Tag archieven: kruisgang

Ach Heer, waarom hebt gij mij verlaten?

Ach Heer, waarom hebt gij mij verlaten De kruisgang van Klink is volbracht. Als gepokt en gemazeld CDA’er weet hij natuurlijk waar de grenzen liggen van een rein geweten. Met compromissen valt heel goed te leven, zo lang ze binnen de rekbare grenzen van het goed rentmeesterschap vallen.

Als minister van gezondheidszorg balanceert hij continu tussen rentmeesterschap en markmeesterschap. Lastig. Barmhartigheid is duur geworden en dat kan de samenleving niet betalen. Maar zolang er nog een beetje zorg overblijft, is het woekeren met talenten nog te doen.
Jammer, dat hij daarin niet altijd goed begrepen wordt. Schimpscheuten en laster vallen hem menigmaal ten deel. In het heilige geloof dat hij de zorg redt, houdt Klink stand.

Dan is er ineens toch de druppel. De maat is vol, de emmer loopt over. De
laatste kritieken waren ook van een hypocriete dubbelhartigheid, daar kan zelfs een gereformeerde niet aan tippen. Sommige CDA-collega’s zijn het vertrouwen in hem kwijt, Klink vertrouwt nu ook sommige collega’s niet langer. Hij gelooft er niet meer in.

Doodzonde, roept
partijvoorzitter Bleker, doodzonde. Als gepokt en gemazeld CDA’er weet hij natuurlijk wat een doodzonde is. Pleeg geen overspel, zegt het zevende gebod. Voor een ongelovige buitenstaander is niet duidelijk wat dat inhoudt. Heulen met de PVV? Is dat overspel? Of je hand overspelen met een brief vol gewetensnood? Ja, dat is natuurlijk overspel.
En op een doodzonde staat natuurlijk een fikse straf. Maar moet dat broedermoord zijn? Het zesde gebod (gij zult niet doden) verbiedt dat immers? Zolang we niet weten of Klink, of Bleker hier al te lichtzinnig is omgesprongen met het negende gebod (gij zult over een ander geen valse getuigenis afleggen), kunnen de ongelovigen daar geen oordeel over vellen. Dat is aan God.

Ach Heer, waarom hebt gij mij verlaten, roepen
de Farizeeƫrs, Ab Klink nu toe. De een nog luider dan de ander. Klink is de Heer niet, Klink is ook maar een mens.
Ook maar een mens moet nu toch ook denken: ach Heer, waarom hebt gij mij verlaten, nu juist degenen die hem laten vallen de loftrompet laten schallen. Daar wordt de grens van een rein geweten overschreden. Broeders hielden hem het voor, zijn geweten zegt het na: ik ben niet te vertrouwen.
De keuze van Klink: dan stap je dus op als Kamerlid en blijft, in devote bescheidenheid, de partij trouw.