Tag archieven: overheid

Informatiebeheer is spannend.

Informatie Vroeger, jongelui, was informatiebeheer maar een saaie bedoeling. Op een wat afgelegen plek in een gebouw, een slecht verlicht kamertje met een paar kasten, bewaarde een gepensioneerde de informatie. Had je, pakweg, de gegevens van een klant nodig, ging je naar de archivaris en vroeg om het dossier.

Daar ging eigenlijk niet zo veel mee mis. Ja, pas als de archivaris overleed, had je een paar weken een zootje, want de nieuwe ging het oude systeem naar eigen hand zetten. Dan duurde het wel even voor een dossier teruggevonden werd.
Ze bestaan nog wel, archivarissen, maar ook zij worden steeds vaker informatiebeheerders genoemd. Omdat het archief digitaal is geworden, richten de systeembeheerders het archief in. Nog wel naar wens van de archivaris.

Tegenwoordig is informatiebeheer een reuze spannende bedoeling. High-tech architectuur, complexe databanken en leuk voor de gebruiker. Je hoeft niet meer naar een stoffig kamertje, maar kan vanaf je eigen pc met een paar klikken bij je eigen informatie.
Goed, je moet een paar codes onthouden om er echt in te kunnen, maar dat ongemak heb je voor lief, want je weet dat je gegevens veilig zijn opgeborgen en dat alleen jij er bij kan.

Vroeger wist alleen de archivaris waar je gegevens opgeborgen waren. Wilde je erbij dan moest je dus langs die archivaris en zijn geleuter over de nieuwste kleinkinderen, zijn jicht en geklaag over allerlei moderniteiten. Eenmaal dat station gepasseerd, dook de archivaris in een paar tellen je dossier op en je kon er zeker van zijn dat het ook echt jouw dossier was. Dat vertelde de archivaris immers zelf, die blijkbaar op de stille momenten de dossiers doornam. Hoe kon hij anders weten dat jij in Beddingwolde was geboren. De achtergrootvader van de archivaris was daar ooit dominee geweest. Maar goed, met je dossier en een hele geschiedenis rijker kon je met je eigen gegevens aan de slag.

Tegenwoordig heb je geen last van kletsende archivarissen. Bovendien zijn de digitale gegevens zo goed beveiligd, dat de kans wel erg klein is dat de informatiebeheerder je een mailtje stuurt met een “wat leuk dat jij in Beddingwolde bent geboren, ik ook! Herinner jij je de hangplek nog waar het hele dorp gekke Bertje om dwaze boodschappen stuurde?”
Dus nu tik je het webadres van het gewenste archief in, laten we zeggen IB-groep. Dat IB staat voor informatiebeheer. In dit geval: alle informatie over studiefinanciering. Je logt in met je gebruikersnaam en daarna je Digidcode.

En jawel hoor, daar heb je jouw gegevens. Het is zelfs veel leuker dan vroeger. Je bent in Beddingwolde geboren, maar informatiebeheer heeft daar Blaricum van gemaakt. Grappig, want was je in Blaricum geboren, had je zeer waarschijnlijk nooit een studiebeurs nodig gehad. Bij nadere inspectie ben je ook een jaar of twee jonger, want de geboortedatum is ook een andere dan de jouwe.
Zo leuk en ook zo spannend is informatiebeheer tegenwoordig. Leuk dat je vanaf je eigen pc bij jouw informatie kan. Spannend, omdat je niet weet of er tegelijkertijd wel meer mensen bij hun dossier willen. Reuze spannend, want als dat het geval is, gaat het fout. En dan staar je ineens in de gegevens van een ander.
Foutje van het systeem, zegt en woordvierende informatiebeheerder. Met de Digid heeft het niets te maken.

Ook leuk en spannend: heb je even niets te doen, ga dan je Digid eens uit je blote hoofd raden. Maak er een spelletje van. In hoeveel pogingen zit je in je eigen dossier? In april had een autohandelaar in Castricum er maar
een paar pogingen voor nodig en zat toen in het dossier van een mevrouw uit Beneden-Leeuwen. De kans dat jou dat lukt, komt maar zes keer per jaar voor, aldus de toen verantwoordelijke staatssecretaris.
Mooi. Zou het alledaagse praktijk zijn, dan is informatiebeheer niet spannend meer.

Je gaat erover of niet.

Rutte Terwijl de versgebakken premier zijn plannen verdedigt in de 2e Kamer, even een boeiend puntje uit de regeringsverklaring gelicht. “Ons principe is: 'Je gaat erover of niet'. En we zullen dat principe consequent toepassen (…)”.

In de regeringsverklaring geldt dit principe voor de overheid. Dus voor de nieuwe premier. Het principe zal worden toegepast om de overheid te kleineren, de burger belastingverlichting te geven en de Crisis- en herstelwet tot een permanente soort van tweede grondwet te bombarderen.
Je gaat erover of niet. Leuk dat we minder belasting gaan betalen, maar krijgen dan wel zaken voor elkaar waar wij over gaan? Mogen we bijvoorbeeld op het belastingformulier aangeven waar we dat weinige geld aan uit willen geven?

Je gaat erover of niet. Minder ambtenaren klinkt heel aardig. Mogen we wel beslissen waar de resterende klerken hun werk aan besteden?
En de Crisis- en herstelwet permanent maken? Mogen we zelf beslissen of we wel een permanente crisis willen en zelf bepalen welk herstelwerk we willen?

Betekent deze bijna anarchistische filosofie, dat we voortaan zelf over onze eigen portemonnee gaan? Dat we over onze eigen agenda gaan en zelf bepalen wanneer en waar de overheidsloketten geopend zullen zijn? Dat we over ons eigen budget gaan en van de overheid mogen vragen de huurprijzen van woningen aan te passen? Dat we over onze eigen vrije tijd gaan en zelf bepalen of en waar we vrijwilliger willen zijn?

Je gaat erover of niet. Ik denk toch echt dat Rutte met “je” zichzelf bedoelt en ervoor kiest dat wij er zeker niet over zullen gaan.

Wachtwoord als poortwachter

Wachtwoord De overheid verzoekt u dringend deze week uw wachtwoord te wisselen. Bij voorkeur door uw veel te eenvoudige wachtwoord te veranderen in een heel erg moeilijke. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn oude wachtwoord was dus ‘eenvoudig’. Via de optie ‘wijzig uw wachtwoord’, heb ik dat nu veranderd in ‘heelergmoeilijk’. Aan elkaar, want spaties in een wachtwoord lukt niet.

Deze week is er de Wachtwoord Wissel Week. Een campagne die uitstekend past in de opvattingen die overheid en bedrijfsleven hebben over ‘eigen verantwoordelijkheid’. Dat is namelijk uw verantwoordelijkheid. In een vrije samenleving gaat de overheid dat natuurlijk niet van u overnemen. In een vrije markt blijft het bedrijfsleven evenzeer van uw verantwoordelijkheid af. In dit geval betekent het dat u zelf verantwoordelijk bent voor de veiligheid van uw computer en software.

U heeft er misschien wel eens van gehoord dat er van die rakkers zijn, die het op uw digitale gegevens hebben voorzien. Willen ze uw e-mail, internetbank of Digidale accounts overnemen, proberen ze uw wachtwoorden te kapen. Daar hebben ze listige programmaatjes voor en je kunt er donder op zeggen dat iedereen die Jansen heet en die naam ook als wachtwoord heeft, inmiddels flink gehackt, misbruikt en bestolen is. De slimmeriken die dachten met Janssen een sterkere beveiliging te hebben, zijn ook bedrogen uitgekomen. Zelfs het geniale ‘nesnaJ’ is niet voldoende om boeven buiten uw digitale territorium te houden.

De
Wachtwoord Wissel Week is een van de initiatieven die de overheid onderneemt om burgers op te voeden tot veilig digitaal verkeer. Op een speciale website kunt u uw digivaardigheid bijspijkeren. De bewustwordingscampagne wordt mede ondersteund door partners als de NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) en Microsoft.
Fraaie samenwerking. De overheid is bekend van digitale miskleunen met de Digid. Microsoft is wereldberoemd om het achteraf dichten van lekken in hun producten en de digitale veiligheid van de Nederlandse banken werd doorgeprikt in het televisieprogramma Reporter.

U begrijpt nu ook waarom de veiligheid van uw digitale existentie uw verantwoordelijkheid is. Overheid en bedrijfsleven hebben daar geen enkel benul van. En leveren dus onveilige producten. Als u uw wachtwoord wisselt, knappen die producten daar een stuk van op!

Uitverkoop huurwoningen

Uitverkoop huurwoningen De verkoop van huurwoningen moet de toekomst van de woningcorporaties veilig stellen. Voor dat idee heeft de ‘enfant terrible’ van de woningcorporaties, Jan Sinke, steun gekregen van Arthur Docters van Leeuwen (VVD), Hans Hillen (CDA) en Sweder van Wijnbergen (PvdA).

Sinke, directeur woningstichting De Veste in Ommen, is al jaren de luis in de pels van de overheid. Het begon met zijn aanvaring met ex-minister van VROM, Ella Vogelaar. Sinke kondigde aan met zijn corporatie uit het huidige bestel te stappen en volledig commercieel te gaan. Uit onvrede met de belastingheffing op de winsten van de corporaties. De minister
verbood de plannen van Sinke, de rechter bevestigde het gelijk van de minister en nu loopt er nog steeds een beroepsprocedure. Jan Sinke vecht door.

Hij had daar twee redenen voor. Hij vindt dat de corporaties de keuzevrijheid moeten hebben zelf te beslissen over hun vermogen. En hij vond de maatregel een sociaal-democratisch gedrocht, dat door PvdA’ers was bekokstoofd, zo zegt hij in 2008
in een interview in De Stentor.
In zijn weblog op dagblad De Stentor, verwijst Sinke naar het dictatoriale gedrag van de Venezuelaanse president Chavez. Met een soort van ‘dat krijg je er nou van als je alleen sociaaldemocraten aan de macht hebt”, vestigde Sinke zijn hoop op VVD en CDA. Die “moeten zich weer nadrukkelijk gaan bemoeien met een sector die zo belangrijk is voor de kwaliteit van het wonen en leven”. Sinke’s weblog is hier te lezen. Het citaat komt uit het artikel van 31 mei met de titel Patria, socialismo o muerte!.

Overigens doet het verwijt, dat de maatregel uit een PvdA onderonsje voortkwam, wat vreemd aan. Het idee voor de winstbelasting zou tot stand gekomen zijn uit een overleg tussen de minister en “enkele wethouders van grote steden, enkele directeuren van grote corporaties en mensen van het ministerie”,
zei Sinke in 2008.
Tja, hoe kom je tot ideeën en tot de uitvoering daarvan. Toen Jan Sinke even later van een vastgoedplatform de Trendsetter Award mocht ontvangen, werd hem gevraagd waar zijn vernieuwingsdrang vandaan kwam. “Een idee komt op, wordt getoetst intern en tot wasdom gebracht. Ik krijg veel ruimte van mijn omgeving”, antwoordde hij. Tot zover de overeenkomsten in de besluitvorming.

Sinke was vooral boos op het feit dat de betrokkenen destijds louter PvdA’ers waren. Waar of niet, het maakte niet uit, reageerde Vogelaar. Haar besluiten worden immers getoetst door het parlement? Het kabinet van CDA, PvdA en CU ging met het plan akkoord, evenals een Kamermeerderheid met daarin de VVD.
Blijkbaar komt Jan Sinke nu terug op zijn oproep dat VVD en CDA zich meer met de sector moeten bemoeien. Er dreigde ineens een coalitie met VVD en CDA tot stand te komen. In het Financieel Dagblad zegt het trio dat Sinke’s plan ondersteunt, dat “een nieuw rechts kabinet de druk op de corporaties en de huursubsidie zal opvoeren”. De corporaties moeten dus “verantwoord inkrimpen”.

Voorlopig kunnen ze opgelucht ademhalen. De coalitie-onderhandelingen zijn mislukt. In het actieplan van Sinke, Docters van Leeuwen, Hillen en Van Wijnbergen omvat natuurlijk de afschaffing van de winstbelasting voor corporaties. Op zich een goed punt, hoewel de corporaties natuurlijk niet onnodig grote vermogens hoeven op te bouwen. Er zijn wel andere methodes te bedenken om de corporaties te controleren op wat zij met winsten doen.
De verkoop van huurwoningen, een ander punt uit het actieplan, ligt gevoelig. Jan Sinke ziet het als middel om geld te genereren voor nieuwbouw en renovatie. Het moet echter niet ten koste gaan van de voorraad sociale woningen. De overheid gaat alleen maar dwars liggen als die voorraad te klein dreigt te worden.

Voor verkoop hebben de corporaties alle instemming van de overheid. Ook bij de maatregelen voor staatssteun, nu corporaties last hebben van de kredietcrisis. Een corporatie die steun aanvraagt, wordt wel aan banden gelegd, betreffende het toewijzen van huurwoningen. Maar
in hetzelfde besluit staat toch echt dat de corporaties huurwoningen mogen verkopen, om een beetje uit de lasten te komen.
Dat kan lucratief uitpakken voor de corporaties. Vorig jaar verscheen een artikel in het economisch bulletin Z24, waarin wordt uitgelegd hoe corporaties in 2007, 1,5 miljard winst konden maken op de verkoop van huurwoningen. De crisis zorgt echter ook bij de corporaties voor stagnatie in de verkoop van woningen. Geen nood. Dat wordt opgelost door bij nieuwe huurders een hogere huur te cashen. Waarmee het voor starters natuurlijk lastiger wordt aan een betaalbaar huisje te komen.

De woningcorporaties proberen zich onder de overheidsbemoeienis vandaan te vechten. Ze menen, veel beter dan de overheid, de sociale woonsector te kunnen bedienen. Zullen zij dat veel beter kunnen dan de overheid? Dat hangt af van welke overheid (kabinet, gemeentebesturen) de dienst uitmaakt.
Maar welk bestuur er ook zit, welke garanties kunnen corporaties bieden voor een verantwoorde sociale woningbouw, zonder incidenten als
een cruiseschip en te hoge salarissen voor de top?

Het web afstoffen

Het web afstoffen Afgelopen week was er wat commotie over, hopelijk, een laatste demissionaire stuiptrekking van het kabinet Balkenende. Het Openbaar Ministerie zou de bevoegdheid moeten krijgen strafbare informatie meteen van het internet te verwijderen of te blokkeren. Zonder dat er een rechter aan te pas komt.

Tot nu toe moet een officier van justitie een rechter zien te overtuigen of een gebeurtenis een strafbaar feit is. Volkomen terecht wordt er van diverse kanten bezwaar gemaakt tegen het verruimen van de wet. Maar enig begrip is wel op zijn plaats. Want een rechtszaak kost nogal wat. Tijd en geld. Daarom duurt het ook zo ontzettend lang, voordat de samenleving dat rechtschapen, ordelijke en veilige paradijs wordt, dat idealisten als Balkenende en Hirsch Ballin voor ogen staat.

Want behalve overduidelijke criminaliteit als moord en diefstal, is er nog zo veel mis, waar amper grip op te krijgen is. Criminaliteit kost een fractie, vergeleken bij zaken die ook de samenleving ontwrichten. Een paar voorbeelden, waarbij het wetsvoorstel een uitkomst kan zijn.

We dreigen failliet te gaan aan de kosten van de gezondheidszorg. Een regelrechte bedreiging, onder andere omdat mensen te veel vette troep eten.
De websites van Burger King en McDonald’s? Blokkeren die hap!

De economie lijdt onder de grillen van goklustige aandeelhouders. Zakken de koersen, dan volgt er een paniekerige reactie en kondigen de media de volgende crisis al weer aan. Regeringen zien zich genoodzaakt tot harde maatregelen en de consument raakt in de war.
Dus beursinformatie? Verwijderen!

En verder mag alle reclame, zeker in de vorm van irritante pop-ups, zonder meer verboden worden. Een mens moet toch in alle rust en zonder enige hinder alle legale informatie op het web door kunnen nemen?

AWBZ zit in de lift

AWBZ zit in de lift Het gaat goed met de AWBZ. De uitgaven zijn de laatste tien jaar gestaag gestegen. Mooier kan het niet. Je hebt een voorziening en er wordt nog gebruik van gemaakt ook.

Ondertussen weten we dat dit niet de bedoeling is. De in 1968 ingevoerde AWBZ is een hoofdpijndossier. Dat wil zeggen: een alledaags hoofdpijntje lost u maar met wat aspirines op. Zit niet in het basispakket van de reguliere zorgverzekering en valt zeker niet onder bijzondere ziektekosten. Als we zo omgaan met elke andere kwaal, dan horen we nooit meer wat van dure zorgkosten en gaat ook de AWBZ niet failliet.

Het CBS meldde vandaag dat
de AWBZ-uitgaven in tien jaar tijd met bijna drie kwart zijn toegenomen en nu op ongeveer 1400 euro per hoofd van de bevolking neerkomen. De toename danken we aan de vergrijzing, een ruimer indicatiebeleid en de persoonsgebonden budgetten.
Opvallend genoeg zegt het CBS dat ondanks ingrijpende maatregelen om de kosten te bestrijden, de uitgaven toch blijven stijgen.

Na de invoering. in 1968, is
de AWBZ continu veranderd. Want de AWBZ bleek telkens te duur. Dat gold ook voor andere regelingen. De ZVW (zorgverzekeringswet) en aparte regelingen voor bijzondere groepen (o.a. GGZ, gehandicapten) bleken ook steeds duurder te worden. Al die jaren is er met de potjes geschoven en de AWBZ bleek het schaakbord waar de stellingen alsmaar verschoven zonder tot winst te komen. Tot op vandaag de dag wordt de AWBZ gereviseerd.

Kruiswerk erin, kruiswerk eruit, psychiatrie erin en er weer uit, thuiszorg erin, ook er weer uit. Indicatiestellingen aanscherpen en overbodige ballast als rollators, sta-op stoelen en ondersteunende begeleiding ook er uit. Zie ook
dit artikel uit 2008 op dit weblog waarin een overzichtje van de AWBZ-geschiedenis.
In dat artikel wordt gelinkt naar een pagina van de CVZ (College voor Zorgverzekeringen), die het overzicht destijds op de website had staan. De link is dood. Nergens op internet een levende en toegankelijk link te vinden naar de geschiedenis van de AWBZ. Jammer, maar begrijpelijk. Want het is natuurlijk ronduit beschamend dat het zo’n treurige geschiedenis is.

Er lag een fikse denkfout ten grondslag aan de AWBZ. Want wat zijn bijzondere ziektekosten? Die zijn er niet. Een eenmalige kwaal of een chronisch mankement, het zijn allebei ziekten. Als er tenminste artsen, verpleegkundigen, operaties en medicijnen aan te pas moeten komen. Zijn er tekortkomingen waar het hele medische circus niet bij nodig is, dan hoort dat niet onder zorgkosten te vallen. Daar moeten dan andere voorzieningen voor geregeld worden.

Dan nog zullen de kosten stijgen. Dat is het herhalende verhaal van de zorg. De AWBZ kan goedkoper, maar andere regelingen worden dan weer duurder (bijvoorbeeld de Wmo). Zoals ik al eerder heb betoogd: het gaat om een principiële keuze. Willen we nou wel of niet een kwalitatief goede zorg voor iedereen of niet?
Als we dat wel willen dan kost dat dus wat en zal het geld ergens anders vandaan moeten komen. Er circuleert aardig wat geld in de maatschappij dat aan overbodige luxe wordt gespendeerd. De overheid (wij dus) zou in die pot kunnen graaien om de zorg te financieren.

Nederland zonder waterhoofd

Nederland zonder waterhoofd Hoewel er een mediacode is afgesproken, lekt er natuurlijk toch wat uit de informatiebesprekingen. De echte pijnpunten moeten nog aan de orde komen, maar blijkbaar vinden de aspirant paarse partijen het wel aardig alvast wat positief nieuws naar buiten te brengen.

Nederland zal het zonder waterhoofd moeten stellen. Daarmee wordt dan niet bedoeld, dat Willem-Alexander naar zijn de functie van koning kan fluiten. Nee, het land kent, volgens sommigen, een te groot bestuur, en de paarse coalitie snijdt alvast in eigen vlees.
Een kernkabinet moet er komen. Met niet meer dan acht tot tien ministers. Als men het aantal staatssecretarissen ook een beetje in de hand weet te houden, zou dit het kleinste kabinet in de na-oorlogse geschiedenis kunnen worden.

Den Uyl had de grootste ploeg. Met 17 ministers en 12 staatssecretarissen had hij net één meer in dienst dan Biesheuvel (17 en 11) en Van Agt (16 en 12). Balkenende’s tweede kabinet telt ook 17 ministers, maar slechts 9 staatssecretarissen. Zie verder
dit overzicht (excelsheet!).

Minder ministers dus. Laat dat nou het enige puntje zijn waar de partijen al voor de verkiezingen het roerend met elkaar eens waren. Leggen we de verkiezingsprogramma’s van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks nog eens naast elkaar en kijken we naar de voorstellen op gebied van democratische en bestuurlijke hervorming, dat de vier partijen het alleen hier eens over zijn. Ze kunnen op een Kamermeerderheid van 109 zetels rekenen.

Een ander idee is om taken van de provincie over te hevelen naar de gemeenten. Ook dat zal een paarse coalitie zonder moeite door het parlement kunnen krijgen. In ruil daarvoor krijgen de provincies dan de waterschappen onder hun hoede.
Of het Rijk het met nog minder ambtenaren gaat doen, hangt af van de PvdA. Ik verwacht echter niet dat Cohen op dit punt gaat dwarsliggen. Ook op dit punt zal men het snel eens zijn en op een Kamermeerderheid kunnen rekenen.

Alle andere punten uit de diverse verkiezingsprogramma’s (o.a. koningshuis uit het centrale bestuur en meer decentralisatie) zullen we zeer waarschijnlijk niet in een regeerakkoord terugvinden.
Zie dit overzicht (excelsheet!) voor de punten uit de verkiezingsprogramma’s van de paarse partners. In het overzicht is ook vermeld welke partijen voor of tegen zijn en naar zetelverdeling gerangschikt.

Ook wat democratische hervormingen betreft moeten we niet teveel van verwachten. Grote dwarsligger is de VVD. Die zal misschien nog moeten zwichten voor een Kamermeerderheid, als er een wetsvoorstel voor een correctie referendum wordt ingediend. Maar alle andere punten die tot de kroonjuwelen van D66 horen, zullen het niet halen.
Om de democratie wat soepeler te laten verlopen willen D66 en GroenLinks de Eerste Kamer afschaffen. Ook een stukje verkleining van het waterhoofd. PvdA en VVD zijn echter tegen.

Met het voorstel minder ministers aan te stellen, masseert men volk en vaderland om de natie op te warmen voor de paarse coalitie. Of iedereen ook instemmend knikt als de onderhandelingen over de bezuinigingen achter de rug zijn, moeten we afwachten. Op dat gebied zijn er immers grote verschillen.

Tot slot: minder ministers, minder ambtenaren. Het klinkt leuk en zal zeker positief uitwerken op de begroting. Maar misschien is er wel zoveel werk aan de winkel dat het helemaal niet verstandig is de bezetting zo drastisch te verkleinen.

De nieuwe kleren van de onderkoning

De nieuwe kleren van de onderkoning Tjeenk Willink heeft gesproken. Paars-plus moet het worden. Maar de informateur kon het niet laten er wat adviezen aan toe te voegen. Regeren over het advies heen?

In een eindverslag van
vier kantjes (pdf) legt hij uit waarom het paars-plus moet worden. In een bijlage van ruim 5 A-viertjes voegt hij echter wel wat commentaar toe. De eerste helft gaat over zijn motivering van de keuze voor een paars-plus koers in de formatie. Dat hoort bij zijn opdracht. Dan volgen er twee extra adviezen. Ik ben benieuwd of Hare Majesteit dat op prijs stelt.

De adviezen-plus gaan over de verhouding tussen kabinet en parlement en over de kwaliteit van het openbaar bestuur (zie hier de
bewuste bijlage – pdf). Uit die twee onderdelen een paar citaten, die de vraag oproepen waarom Willink niet een zakenkabinet adviseert.

“Een homogeen kabinet wordt bevorderd door onder meer: Afspraken over de eisen waaraan de bewindslieden, individueel en collectief, moeten voldoen, waaronder financieel-economische geletterdheid. Daarbij ware te bedenken dat wanneer er meer ruimte wordt gelaten aan de Kamer, ervaren Kamerleden meer dan ooit in de Kamer zelf nodig zijn, al was het maar om de invloed van ambtenaren, belangengroepen en adviseurs terug te dringen”.

Let op die “financieel-economische geletterdheid”, die Willink van een nieuw kabinet verwacht. Heeft hij zo zijn twijfels over de deskundigheid? Je zou zeggen dat een kabinet moet kunnen steunen op de deskundigheid van haar ambtenaren. Daar zegt Willink over:
“Om zijn verantwoordelijkheden bij het bestrijden van de crises waar te kunnen maken, moet het kabinet kunnen rekenen op inhoudelijk deskundige ambtenaren. Die deskundigheid is binnen het openbaar bestuur de laatste decennia teruggelopen”.

Nou, dat ziet er niet best uit. Waar moet de deskundigheid dan vandaan komen? Willink weet het: “Door de verantwoordelijkheid van deze professionele uitvoerders voorop te stellen, kan ook de betrokkenheid van burgers worden gestimuleerd”, want de noodzakelijke vernieuwingen om de crises het hoofd te bieden moet het kabinet halen bij “ondernemers, in het onderwijs, in de zorg, in de landbouw, in de sociale zekerheid”. Want “zij representeren een andere werkelijkheid en doorbreken ingesleten patronen. Zij zijn vaak beter én toch goedkoper”.

Willink wil dat politici en ambtenaren hun inhoudelijke oppimpen door te rade te gaan bij de mensen die het dagelijks werk doen.
Daar is niets op tegen. Maar als dat de oplossing is, waarom dan niet meteen ook een zakenkabinet geadviseerd? Een clubje echte vakmensen, die kunnen begrijpen wat er wordt gezegd als de werkvloer spreekt.

Ik vrees dat dit deel van Willink’s eindadvies niet in een nieuwe regeerakkoord terug te vinden zal zijn. Hooguit komt er een reprise van de 100 dagen tournee leidt, waarmee Balkenende het vorige kabinet van start liet gaan. Twee pagina’s die een nieuw kabinet zal dragen als ware zij de denkbeeldige kleren van de onderkoning.

Een waterdichte pc

Een waterdichte pc U hebt natuurlijk al lang alle veiligheidsmaatregelen genomen om gezond en schadevrij uw pc te gebruiken. U neemt deel aan het internetverkeer, zonder last te hebben van virussen, inbrekers en computercrashes.

U ligt dan ook niet wakker van alweer een lek in Windows. U heeft er geen last van, u hebt een waterdichte pc. Voor de honderdduizendste keer, wordt er weer een dreigingsalarm afgegeven.
Dat producenten van besturingsprogramma’s en allerlei software niet in staat zijn veilige spulletjes te leveren, is wel irritant. Je bent min of meer verplicht aanvullende software te kopen, die je tegen je tegen virussen en ander ongemak beschermt. Dat is echter geen garantie tegen ellende, omdat de beveiligers continu achter de feiten lijken te lopen. Het verhaal van het verdronken kalf en de te dempen put.

Ook de overheid heeft er last van. Erg jammer als een programma, waar de gegevens van heel de bevolking mee wordt bijgehouden, zo lek als een mandje blijkt te zijn.
In Amerika wil president Obama de providers verplichten veiligheidslekken te dichten. In Nederland ligt er een wetsvoorstel om de providers te verplichten de lekken te melden. Logisch dat de overheid de verantwoordelijkheid bij de itc-bedrijven legt. Itc-projecten bij de overheid, leveren al een leuke bijdrage aan begrotingstekorten (spit verder bij Binnenlandse Zaken). Zou de overheid zelf volledig de veiligheid opdraaien, dan wordt het onbetaalbaar.

De providers zijn met beide wetsvoorstellen niet tevreden. Zo willen providers in Nederland niet dat hun meldingen van datalekken worden geopenbaard. Begrijpelijk, want dat is slechte reclame. De consument zou zomaar kunnen overstappen naar een provider , die de zaakjes beter voor elkaar heeft.

Zo
nu en dan vraag ik me af, waarom pc- en internetgebruik tot ellende voor de gebruikers (overheden en individuele burgers) moet leiden. Het is blijkbaar onmogelijk volledig veilige software en netwerken te leveren.
Dat is begrijpelijk omdat het om een relatief jonge technologie gaat. Technische hoogstandjes die al veel langer meegaan, zijn in de loop der jaren stukken veiliger geworden, maar toch crasht er nog wel eens vliegtuig en zijn ongelukken in het verkeer nog steeds van alle dag.
Aan de andere kant: veel van die ongelukken worden de gebruikers verweten. Menselijke foutjes. Het zou dus niet aan de techniek liggen.

Dat verschijnsel zie je nu ook bij computertechnologie. Gaat er iets fout, dan wordt de gebruiker verweten een te makkelijk te kraken wachtwoord verzonnen te hebben of dat hij/zij zich onvoldoende beschermd heeft tegen virus- en hackaanvallen.
Maar je verlangt van een autobezitter toch ook niet meer dan een rijbewijs, voldoende rijvaardigheid en oplettendheid in het verkeer? Moet de autobezitter dan ook nog op kosten worden gejaagd door zijn auto van gewapend beton te voorzien om zich beschermd te weten tegen aanvallen van weggebruikers die bewust op alle verkeersdeelnemers inrijden?

De wetsvoorstellen van de Amerikaanse en Nederlandse overheid mogen nog wat haken en ogen hebben, het is een stapje in de goede richting. De beste oplossing zou misschien zijn om leveranciers van alle ict-producten verantwoordelijk te stellen voor alle schade die hun materiaal veroorzaakt.

Naar de ark van Thorbecke?

Naar de ark van Thorbecke Wie mist u hier links? De beste stuurlui, natuurlijk. Staan aan wal wat te roepen. De roergangers van het schip van staat willen die stuurlui binnenboord te halen. Het schip van staat moet daarom op de helling en verbouwd worden tot de ark van Thorbecke. De burger mag aan boord.

Dat idee wordt gewekt, als je de vele berichten leest over bestuurlijke vernieuwing (lees ook mijn
gastlog op GeenCommentaar, zelfde onderwerp, andere invalshoek). De politiek moet dichter bij de burger en andersom. En de burger zou meer invloed moeten hebben.
De motivatie om aan het bestuurlijk stelsel te gaan sleutelen, ligt in de angst voor opkomend populisme sinds Fortuyn. Vreemd, want democratie betekent van oorsprong een staat gestuurd door het volk. Nu de vox populi zich roert zou je dus denken dat de democratie op haar best functioneert.

Toch is er onder gevestigde politici en bestuurders behoefte dat met regels en wetten te organiseren, De stem des volks is gehoord, nu nog een nieuw reglement van orde. Daarbij valt veelvuldig de naam van Thorbecke, de liberale staatsman die geldt als de architect van onze grondwet en parlementaire democratie, ook wel het Huis van Thorbecke genoemd.
Vanuit de gedachte dat het volk dichterbij dat huis moet staan, soms zelfs toegang tot dat huis moet hebben, willen sommige politici overgaan tot renovatie van het Huis van Thorbecke. Nogmaals: wie daarover meer wil weten, bekijkt de links in mijn gastlog, onder het pseudoniem P.J, Cokema, op GeenCommentaar.

Ik beperk me hier tot wat de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s hebben staan over democratie en bestuur. Dat heb ik samengevat in
deze excelsheet. Hier is te zien om welke voorstellen het gaat en op welke punten partijen het met elkaar eens of oneens zijn. Links naar de verkiezingsprogramma’s staan in dat exceldocument.
De voorstellen heb ik verdeel in de categorieën democratie en bestuur. In elke categorie zijn ze gerangschikt naar het aantal zetels dat de partijen volgens de laatste peilingen zouden halen. Een voorstel dat veel zetels scoort, zou dus best eens werkelijkheid kunnen worden na 9 juni.

De vraag is echter: zal de kiezer, de burger, warm lopen voor deze voorstellen? Of anders gezegd: wil het ‘populus’, wel meer democratie en wat zal het vinden van de voorgestelde bestuurlijke veranderingen?

Met betrekking tot meer democratie: Er zou na 9 juni een Kamermeerderheid te vinden zijn
voor referenda. Leuk, maar de recente geschiedenis laat zien dat het volk daar niet warm voor loopt. Niet dat we er veel ervaring mee hebben. Er is één referendum over de Europese grondwet geweest. Daarbij was er een opkomst van 63,3%, net iets lager dan de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen (gemiddeld 64%) en stukken lager dan de gemiddelde opkomst bij de landelijke verkiezingen (81%).
Daarnaast zijn er een aantal burgemeestersreferenda gehouden. De respons daarop was nog bedroevender en in 2008 werd besloten dit soort referenda maar af te schaffen.

Het is heel aardig van de zittende politici dat ze de kiezers via referenda vaker naar de stembus willen sturen. Het lijkt er echter op dat het volk daar niet zoveel zin in heeft.
Ligt dat aan de soort en inhoud van de tot nu toe gehouden referenda? Zou het anders liggen als er bijvoorbeeld een referendum wordt gehouden waar voor of tegen de bouw van kerncentrales kan worden gestemd? Of, dichter bij de portemonnee van de kiezer, referenda over ingrijpende wijzigingen in het belastingstelsel.

Met betrekking tot bestuur: De meeste voorstellen gaan over een kleinere overheid. Zo hoopt men natuurlijk tegemoet te komen aan het geklaag over een logge, in efficiënte en peperdure overheid. Minder ambtenaren bijvoorbeeld. De kiezer zal misschien geneigd zijn daarin mee te gaan, hopend op een belastingvoordeeltje. Tot men er achter komt dat allerlei diensten minder toegankelijk worden, omdat diverse loketten minder vaak geopend zijn en procedures langer duren dan we nu zijn gewend.
Het voorstel wat na 9 juni op een fikse Kamermeerderheid kan rekenen is het verminderen van het aantal ministeries. Direkt daaruit volgt de overheid het ook wel met minder ministers, staatssecretarissen en ambtenaren kan doen. Ook dat zal de kiezer wellicht aantrekkelijk overkomen.

Samengevat: aan een kleinere overheid zal met de instemming van de kiezer gewerkt kunnen worden. Maar of de kiezer ook bereid is een actievere democraat te worden?
Ik denk dat de meerderheid der kiezers het wel best vinden om voor de gemeenteraad en de Tweede Kamer naar de stembus te gaan, maar dat verdere participatie alleen door een handjevol enthousiastelingen wordt geambieerd. De kiezer consumeert de democratie alsof het een supermarkt is. Wat er aan produkten in de schappen ligt, heeft de consument nauwelijks een binding mee. Ze worden door anderen gemaakt en de directie van de supermarkt beslist wat er wel of niet te koop is.Is de consument er niet tevreden mee, dan loopt hij naar een andere winkel, in plaats van een actieve stem op te eisen in de leiding.

Dat is jammer, maar verklaarbaar. Het tanende enthousiasme voor deelname aan ondernemingsraden mag als exemplarisch voorbeeld gelden. Wel mee mogen praten over vooral randvoorwaardelijke zaken, maar geen beslissende stem hebben. De invloed is uiterst beperkt. En ja, dan trekt de burger zich dus terug en roept hooguit nog wat als het aan de wal staat.
Voor een meer actieve, democratisch participerende burger zullen er dus veel verdergaande voorstellen moeten komen, waarbij de vox populi niet slechts een adviseur zonder enige status is.