine gemeente opstuwen in de vaart der volkeren?

De enige kleine gemeente die werkelijk groot dacht, viel niet in de prijzen. Het Limburgse Sevenum (7647 inwoners) heeft een totaalconcept bedacht voor het toekomstproof maken van een kleine gemeente. Onder de prikkelende leuze 'Sevenum aan zee?' heeft men een visie ontwikkeld die Sevenum aan zet moet houden. Met creativiteit en slimheid wil de gemeente een kwalitatieve verbetering van haar organisatie doorvoeren die zijn weerga niet kent.

Kijk, zo mag ik het horen. Wie niet groot is, moet slim zijn. Maar met de opvatting dat Sevenum haar gemeentegrenzen tot aan de kust denkt uit te breiden, slaan ze de plank mis. De kwaliteit zit hem nou juist in die kleinheid. Een grote stad heeft zo zijn charme, maar laten we eerlijk zijn: wat een pestpokke herrie, wat een vuile lucht, wat een denderende drukte, wat een asfalt en beton. Veilig op straat spelen is er voor kinderen niet bij en als je al het geluk hebt een tuintje te bezitten, dan kan buurman van 1 hoog zo in je koffiekopje kijken. Het is niet voor niks dat het meeste geld voor probleemwijken naar gemeenten gaan die aardig wat meer dan 20.000 inwoners hebben.

Je moet er wel van houden, maar het is toch veel leuker dat als je deur uitgaat ook meteen buiten bent? Dat je niet meteen in een hondedrol trapt of moet uitwijken voor een aanstormend scootertje? Tuurlijk, in veel kleine gemeenten kan er best wat 'groter' worden gedacht. Er heerst her en der de nodige benepenheid. Maar dat verdwijnt wel met internet en digitale tv. Hou het klein en fijn, zou ik zeggen.

Ik denk echter dat de kleintjes die kans niet krijgen. Als straks de gehele Randstad één gemeente is geworden zal die nieuwe hoofdstad de rest van het land haar regels opleggen. En als men in de Randstad vindt dat er minder burgemeesters en gemeenteambtenaren moeten zijn, om geld uit te sparen voor hun eigen megalomanie, dan worden ze alsnog tot fusies gedwongen. Om vervolgens ook nog een smak lelijke bedrijventerreinen opgedrongen te krijgen, omdat de Randstad zelf al uit haar voegen barst. Om van het nodige asfalt maar te zwijgen, waarover de randstedeling snel door het land wil crossen.

Het meest treurige is natuurlijk dat mijn pittoreske binnenlandse vakantiebestemming dreigt te verdwijnen. Waar kan ik, als randstedeling, dan nog mijn rust vinden?

Broedplaats geknakt

FiftyTwoDegrees

Wetenschappers bedrijven wetenschap en bedrijven drijven handel. Dat doet ieder meestal in zijn eigen toko, maar vanaf gisteren mogen ze dat in een en hetzelfde gebouw doen. Balkenende opende FiftyTwoDegrees, dat een broedplaats voor excellentie moet worden. Het gebouw heeft de vorm van een giga chip, ontwerp van architect Francine Houben. Op het eerste gezicht lijkt de toren echter door de knieën te gaan. De broedplaats is geknakt nog voor er iets innovatiefs uit is gekomen.

In het gebouw is Club52 gehuisvest, dat business, lifestyle en high tech met elkaar wil verbinden. Een podium worden voor nieuwe productontwikkelingen. Laat ze maar schuiven. Balkenende is enthousiast over een club waar samen innoveren dagelijkse kost moet worden. Balkenende hoopt natuurlijk dat hiermee Nederland, nu nog op de 8e plaats op de Europese barometer voor innovatie haar oude 6e positie van begin deze eeuw zal overstijgen om Denemarken van de 1e plaats te verdrijven.

Tot op vandaag de dag zit er echter nog niet veel schot in neerlands innovatitviteit. Zelfs het Innovatieplatform, zo hartelijk ondersteund door Balkenende, heeft tot nu toe meer kritiek dan lof geoogst. Niet alleen van burgers die een tulp voor onze kust een beetje vreemde innovatie vinden, maar vooral van excellente ondernemers als Philips en Shell die vinden dat de overheid veel te weinig over de brug komt om Nederland te kunnen laten concurreren met het buitenland. Nederland zakt steeds verder op de concurrentieranglijst. Dat steekt Balkenende enorm.

Niet alleen die grote jongens klagen, ook het midden- en kleinbedrijf zeurt dat het innovatiebeleid van de overheid flink tekort schiet. Teveel mikken op korte termijnsuccessen, verkeerde speerpunten kiezen, zo klaagt het MKB.

Wat het bedrijfsleven betreft moet de overheid dus vooral haar geldverstrekking innoveren. Kennelijk heeft men weinig vertrouwen in resultaten van de zo geprezen vrije markt en moet de overheid bijspringen.

Wel, nieuwe high-tec gadgets zijn leuk, stofzuigers en allesreinigers kunnen altijd nog verbeterd worden maar ik denk dat we meer gebaat zijn met innovatie op een paar gebieden waar aardig wat problemen zijn. Die vragen niet om busines solutions, maar om waardevrije, waardevolle oplossingen. Natuurlijk mag Balkenende het bedrijfsleven feliciteren met alweer een technisch hoogstaand gebouw. Maar het geld moet gaan naar onafhankelijke wetenschappers en denkers die snel oplossingen ontwikkelen voor het milieu en de schisma's tussen bevolkingsgroepen.

Een nieuwe auto bedenken in een peperduur, geknakte broedplaats kan uitstekend op kosten van het bedrijfsleven zelf. Maar een auto bedenken die honderd procent milieuvriendelijk is èn voor iedereen betaalbaar, zonder onderscheid des persoons, daar heb je een vrijplaats voor nodig waar creativiteit in alle onafhankelijkheid de ruimte krijgt. Daar mag mijn belastinggeld best heen. Ik vrees echter dat Balkenende een 1e plaats op een economische concurrentielijst belangrijker vind dan een 1e plaats op de lijst van meest schone en sociaal evenwichtige landen.