Tag archieven: legionella

Mocht je in het ziekenhuis belanden

Nadat vorig jaar de toenmalige minister van gezondheidszorg, Hoogervorst, een puntensysteem voor de waardering van ziekenhuizen introduceerde, om ze af te dwingen beter te presteren en dit jaar de huidige minister, Klink, aankondigde de medische missers in ziekenhuizen te willen halveren, lijkt het er op dat er genoeg mis is in 's lands hospitaaltjes. Recente berichten in de media lijken dat te bevestigen. Van bacteriële besmettingen (legionella en mrsa) tot criminele en onprofessionele ziekenhuismedewerkers, van slechte informatie tot het ontbreken van de noodzakelijke afdelingen.
Dat levert een totaal verkeerd beeld op van de werkelijkheid, zo vinden de gezamenlijke ziekenhuizen en die zijn gisteren dan ook een tegenoffensief begonnen. Met hedendaagse zuster Klivia, Loes Luca, voorop zingen ze ons toe: ''Mocht je in het ziekenhuis belanden, moet je maar denken: je bent in goede handen''. De campagne ''Het ziekenhuis zorgt'' moet duidelijk makend dat alleen vervelende incidenten de media halen, terwijl er voorbij wordt gegaan aan al het goede werk dat er dagelijks wordt verricht. Wat de kranten er ook over schrijven, zo zeggen de ziekenhuizen, een grote meerderheid van patiënten is dik tevreden over de ziekenhuizen.
Tja, ik kan me voorstellen dat het niet leuk is een mislukte operatie op de voorpagina van de dagbladen terug te zien. Maar er bestaan geen ''goed-nieuws'' kranten en in de volksmond heet het nog steeds: geen nieuws, goed nieuws. Een reclame-campagne zal de berichtgeving over medische missers niet uit de wereld kunnen helpen. Is het desondanks goed zo''n campagne te starten?
Martin Buijsen, universitair docent gezondheidsrecht, meent van niet. Zo''n campagne werkt alleen aan de beeldvorming naar buiten toe. Het geld kan volgens hem veel beter worden besteed aan interne zaken als het verbeteren van de waardering en tevredenheid van het zorgpersoneel. Pak het werkklimaat aan, daar help je de zorg veel beter mee, alleen al omdat je daarmee weer genoeg en goed personeel aan kan trekken. Wat heb je aan een prachtige beeldvorming als een ziekenhuis het niet waar kan maken door slecht gemotiveerd personeel of zelfs gebrek aan personeel?
Hebben wij, het publiek, een slecht beeld van het ziekenhuis? Dat valt wel mee. We komen er niet graag. Niet omdat we zo''n beroerd beeld hebben, maar omdat het betekent dat er iets mis met onszelf is. Verder zijn het ook geen uitnodigende plaatsen wegens de grootte, de drukte en de toch vaak wat grote afstand tussen patiënt en arts. De verpleegkundigen zijn een stuk populairder bij de patiënten, maar die staan dan ook heel wat dichterbij.
En wat echt irritant is zijn de nog steeds lange wachttijden in de wachtkamers en voor behandelingen. Maar verder: nee, we hebben heus niet zo''n slecht beeld van de ziekenhuizen. We begrijpen echt wel welk een zwaar beroep artsen en verpleegkundigen hebben. De waardering kan best wel beter, zeker voor de verpleegkundigen. Dus wat dat betreft heeft meneer Buijsen gelijk: besteedt het geld niet aan de ''het-ziekenhuis-moet-weer-leuk-worden-show'', maar pomp het in de kwaliteitsverbetering. De ziekenhuizen moeten zelfs oppassen dat al die reclame niet averechts werkt. Want je gaat toch twijfelen aan bijvoorbeeld een hartspecialist, die niet zijn hand in eigen boezem wenst te steken.
Hoewel de 2e Kamer vorig jaar niet enthousiast was over het idee dat ziekenhuizen reclame zouden moeten maken voor zichzelf, zullen we er aan moeten wennen dat we daar toch meer mee worden geconfronteerd. Niet alleen deze campagne is een voorbeeld, maar ook berichten dat ziekenhuizen garanties willen geven op operaties. U ziet de reclame al voor u: ''Bij ons onder het mes, is gegarandeerd nooit op de fles.'' Maar laat een ziekenhuis toch vooral het werk doen waar ze goed in zijn: beter maken. Geld en energie voor reclames is voor deze sector echt niet nodig.
Tot slot: Natuurlijk is het leuk Loes Luca weer eens te horen, maar liever in haar eigen shows dan met het stompzinnige liedje dat de campagne moet trekken.