Tag archieven: kabinet

Akkoord overboord?

AkkoordOp 11 mei ontwaarden we hier de eerste tegenstand tegen het bestuursakkoord tussen Rijk en lagere overheden. Met name de gemeenten zien ineens één taak teveel op zich afkomen nog meer bezuinigen.

Dat dringt tot steeds meer lokale bestuurders door, toen ze eens gingen narekenen welke financiële consequenties de decentralisatie van taken met zich mee gaat brengen. De gemeenten zijn niet tegen de decentralisatie van jeugdzorg, de extramurale begeleiding uit de AWBZ en de hervormingen van WWB/WIJ, WSW en Wajong. Graag zelfs, vinden de meesten. Maar ze zien ernstige problemen in de uitvoering ervan, omdat het kabinet 1,8 miljard euro minder in het vooruitzicht stelt.
Tevens vinden sommige gemeentebesturen dat het Rijk te weinig de controle loslaat. Dat kan de bedoeling van decentralisatie niet zijn, vinden zij. De gemeenten willen de spelregels niet opgelegd krijgen.

Op de landelijke ledenraad van het VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) gaan de lokale overheden stemmen. Ondertussen is duidelijk hoeveel weerzin er heerst tegen de bezuinigingen op sociale werkplaatsen en reïntegratie trajecten. Reden voor het VNG terug te komen op de afspraken die ze met het kabinet hebben gemaakt. De Tweede Kamer begint ook ongerust te worden en wil weten wat er nog kan worden gered. Deze week gaat de Kamer voor de tweede keer in debat met de minister.

Op 8 juni gaan de gemeenten op de landelijke bijeenkomst van het VNG hun stem uitbrengen en zoals het er nu naar uitziet zal het bestuursakkoord afgewezen worden.
Op 11 mei waren 18 gemeentes tegen, twee waren voor en één gemeente was voorwaardelijk voor. Nu zijn 92 gemeentes tegen, 24 voorwaardelijk voor en 9 helemaal voor. Dat voorwaardelijk voor houdt in dat die gemeenten de sociale paragraaf aangepast willen zien. De bezuinigingen op de sociale sector moeten van tafel of anders over een veel langere termijn worden gespreid.
De gemeenten die voor zijn vinden dat een tegenstem mogelijk tot gevolg heeft dat er helemaal geen decentralisatie zal plaatsvinden, omdat ze vrezen dat Rutte dan het hele plan laat varen.

Een overzicht met de meest recente update van de standpunten van gemeenten vind je in dit exceldocument.  Daar zie je ook wat de stemverhouding zal zijn op het VNG-congres. Gemeenten krijgen 1 stem per 1000 inwoners, met een maximum van 75. De grote steden zijn niet zo blij met die bepaling. Ze hebben veel meer inwoners en dat maximum legt de weinig gewicht in de schaal. In het overzicht is ook de stemverhouding weergegeven, als elke gemeente 1 stem per 1000 inwoners krijgt, zonder dat maximum.
De stemverhouding nu (volgens de geldende regels): 3921 stemmen tegen, 1101 voorwaardelijk voor en 467 voor. Maar van 281 gemeenten weten we nog niet hoe zij zullen stemmen. Een potentieel van 7.452 stemmen.

Wie denkt dat het vooral oppositiepartijen als PvdA, SP, GroenLinks en D66 zich manifesteren tegen het bestuursakkoord, vergist zich in de lokale zelfstandigheid van gemeenteraadsleden en burgemeester en wethouders.
Zo zijn VVD Twenterand en VVD Strijen ook tegen het bestuursakkoord zoals dat er nu ligt. In andere gemeenten wordt getwist over de formulering van de bezwaren tegen het akkoord.
Van de 24 gemeenten die voorwaardelijk voor het akkoord willen stemmen, zal een deel een ‘ja, mits’ laten horen, zoals Aalten reageert, en anderen een ‘nee, tenzij’, zoals in Doetinchem het geval is. Die verschillen berusten vaak wel op de landelijk bekende politieke onenigheid. 

Als we de huidige stand van zaken als uitgangspunt nemen, dan zal op 8 juni 72% van de gemeenten tegenstemmen, 20% voorwaardelijk voor stemmen en 8% voor.
Dat zal afhangen van de bereidheid van het kabinet de komende dagen water bij de wijn te doen.  Tot nu toe heeft het kabinet nog geen krimp gegeven. Stevent ze af op een bestuurlijke crisis?

De laatste updates kun je volgen via Bestuursakkoord update. Uw hulp kunnen we daar goed bij gebruiken. Staat uw gemeente nog niet in het overzicht, maar is het standpunt wel bekend? Meld het in de reacties of mail naar postmaster@peterspagina.nl
Het zou mooi zijn als u een link met bronvermelding kan bijvoegen (een links naar een krantenbericht of document van de gemeentelijke website).

Gehaktdag: waar zijn de spaanders?

Houthakken Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Vandaag presenteerde minister De Jager de resultaten van de rapporten van de Algemene Rekenkamer. Heeft de rijksoverheid al haar voornemens en inspanningen goed kunnen verantwoorden? Twee zaken geven aan dat de overheid nog lang niet schittert in het verantwoorden van haar werk.

De Algemene Rekenkamer stelde acht vragen op, waarmee bekeken kon worden of de ministeries zich voldoende konden verantwoorden. Is er een zichtbare relatie tussen het budget en de prestaties? Is de gevraagde verantwoording juist, op tijd wordt geleverd en actueel? Sluit het jaarverslag aan bij de begroting? Is de informatie deugdelijk tot stand gekomen? Zegt de informatie in het jaarverslag ook echt wat het zegt? Is inzichtelijk gemaakt of prestaties zijn gehaald? Is daarmee ook duidelijk gemaakt of de beleidsdoelstellingen zijn gehaald? En is er een voldoende verklaring gegeven voor tegenvallers en onbedoelde effecten?

Niet alle factoren waren op elk ministerie van toepassing, maar als we alleen naar de voor elk ministerie geldende factoren kijken, kunnen we aan aardige balans opmaken. Slechts twee ministeries (Financiën en Onderwijs) scoorde behoorlijk goed. In totaal scoorden maar vier van de tien ministeries voldoende. Verkeer en Waterstaat, Defensie, Volksgezondheid, welzijn en sport en Justitie scoorde erg belabberd. Hier de percentages die staan voor het aantal keer dat op de van toepassing zijnde vragen een ‘ja’ kon worden genoteerd.

Fin OCW SZW WWI BuZA EZ VenW Def VWS Jus
86% 86% 63% 60% 50% 43% 40% 25% 17% 13%


De details kun je
hier inzien (exceldocument). Justitie scoort het slechts. Dat gaat Van Opstelten helemaal goed maken, want vandaag brulde hij dat alle jeugdbendes binnen twee jaar van straat geveegd zal hebben. Als hij de resultaten dan maar wel goed op papier zet, anders blijft hij nog op die 13 procent hangen.

In de
Staat van de Rijksverantwoording (pdf!) staat nog iets zeer opmerkelijks. De Rekenkamer wilde ook weten “wat het Rijk aan prestaties heeft geleverd en wat hiervan in praktijk voor burgers en bedrijven merkbaar is” (paragraaf 2.3.1).
Dat lijkt mij de ultieme verantwoordingstest. Zeker nu de bezuinigingen er inhakken. Dan willen we de spaanders ook in beeld. Wat zegt de Rekenkamer daarover? “Wij constateren dat de schakel tussen beleid en praktijk niet altijd goed werkt”. De Rekenkamer nuanceert dat meteen: “Hoewel informatie over de uitvoeringspraktijk doorgaans ontbreekt in de jaarverslagen van ministers, is het de vraag in hoeverre dat verwijtbaar is”, omdat “de praktijk is nu eenmaal niet altijd goed te vangen in concrete, compacte verantwoordingsinformatie”.

Dat valt een beetje tegen van de verder toch zo precieze Rekenkamer, die met halve of ondeugdelijke informatie geen genoegen neemt. De Rekenkamer heeft in vier gevallen zelf de proef op de som genomen en constateert dat “de betrokken departementen vaak toch wel over relevante praktijkinformatie beschikten”.
Toch wel dus? Alleen staan de praktijkbevindingen niet altijd in de jaarverslagen. Mij lijkt het een goed idee dat voortaan de praktijkervaringen met het kabinetsbeleid wel wordt meegeleverd. En dan leggen we die verslagen natuurlijk naast de bevindingen van organisaties in het veld, ombudsmanrapportages en de regelmatig gehouden polls en enquêtes onder de burgers. Dan kan in het Tweede Kamerdebat over de verantwoording een robbertje geknokt worden als er verschil in praktijkbeleving blijkt.

Rutte's realiteit.

Onrust Rutte schaamt zich nergens voor. Een andere formulering voor ‘het kabinet lijdt geen gezichtsverlies’. Moedige woorden waarmee het uitstel van bezuinigingen in passend en hoger onderwijs werden verdedigd. Van uitstel komt uitvoering, gelooft Rutte nog even bevlogen.

Het draagvlak is broos. zo wordt dit uitstel verdedigd. Wie een beetje om zich heen kijkt, ziet dat in de samenleving het draagvlak voor de bezuinigingsplannen steeds kleiner wordt.
Het draagvlak voor de overige ambities van het kabinet lijkt ook te slinken. Met de demonstratie vandaag, tegen de kabinetsplannen voor een nieuwe kerncentrale, heeft de onrust onder Rutte een voorlopig hoogtepunt bereikt. De maand april is nog maar half voorbij en er zijn al meer acties gepasseerd dan alle voorgaande maanden.
Het kabinet Rutte begon 3 oktober 2009 en zag de maatschappelijke onrust toenemen.
Ruttes Onrust

In oktober 2009 waren er 7 acties, waarvan er 3 in november doorliepen. December piekte met 10 acties, waarvan studentenacties en de staking bij TNT-post de grootste waren.
Dit jaar begon het op te lopen. In januari nog 9 acties, daarna was het met de rust wel gedaan. In februari 12 acties, in maart 28 en ook al is april nog maar op de helft, deze maand zijn er 31 acties geweest. Een overzicht van alle acties tot en met 16 april, vind je in dit exceldocument.

Vergeleken met 2010 is de maatschappelijke onrust met 135 procent toegenomen. De acties tegen de bezuinigingen zijn daar voor het grootste deel verantwoordelijk voor.

2010 2011
arbeidsconflicten 17 14
acties tegen bezuinigingen 16 53
overige maatschappelijke acties 1 13

De Algemene Onderwijsbond en studentenorganisaties hebben geplande acties afgeblazen, nu het kabinet de geplande bezuinigingen even uitstelt. Daarmee creëert het kabinet nauwelijks rust. De mega-bezuinigingen op Defensie hebben de militairen woest gemaakt. De emoties lopen zo hoog op dat het zelfs tot militaire ongehoorzaamheid heeft geleid. De militairen vinden ook burgers en gemeentebesturen aan hun zijde, bij protesten tegen de sluiting van kazernes en vliegkampen. Vooral in die gemeenten waar de lokale economie op de aanwezigheid van de militairen drijft, natuurlijk.

Dat iedereen wel wat van de bezuinigingen zal voelen, zoals Rutte bij het aantreden van het kabinet zei, begint in steeds grotere kring door te dringen. Acties tegen sluitingen van bibliotheken, zwembaden, buurthuizen, gemeentelijke loketten breiden zich uit,
beiaardiers trekken aan de bel en molenaars zijn in hun wiek geschoten. En dan te bedenken dat er nog wel wat ontslagen zullen vallen, de plannen voor een hogere belasting op consumptie nu al tot wrevel leidt en minister Kamp zelf ook onrustig wordt van het groeiend verzet tegen de pensioenplannen.

Een realiteit die het kabinet Rutte misschien dwingt meer plannen uit te stellen. Maar hoe moet dat dan met het teruggeven aan de mensen van dit prachtige land? Ook dat kan Rutte wel vergeten. De mensen komen in actie om al dat prachtigs juist te behouden.

Rutte's vinger.

Rutte's vinger Oei, oei, oei, Rutte! Pas nou toch op. Geef ze een vinger, dan pakken ze je hele hand. Het kabinet komt de oppositie tegemoet door een tweetal bezuinigingen uit te stellen. En wel omdat het maatschappelijk draagvlak nu wat te klein lijkt. Blijkbaar hebben de protesten tegen bezuinigingen op het passend en hoger onderwijs geholpen.

Al vanaf de eerste dag dat het kabinet aan het werk toog, protesteerden studenten, leraren en professoren tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs. Nu wordt de ‘langstudeerboete’ op de lange baan geschoven. De protesten van ouders en onderwijzend personeel in het passen onderwijs, resulteren ook in uitstel.
Het gaat wel ten koste van maatschappelijke stages en het geld dat het kabinet voor de beloning van bijzonder presterende leerkrachten had gereserveerd.
De een zijn brood, zal en moet de ander zijn dood betekenen, lijkt het devies van kabinet Rutte. Het uitstel is niet meer dan een budgetneutrale tegemoetkoming.

Maar het doortastende is er hiermee wel van af. Een signaal voor alle welzijnswerkers, bibliothecarissen, kunstenaars, militairen en iedereen, die volgens Rutte wel wat van de bezuinigingen zou voelen. De crisis biedt ook kansen, wordt wel beweerd. Nou, hier ligt dus een kans. Ga er gewoon een paar maanden tegenaan met petities, manifestaties en demonstraties en je krijgt op zijn minst uitstel. Of de bezuinigingen worden wat geleidelijker aan uitgevoerd.

Het kabinet denkt tijd te winnen. Tijd om genoeg Kamerleden aan hun kant te krijgen. Om een meerderheid voor de plannen te op de been te krijgen. Het kabinet is zich goed bewust van de uiterst krappe meerderheid, die het qua zetels heeft. Al vanaf het begin van deze regeerperiode is duidelijk dat niet alleen de oppositie, maar ook de coalitiepartner en het gedoogvriendje geen rotsvaste steun en samenwerking kunnen garanderen. Dus zijn stemmen van de oppositie nodig, of op zijn minst wat medewerking van de SGP en de CU. Op het gebied van het onderwijs breekt dat het kabinet nu op.

Deze besluitcrisis in het kabinet biedt kansen. Wat volgt? Gaat die
ene kerncentrale van de baan? Krijgt kunst en cultuur uitstel? Blijft de zorgtoeslag gehandhaafd? Wordt de JSF-straaljager afbesteld? Vliegen er wat minder ambtenaren uit?
Welke onderwerpen lijken geschikt om Rutte’s prachtige hand aan de mensen te geven? Roept u maar.

Weldadigheid wordt werelderfgoed.

Veenhuizen Het heeft het kabinet behaagt de tuigdorpen voor te dragen voor de lijst van Werelderfgoederen. Waarmee weldadigheid wordt weggezet als museumstuk. Het gaat, onder andere, om pittoreske huisjes, opgetuigd met spreuken als ‘Werken is leven’, ‘Hou en trouw’ en ‘Helpt elkander’.

Bestaan die dan? Jazeker, in Veenhuizen bijvoorbeeld. Overblijfselen van de
Maatschappij van Weldadigheid. Een 19e eeuwse club die met hulp van rijksoverheid grond kocht in Drenthe, met de bedoeling arme stadsgezinnen aan den landarbeid te krijgen. Het hoger doel was het stichten van een vreugdevolle arbeidsmoraal in de koppies van de sloebers. Dat werd een proefkolonie genoemd. Ook werd er een strafkolonie gebouwd voor de bedelaars en landlopers, waar ook de versbakken kolonisten mochten verblijven, als ze de wet overtraden. De toenmalige comazuipers en kroegvechters konden rekenen op een verblijf in de strafkolonie.

De club bestaat al lang niet meer, de huisjes, delen van de strafkampen en stukjes landgoed nog wel. Deze relikwieën van weldadigheid dreigen te verpauperen, als ze niet goed onderhouden worden en dat wil het kabinet natuurlijk niet. Als het lukt zulks op de lijst van Werelderfgoederen van de Unesco te krijgen, dan verhoogt het de status. “De voordracht is een steun in de rug voor de verdere gebiedsontwikkeling van Frederiksoord en Veenhuizen”,
juichen de burgemeesters van de voormalige tuigdorpen.

Gisteren werd de Tweede Kamer gisteren op de hoogte gesteld
van de nominatie. Naast architectonische hoogstandjes als de Van Nellefabriek in Rotterdam en het Teylersgebouw in Haarlem, historische trots als de Nieuwe Hollandse Waterlinie, wordt er ook heel wat koloniaals voorgedragen. Het eiland Saba, het Plantagesysteem West Curaçao en de nederzettingen Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord van de Koloniën van Weldadigheid in Drenthe.

Nu moet het kabinet alleen nog alle belanghebbenden rond de tafel zien te krijgen, om over de bijkomende kosten te praten. Het zal iedereen bekend zijn dat de rijksoverheid niet in de weldadige positie verkeert, Neerlands stichtelijke historie met al teveel staatsteun overeind te houden. Maar in
de brief aan de Kamer (pdf!) zet de verantwoordelijke staatssecretaris, Halbe Zijlstra, de deur op een kier. Samen met de eigenaren van het erfgoed zal hij nagaan of aanvulling van de financiën nodig zijn. Na dat overleg zal het Rijk een instandhoudingregime vastleggen.

Een paar regels later smijt hij dan de deur met een klap dicht. Hij heeft “alle vertrouwen in een goed verloop van deze afstemming met de medeoverheden en eigenaren”. De betrokken bestuurders (gemeenten, provincies) hebben al “uitgesproken een plaats op de Werelderfgoedlijst te ambiëren en de verantwoordelijkheid te willen nemen de erfgoederen in stand te houden”.
Die slotzin betekent natuurlijk dat de lokale overheid zelf maar moet zien hoe het allemaal wordt bekostigd. Op het Rijk hoeft men niet te rekenen, want die gaat flink korten op de lokale overheden.

De gedoogpartner van het kabinet zal ook niet blij zijn als het Rijk er wel geld in zou steken, tenzij het erfgoed beschikbaar komt als hedendaagse tuigdorpen. De VVD en het CDA hebben wat tegen dat idee, en dat hadden de christelijke partijen in de 19e eeuw ook, zij het om andere redenen. De christenbroeders zagen niets in de Maatschappij van Weldadigheid, omdat deze niet religieus was.
De VVD is natuurlijk om de bekende financiële redenen tegen.

Maar CDA en VVD zijn nu dus wel voor het in stand houden van de oude tuigdorpen. Dat kan met recht symboolpolitiek met diepgang worden genoemd. Ze moeten er niet aan denken dat bordjes met ‘Hou en trouw’ en ‘Werken is leven’ wegroesten. Veenhuizen als symbool van dat prachtige land, dat we terugkrijgen.

No Intervention Zone?

No-fly zone Gekke Libiërs. Vragen wel om een no-fly zone, maar realiseren zich niet dat er van zo’n maatregel niets terecht komt, als er op de grond ook niet een en ander word geregeld. Een no-fly zone, opgelegd door de VN, is al een militaire maatregel en kan een eerste stap richting militaire interventies op de grond.

De Libische verzetsstrijders hebben de internationale gemeenschap om een no-fly zone gevraagd. De Arabische Liga ondersteunde dat verzoek en nu is het zover. Maar de Libiërs hebben ook altijd duidelijk gemaakt, dat ze de strijd tegen Gadaffi zelf wel opknappen en absoluut geen militaire interventie willen. Het is hun strijd, vinden ze, en niet die van de rest van de wereld. Dat lijkt nu te veranderen, omdat Gadaffi van geen ophouden weet.

Waarom is dit ook voor Nederlandse burgers belangrijk goed te volgen? Omdat we niet zo heel vrolijke herinneringen hebben
aan no-fly zones en andere interventies. Bosnië is op een nationaal trauma uitgelopen (Sebrenica), evenals de Irak-oorlog waar we stiekem ingepiepeld werden.
Een kunstje dat Balkenende ons heeft geflikt en waar hij veel te laat en soort verantwoording over heeft afgelegd. Die bestond uit slecht en goed nieuws. Het slechte nieuws was natuurlijk iets van ‘waar gehakt wordt, vallen spaanders’. Het goede nieuws was dat we er, volgens Balkenende, weer iets moois aan over hebben gehouden: de ‘lessons learned’.

Die lessen sloegen vooral op de relatie tussen regering en parlement. Maar de lessen die bij eerdere no-fly zones en interventies zijn geleerd, kunnen nu de enige hoop vormen, dat het VN-besluit niet leidt tot onnodig bloedvergieten en ook niet tot een nieuw internationaal drama, waar Nederland misschien opnieuw weer de nodige ongelukken kan maken. Maar wat zouden dan die ‘lessons learned’ moeten zijn?

Premier Rutte en minister van Defensie Hillen hebben een les zeker getrokken: we wachten af en gaan zorgvuldig mogelijkheden van een Nederlandse bijdrage onderzoeken. Ofwel: eerst maar eens zien hoe heet Gadaffi dit soepje verorbert en ondertussen en beetje studeren. Allemaal tactiek om er niet in te hoeven stappen.
Rutte wil eventueel wel wat bijdragen als de NAVO er om vraagt. Dus deze keer niet als er een verzoek van de Amerikaanse regering komt. Maar Frankrijk en Groot-Brittanië zijn wel NAVO-leden en die zijn juist fervente voorstanders van de no-fly zone. Frankrijk wil zelfs verder gaan dan dat.

Kan Nederland niet wat meer initiatief nemen? Want een van de lessen uit het verleden is dat minder initatief en teveel aarzeling, afwachtendheid en volgzaamheid, er mede toe leidde dat de ervaringen in Bosnië, Irak en Afghanistan zo bedroevend waren.
En nog zo’n lesje is, dat met het instellen van een no-fly zone de Libische burgers nog niet hun leven zeker zijn. Gadaffi gaat gewoon met grondtroepen verder. De man heeft nu wel een staakt-het-vuren beloofd en hopelijk houdt hij zich daar ook aan.

Welke initiatieven zou Nederland kunnen nemen? Om te beginnen: zoek contact met de Libische vrijheidsbeweging en zoek uit welke ideeën deze heeft over de praktische uitvoering van de no-fly zone. Nederland als intermediair tussen de vrijheidsstrijders en de internationale gemeenschap.
Dan moet Nederland wel eerst de Libische oppositie erkennen als transitieregering. Frankrijk deed dat al, de rest van de EU is nog niet zover.
Verder: zorg voor levering van hulpgoederen aan de steden die nog niet in Gadaffi’s handen zijn gevallen. Medische hulp en voedsel bijvoorbeeld. Dat kan een gevaarlijk klusje zijn, maar vraag desnoods militaire back-up van de bondgenoten.

En tot slot: als de no-fly zone door Gadaffi wordt genegeerd, biedt de bondgenoten dan op zijn minst Nederlands materiaal aan om de no-fly zone te kunnen handhaven. Dat is weer eens wat anders dan soortgelijk materiaal aan dictators leveren. Maar wel onder de voorwaarde dat er geen verdere militaire interventies plaatsvinden. Zodra de VS, Frankrijk of Groot-Brittanië een stap te ver gaan, bevriest het kabinet al hun tegoeden op Nederlandse banken.
Werk mee aan de bescherming van de Libische oppositie, maar laat die oppositie wel hun democratie verder zelf opbouwen.
No Intervention

Crises-en rampenmanagement.

Rampenmanagement Stel dat Japan kerngezond is en in Borssele ontploft de kernreactor nadat Zeeland is overstroomd. Natuurlijk staat er een harde zuidwestenwind, dus de rest van Nederland loopt het risico radioactief besmet te raken. Wat zou Japan dan doen?
Stel dat Libië al jaren een vreedzame democratie is. Een voorbeeld voor velen. In Nederland is het echter tot barbarij gekomen en een of andere idioot zet het leger in, om demonstranten die genoeg van zijn dictatuur en barbarij hebben af te knallen. Wat zou Libië dan doen?

Een omgekeerde werkelijkheid. Even zo geschetst om proberen in te schatten of Japan en het denkbeeldige Libië dezelfde maatregelen zouden nemen, als Nederland nu in de hedendaagse werkelijkheid onderneemt.
Natuurlijk zouden Japan en Libië zich zeker zorgen maken over hun burgers die in Nederland werkzaam of met vakantie zijn. Nederland heeft wel mensen uit Libië weggehaald. De Nederlanders in Japan moeten vooralsnog zichzelf zien te redden.
De NOS publiceerde een brief van de Nederlandse ambassade in Japan, waarin wordt uitgelegd waarom de regering geen vliegtuigen stuurt om haar burgers weg te halen. De VS, China, Frankrijk en Groot-Brittannië doen dat wel. Nederland niet en adviseert haar burgers wel de rampgebieden te verlaten. Wie terug naar Nederland wil, moet die reis zelf organiseren. “Het is lastig”, stelt de ambassade, “maar het is wel te doen”.

Als bezorgde burger denk ik dan meteen: waarom niet? Vlieg erheen met hulpgoederen. Vlieg terug met wie daar weg wil. Blijkbaar kan dat, want andere landen doen dat wel. Er is geen no-fly zone, hoewel het me raadzaam lijkt niet over de verongelukte kerncentrales te vliegen.
Oh ja, die no-fly zone. Vanavond zal er in de VN Veiligheidsraad gestemd worden over een no-fly zone boven Libië. Als dat al een afdoende middel is om Gadaffi’s slachting van zijn eigen burgers te voorkomen, dan is het wel veel te laat. Van de Europese landen zijn alleen Frankrijk en Groot-Brittannië voor deze maatregel. Nederland sluit zich aan bij de landen die menen dat sancties Gaddafi wel van zijn idiotie af zullen helpen.

De Verenigde Naties aanvaardden in 2005 de “RtoP”, (responsibility to protect). Daarin werd afgesproken dat elk land de plicht heeft haar burgers te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid. Als een land daartoe niet in staat is, dan heeft de internationale gemeenschap de plicht dat land daarbij te helpen. Als een land moedwillig haar burgers niet beschermt, dan dient de internationale gemeenschap op te treden. Om te beginnen op diplomatiek niveau en als uiterste middel militaire interventie.

Met andere woorden, niet elk individueel land, maar de hele wereld heeft de verantwoordelijkheid burgers te beschermen tegen geweld en oorlogsmisdaden. Als een enkel land daarin faalt, dan grijpen de andere landen in.
Van zo’n VN-verklaring komt in de praktijk weinig terecht. Diplomatieke druk helpt alleen als een land daar gevoelig voor is. Aan militaire interventie maakt met alleen de handen vuil als er al massa’s slachtingen hebben plaatsgevonden of types als George W. Bush zijn bondgenoten op sleeptouw weet te nemen.

Als bezorgde burger denk ik ook: alsjeblieft geen militaire ingrepen. Dat heeft in de geschiedenis evenzeer tot ellende geleid en lang niet altijd echt geholpen. Dus fantaseer ik er op los en denk: bij natuurrampen gaat de internationale gemeenschap meestal wat sneller tot actie over. Dat heet dan humanitaire hulp. Japan kan daar zeker op rekenen.
Kan grootschalige en internationale humanitaire hulp een middel zijn om de burgers in Libië te redden? Niks no-fly zone, erheen vliegen en om de Libische luchtmacht in verwarring te brengen, bedreigde burgers weg te halen en hulpgoederen droppen voor de ‘opstandelingen’.

Maar ik ben geen geniale crisis- en rampendeskundige. Zowel voor de situatie in Japan als in Libië hoop je dan dat de allerknapste koppen ter wereld een oplossing kunnen bedenken. Zolang die er niet is, moet er wel wat gebeuren. Waarom de Nederlandse regering dan weer de afwachtende en volgzame houding aanneemt, begrijp in niet. Of zou dat zijn omdat dit kabinet geen hoge pet opheeft van haar eigen crisis- en managementvaardigheden?

Sinterklaasprimeur.

Sint Even ander belangrijk nieuws. Ik weet ook wel dat men nu in andere delen van de wereld hoopt op de goedgeefsheid van medewereldburgers. Of dat nou uit mentale of concrete steun bestaat, het is allemaal welkom. Maar daar moeten ze toch even op wachten.

Al heeft de protesterende bevolking en de
Arabische Liga een no-fly zone boven Libië op het verlanglijstje staan, de internationale gemeenschap kan maar niet beslissen wat men de Noord-Afrikaanse en Arabische landen kado zal doen.
Het Nederlandse kabinet zit nog te wachten op het verlanglijstje van Japan, zoals ik gisteren hier schreef. De Japanners zullen eerder wat hebben aan de goedgeefsheid van de Nederlandse burgers. Een nationale hulpactie zal er nog wel van komen. De opbrengst natuurlijk verdubbeld door de overheid. Die verdubbeling zal deze keer lager uitvallen, want de VVD zit in de regering.

Herinnert u zich Haïti nog? Na de aardbeving kwamen burgers, bedrijven, verenigingen, gemeenten en provincies over de brug. Het Rijk verdubbelde de uiteindelijke opbrengst. En wat
zei de VVD toen? “Zo wordt collectief geld verdubbeld, en dat is niet de bedoeling”. De VVD was het niet eens dat de gulle gaven van provincies en gemeenten weden meegerekend bij Rijk’s verdubbelaar.
De VVD is, onder leiding van Rutte en trawanten, bezig de lokale overheden flink in te krimpen, dus de Japanners zullen deze keer blij moeten zijn met wat minder hulp.

Moeten al die mensen in de rampzalige gebieden wachten op een wonder? Want een ding is duidelijk: Nederland, althans het kabinet, is Sinterklaas niet. Niets wordt zomaar weggegeven. Het kabinet doet alleen wat kado, als het wat oplevert. Het foutje in Libië, waardoor Nederlandse militairen even in de knel zaten, is goed afgelopen. Het kabinet heeft geen concessies aan Libië gedaan, maar wel de helikopter kado gegeven. Netto-resultaat: de militairen zijn gelukkig weer terug en Gadaffi heeft er een machine bij om zijn burgers vanuit de lucht neer te maaien.

Bij zoveel ellende wil een mens weten of er nog ander belangrijk nieuws is. De Stentor, de krant voor oostelijk Nederland, heeft
de sinterklaasprimeur te pakken. Lang voor de gulle gever het nieuws zal domineren, geeft de Stentor het eerste sintbericht van dit jaar weg.
Deventer was de enige stad waar de Sint pas op 5 december zijn intrede deed. Jarenlang heeft men de traditie hoog gehouden niet aan de malligheid mee te doen al weken van tevoren de kinderen op stang te jagen met de aanwezigheid van de goedheiligman. Aan die traditie komt dit jaar een einde. Onder druk van de publieke opinie laat het welkomstcomité de vijfde december vallen, als enige juiste datum.

Neem er kennis van en ga weer over tot de orde van de dag.

Royaal diner leidt tot ontslag ministers.

O man Bea Uit betrouwbare bron is vernomen waarom Hare Majesteit er op staat naar Oman te gaan. Het is geen staatsbezoek. En laat u niets wijsmaken: het is ook geen privédiner.

Ja, er wordt wel gegeten en gedronken. Maar u moet het meer zien als een workshop met
qaboeli en kaviaar. Het is Hare Majesteit’s diepste wens is lering te trekken uit de recente ervaringen die sultan Qaboos heeft opgedaan, in zijn functie als staatshoofd.
Deze week ontsloeg hij twee ministers, in verband met de maatschappelijke onrust die in zijn koninkrijkje woedt. Vorige week gooide hij er al zes ministers uit. U begrijpt het al: daar wil Hare Majesteit meer van weten.

Heel de wereld kijkt naar de ontwikkelingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Heel de wereld vraagt zich ook af: wat doen de leiders daar en wat doen onze leiders? Hare Majesteit staat bekend om haar grote maatschappelijke betrokkenheid, dus ook zij vraagt zich af: wat moet ik doen?
Want het is niet alleen in de Arabische landen onrustig, ook in eigen land gaan steeds meer mensen de straat op, omdat ze de plannen van kabinet Rutte niet zo vertrouwen. In 2010 waren er nog gemiddeld 2,8 tekenen van onrust per maand te bespeuren. Dit jaar ligt dat gemiddelde al op 9,5 per maand. Dat baart ons staatshoofd zorgen.

De verkiezingen van 3 maart geven geen aanleiding te verwachten dat de rust in het land zal weerkeren. Hare Majesteit gaat nu bij de sultan in de leer en als ze is uitgegeten, is het niet ondenkbaar dat ze overgaat tot het ontslaan van ministers. De grote vraag is: welke ministers moeten voor hun hachje vrezen?

Is dat de minister van Buitenlandse Zaken, omdat hij wat al te traag reageerde op de behoefte aan democratie en vrijheid, die de Arabische burgers nu zo nadrukkelijk uiten? Vliegt de minister van Economische Zaken en Landbouw eruit, omdat hij verantwoordelijk is voor het electorale verlies dat zijn partij heeft geleden en daarmee de stabiliteit van de huidige coalitie in gevaar heeft gebracht?

Of is het de premier, die het in zijn hoofd haalde Hare Majesteit’s land
terug te geven aan de Nederlanders?
Het kan ook zijn dat ze het voltallige kabinet ontslaat. Een strategische zet, omdat er dan niets meer te gedogen valt. Zo zet Hare Majesteit iemand buiten spel, die zich wel als regent gedraagt, maar die geen regeringsverantwoordelijkheid wenst te dragen.

Voorlopig blijft het gissen. Als u Hare Majesteit was, wie zou u ontslaan?

Wat maakt het uit waar je bent geboren?

Geboorten CDA en PvdA willen een soepeler registratie van geboorteplaatsen. Niet iedereen is tevreden met de geboorteplaats, zoals die is vermeld op geboorteakten, identiteitsbewijzen en paspoorten. Er zou een iets ruimere keuzemogelijkheid moeten zijn.

Voorbeeldje. Niet iedere getogen Wymbritseradieler, is er ook geboren. Eigenlijk bestaan er geen Wymbritseradielers meer. Sinds 1 januari zijn het
Súd Fryslânders geworden. Dat geldt ook voor de geboren Wymbritseradielers. En ook voor de Wymbritseradielers, die in het ziekenhuis van Leeuwarden zijn geboren.
Al de mensen die hun existentialiteit sterk verbinden aan de plaats waar ze opgegroeid zijn en tot op hoge leeftijd zijn blijven wonen, zijn niet wat ze willen zijn. Een Súd Fryslânder, die in het Leeuwarder ziekenhuis is geboren, ziet zich misschien liever geregistreerd als geboren Wymbritseradieler, omdat dat de woonplaats van zijn moeder was.

Dat moet kunnen, vinden PvdA en CDA. Dat lijkt minister Donner (Binnenlandse Zaken)
ook wel wat. Het idee de wet te versoepelen betreft alleen de ziekenhuisgeboorten. Zelf ben ik ook in een plaats geboren waar ik nooit wat mee had, omdat mijn ouders een dorp verder woonden. Nu heb ik verder niets met de woonplaats als essentieel deel van mijn identiteit, maar ongetwijfeld zullen er velen zijn die zich graag Wymbritseradieler voelen. De binding met de couveuse is stukken minder sterk dan de band met de wieg. En die stond bij moeders thuis.

PvdA en CDA willen de keus aan de ouders laten. Logisch, want een neonaat heeft nog niet veel te melden, laat staan dat die een handtekening gepresteerd krijgt op een geboorteakte. Maar och, wat was ik graag in Rozendaal geboren! Ik had me de
rijkste identiteit van Nederland aan kunnen meten. Of liever nog Opmeer. Geld maakt niet gelukkig, maar Opmeerder zijn wel. Maar ik ben er niet geboren. Ik ben er ook niet getogen en ik heb er nooit gewoond.
Maakt dat wat uit? Nou, rijk ben ik niet, dus dat had wellicht wel iets uitgemaakt. Maar gelukkig ben ik wel en dat vind ik ruim voldoende voor mijn identiteit. Fijn voor wie zich meer Opmeerder voelt dan mens, maar ik ben zo wel tevreden.

Het voorstel van PvdA en CDA kan onverwachte gevolgen hebben voor Rutte’s bezuinigingsplannen. Het aantal ziekenhuisbevallingen is de
laatste jaren toegenomen (in 2008 71 procent van het totaal aantal bevallingen). Daar zal best nog een redelijk deel bij zitten, waar het ziekenhuis ook in de woonplaats van de ouders stond, maar het aantal ziekenhuizen zal sterk afnemen. Nu zijn er nog een stuk of honderd, maar Frank de Grave verwacht dat het er over tien jaar nog maar zestig zullen zijn.Geen onlogische gedachte. Fusies zijn een gewild middel bij bezuinigingen. De vraag is alleen of gefuseerde ziekenhuizen ook veel locaties zullen sluiten.

Als dat zo zal zijn, dan wordt de kans groter dat er mensen in een plaats worden geboren, waar niet hun wieg staat. Het voorstel van PvdA en CDA betekent dan wat meer administratief werk en daar wil Rutte nu juist van af.
Zou het wat zijn om de geboorteplaats helemaal te schrappen uit de registraties? Gewoon allemaal Nederlander. Dat scheelt natuurlijk ook in de ambtelijke kosten.