Tag archieven: Libië

Pluk de dictator

PlukkenVan een kale kip kun je niet plukken, maar van een haan in nood wel. Het kabinet gaat 100 miljoen euro overmaken van Kadhafis bankrekening(en) naar de bankrekening van de WHO (World Health Organisation). Deze VN-club gaat hiermee medicijnen kopen voor de Libiërs in de bevrijde gebieden.

Kadhafi mag dan al veroordeeld zijn, er is nog geen rechter aan te pas gekomen om het vonnis juridisch te bevestigen. Toch zal niemand er moeite mee hebben dat zijn ‘bevroren tegoeden’ voor humanitaire hulp worden gebruikt.
Dat Kadhafi geen toegang meer heeft tot zijn Nederlandse bankrekeningen wordt gelegitimeerd door VN-resolutie 1973, de resloutie waarmee de no-fly zone een feit werd. Daarin werd afgesproken niet alleen beslag te leggen op Kadhafis tegoeden, maar ook dat in een later stadium dat geld ten goede moet komen aan de Libische bevolking (artikel 20 uit de resolutie).
De resolutie komt voort uit de ‘responsibility to protect’-verklaring. Een VN-afspraak dat landen in actie komen als bij een van de lidstaten de bevolking de dupe dreigt te worden van genocide, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en etnische zuiveringen. Deze verklaring is niet meer dan een gedragscode, het is geen wet.

In Nederland kennen we wel de ‘pluk-ze wet’, per 1 juli dit jaar uitgebreid om meer mogelijkheden te creëren om crimineel vermogen af te pakken. Zo komt de bewijslast meer bij de verdachten te liggen en mag het Openbaar Ministerie ook na een definitief vonnis nog speuren naar de rijkdommen van de veroordeelde. Op die manier hoopt men geld dat is weggesluisd gedurende het rechtsproces (inclusief hogere beroepen), alsnog te pakken te krijgen.
Er komt nog altijd wel een rechter aan te pas, terwijl Kadhafis tegoeden vogelvrij lijken te zijn. Zoals gezegd: niemand zal er wakker van liggen, want de man heeft laten zien waartoe hij in staat is en dat is bewijs genoeg. En hij heeft tenslotte de VN-resolutie tegen zich.

Volgens minister moeten sancties tegen Kadhafi hem het leven zuur maken en niet de bevolking. “Dat is precies wat er nu gebeurt: bevroren geld van Kadhafi wordt gebruikt om Libische levens te redden”, aldus de minister.
Het persbericht meldt trots: “Nederland is het eerste land dat op deze wijze meewerkt aan financiële ondersteuning van de noodlijdende gezondheidssector in Libië”.
Dat is maar gedeeltelijk waar. Eind juli besloot de Duitse regering 100 miljoen te lenen aan de Libische rebellen. De lening zal worden terugbetaald uit door Duitsland zelf bevroren tegoeden van Kadhafi. Een week eerder werd de Libische Overgangsraad erkent door de VS en Europa. Voor de VS betekende die stap 21 miljard vrij te maken uit de bevroren tegoeden. De Italianen gaven ook 100 miljoen aan de rebellen en Frankrijk kwam met 177 miljoen over de brug, ook te betalen uit Kadhafis bankrekeningen aldaar.

Al dat geld is voor verschillende doelen bestemd, dus ja, wellicht is Nederland het eerste land dat specifiek voor de gezondheidsector geld vrijmaakt. Maar dan wel op “dringend verzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO”, zoals het persbericht eerlijk opbiecht.
Ziet u, het had ook een maand eerder gekund. Maar blijkbaar moest de WHO er op aandringen. Is onze regering net zo traag met de tegoeden beschikbaar stellen, als ze was bij het aandringen op maatregelen en later de erkenning van de Libische Overgangsraad?
Lijkt mij een kwestie voor een paar pittige Kamervragen.

1973

Interventie 1973 gaat de geschiedenis in als de VN-resolutie, waarmee besloten werd tot ingrijpen in Libië. Een bijzonder getal. Want 1973 doet ook denken aan de officiële opening van het World Trade Center. Die opening herinnert niemand zich, de terreuractie op de Twin Towers wel.

1973 is ook het jaar van Pinochet’s
staatsgreep in Chili. Zijn er nog lezers die de straaljagers herinneren, die Allende's residentie bestookten? En in 1973 vielen Egypte en Syrië met 200 vliegtuigen Israël aan, de inleiding tot de Jom Kippoeroorlog. In het Thaise Bangkok vielen ruim 1500 doden, toen de militaire junta een studentenopstand neersloeg. Geen VN-ingrijpen.
Goed nieuws was er ook. De V.S. beëindigden de Vietnamoorlog en de bombardementen op Cambodja. Een lange militaire interventie eindigde in de Parijse vredesakkoorden.

De VN-resolutie 1973 is natuurlijk niet terug te voeren op deze gebeurtenissen, maar dat deze resolutie tot stand kon komen, heeft wel te maken met de geschiedenis van de VN en het gegeven dat het bestaan van de VN niet heeft voorkomen dat oorlogen, staatsgrepen en hardhandig neerslaan van democratische bewegingen bijna dagelijkse kost is.
De VN is opgericht vanuit de gedachte dat een catastrofe als de Tweede Wereldoorlog, inclusief de genocide, zich nooit meer zou herhalen. Het idee van de VN als een verzameling van Vredes Naties, in plaats van Verenigde Naties, worstelt tot op vandaag nog met haar volwassenwording.

Naadloos ging de Tweede Wereldoorlog over in de Koude Oorlog, die in sommige delen van de wereld gloeiend heet werd gevoerd, en vele onafhankelijkheidsoorlogen. De VN stond erbij en keek ernaar, omdat de souvereiniteit van de staten erg hoog in het vaandel stond. En natuurlijk omdat de grote spelers, de V.S., Rusland, China, zeker tijdens de Koude Oorlog, regelmatig hun vetorecht in de Veiligheidsraad gebruikten om eigen belangen te verdedigen.
De meeste interventies van de VN bestonden uit verklaringen en resoluties waarin geweld werd veroordeeld en opgeroepen tot staakt het vuren. Maar ingrijpen? Zelden of nooit.

Dat zou na 2005 veranderen. Na de Wereld Top van 2005 zou de VN alle ellende op de wereld wel eens aanpakken. De zogenaamde RtoP-verklaring,
Responsibility to Protect, een gedragscode ter voorkoming van genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen, en misdaden tegen de mensheid.
De drie pijlers de RtoP zijn: 1. Elke staat heeft de verantwoordelijkheid haar burgers te beschermen tegen al die ellende. 2. De internationale gemeenschap verplicht zich die staten te helpen, die de middelen ontberen deze verantwoordelijkheid in praktijk te brengen. 3. De internationale gemeenschap verplicht zich tot tijdig en ferm ingrijpen om schendingen te stoppen, als een staat er duidelijk blijk van geeft die verantwoordelijkheid niet te (willen) nemen.

Dat laatste is nu dus in Libië het geval. En, zoals wel vaker bij VN-besluiten, is dat niet naar ieders zin. Dat Gadaffi het er niet mee eens is, laten we maar even buiten beschouwing. Sommige critici zijn bang dat dit tot een jarenlang wespennest zal leiden, waar niemand beter van wordt. Anderen hekelen het militaire karakter en zijn tegen elke vorm van militaire interventie.
De angsten worden ook door sommige VN-landen gedeeld. Angst voor vervelende ontwikkelingen spelen zeker een rol bij de V.S., die daarom liever de NATO een leidende rol wil geven. Dat houdt de mogelijkheid open later het fanatieke Frankrijk op de donder te geven, als de boel ontspoort.
De kritieken op het militaire karakter komt natuurlijk van mensen die elke vorm van geweld afwijzen. Wat door roekeloze houwitsers wordt afgedaan als naïviteit of bij zich machteloos voelende mensen de vraag oproept: maar wat dan? Kritiek komt ook van mensen die zich afvragen waarom in Libië wel wordt ingegrepen, maar in Syrië en Jemen niet. Ook daar wordt keihard opgetreden tegen demonstranten.

Het begint met de vraag of anderen dan de Libiërs zelf, tot actie mogen overgaan. En zo ja, wie zijn dan gerechtigd tot actie en welke acties zijn toegestaan?
De situatie in Libië lossen we niet op met een humanitaire inzamelingsactie. En wie voelt er wat voor om zijn rugzak te pakken en aan de zijde te gaan staan van de Libiërs die vrijheid en democratie willen? Wie gaat er in Libië langs de kant van de weg staan om demonstraten te beschermen, zoals burgers in 2007 een cordon vormden rond demonstrerende monniken
in Myanmar?

Eén optie is de internationale gemeenschap vergeten. Concrete hulp aan Tunesië en Egypte om Libiërs die het geweld willen ontvluchten op te vangen. De no-fly zone kan dan de vluchtelingen beschermen tegen aanvallen uit de lucht. Gaddaffi heeft niet genoeg tanks om beide grenzen onder vuur te nemen.
De vraag blijft wel: welke humanitaire actie kan de achterblijvers wel beschermen tegen Gaddafi’s geweld?

Dan dooft het licht.

Dan dooft het licht Gisteravond ging een uur het licht uit. Na een golf van duisternis vanuit Australië over de aarde rolde, begon ook hier de actie Earth Hour. Een symbolische milieuactie. Symbolisch, want zoveel stroom zal er niet mee bespaard worden, maar “we willen laten zien wat er kan gebeuren als mensen samenwerken”, zegt één van de organisatoren.

Vandaag, werd het een uur later licht. Vandaag zullen we weten of de samenwerking een succes is geworden. Iets echt weten, doe je altijd later. Er zijn natuurlijk wel van die visionaire zieners, die de mazzel hebben dat sommige dingen verlopen, zoals zij ze hadden voorspeld. Met een parmantig ‘zie je wel, ik wist het wel’, geven ze de twijfelaars het nakijken. Maar zeker weten kun je pas, als een voldongen feit achter de rug is. In de weg naar die ‘voldongenheid’, kan er altijd iets onverwachts gebeuren, die vooraf gestelde zekerheden onderuit schoffelen.

Zo weten we nu zeker dat kernenergie gevaarlijker is dan we misschien willen. We weten nu ook dat er veel meer mensen in de wereld vrijheid en democratie zo belangrijk vinden, dat ze de starten en pleinen er voor opgaan. We weten nog niet wat die maatschappelijke onrust op zal leveren. Maar we weten wel dat we het zo belangrijk vinden, dat we bereid zijn militaire middelen in te zetten om die vrijheidsdrang te beschermen tegen schietgrage dictators.

De jasmijnrevolutie spreekt zo tot de verbeelding dat demonstranten die in Londen tegen de bezuinigingen de straat op gingen, het pittoreske Trafalgar Square omdoopten
tot Tahrirplein. Om dat kracht bij te zetten, meenden een aantal demonstranten ook maar over te gaan tot wat schermutselingen en een bank bestormden. Dat kostte ruim 200 oproerkraaiers tijdelijk hun vrijheid.
Maar wat een melodramatiek. Wat heeft de heldhaftigheid van Egyptenaren op het Tahrirplein nou te maken met onvrede over bezuinigingen? Vrijheid en democratie is toch wat anders het inleveren van een paar rotcenten, die onze economie er weer bovenop moeten helpen?

Laten we er, even melodramatisch, een schepje bovenop doen. “Een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen. Dan dooft het licht”.
Dat zinnetje uit een gedicht van
Henk van Randwijk, siert een herdenkingsmonument in Amsterdam. Het gedicht is niet alleen een ‘in memoriam’ voor slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, het roept ook op verder te kijken dan je neus lang is (maar gun Uw ogen wijder zicht, aanzie het land en alle mens tegader) en samen te werken tegen onrechtvaardigheid (wij staan tesaam voor het gericht, voor goed of kwaad te kiezen).

Ik kan me voorstellen, dat er nu mensen zijn die een verband zien tussen banken die riante
bonussen blijven uitkeren, investeren in wapenhandel, een wereldwijde kredietcrisis veroorzaken en de bezuinigingen die nodig zouden zijn omdat die banken staatssteun hebben gekregen. Bezuinigingen die iedereen zullen raken, heeft Rutte beloofd. En ja, als er tegen bezuinigingen wordt geprotesteerd en het antwoord is dat er 50 miljoen meer wordt bezuinigd, dan stellen mensen natuurlijk ook vragen over het democratische gehalte, waarmee dit beleid tot stand komt.
Dan zit er een kans in dat het Binnenhof eerdaags ook wordt omgedoopt tot Tahrirplein. Morgen daarover meer op dit weblog.

Beter laat dan nooit-code.

Technologie Alle technologie keert zich op enig moment tegen de mens. Dat is niet te voorkomen, omdat in alle technologie het menselijk tekort zit gebakken. Welk menselijk tekort? Onze genialiteit. Die ingenieuze kwaliteit om voor elk probleem een technologische oplossing te kunnen bedenken. Het optimisme daarover gaat zover, dat we minder bij onze fouten stilstaan, dan bij de lonkende perspectieven die de technologie ons biedt.

Zo vinden we de uitvinding van het vuur nog steeds geweldig en denken de bijna
50 duizend branden per jaar wel te voorkomen door betere brandmelders, brandblussers en brandwerend materiaal te ontwikkelen. Ergens in een afgezonderd laboratorium zit een doorgedraaide fysicus al jaren te knutselen aan de zelfdovende vlam. Die vlam heeft-ie al, hij kan er alleen nog geen warme chocola van maken, want net voor het pannetje op het vuur gaat, is het al uit. Voorlopig moeten we het doen met de zegeningen en de rampen van vuur.

Ja, hoor eens hier, zul je denken, die branden ontstaan niet door het vuur, maar door menselijke fouten met vuur. Het is een algemeen aanvaard idee dat technologie niet fout kan zijn. Mensen kunnen er wel foute dingen mee doen. Er zijn optimisten zijn, die dat probleem willen oplossen door de mens dan maar door technologie te vervangen. Dat idee is dan weer niet algemeen aanvaard. We gaan onszelf niet opheffen.

Hoe komen we dan uit die pijnlijke spagaat van genialiteit en brokkenmakerij? Door wat meer bij onze fouten stil te staan. Het ‘van je fouten kun te leren’, is meer een wandtegeltjeswijsheid dan een alledaagse bezigheid. Toch ligt daar de oplossing. Jammer alleen dat de brokken soms zo groot moeten zijn, voor de les geleerd is. Maar er is hoop. Een mooi voorbeeldje uit het nieuws van vandaag.
Minister Rosenthal pleit voor restricties op de export van internetfilters naar dictatoriaal geregeerde landen. In Brussel kwam de IDEA (International Digital Economy Accords ) bijeen en de minister mocht de mooie jongen uithangen, door de vrijheid van digitale meningsuiting te verdedigen. Daarbij refererend naar de opstanden in Tunesië, Egypte en Libië (hier
de hele toespraak).

Rosenthal roemt een aantal gedragscodes, die handel met obscure regimes moeten beperken. Zijn collega Bleker overweegt de Kamer te betrekken bij het verlenen van vergunningen voor wapenexport.
Ook op dat gebied is een akelige les geleerd. Nederland had immers al eens technologie, in de vorm van allerhande wapentuig, geëxporteerd naar die landen? Naast internetfilters zijn wapens ook een geliefd middel tegen vrijheid van wat voor uiting dan ook. Nu Nederland meedoet aan het handhaven van de no-fly zone boven Libië, is het natuurlijk oppassen dat die technologie zich niet tegen ons keert. Bleker wil nu de
regels voor wapenexport aanscherpen.

Mooie boodschappen. We gaan onze technologische speeltjes niet in de handen geven van kwajongens. We stoppen echter niet met het maken van dat soort technologie. Je weet maar nooit voor welke goede doelen je het zelf kan gebruiken. De technologie zelf is immers niet fout?
Nee, het is al heel wat dat gedragscodes en regels worden aangescherpt. Beter laat dan nooit, toch? De technologische genieën komen ooit nog wel met een slim stukje software, waarmee verstandige beslissingen eerder vroeg dan ooit worden genomen.

De Gouden Eeuw van Rutte?

wereldpuzzel Het zal je maar gebeuren. Je staat ambitieus te trappelen om dit prachtige land terug te geven aan haar burgers, komt de rest van de wereld ineens binnendenderen. Dat kun je gerust een uitdaging noemen. Hier ligt immers een kans om Nederland weer een nieuwe Gouden Eeuw in te loodsen. Wat zal Mark Rutte van deze ingewikkelde puzzel maken?

Rutte’s voorganger, Balkenende, had wel wat met die Gouden Eeuw. Hij miste hier die roemruchte VOC-mentaliteit. Een combinatie van economische expansiedrift en slavendrijverij. Nederland was niet meer dan een republiek van
zeven samenwerkende provincies, maar telde wel mee op het wereldtoneel. Nu hebben we vijf provincies meer, zijn we al lang geen republiek meer en de rol op het wereldtoneel bestaat vooral uit politieke volgzaamheid, die Balkenende zijn kop heeft gekost.

De gevolgen van de kredietcrisis en het gemor van het gepeupel, denkt met onder andere te bestrijden met bestuurlijke veranderingen. De monarchie wordt er niet helemaal uitgegooid, maar de macht van het koningshuis wordt wel beperkt. Dat is althans de wens van een aantal politieke partijen. Terug naar een republiek zit er op korte termijn niet in, terug naar zeven provinciën wel. De VVD is voorstander van één Randstadprovincie en fusies van de andere provincies. Ook een manier om de overheid af te slanken. Overigens: D66 wil naar vier landsdelen, GroenLinks naar zeven.

Mark Rutte krijgt echter niet de tijd om in alle rust het land te hervormen. Eerst moet ook hij zich afvragen hoe hij Libië terug kan geven aan de Libiërs en of hij Nederland wel een Gouden Eeuw kan bezorgen zonder kernenergie. De rampzalige toestanden in Japan en de Noord-Afrikaanse en Arabische landen, leiden de premier maar af van de crisis- en herstelplannen, waarmee hij Nederland weer groot denkt te maken.

Nederland is niet alleen op de wereld. Elke premier zag zijn binnenlandse agenda wel doorkruist door buitenlandse perikelen. Standpunten, initiatieven en acties wisselden per coalitie. Vlak na de Tweede Wereldoorlog moest het land ook opgebouwd worden, maar tegelijkertijd wilde Soekarno in Indonesië, het Nederlandse juk van zich afschudden. In die tijd dacht de Nederlandse regering ook met
politie-missies de verworvenheden van de VOC-mentaliteit te behouden. De internationale gemeenschap corrigeerde de Nederlanders en Indonesië moest terug gegeven worden aan de Indonesiërs.

Dat had nog rechtstreeks met Nederland zelf te maken. De rol die Nederland speelde op het altijd onrustige wereldtoneel, heeft onder elk kabinet wel gevolgen gehad. Denk aan de
oliecrisis in 1973, toen landen als Saoedi-Arabië, Koeweit, Algerije en Libië de olie-export staakten als antwoord op het pro-Israëlische standpunt in de Jom Kipoeroorlog. De Vietnamoorlog leidde tot onrust op straat, waar een ‘bevriend staatshoofd’ tot moordenaar werd uitgeroepen. Verser in het geheugen liggen Kosovo, Bosnië en Afghanistan.
Als het geen oorlogen of opstanden zijn, dan is er wel een kerncentrale die tot nadenken stemt. De ramp in Tsjernobyl leidde hier tot een graasverbod in de noordelijke provincies en mocht er tijdelijk geen bladgroente worden verkocht.

Ga er maar aan staan als premier van Nederland. Waar kan een klein land dan nog groot in zijn? Misschien door eens een andere koers te volgen? Bijvoorbeeld door eigen voorwaarden te verbinden aan de acties tegen Gadaffi. Militaire steun zou onlosmakelijk gepaard kunnen gaan met humanitaire steun. Aan de Libische vluchtelingen, aan alle Libiërs die op de een of andere manier nu slachtoffer worden van de situatie.
En wat de kernenergie betreft: zet de plannen voor de nieuwe kerncentrale maar even in kast. Eerst afkoelen voor die nieuwe centrale in verhitte debatten moet worden verdedigd. Als we al een Gouden Eeuw willen, dan liever een Gouden Eeuw van net iets beter nadenken.

No Intervention Zone?

No-fly zone Gekke Libiërs. Vragen wel om een no-fly zone, maar realiseren zich niet dat er van zo’n maatregel niets terecht komt, als er op de grond ook niet een en ander word geregeld. Een no-fly zone, opgelegd door de VN, is al een militaire maatregel en kan een eerste stap richting militaire interventies op de grond.

De Libische verzetsstrijders hebben de internationale gemeenschap om een no-fly zone gevraagd. De Arabische Liga ondersteunde dat verzoek en nu is het zover. Maar de Libiërs hebben ook altijd duidelijk gemaakt, dat ze de strijd tegen Gadaffi zelf wel opknappen en absoluut geen militaire interventie willen. Het is hun strijd, vinden ze, en niet die van de rest van de wereld. Dat lijkt nu te veranderen, omdat Gadaffi van geen ophouden weet.

Waarom is dit ook voor Nederlandse burgers belangrijk goed te volgen? Omdat we niet zo heel vrolijke herinneringen hebben
aan no-fly zones en andere interventies. Bosnië is op een nationaal trauma uitgelopen (Sebrenica), evenals de Irak-oorlog waar we stiekem ingepiepeld werden.
Een kunstje dat Balkenende ons heeft geflikt en waar hij veel te laat en soort verantwoording over heeft afgelegd. Die bestond uit slecht en goed nieuws. Het slechte nieuws was natuurlijk iets van ‘waar gehakt wordt, vallen spaanders’. Het goede nieuws was dat we er, volgens Balkenende, weer iets moois aan over hebben gehouden: de ‘lessons learned’.

Die lessen sloegen vooral op de relatie tussen regering en parlement. Maar de lessen die bij eerdere no-fly zones en interventies zijn geleerd, kunnen nu de enige hoop vormen, dat het VN-besluit niet leidt tot onnodig bloedvergieten en ook niet tot een nieuw internationaal drama, waar Nederland misschien opnieuw weer de nodige ongelukken kan maken. Maar wat zouden dan die ‘lessons learned’ moeten zijn?

Premier Rutte en minister van Defensie Hillen hebben een les zeker getrokken: we wachten af en gaan zorgvuldig mogelijkheden van een Nederlandse bijdrage onderzoeken. Ofwel: eerst maar eens zien hoe heet Gadaffi dit soepje verorbert en ondertussen en beetje studeren. Allemaal tactiek om er niet in te hoeven stappen.
Rutte wil eventueel wel wat bijdragen als de NAVO er om vraagt. Dus deze keer niet als er een verzoek van de Amerikaanse regering komt. Maar Frankrijk en Groot-Brittanië zijn wel NAVO-leden en die zijn juist fervente voorstanders van de no-fly zone. Frankrijk wil zelfs verder gaan dan dat.

Kan Nederland niet wat meer initiatief nemen? Want een van de lessen uit het verleden is dat minder initatief en teveel aarzeling, afwachtendheid en volgzaamheid, er mede toe leidde dat de ervaringen in Bosnië, Irak en Afghanistan zo bedroevend waren.
En nog zo’n lesje is, dat met het instellen van een no-fly zone de Libische burgers nog niet hun leven zeker zijn. Gadaffi gaat gewoon met grondtroepen verder. De man heeft nu wel een staakt-het-vuren beloofd en hopelijk houdt hij zich daar ook aan.

Welke initiatieven zou Nederland kunnen nemen? Om te beginnen: zoek contact met de Libische vrijheidsbeweging en zoek uit welke ideeën deze heeft over de praktische uitvoering van de no-fly zone. Nederland als intermediair tussen de vrijheidsstrijders en de internationale gemeenschap.
Dan moet Nederland wel eerst de Libische oppositie erkennen als transitieregering. Frankrijk deed dat al, de rest van de EU is nog niet zover.
Verder: zorg voor levering van hulpgoederen aan de steden die nog niet in Gadaffi’s handen zijn gevallen. Medische hulp en voedsel bijvoorbeeld. Dat kan een gevaarlijk klusje zijn, maar vraag desnoods militaire back-up van de bondgenoten.

En tot slot: als de no-fly zone door Gadaffi wordt genegeerd, biedt de bondgenoten dan op zijn minst Nederlands materiaal aan om de no-fly zone te kunnen handhaven. Dat is weer eens wat anders dan soortgelijk materiaal aan dictators leveren. Maar wel onder de voorwaarde dat er geen verdere militaire interventies plaatsvinden. Zodra de VS, Frankrijk of Groot-Brittanië een stap te ver gaan, bevriest het kabinet al hun tegoeden op Nederlandse banken.
Werk mee aan de bescherming van de Libische oppositie, maar laat die oppositie wel hun democratie verder zelf opbouwen.
No Intervention

Crises-en rampenmanagement.

Rampenmanagement Stel dat Japan kerngezond is en in Borssele ontploft de kernreactor nadat Zeeland is overstroomd. Natuurlijk staat er een harde zuidwestenwind, dus de rest van Nederland loopt het risico radioactief besmet te raken. Wat zou Japan dan doen?
Stel dat Libië al jaren een vreedzame democratie is. Een voorbeeld voor velen. In Nederland is het echter tot barbarij gekomen en een of andere idioot zet het leger in, om demonstranten die genoeg van zijn dictatuur en barbarij hebben af te knallen. Wat zou Libië dan doen?

Een omgekeerde werkelijkheid. Even zo geschetst om proberen in te schatten of Japan en het denkbeeldige Libië dezelfde maatregelen zouden nemen, als Nederland nu in de hedendaagse werkelijkheid onderneemt.
Natuurlijk zouden Japan en Libië zich zeker zorgen maken over hun burgers die in Nederland werkzaam of met vakantie zijn. Nederland heeft wel mensen uit Libië weggehaald. De Nederlanders in Japan moeten vooralsnog zichzelf zien te redden.
De NOS publiceerde een brief van de Nederlandse ambassade in Japan, waarin wordt uitgelegd waarom de regering geen vliegtuigen stuurt om haar burgers weg te halen. De VS, China, Frankrijk en Groot-Brittannië doen dat wel. Nederland niet en adviseert haar burgers wel de rampgebieden te verlaten. Wie terug naar Nederland wil, moet die reis zelf organiseren. “Het is lastig”, stelt de ambassade, “maar het is wel te doen”.

Als bezorgde burger denk ik dan meteen: waarom niet? Vlieg erheen met hulpgoederen. Vlieg terug met wie daar weg wil. Blijkbaar kan dat, want andere landen doen dat wel. Er is geen no-fly zone, hoewel het me raadzaam lijkt niet over de verongelukte kerncentrales te vliegen.
Oh ja, die no-fly zone. Vanavond zal er in de VN Veiligheidsraad gestemd worden over een no-fly zone boven Libië. Als dat al een afdoende middel is om Gadaffi’s slachting van zijn eigen burgers te voorkomen, dan is het wel veel te laat. Van de Europese landen zijn alleen Frankrijk en Groot-Brittannië voor deze maatregel. Nederland sluit zich aan bij de landen die menen dat sancties Gaddafi wel van zijn idiotie af zullen helpen.

De Verenigde Naties aanvaardden in 2005 de “RtoP”, (responsibility to protect). Daarin werd afgesproken dat elk land de plicht heeft haar burgers te beschermen tegen genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen en misdaden tegen de menselijkheid. Als een land daartoe niet in staat is, dan heeft de internationale gemeenschap de plicht dat land daarbij te helpen. Als een land moedwillig haar burgers niet beschermt, dan dient de internationale gemeenschap op te treden. Om te beginnen op diplomatiek niveau en als uiterste middel militaire interventie.

Met andere woorden, niet elk individueel land, maar de hele wereld heeft de verantwoordelijkheid burgers te beschermen tegen geweld en oorlogsmisdaden. Als een enkel land daarin faalt, dan grijpen de andere landen in.
Van zo’n VN-verklaring komt in de praktijk weinig terecht. Diplomatieke druk helpt alleen als een land daar gevoelig voor is. Aan militaire interventie maakt met alleen de handen vuil als er al massa’s slachtingen hebben plaatsgevonden of types als George W. Bush zijn bondgenoten op sleeptouw weet te nemen.

Als bezorgde burger denk ik ook: alsjeblieft geen militaire ingrepen. Dat heeft in de geschiedenis evenzeer tot ellende geleid en lang niet altijd echt geholpen. Dus fantaseer ik er op los en denk: bij natuurrampen gaat de internationale gemeenschap meestal wat sneller tot actie over. Dat heet dan humanitaire hulp. Japan kan daar zeker op rekenen.
Kan grootschalige en internationale humanitaire hulp een middel zijn om de burgers in Libië te redden? Niks no-fly zone, erheen vliegen en om de Libische luchtmacht in verwarring te brengen, bedreigde burgers weg te halen en hulpgoederen droppen voor de ‘opstandelingen’.

Maar ik ben geen geniale crisis- en rampendeskundige. Zowel voor de situatie in Japan als in Libië hoop je dan dat de allerknapste koppen ter wereld een oplossing kunnen bedenken. Zolang die er niet is, moet er wel wat gebeuren. Waarom de Nederlandse regering dan weer de afwachtende en volgzame houding aanneemt, begrijp in niet. Of zou dat zijn omdat dit kabinet geen hoge pet opheeft van haar eigen crisis- en managementvaardigheden?

Sinterklaasprimeur.

Sint Even ander belangrijk nieuws. Ik weet ook wel dat men nu in andere delen van de wereld hoopt op de goedgeefsheid van medewereldburgers. Of dat nou uit mentale of concrete steun bestaat, het is allemaal welkom. Maar daar moeten ze toch even op wachten.

Al heeft de protesterende bevolking en de
Arabische Liga een no-fly zone boven Libië op het verlanglijstje staan, de internationale gemeenschap kan maar niet beslissen wat men de Noord-Afrikaanse en Arabische landen kado zal doen.
Het Nederlandse kabinet zit nog te wachten op het verlanglijstje van Japan, zoals ik gisteren hier schreef. De Japanners zullen eerder wat hebben aan de goedgeefsheid van de Nederlandse burgers. Een nationale hulpactie zal er nog wel van komen. De opbrengst natuurlijk verdubbeld door de overheid. Die verdubbeling zal deze keer lager uitvallen, want de VVD zit in de regering.

Herinnert u zich Haïti nog? Na de aardbeving kwamen burgers, bedrijven, verenigingen, gemeenten en provincies over de brug. Het Rijk verdubbelde de uiteindelijke opbrengst. En wat
zei de VVD toen? “Zo wordt collectief geld verdubbeld, en dat is niet de bedoeling”. De VVD was het niet eens dat de gulle gaven van provincies en gemeenten weden meegerekend bij Rijk’s verdubbelaar.
De VVD is, onder leiding van Rutte en trawanten, bezig de lokale overheden flink in te krimpen, dus de Japanners zullen deze keer blij moeten zijn met wat minder hulp.

Moeten al die mensen in de rampzalige gebieden wachten op een wonder? Want een ding is duidelijk: Nederland, althans het kabinet, is Sinterklaas niet. Niets wordt zomaar weggegeven. Het kabinet doet alleen wat kado, als het wat oplevert. Het foutje in Libië, waardoor Nederlandse militairen even in de knel zaten, is goed afgelopen. Het kabinet heeft geen concessies aan Libië gedaan, maar wel de helikopter kado gegeven. Netto-resultaat: de militairen zijn gelukkig weer terug en Gadaffi heeft er een machine bij om zijn burgers vanuit de lucht neer te maaien.

Bij zoveel ellende wil een mens weten of er nog ander belangrijk nieuws is. De Stentor, de krant voor oostelijk Nederland, heeft
de sinterklaasprimeur te pakken. Lang voor de gulle gever het nieuws zal domineren, geeft de Stentor het eerste sintbericht van dit jaar weg.
Deventer was de enige stad waar de Sint pas op 5 december zijn intrede deed. Jarenlang heeft men de traditie hoog gehouden niet aan de malligheid mee te doen al weken van tevoren de kinderen op stang te jagen met de aanwezigheid van de goedheiligman. Aan die traditie komt dit jaar een einde. Onder druk van de publieke opinie laat het welkomstcomité de vijfde december vallen, als enige juiste datum.

Neem er kennis van en ga weer over tot de orde van de dag.

Ministerraad beeft mee.

Japan De vrijdagse ministerraad eindigt meestal met een persconferentie waar de premier uit de losse pols al wat van de notulen prijsgeeft. Of hij stuurt zijn plaatsvervanger, als hij zijn bezigheden buitenshuis heeft. Maar hij is niet de enige, die uit de ministerraad klapt. Vaak zijn er nog wat ministers of staatssecretarissen die ook nog wat toe te voegen hebben. Vandaag leek het wel of bijna het voltallige kabinet er op los kakelde.

Verhagen mocht namens Rutte verklaren dat hij
geschokt was door de ramp in Japan. We begrijpen de goede bedoelingen, maar hoe groot de kracht op de schaal van Richter ook was, het kabinet kan niet echt geschokt zijn. Bedroefd, jawel. Geschrokken, zeker. Ontdaan, natuurlijk. En dat Rutte zijn medeleven toont, prima. Maar medebeven?

En dan de snelle reacties van andere leden van het kabinet. Minister
Schultz van Haegen biedt de pompen en expertise van haar Rijkswaterstaat aan. Niet dat ze wat aan pompen hebben, zegt ze, maar wij zijn wel experts in watermanagement. Dat weten de Japanners heus wel, dus als ze er om vragen, reizen we af.
Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) staat ook in de startblokken. Klaar om hulpteams te sturen, als Japan daar om vraagt. En wat doet Japan? Die vraagt eerst hulp van de V.S. Of men de in Japan gelegerde militairen aan het werk wil zetten, a.u.b.

Minister
Hillen van Defensie vond het spectaculaire maar verschrikkelijke beelden. Geen woord over gereed staande helikopters die Japan in zullen vliegen om mensen uit de rampgebieden te redden. Daar heeft hij natuurlijk vrij recent vervelende ervaringen mee.
Minister van Buitenlandse zaken, Rosenthal, vindt het vanzelfsprekend aan Japan te vragen waar we het land mee van dienst kunnen zijn.
Minister van Financiën, De Jager, had als eerste door dat Japan niet meteen hulp van Nederland zal vragen. Er zijn nog geen verzoeken binnengekomen, zei hij, maar “we zullen zien wat we eventueel kunnen doen en daarover eerst contact opnemen met de Japanse autoriteiten”.

Zoveel ministers hebben we niet aan het woord gehad, toen duidelijk werd welke ramp zich in Libië voltrekt. Zoveel bereidheid hulp te geven ook niet. Nederland en de internationale gemeenschap worstelt met Libië meer, dan met Japan.
Historisch gezien niet vreemd. Natuurrampen hebben altijd al zoveel tot de verbeelding gesproken, dat ze meer hulp genereerden dan andere rampen. Naar aanleiding van de aardbeving in Haïti, schreef ik vorig jaar dat de Nederlandse charitas gemiddeld zo’n 22 miljoen euro waard is. Burgers en overheid tastten het vaakst en het diepst in de buidel bij aardbevingen en overstromingen. Aan armoede en honger geven we ook wat minder en aan de gevolgen van oorlogen nog iets minder (zie uitgebreid overzicht in dit exceldocument).

Wat oorlogen betreft, gaat de gulheid natuurlijk naar de slachtoffers. Slechts één keer is er geld gegeven aan democratisering. In 1994 bracht de actie ‘Geef Zuid-Afrika een eerlijke kans’ 1,7 miljoen euro op. Een bijdrage om de eerste, echt vrije verkiezingen een handje te helpen.
Maar er waren ook wel acties die hulp boden bij situaties die enigszins vergelijkbaar zijn met de ontwikkelingen in de Noord-Afrikaanse en Arabische landen. In 1969 werd er geld ingezameld voor de slachtoffers en vluchtelingen, die de dupe waren van de oorlog die ontstond toen Biafra onafhankelijk wilde worden van Nigeria. In 1972 werd hulp geboden, toen er na de onafhankelijkheidsverklaring van Bangladesh een vluchtelingenstroom op gang kwam.
In 1989 viel de dictatuur in Roemenië en we boden hulp bij de economische malaise die er op volgde. Verder is er ruimhartig gedoneerd voor slachtoffers van diverse burgeroorlogen in Afrika en op de Balkan. Zie ook dit
exceldocument met een overzicht van hulp bij (burger-)oorlogen.

Op dit moment is de hulp aan vluchtelingen uit Tunesië en Libië maar magertjes. De tsunami van democratiseringsbewegingen spreekt blijkbaar minder tot de verbeelding, dan echte tsunamis.
De Japanners kunnen op mijn geld rekenen. Maar waar kan ik ook geld storten voor hulp aan de burgers in Noord-Afrika en Arabië?

Blog- en twitterrolls Libië

Even kort, laatste nieuws rond Libië.
De blog- en twitterrust is nu wel definitief voorbij. Steeds meer Nederlandse bloggers en twitteraars weten kanalen te vinden om berichten uit of over Libië te vinden. Blijkbaar hebben oproepen op twitter en hier om niet alleen het nieuws te volgen maar ook enige actie te ondernemen succes.

Het verzoek om je politieke contacten te mailen of te bellen en om verdere acties te vragen, resulteert er in ieder geval in dat GroenLinks en de PvdA de minister van BuZa, Rosenthal, vandaag
in de Kamer willen hebben Ze willen vragen stellen over zijn uitspraken welke prioriteiten er nu gelden.
Daarmee zijn we er nog niet. Ik roep iedereen opnieuw op hun politieke contacten te benaderen en het kabinet te vragen om medische hulp te bieden en mee te werken aan hulp bij de opvang van vluchtelingen. De buurlanden Tunesië en Egypte krijgen te maken met vluchtelingen uit Libië, nu het regime van Gadaffi doorgaat met het verwoesten van de burgers en het land zelf.

De roep om aandacht resulteert in steeds meer live-blogs op diverse media. Niet alleen bij de NOS en het NRC, nu ook bij regionale media als
BN/Destem, de Stentor, en de Gelderlander.
De NOS heeft op hun website nu ook links gezet naar bronnen die de laatste dagen door en aantal bloggers (deze en Sargasso bijvoorbeeld) worden gebruikt.
Een oproep aan RTL4 en de NOS om de reguliere uitzendingen te onderbreken voor de actualiteit in Libië is tot nu toe onbeantwoord gebleven. Dus ook hier: mail of bel naar die omroepen en verzoek ze om net zulke actuele aandacht als gebruikelijk is bij andere rampen. Op hun websites kun je via de contact-link je verzoeken insturen.

Kortom: wie nog geen acties heeft ondernomen, hier tips om, vrij makkelijk,iets te doen om ook maar enige steun te bieden aan de bevolking, die om vrijheid vragen, maar bombardementen en kogels op hen afkrijgen.
1.Volg het nieuws via de diverse bronnen. Het is al eerder gezegd: grote aandacht ontgaat de mensen zelf niet en betekent morele steun. Daarnaast betekent grote aandacht ook dat regeringen tot actie over zullen gaan. Het Libische regime heeft alle communicatieverkeer plat gelegd, zoveel vrezen zij wel van aandacht. Over heel de wereld vinden demonstraties plaats bij Libische ambassades. Vandaag komen allerlei organisaties in spoedberaad bij elkaar. De Arabische Liga, de VN Veiligheidsraad en zoals gezegd: de Tweede Kamer.
2. Blog en twitter over nieuws dat je overal vindt. Kom je bronnen tegen die nog niet bekend waren, maar wel goed informatie bieden, geef het dan door. Retweet berichten met actueel nieuws en oproepen tot acties.
3. Neem op de een of andere manier contact op met je politieke contacten en vraag om het opzetten van medische hulp, voedselhulp en het ondersteunen van hulp aan vluchtelingen in de regio. Hoe meer mensen daar om vragen, hoe eerder men bereid is daar op in te gaan. Aarzel niet, maar doe het.
4. Mail naar de omroepen en verzoek ze tussen de reguliere uitzendingen, plaats te maken voor actuele berichtgeving

Tot slot hier een rijtje links naar diverse bronnen. De meest bekende (o.a.Al Jazeera) laat ik achterwege.
Twitteraccounts:
Habiba Hamid
AliTweel
Mustafah Oukbih (NOS-correspondent)
Sultan Al Qassemi

Verder:
De Open draad van Sargasso.
En natuurlijk de live blogs en streams van de reguliere media.