Tag archieven: jasmijnrevolutie

Ministerraad beeft mee.

Japan De vrijdagse ministerraad eindigt meestal met een persconferentie waar de premier uit de losse pols al wat van de notulen prijsgeeft. Of hij stuurt zijn plaatsvervanger, als hij zijn bezigheden buitenshuis heeft. Maar hij is niet de enige, die uit de ministerraad klapt. Vaak zijn er nog wat ministers of staatssecretarissen die ook nog wat toe te voegen hebben. Vandaag leek het wel of bijna het voltallige kabinet er op los kakelde.

Verhagen mocht namens Rutte verklaren dat hij
geschokt was door de ramp in Japan. We begrijpen de goede bedoelingen, maar hoe groot de kracht op de schaal van Richter ook was, het kabinet kan niet echt geschokt zijn. Bedroefd, jawel. Geschrokken, zeker. Ontdaan, natuurlijk. En dat Rutte zijn medeleven toont, prima. Maar medebeven?

En dan de snelle reacties van andere leden van het kabinet. Minister
Schultz van Haegen biedt de pompen en expertise van haar Rijkswaterstaat aan. Niet dat ze wat aan pompen hebben, zegt ze, maar wij zijn wel experts in watermanagement. Dat weten de Japanners heus wel, dus als ze er om vragen, reizen we af.
Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) staat ook in de startblokken. Klaar om hulpteams te sturen, als Japan daar om vraagt. En wat doet Japan? Die vraagt eerst hulp van de V.S. Of men de in Japan gelegerde militairen aan het werk wil zetten, a.u.b.

Minister
Hillen van Defensie vond het spectaculaire maar verschrikkelijke beelden. Geen woord over gereed staande helikopters die Japan in zullen vliegen om mensen uit de rampgebieden te redden. Daar heeft hij natuurlijk vrij recent vervelende ervaringen mee.
Minister van Buitenlandse zaken, Rosenthal, vindt het vanzelfsprekend aan Japan te vragen waar we het land mee van dienst kunnen zijn.
Minister van Financiën, De Jager, had als eerste door dat Japan niet meteen hulp van Nederland zal vragen. Er zijn nog geen verzoeken binnengekomen, zei hij, maar “we zullen zien wat we eventueel kunnen doen en daarover eerst contact opnemen met de Japanse autoriteiten”.

Zoveel ministers hebben we niet aan het woord gehad, toen duidelijk werd welke ramp zich in Libië voltrekt. Zoveel bereidheid hulp te geven ook niet. Nederland en de internationale gemeenschap worstelt met Libië meer, dan met Japan.
Historisch gezien niet vreemd. Natuurrampen hebben altijd al zoveel tot de verbeelding gesproken, dat ze meer hulp genereerden dan andere rampen. Naar aanleiding van de aardbeving in Haïti, schreef ik vorig jaar dat de Nederlandse charitas gemiddeld zo’n 22 miljoen euro waard is. Burgers en overheid tastten het vaakst en het diepst in de buidel bij aardbevingen en overstromingen. Aan armoede en honger geven we ook wat minder en aan de gevolgen van oorlogen nog iets minder (zie uitgebreid overzicht in dit exceldocument).

Wat oorlogen betreft, gaat de gulheid natuurlijk naar de slachtoffers. Slechts één keer is er geld gegeven aan democratisering. In 1994 bracht de actie ‘Geef Zuid-Afrika een eerlijke kans’ 1,7 miljoen euro op. Een bijdrage om de eerste, echt vrije verkiezingen een handje te helpen.
Maar er waren ook wel acties die hulp boden bij situaties die enigszins vergelijkbaar zijn met de ontwikkelingen in de Noord-Afrikaanse en Arabische landen. In 1969 werd er geld ingezameld voor de slachtoffers en vluchtelingen, die de dupe waren van de oorlog die ontstond toen Biafra onafhankelijk wilde worden van Nigeria. In 1972 werd hulp geboden, toen er na de onafhankelijkheidsverklaring van Bangladesh een vluchtelingenstroom op gang kwam.
In 1989 viel de dictatuur in Roemenië en we boden hulp bij de economische malaise die er op volgde. Verder is er ruimhartig gedoneerd voor slachtoffers van diverse burgeroorlogen in Afrika en op de Balkan. Zie ook dit
exceldocument met een overzicht van hulp bij (burger-)oorlogen.

Op dit moment is de hulp aan vluchtelingen uit Tunesië en Libië maar magertjes. De tsunami van democratiseringsbewegingen spreekt blijkbaar minder tot de verbeelding, dan echte tsunamis.
De Japanners kunnen op mijn geld rekenen. Maar waar kan ik ook geld storten voor hulp aan de burgers in Noord-Afrika en Arabië?