Tag archieven: internet

De wet van het nieuwe jaar

De wet van het nieuwe jaar Het begin van elk nieuw jaar, ziet er hetzelfde uit als die van het vorige jaar. Al die moeite van vuurwerk, champagne, beste wensen en goede voornemens, lijken dus nauwelijks de moeite waard. De eerste dagen is het vooral oppassen voor niet ontploft vuurwerk. En voor de wet.

Iedere burger wordt geacht die te kennen. Dat is niet te doen, omdat elke eerste januari er weer wetten worden gewijzigd, afgeschaft of toegevoegd.
De overheid doet op eigen wijze haar best de burger voor te lichten, maar het is niet zeker dat daarmee de burger de wet op zijn duimpje kent. Daarom de overheid maar een handje geholpen en hier een paar grepen uit de nieuwe wetten en regelingen in 2010.

Goed nieuws voor mensen die wat na te laten hebben. De belastingtarieven op erfenissen gaan omlaag. Slecht nieuws voor de toekomst?
In 2006 werd er nog een idee gelanceerd, om de tarieven juist te verhogen. Daarmee zou een deel van de kosten gedekt kunnen worden, die de vergrijzing met zich mee gaan brengen. Moeten we nu blij of droevig zijn met deze wetswijziging?

Elk bestuur kan wel eens een foutje maken. Een nieuwe wet kan soms onbedoelde en onvoorziene narigheden opleveren. Dan moet zo’n wet ingetrokken worden en de verbeterde versie moet de hele procedure doorlopen. Die rimram is niet langer nodig.
Een manco in een wet of regeling komt vaak pas aan het licht, als er iemand de dupe van is geworden. Die kan naar de bestuursrechter stappen, om zijn verhaal te halen. Per 1 januari kan de rechter de regelgever in de gelegenheid geven reparatiewerk te verrichten. Scheelt tijd en kosten.
Goede regeling? Of biedt dat ruimte om in de haast met wetgevende oplossingen te komen, meer “besluiten met gebreken” te produceren?

Het is één van de wijzigingen die op de
website van justitie zijn te lezen. Daar wordt ook iedereen die het internet afstruint, gewaarschuwd. Personen die zich toegang verschaffen tot kinderporno op internet worden strafbaar.
Nu is iedereen natuurlijk tegen kinderporno, dus wat zou men ook te zoeken hebben op websites met ranzige content? De overheid meent dat deze maatregel de mogelijkheden vergroot “tot optreden tegen kinderporno op internet en andere informatiesystemen”.

Dat lijkt me iets te idealistisch gesteld. Want zou het strafbaar stellen van de gebruiker, het aanbod echt verminderen? Ik vrees van niet. Dus zolang providers niet zulke content weren, kan een verkeerde muisklik iemand in problemen brengen. Mij zul je in ieder geval niet meer zien googlen met zoektermen als “kinderen”of “childhood”. Dan maar geen nieuws meer over opvoeding of kindersterfte door hongersnood.

Het nieuwe jaar is begonnen. Eén ding is anders: het wordt nog meer oppassen geblazen.

Voor- en nadelen van een echte boodschap

Voor- en nadelen van een echte boodschapDe majesteitelijke boodschappen zijn, vooral met kerst, niet voor iedereen goed te doorgronden. Geen nieuws. De moeder van het huidige staatshoofd hield het volk ooit voor: “Het is moeilijk iets te zeggen wat iedereen aanspreekt”. Daar zal het onbegrip wel aan liggen.

Nu is de kerstboodschap dus, dat we de pc wat meer alleen moeten laten. Majesteit gelooft niet zo in een heilzame werking van online sociabiliteit. Nee, hup, de deur uit en ontmoet elkaar in real life.
Nou, dat was deze kerst, niet tegen dovemansoren gezegd.

Eerste kerstdag
slaat een acteur zijn vrouw in elkaar. Dat valt niet te vergelijken bij de dode en gewonden die vielen naar aanleiding van een woordenwisseling in Albina (Suriname). Het feest gaat ook op 2e kerstdag vrolijk verder en resulteert in zes doden in de Gazastrook.
Vergeef me dat ik u niet meer aanbiedt.

Natuurlijk is dat niet de bedoeling van Majesteit’s boodschap. Maar soms zou je willen dat elke wereldburger een pc bezit en zich alleen het eigen hoofd nog breekt, over muisklikken en neerladingen.
Virtuele boodschappen lijken mij toch voordeliger.

(Meer majestueuze boodschappen waren gisteren
hier te lezen).

Vroeger was internet beter

Vroeger was internet beter

Vroeger had je wel eens een vervelende postbode. Zo'n type met en heel eigen gevoel voor humor. Gooide je post door de brievenbus, gevolgd door de inhoud van zijn blaas. Of zo'n grapjas die uit De Lach gescheurde blaadjes bij je post deed.
En als je de telefoon opnam, kon er wel eens een hijger aan de lijn hangen of een stel vervelende pubers die rare mopjes of scheldwoorden door de hoorn toeterden.

Ging je ergens informatie halen, bijvoorbeeld een boek uit de bibliotheek of je had vragen over je spaarrekening, dan moest je helemaal naar een of ander loket, waar je dan wel keurig te woord werd gestaan en precies de informatie kreeg, waar je naar verlangde. Er was wel eens een lollige lokettist, die de service eindigde met “mag het ietsjes meer zijn?”, alsof je bij de slager was.

Al die dingen kwamen voor, maar zo weinig dat het niet in je hoofd opkwam de regering te verzoeken hier nou eens krachtige maatregelen tegen te treffen.
Dat is vandaag dus anders. Niet alleen kan je ongewenst materiaal in je mailbox en op je mobiele telefoon binnen krijgen, zoek je op internet iets op, kun je niet alleen op verkeerde sites terecht komen, ze jatten je inloggegevens en hacken je zoekopdrachten, waarna je pc worldwide bekend staat als “besmette pc”.

Firewalls besparen een hoop ellende, maar het dagelijks internetten wordt er niet leuker mee. Het zoeken gaat trager en soms vraagt de firewall iets waar je niets van weet. Of ik zus-en-zo ip-adres vertrouw? Weet ik veel! Wat is dat en hoe weet ik of dat adres te vertrouwen is?

Internet mag dan veel zaken leuker en gemakkelijker hebben gemaakt, de wereld is veel onveiliger geworden. De hoeveelheid spam, virussen, hack- en phisingaanvallen is zo groot, dat het wel lijkt of er tegenwoordig meer grapjassen zijn, dan vroeger. Die enkele zeikerige postbode, hijgende puber of lollige lokettist kende je op den duur wel en je ontwikkelde daar zo je eigen maatregelen tegen.

Nu is het niet bij te houden. En zo wordt inmiddels mijn mailadres voor spamdoeleinden gebruikt en is de url van dit weblog in Google ook te vinden boven een link naar een russische pornosite. Een klacht bij Google resulteert in een mail, waarin ik vriendelijk word bedankt voor de tip. Die malafide site blijft echter on-line. En hoe ik er achter kan komen wie mijn mailadres misbruikt, geen idee. Daar heb je hogere internetschool voor nodig en daar heb ik de tijd, noch de hersens voor.

De diverse internetbeveiligers zeggen hun best te doen, maar roepen tegelijkertijd dat veel gebruikers zelf onveilig internetten, mailen en hun inloggegevens te makkelijk prijs geven. Natuurlijk, vroeger moest je ook op je hoede zijn voor die ene postbode. Maar om nu elke dag, thuis en op werk, de hele tijd in staat van paraatheid te zijn, maakt dat je laatste restjes vertrouwen in de mensheid nog sneller als sneeuw voor de zon wegsmelten dan de hele global warming de poolkappen doet slinken.

De meest doeltreffende maatregel is geen gebruik te maken van al dat digitale spul. Net zo als je het milieu het beste dient door geen auto te rijden of met het vliegtuig op vakantie te gaan. Die 1,2 miljoen nederlanders die geen internet gebruiken hebben misschien groot gelijk.
Zelfs al heb je de beste beveiligsoftware, de leverancier loopt toch achter de meest actuele feiten aan. En het beste spul kost ook een lieve duit. Maar goed, er is niets op de wereld of er zitten ook onveilige kanten aan. Daar moet je mee leren leven, zegt het cliché.

Wat ik me wel afvraag: waar komt die giga hoeveelheid cybercrime en digitale pesterijen vandaan? Die omvang kan toch niet door een klein clubje digi-nerds veroorzaakt worden? Zouden er ondertussen echt miljoenen mensen worldwide bezig zijn het internet te verzieken? Mijn wantrouwen is inmiddels zo groot, dat ik zelfs de beveiligers er van verdenk rotzooi door de kabels te sturen, om ons aan het lijntje te houden.

Nee, vroeger was internet beter, want die had je toen nog niet.

Kinderen beetje dom op internet

Aap noot miesOngeduldig, slecht met zoeken en nauwelijks lezen wat ze bij elkaar googlen. Zo gaan kinderen om met het internet . De stichting Mijn Kind Online heeft blijkbaar bijgehouden wat bezorgde ouders zoal ontdekt hebben toen ze hun kids bespioneerden bij hun pc-activiteiten.

Te vrezen valt dat als de hedendaagse jeugd in de toekomst het voor het zeggen krijgt, de wereld nog louter uit beroerd plak- en knipwerk bestaat. De zo keurige, in vakjes verdeelde wereld van het Aap-noot-mies zal nog slechts een hersenschim zijn.
Want zo ziet tegenwoordig een opstelletje over de vaderlandse geschiedenis er uit:

Toen in februari 1953 de Duitsers ons land bevrijdden wilde de Lamme Koning het land uitvluchten. Maar ze kregen hem te pakken in de Nieuwe Kerk in Delft, alwaar hij werd neergeschoten. Ze legden hem naast de andere duitsers die daar begraven lagen.
De bevrijding betekende niet veel goeds voor Nederland. Er braken zeven plagen uit. Eerst werd ons land overspoeld onder de
polio, later door files.
Hansje Brinker die met 1 vinger de files wilde tegenhouden, werd verpletterd door Jan van Schaffelaar die op een toren op de uitkijk stond.
En net toen het land er een beetje bovenop kwam, werd het getroffen door het
calvinisme, de opstand der haatzaaiers en volksmisleiding.
Na de zeven magere jaren landden
de Vikingen aan de kust om ons land te redden. Ze voerden tal van nieuwe producten in zoals de filtersigaretten, de cola en de burger king.
Dankzij deze dingen
bloeide de economie op en mede door de invoering van het internet zijn we nu altijd veilig.

Ongeduldig, slecht met zoeken en nauwelijks lezen wat ze bij elkaar googlen. Zo gaan kinderen om met het internet. Waar zouden ze dat nou geleerd hebben?

Misleiding

Misleiding

Misleiding van kinderen is al zo oud als de weg naar Rome. Eigenlijk nog ouder. Neem de oude Grieken. Plato verhaalt in zijn boek Politeia, hoe Socrates ter dood wordt veroordeeld wegens het introduceren van nieuwe goden en, jawel, het misleiden van de jeugd.
Socrates doet in het schijnproces nog een poging zijn hachje te redden en vraagt zijn rechters of hij ze met argumenten op andere gedachten kan brengen. Als antwoord vragen de rechters Socrates hoe hij dat denkt te bereiken als zij niet luisteren. De rechtbank maakt duidelijk niet voor rede vatbaar te zijn, althans niet voor de rede van Socrates. De komische filosoof mocht de gifbeker ledigen tot de dood er op volgde.

Vandaag de dag is misleiding van kinderen nog steeds dagelijkse kost. Maar gelukkig zijn er nieuwe Socratessen, die hun best doen de jeugd en hun ouders te wijzen op de vele leugenachtige verleidingen waar de mensheid aan wordt blootgesteld.

De stichting Mijn Kind Online komt op een weblog met fraaie voorbeelden van verlokkingen op het internet, die speciaal voor kinderen zijn bedoeld. Niets is reclamemakers te dol. Gratis ringtones waar dure abonnementen aan vast blijken te zitten, een europese commissie die kinderen belooft dat ze slim en sterk zullen worden als ze vis en vlees eten en grappige varkentjes die de jeugd een worst voorhouden.

Zelfs het gegeven dat kinderen nog wel eens een foutje maken bij het intikken van zoektermen, wordt uitgebuit. In Amerika is zo'n kinderlokker al veroordeeld voor het opzetten van websites met verkeerd gespelde namen van populaire kinderthema's. Wie Disney World verhaspelde, kon op zeer dubieuze sites terecht komen.

Mijn Kind Online doet nu een beroep op minister Plasterk de misleiding eens flink aan te pakken. Het valt te betwijfelen of de minister voor meer rede vatbaar is dan destijds de rechters van Socrates. Plasterk vindt het tot nu toe voldoende media en reclamemakers op te roepen tot zelfregulering. De keuze is aan hen zonder te hoeven vrezen dat de minister ze tot de gifbeker zal veroordelen.

Daar komt-ie nog goed mee weg, omdat niet de hele bevolking massaal moord en brand schreeuwt bij welke praktijken van misleiding dan ook. Dat doen we niet, omdat we verdomd goed weten dat we allemaal wel eens zijn misleid en zelf ook niet vies zijn van een trucje hier of een leugentje daar. Het is alledaagse gemeengoed en we gaan van onszelf natuurlijk niet zeggen dat we er slechter van zijn geworden. Dus zal Mijn Kind Online niet op zoveel steun kunnen rekenen dat Plasterk wel zal moeten zwichten en misleidende kinderverlokkingen in de ban moet doen. Er is tenslotte nog altijd de Reclame Code Commissie. Die moet ook aan het werk kunnen blijven. De stichting Mijn Kind Online meent dat die commissie wel meer regels moet krijgen om de digitale reclame te kunnen controleren.

En laten we eerlijk zijn (als dat nog mogelijk is): een leven zonder misleiding is vreselijk saai. Je moet er toch niet aan denken dat we een wereld krijgen waarin we niet meer kunnen genieten van goochelaars, waar geloof in goddelijke wonderen zijn verboden is, waar hopen op een berg geld geen enkele kans meer maakt en het hiernamaals slechts een hilarische mucical van Joop van den Ende is.

Toch ben ik wel benieuwd wat voor volwassenen de hedendaagse kinderen zullen worden als ze de eerste twaalf jaar geen enkele reclame te zien krijgen. En dat ze geen sprookjes meer te lezen krijgen. En dat ze op elke vraag een eerlijk antwoord krijgen van hun ouders, ooms, tantes en onderwijzers.

Waar zou dat experiment toe leiden?

Slim web verbetert de wereld

Slim webOp een paar betweters na, zijn mensen is zoekende. Dolend in een complexe wereld. Onder hen idealisten van diverse pluimage, die de wereld willen verbeteren. Dat wil maar niet echt lukken en dus blijft men zoekende en verandert soms van ideaal. Er is altijd hoop en een van die verwachtingsvolle idealen heet internet. Het wereldwijde web bestaat nu 38 jaar en het heeft de wereld een tikkeltje veranderd. Maar verbetert?
Even een zijsprongetje. Een van de dingen die een betere wereld in de weg staat is de taal. Mooie woorden, prachtig geformuleerde idealen, gloedvolle betogen, ondertekende afspraken, het helpt bitter weinig. Dat komt omdat we met elkaar praten zonder te beseffen hoe weinig we van elkaar begrijpen. Milan Kundera heeft dat ooit, in de roman “De ondraaglijke lichtheid van het bestaan” prachtig verwoord als “het woordenboek van onbegrepen woorden”.
In Kundera's roman menen twee mensen veel gemeenchappelijks met elkaar te hebben. Als ze met elkaar praten denken ze idealen en hartstocht te delen. Er bloeit wat moois, dat later, als ze elkaar wat langer kennen, op een desillusie uitloopt. Omdat, zo legt Kundera uit, ze wel dezelfde taal, dezelfde woorden gebruiken, maar uiteindelijk blijkt hoe verschillend de betekenissen voor de twee individuen blijken te zijn. En dus scheiden hun wegen, weer verder zoekend.
Nu weer een “hard return” naar het internet. Veel informatie, een overweldigende hoeveelheid woorden, is beschikbaar voor bijna iedereen. Wie wat wil weten googlet er lustig op los, maar heeft dan de nodige moeite juiist dat te achterhalen waar hij/zij naar op zoek is. Dat komt omdat de zoekmachines niet lsim genoeg met woorden ompspringen. In het Volkskrantartikel “
Het web moet slim en sociaal worden” legt Frank van Hamelen, hoogleraar kunstmatige intelligentie, uit hoe dat komt.
Bij de zoekresultaten zit veel bagger, zo zegt hij, omdat een bepaalde zoekterm veel verschillende betekenissen kan hebben. En Google weet natuurlijk niet wat de zoeker precies wil. Je moet wel een heel exacte zoekterm gebruiken, wil je meteen de relevante hits voor je neus krijgen. Zomaar intikken dat je “wil weten waar en wanneer keizer Nero de petroleum gevonden heeft” levert gegarandeert miljoenen hits op. De kans dat het gewenste antwoord bovenaan de lijst staat is erg klein.
Dat kan beter, vindt de hoogleraar. Slimmere programmatuur moet een verbeterd semantisch web mogelijk maken. Citaat uit de Volkskrant: “Door gestructureerde woordenboeken te gebruiken, kan het web steekwoorden aan elkaar spinnen. Zoekmachines moeten weten dat 'Mokum'en Ámsterdam' hetzelfde betekenen en dat Amsterdam in Nederland ligt. Voor de mens voor de hand liggend, voor een computer niet”.
Nou, zo voor de hand liggend is dat voor een mens dus niet. Bovendien, zo zegt Christine Karman, een andere specialist op gebied van kunstmatige intelligentie, het is nog maar de vraag of je alle relaties tussen woorden kunt vastleggen. Zij ziet meer heil in computers die zelf leren welke begrippen met elkaar te maken hebben. Computers kunnen, wat leren betreft, slimmer zijn dan mensen. En dus moeten computers in staat zijn uiteindelijk woorden zo aan elkaar te verbinden dat het bruikbare informatie oplevert.
Met andere woorden: als je in je zoekmachine “hoe verbeter ik de wereld” intik, krijg je nu nog veel rommel op je scherm. Stel je bent een rechtse rakker. Dan heb je niks aan het on-line Communistisch Manifest, evenals een rooie rakker niet zit te wachten op de Moral Sentiments van Adam Smith. Nee, met de technieken die Christine Karmans voor ogen heeft, leert de pc jou kennen omdat-ie alles wat je er op zet onthoudt. Al die informatie kan aan elkaar worden gelinkt en moet het mogelijk maken ook bij jou passende antwoorden te geven op vragen die je via een zoekmachine stelt.
Da's mooi voor de zoekenden. Je krijgt het antwoord dat op je lijf geschreven is. En vervolgens hoor je dan weer wel tot de betweters.
Kan een computer ooit zo slim worden dat die alle beschikbare data langstruint op het web en een eenduidig antwoord geeft op de vraag wat succesvolle oplossingen er voor een betere wereld zijn? Een computer is geen mens dus die zou in staat moeten zijn begrippen op een objectieve manier bij elkaar te harken. De personages in Kundera's roman hadden geen pc en moesten dus bij elkaar uitzoeken wat echte liefde is. Hadden ze een superslimme computer gehad, dan hadden ze dus, in theorie, hetzelfde begrip daarover kunnen hebben.
Er is echter één klein probleempje. De input. Alles wat op het web staat, is er door mensen opgezet. Met alle verschil van opvattingen vandien. En dus is het heel goed mogelijk dat Kundera's zoekenden van google “Platoonse pornografie” als antwoord op hun vraag naar liefde zullen krijgen, dankzij die geavanceerde technologie. Nog steeds een rommeltje dus en het liefdespaar begrijpt opnieuw niet waarom het een en ander misloopt.
De wereld hangt van woorden aan elkaar. Wie die woorden zo aan elkaar weet te linken dat het onbegrip de wereld uit is, verdient zowel de Nobelprijs voor de vrede als die voor de literatuur. Zal die gecombineerde prijs ooit naar het wereldwijde web gaan?