Tag archieven: overheid

Wormen en maden

Wormen en maden Het wordt steeds drukker op het internet. Ondanks het gekrioel aan data, blijft het een bron van inspiratie. Helaas zijn is er ook wat irritatie.

1. Ik begrijp dat de boel betaald moet worden en dat reclame ertoe bijdraagt dat ik redelijk goedkoop door het web mag struinen. Maar er is al een tijdje een irritant verschijnsel gaande.
De reclame wordt steeds prominenter in beeld gebracht. Geen pop-upje meer ergens in een hoekje, maar pontificaal over de informatie, die ik eigenlijk wil lezen. Tot nu toe was dat snel op te lossen, want in de rechterbovenhoek van de reclame was snel het kruisje te vinden, waarmee je het weg kon klikken.

Dat moet dan weer irritant zijn geweest voor de reclamemakers. En die zijn vindingrijk, want nu gebeurt het steeds vaker dat het kruisje ergens anders staat en dan ook nog eens zo gekleurd dat het niet onmiddellijk opvalt. Al zoekende met de muis, blijft de reclame voor je ogen dansen. Dat valt niet onder het zo geroemde begrip ‘gebruikersvriendelijkheid’.
Wordt het niet eens tijd dat je bij de Reclamecodecommissie ook klachten kan indienen over hinderlijke, opdringerige reclame?

2. Met regelmaat publiceren beveiligingsfirma’s cijfers over onveilig spul, dat op het wereldwijde web rondspookt. Het gaat niet meer om een paar kritische studenten die een overheidssite belagen. Het gaat om
miljoenen aanvallen van wormen en Trojaanse paarden en ander dierlijk ongerief.
Het opvallende is dat de beveiligers in hun berichtgeving stellen dat een gemiddelde pc-gebruiker er weinig last van heeft. Maar het kan geen kwaad je toch van stevige beveiligingssoftware te voorzien.

Ik heb weinig verstand van wat er allemaal mogelijk is, daarom een vraagje aan de lezers. Is er nou een handjevol nerds bezig die overstelpende hoeveelheid malware rond te sturen? Of zijn er miljoenen internetgebruikers bezig met irritante hobby’s?
En natuurlijk de hamvraag: wat valt er tegen te doen?

Je zou zeggen dat hier een schone taak is weggelegd voor de overheid. Niet te beroerd om de normen en waarden veilig te stellen met wetten, gedragscodes en het in de smiezen houden van het digitale verkeer. Dan zou die overheid toch ook de wormen en maden eruit kunnen plukken?
Nu wil ik niet alles in de schoenen van de overheid schuiven, maar ook de overheid dwingt ons steeds meer de digitale snelweg op en ik vind het niet teveel gevraagd een veilige ruimte te verwachten.

Ik begrijp de haken en ogen die er aan een oplossing zitten. Maar omdat internet toch best te vergelijken valt met welke andere openbare ruimte dan ook, mogen we toch wel meer actie verwachten van de overheid?
En dan bedoel ik niet het lukraak meekoekeloeren in de bestanden van argeloze burgers.

Digid miskleun

Digid miskleun Het begon met een haast ongeloofwaardig artikeltje in de Metro, het eindigde met sussende woorden van staatssecretaris Bijleveld: met de Digid kon de verkeerde persoon de gegevens van een ander lichten.

Het artikeltje in de Metro was om een paar redenen ongeloofwaardig. Het verhaal was dat iemand per ongeluk in de gegevens terecht kwam van iemand met dezelfde achternaam. Dat moet dan ook met dezelfde voornaam of voorletters zijn geweest, ander is het al onmogelijk.
Dan moet ook het wachtwoord hetzelfde zijn geweest en het bizarre was, dat de inlogger juist zijn wachtwoord vergeten was. Door gewoon wat te proberen zat hij plotseling op de verkeerde webpagina.

In
de Metro zegt een woordvoerder van Binnenlandse Zaken dat toeval bestaat, maar dat zoiets nog nooit is voorgekomen. Dat zou Bijleveld later op de dag nader toelichten, maar daar kom ik zo nog op.
Eerst nog een andere ongeloofwaardigheid in het Metro-verhaaltje. De man die per toeval in een ander haar gegevens terecht kwam, zag dat een aangifte die hij een jaar eerder had gedaan ook in de gegevens van die mevrouw stonden. Had het toeval toen ook toegeslagen?

Een tankhouder in Castricum, die in het kader van zijn beroepsuitoefening een aangifte doet van illegaal tanken, komt door louter wat codes te proberen in de gegevens van een mevrouw, elders in het land. Je houdt het niet voor mogelijk.
Tsja, zegt die mevrouw, ik had ook geen uniek wachtwoord. Met andere woorden: die mevrouw heeft ooit een wachtwoord bedacht, dat makkelijk en per toeval door een ander kan worden ingetikt. Eén van de slordigheden waar internetgebruikers vaker voor worden gewaarschuwd.
Het betekent ook dat die tankhouder een jaar eerder hetzelfde, veel te makkelijke wachtwoord gebruikte.

Het berichtje werd opgepikt door een Kamerlid. Zoals gebruikelijk controleren Kamerleden de democratie door de krant te lezen. Een SP-kamerlid wilde in het wekelijkse vragenuurtje van staatssecretaris Bijleveld weten, hoe dat toch allemaal mogelijk was.
Ik dacht nog dat Bijleveld duidelijk ging maken dat het Metro-verhaal een verzinsel was, een canard, of een fantasietje van een publiciteitsbeluste tankhouder.

En
dan lezen we dat het wel zes keer per jaar voorkomt!
Dat het in dit geval kon gebeuren, is volgens Bijleveld de schuld van de naïeve mevrouw. Verder laat ze heel alert een bericht op de overheidssite plaatsen, waarin wordt uitgelegd dat gebruikers een ‘
sterk wachtwoord’ moeten gebruiken.
Bijleveld legt tevens uit dat
het dichttimmeren van overheidssites tegen dit soort ongelukjes een kwestie van afweging is tussen gebruiksvriendelijkheid en veiligheid.

Nu is het al gek dat bij het gebruik van de Digid niet om meer verplichte gegevens wordt gevraagd, voor je in kan loggen. Je geboortedatum, je adres, je geslacht, om maar eens wat te noemen. Want dat er meer mensen met dezelfde naam rondlopen is ook bekend. Zo uniek zijn familienamen en zeker voornamen nu ook weer niet.
Nog vreemder is dat bij het de Digid juist je eigen naam moet worden gebruikt. Op andere sites, bijvoorbeeld bij banken, gebruik je je e-mail adres of een zelf te bedenken username. De overheid moet deze techniek maar rap toepassen bij het gebruik van de Digid.

Want het is ondoenlijk dat we allemaal onze naam bij de burgerlijke stand gaan veranderen in een wat uniekere versie, omdat de overheid onze digitale veiligheid niet kan garanderen.
Naamsverandering kost bijna 500 euro, maar je zou het er bijna voor over hebben omdat steeds meer overheidsdiensten op digitaal gaan en door bezuinigingen er straks amper meer een gewoon loket open is. Misschien moet ik er toch eens over nadenken de naam Peter te veranderen in P.J. Cokema. Daar zijn er niet zoveel van.

Dan moet je die nieuwe naam wel weer onthouden. En zoals eerder op dit weblog betoogd: dat leidt alleen maar tot het mahsro-effect.
Mahsro staat voor mijn arme harde schijf raakt overbelast. Een verschijnsel dat op de oude versie van dit blog
werd geïntroduceerd en in het huidige weblog al eens in verband met de Digid werd gebracht en met de beperking van ons geheugen.
Mahsro is de term die
wereldberoemd is gemaakt door een Belgische journalist.

Maar zover hoeft het niet te komen. Zoals hierboven al gezegd: met een paar simpele aanpassingen kan misbruik van de Digid worden voorkomen.

Boeren pas duurzaam, als burger betaalt.

Boeren pas duurzaam, als burger betaalt De overheid nog teveel wetten, vinden sommigen. De overheid moet wel afslanken en zich niet als een despoot gedragen. Dus is het een trend geworden geen wetten te maken, maar burgers en bedrijfsleven te vragen zichzelf te reguleren. Gevolg: bijna net zoveel beroeps- en gedragscodes op, als er wetten zijn.

De boeren doen het nog wat zuinigjes aan. Het zit er voorlopig niet in dat veehouders zichzelf een duurzaamheidscode opleggen. Uit een
onderzoekje van het LEI (Landbouw Economisch Instituut) en de Wageningen Universiteit, blijkt dat boeren erg hechten aan hun eigen vrijheid. Dat verhindert wel dat de beroepsgroep maar moeizaam tot een beroepscode voor duurzaam ondernemen kunnen komen, stelt het LEI.

Moet dat dan? Misschien wel, want burgers zouden steeds meer kritiek hebben op de manier waarop boeren met dierenwelzijn en milieu omgaan. Als de boeren nou zichzelf eens reguleren, ontsnappen ze misschien aan betutteling en bemoeizucht van de overheid.
Die burgers moeten niet zeuren, zeggen de boeren. Burgers zeggen wel het dierenwelzijn belangrijk te vinden, maar ze gedragen zich daar ook niet naar.

Zo zijn burgers niet voldoende bereid meer te betalen voor duurzaam varkensvlees of bio-groenten. Dat hebben ze al onderzocht op
de Rijksuniversiteit Groningen. De gemiddelde consument wil hooguit 6% meer betalen voor een duurzaam landbouw- of veeteeltproduct. Daar schieten de boeren weinig mee op, omdat zulke producten vaak 10 tot 14% meer kosten.
Het LEI stelt dat een dialoog met de samenleving erg nuttig kan zijn, zodat boeren en burgers elkaar beter begrijpen en de boeren tot goede zelfregulerende codes komen.

De kip-of-het-ei vraag: Wie moet nu wie reguleren?
Zijn dat de burgers? Als die massaal kiezen voor duurzaam geproduceerde landbouw- en veeteeltproducten, dan laten ze de boeren geen andere keus dan met verantwoord spul te komen.
Of zijn het de boeren? Als zijn consequent duurzaam produceren, dan heeft de burger geen andere keus.

Een sterke overheid.

Een sterke overheid De afslanking van de overheid is een stapje verder. Het ministerie van Economische Zaken heeft een nieuwe Taskforce ingesteld. Voor zover ik het kon vinden, is dat de 23e taskforce die de overheid versterkt.

De overheid wordt soms slapheid verweten. Maar zou u met slechts 13 ministeries en
120 duizend rijksambtenaren de berg aan problemen kunnen wegwerken? Natuurlijk hebt u daar als betrokken burger wel ideetjes over, maar wees gerust. De overheid laat zich bijstaan door zeker 47 adviserende clubjes. Adviesraden, commissies en overleg organen.

Nu bent u niet alleen een betrokken burger, u bent ook een ongeduldige burger. De problemen moeten liefst gisteren zijn opgelost. Dat gaat natuurlijk niet van vandaag op morgen. Geen nood, want daar zijn de taskforces. Die moeten een plannetje bedenken hoe oplossingen snel in de samenleving gezet kunnen worden.

En de afslanking van de overheid dan, zult u mopperen. Ja zeg, wat wilt u nou? Vele handen maken licht werk, moet u maar denken.
Want u bent niet alleen een betrokken en ongeduldige burger, maar vooral een lastige burger. U ziet het allemaal veel te donker in. Daar is een gemiddelde overheid niet tegen opgewassen. Dus stelt ze een Taskforce Verlichting in.

Dat is natuurlijk lang niet genoeg om uw inzichten te verbreden, dus maakt de overheid zich nog een stukje sterker met de zojuist geïnstalleerde
Taskforce Breedband. Zodat u vlot de hele wereld af kan struinen en uw kennis van zaken kan uitbreiden.

Werkt u nou eens een beetje mee, ja? De overheid kan niet altijd en overal een taskforce op af sturen, want dan gaat u klagen over wat dat allemaal al zo kost. Dan ziet Balkenende zich gedwongen weer te klagen over de zeurende burger. Waarop jan en alleman gaat roepen dat de kloof tussen overheid en “de mensen” weer groter wordt.

De burger en de overheid moeten misschien eens in huwelijkstherapie. Hoe dat in zijn werk moet gaan? Geen idee. Kan de overheid daarvoor een
Taskforce Peper en Zout instellen? Het peper en zoutstelletje is immers een traditioneel kadootje dat een gelukkig huwelijk symboliseert?

Van ambtenaar tot profiel.

Van ambtenaar tot profiel Het kabinet gaat nu serieus de overheid afslanken. Vandaag maakte de ministerraad bekend hoe dat zal gaan. Bij een eerste, te snelle lezing, dacht ik dat het kabinet nu pas echt knettergek was geworden. Van 30.000 naar nog maar 50 ambtenaren!

Dat ligt iets anders. Bij het Rijk werken ongeveer
120 duizend ambtenaren. Die blijken in 30 duizend functieprofielen te passen. Dat vindt het kabinet teveel en wil zo’n 12.800 functies verwijderen. De overige, ruim 107 duizend ambtenaren moeten vervolgens in slechts 50 functieprofielen kunnen worden geperst. En wel in, let op, resultaatgerichte profielen.

Hoe komt men op het idee dat het functieprofiel van een milieu-inspecteur bij Rijkswaterstaat ongeveer hetzelfde er uit kan zien, als die van een secretaris-generaal op Buitenlandse Zaken?
Da’s een kwestie van beeldvorming.
De gezamenlijke ministers moeten gedacht hebben: wat wij op ons van toepassing is, moet ook voor een ambtenaar kunnen gelden.

Een functieprofiel beschrijft natuurlijk in algemene termen wat er van iemand wordt verwacht. Zo is een minister “verantwoordelijk voor”, geeft “sturing aan” en draagt “verantwoording af”. Een minister dient ook “loyaal” en “in staat tot” te zijn. Enige opleiding is wel handig en een bepaalde mate van ervaring ook.
Kijk je naar de achtergrond van het kabinet, dan zie je dat de meeste leden een universitaire studie hebben genoten, die overigens niet direct te maken hoeft te hebben met het vakgebied van hun ministerie. Een groot deel van het kabinet heeft vooral politieke ervaring, die ook best buiten het huidige werkterrein mag liggen.

Zo hoeft een minister van Rijkswaterstaat geen ingenieur te zijn en de minister van Defensie hoeft zijn sporen niet verdiend te hebben in de Afghaanse woestijn.
Hetzelfde geldt voor staatssecretarissen. Een verpleegkundige- A met ervaring in de zorg, kan best staatssecretaris op het ministerie van Onderwijs zijn. De politieke ervaring als burgmeester en voorzitter van een of ander vrouwenberaad, is ruimschoots genoeg om te voldoen aan het functieprofiel van een staatssecretaris.

Kijk, met zo’n wereldbeeld moet de ministerraad gedacht hebben dat 50 functieprofielen meer dan genoeg zijn voor de paar duizend ambtenaren, die het beleid moeten voorbereiden en uitvoeren.

Overheid werk irritaties weg.

Overheid werk irritaties weg

Bijleveld roept organisaties op professionals vertrouwen te geven. Daardoor hoeven professionals zich minder te verantwoorden en hebben zij dus minder administratieve lasten“.
Quote uit persbericht ministerie Binnenlandse Zaken).

Menig burger mag dan irritaties hebben over zijn overheid, binnen de diverse overheden heerst ook de nodige onvrede. Ambtenaren zijn net burgers, moet je maar denken.
Ze zijn wel wat loyaler aan hun werkgever. Waar burgers maar liefst
10 top-irritaties blijken te hebben, heeft staatssecretaris Bijleveld bij de ambtenaren er slechts vijf geconstateerd.

Ze bracht vandaag een werkbezoek aan de Intergemeentelijke Sociale Dienst Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo. Aldaar kondigde zij aan de belangrijkste knelpunten weg te zullen werken, die professionals in de sociale zekerheid belemmeren hun eigenlijke werk goed te doen.
Ook de ambtenaren blijken de formulieren en het taalgebruik soms onbegrijpelijk te vinden. De automatiseringssystemen vinden ze niet gebruiksvriendelijk en er zijn te veel momenten waarop ze met beleidswijzigingen bezig moeten zijn.

De administratieve werkdruk is groot, vinden dus ook de ambtenaren. Die druk kan worden verlicht, zo stelt de staatssecretaris, als de ambtenaren zich minder hoeven te verantwoorden. Dat zal als muziek in de oren klinken van alle werknemers.
Je mag er vanuit gaan dat als je een of ander vak uitoefent, je ook verstand van de bijbehorende materie hebt. Is gewoon je werk doen dan voldoende? Of is het nodig dat je je werkzaamheden rapporteert, zodat je werkgever kan nagaan of je het allemaal wel goed doet?

De werkgever mag best meer vertrouwen hebben. Die heeft immers het personeel aangenomen en geoordeeld dat het geschikt genoeg is voor de vacatures die beschikbaar waren. Nu zijn er beroepen waar een foutje van een werknemers onmiddellijk aan het licht komt. Een operator in een chemische fabriek, die even zit te dutten ziet zijn metertjes niet in het rood gaan en heel de omgeving kan meegenieten van een prachtige ontploffing.

Er zijn echter veel beroepen waar het werk wat abstracter lijkt. Bijvoorbeeld de uitvoering van regels. Als die regels complex zijn of niet glashelder, onstaat er ruimte voor interpretatie. Dan mag je hopen dat de werknemer zo objectief mogelijk blijft. Maar er is natuurlijk een risico dat persoonlijke normen de interpretatie kleuren. Zoals ik hierboven al stelde: ambtenaren zijn net burgers.
Met als gevolg dat toepassing van regels kunnen verschillen van gemeente tot gemeente, van loket tot loket. Dat vraagt om verantwoording. Mocht er een klacht komen, dan moet het proces van besluitvorming te controleren zijn. Oefent de chef van de ambtenaar die controle niet uit, dan doet de
Nationale Ombudsman het wel.

Zullen er minder fouten worden gemaakt, als er minder verantwoord moet worden? Worden de doelstellingen en de kwaliteit wel gehaald als de managers er niet zo bovenop zitten met hun controle?
Misschien gaat het goed, als je de werknemers meer laat samenwerken. In
het Volkskrant-artikel “Van maakbaarheid naar haalbaarheid”, verwijst de auteur naar organisatiepsycholoog Peter Robertson. Die stelt dat “managers minder controle moeten uitoefenen. Mensen hun werkzaamheden doorgaans zelf uitstekend organiseren, mits het bedrijf of de organisatie de doelen helder en consistent aangeeft en bewaakt“.

De auteur geeft een praktijkvoorbeeld, toegepast bij de Rabobank: “Medewerkers van de bank worden via intranet uitgenodigd met elkaar in alle openheid bepaalde cases te bespreken. Moet mevrouw A in die-en-die omstandigheid een hypotheek krijgen? Handel je een bepaald conflict met een klant het beste zus of zo af?” De bank heeft er alle vertrouwen in dat de werknemers zo samen de ethiek van de bank invulling geven.

Gezamenlijk overleg, samenwerking in de plaats van verantwoording? Wordt de werkdruk dan minder? Of je nou de gegeven tijd invult met het een of met het ander, die druk blijft. Hooguit wordt het werk beter gedaan en zijn er minder situaties waar de klant of de burger reden tot klagen heeft.

Publieke privacy.

Publieke privacy

Heb je in de publieke ruimte recht op enige privacy? Stel je loopt te winkelen en je wordt aangesproken door een frisse jongeman, in een flitsend jasje, die ineens roept: “Hé, daar hebben we meneer Jansen uit de Huppeldepupstraat! Alvast gefeliciteerd met uw verjaardag volgende week, meneer Jansen! Ik heb hier iets leuks voor uw verjaardag. Ik dacht dat u op zoek bent naar een alweer-een -nieuw-dingetje, toch?”
Als die jongeman nou je neefje of je buurman is, zou het nog kunnen. Maar die gozer is een wildvreemde! Hoe kan hij nou weten wie je bent en dat je inderdaad graag dat nieuwe dingetje wil hebben?

Kan dat? Nee, dat kan niet. Is het mogelijk? Ja, het zou zomaar kunnen.
Een trend in de commercie is persoonlijk gerichte reclame. Dat werkt alleen als men het nodige van je weet. Zolang men daarbij gebruik maakt van studies naar kenmerken van doelgroepen, ben je nog een redelijk anoniem lid van een afgebakende groep. De gebruikelijke, doorsnee reclame wordt op je losgelaten.
Nu al wordt die doorsnee reclame wel meer en meer persoonlijker geadresseerd. Reclamefolders met je naam en adres kennen we al. Noviteiten zijn boodschappen naar je e-mail of mobieltje sturen. Daarvoor moet men minstens je persoonlijk e-mail adres of telefoonnummer hebben. Die gegevens zijn makkelijk op te sporen, maar dan weet men verder niet gek veel over je doen en laten.

Dat is voor de commercie niet genoeg. Dankzij technieken als gezichtsherkenning, gedragsanalyses met behulp van bewakingscamera's, biometrische profilering en het natrekken van onze winkelgewoontes wordt het steeds makkelijker onze hoogst persoonlijke trekjes te onthullen. Het kan voor een fabrikant van papieren zakdoekjes interessant zijn te weten dat jij een notoire neuspulker bent.
Het zou zomaar kunnen dat je een reclamebord bekijkt en ondertussen de neus vingert. Waarop het reclamebord ineens tegen je zegt: “Als u dat nou eens met ons frisse tissue doet? Veiliger voor uw neus en de rest van de straat hoeft niet mee te genieten van uw vieze nagels”.
Je dacht even een momentje voor jezelf te hebben, maar camera's, verbogen in het reclamebord, hebben je in de smiezen. De camera herkent bekend gedrag en de computer koppelt dat aan een vooraf opgenomen boodschap.

Volgens een artikel op BBC News behoort dat in de toekomst tot de mogelijkheden. De technologie is er al. Het Japanse bedrijf NEC verkoopt techniek voor gezichtsherkenning, die het mogelijk maakt te bepalen wat voor reclame er op een digitaal billboard verschijnt, afhankelijk van de kenmerken van de passant, zoals leeftijd en sekse.
In Duitsland experimenteert men met camera's in straatreclame om de emotionele reacties te registreren van passanten die een blik op het geadverteerde werpen. Uiteraard met de bedoeling daar nieuwe marketingkennis uit te kunnen peuteren.

De Daily Mail meldt enige beroering in Engeland. De firma Castrol plaatste billboards, waarop je kenteken verschijnt en een advies welke Castrol-olie geschikt is voor jouw wagentje. Camera's die een aantal meters voor zo'n billboard staan, hebben jouw kenteken gefilmd en de opname is gekoppeld aan de kentekengegevens, waarover Castrol lijkt te beschikken.
De DVLA, het officiële bureau voor kentekenregistratie, ontkent dat zij de gegevens hebben doorgespeeld, maar zou nu wel willen weten hoe Castrol aan die informatie is gekomen.

Het artikel op BBC News eindigt met de opmerking dat het verstandig zou zijn nu te bepalen hoe ver commercie en overheid mogen gaan om al onze facetten in de gaten te houden, nu we nog enige privacy hebben om te beschermen. Ik vrees dat het daarvoor te laat is. Omdat nog teveel mensen geloven dat het inleveren van privacy hen ook wat oplevert.
Niet alle mensen die autorijden weten altijd welke motorolie ze precies moeten gebruiken. Dus wat dondert het dat Castrol je er even aan herinnert welke type je in je cabrioletje moet gieten. Makkelijk toch?

En zo verkoopt de overheid veiligheid en betalen we privacy. In de EU is de laatste drie jaar het aantal terreuraanslagen rond de 500 gevallen blijven schommelen. In 2008 is het echter slechts tot 384 veroordelingen gekomen, maar zijn er wel 1009 mensen gearresteerd, tegenover ruim 700 in 2006 (gegevens te danken aan een artikeltje op GeenCommentaar, waar één van de reaguurders wees op een Europol rapport (pdf!). Moet daarvoor je e-mail gelezen worden?

Privé en publiek ben je steeds meer het bezit van commercie en overheid.

SER-advies over het eind der tijden.

SER-advies over het eind der tijden. Het kabinet heeft de SER gevraagd een advies op te stellen over de tijden van de samenleving. Er zou namelijk een grotere behoefte zijn aan meer flexibiliteit in werktijden, schooltijden en openingstijden van gemeentelijke loketten, huisartsenpraktijken en kinderopvang.

Het dagelijks leven is voor veel mensen een race tegen de klok, omdat er behoorlijk wat afgehandeld moet worden tussen 9 en 5 uur. Neem nu het groeiende peloton bakfietsrijders. Racen naar school of kinderopvang, doorsjezen naar werk, in de pauze een sprintje trekken naar burgerzaken om het paspoort te verlengen, tussen 3 en 4 de kinderen weer in de bakfiets zien te krijgen, in ijltempo ze bij de naschoolse opvang dumpen en heel misschien heb je dan nog net tijd genoeg om even langs de huisarts te fietsen, om dat rare knobbeltje op je stuitje even na te laten kijken.

Gelukkig zijn de meeste supermarkts in de grote steden na 5 uur open, dus de boodschappen doen lukt nog wel, waarna de kinderen weer opgehaald kunnen worden, die je dan op de zak aardappelen plempt om naar huis te racen. Bekaf plof je na het avondeten op de bank en besluit deze keer maar een keertje de training van de volleybalclub over te slaan. Te moe en een grote behoefte aan wat tijd voor jezelf.

Wat de gemeenten betreft is het voortouw al genomen. Vorig jaar ondertekenden acht gemeenten en minister Plasterk van Emancipatie en staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken een koploperconvenant tijdbeleid. De acht gemeenten beloofden zich in te zetten voor het verruimen van openingstijden in de publieke en private dienstverlening.
Nog een jaar eerder ondertekenden twee provincies en vier andere gemeenten ook zo'n overeenkomst en hebben al resultaat behaald. Niet alleen met ruimere openingstijden van gemeentehuizen, ook banken, postkantoren en apotheken flexibiliseerden hun tijden. Er wordt nog hard gewerkt aan avondopenstelling van huisarts- en tandartspraktijken.

Is het eind der “tijden van de samenleving” voorbij en vervangen we die voor de “tijd voor jezelf”?
Dat is misschien wat raar gesteld. Maar als ik zo graag na 5 uur van het gemeenteloket gebruik wil maken, dan zal daar wel iemand moeten werken. Hoe zit het dan met diens wensen om de tijden van werk en privé naar eigen gemak te combineren?
Ongeveer de helft van de beroepsbevolking werkt al op onregelmatige tijden. In callcentra, winkels, zorginstellingen, horeca en volcontinu bedrijven. Politie en brandweer zijn 24 uur per dag paraat.

Waarom werken we eigenlijk allemaal niet onregelmatig? Want als de dienst van een nachtverpleegster er op zit blijkt het openbaar vervoer niet meer te rijden, dus is zij gedwongen met eigen vervoer te reizen. Dus ook het OV kan nog flexibeler.
Het is maar een voorbeeldje om aan te geven dat als de tijden aangepast worden aan ieders wensen, de samenleving in een wel heel complex werkrooster geperst dient te worden.
Als dat ooit naar ieders tevredenheid georganiseerd is, zal het een hoop stress schelen. Een mooie bijdrage aan het drukken van de zorgkosten? Tevreden mensen zijn immers minder snel ziek?

Dat valt nog te bezien. Want onregelmatig werken kan ook weer heel vervelende klachten veroorzaken. Miskramen bij vrouwen die in nachtdiensten werken, hart-en vaatziekten bij mensen die ploegendiensten draaien. Wisselende tijden van werken, eten en slapen verlagen de weerstand van het lichaam. Wat behalve psychische klachten ook een diabetes en stofwisselingsproblematiek kan veroorzaken.
Overigens wees een Deens onderzoek uit dat het de gezondheid weer ten goede komt als de baas de werktijden aanpast an de zogenaamde dag- en avondmensen.

Ik ben zeer benieuwd of het SER-advies, dat volgend jaar moet uitkomen, ook de gezondheidsaspecten zal meewegen. Want zou naast vet eten, weinig bewegen ook onregelmatig werken een oorzaak kunnen zijn waarom één op acht Nederlanders niet echt gezond is en één op de vier de GGZ zal consulteren?

Politicus even integer als ambtenaar

Politicus even integer als ambtenaar No strings attached. Ongebonden, dus integer? Het zou niet alleen voor ambtenaren, maar ook voor politici moeten gelden. Dat zegt Cees Schaap van SBV Forensics, een particulier bedrijf dat zich verkoopt aan organisaties en bedrijven die met interne fraude te maken hebben.

Aanleiding is een artikel in het Financieel Dagblad, waarin een voormalig gedeputeerde van Noord-Holland, Albert Moens, gebrek aan integriteit verwijt. De gedeputeerde had net iets te vroeg een contract getekend bij Ecocern, een firma voor duurzame energie.
Een administratief foutje, meent Moens. Had niet mogen gebeuren, maar van belangenverstrengeling was geen sprake, omdat hij zich in de Provinciale Staten, niet meer bemoeide bij besluitvorming voor duurzame energie, toen bekend was dat hij in die sector zou gaan werken.

Ambtenaren die de overheidsdienst verlaten, mogen na vertrek een jaar lang hun expertise en netwerk niet gebruiken in dienst van het bedrijf waar ze naar toe zijn gegaan. Cees Schaap van SBV Forensics ziet graag een gedragscode voor politici, waarin dat ook zo is geregeld.

Wil je dat echt goed regelen, dan zouden ambtenaren en politici, na hun werk voor de overheid, enige tijd op non-actief moeten worden gesteld.
Ambtenaren zijn vaak echte specialisten en het is logisch dat die binnen hun ervaringsgebied een andere baan zoeken. Ergens anders komen ze misschien niet eens aan de bak. En dan bij je nieuwe werkgever je totale expertise niet ogen gebruiken? Lijkt me bijna onbegonnen werk.

Ook politici hebben zo hun specialistische stokpaardjes. Ze beslissen echter wel mee over alles wat op de agenda staat. Waarmee het gebied waar mogelijk van belangenverstrengeling sprake kan zijn, zo'n beetje de totale arbeidsmarkt is.
Als ambtenaren en politici eerst gewoon thuis hun wachtgeld opsouperen, ontstaat er een non-actieve periode, waar ze dan hun vingers niet hoeven te branden, maar de marktwaarde wel daalt.

Maar goed, er valt wat voor te zeggen ook voor politici een jaar in de luwte af te spreken. Wie graag actief wil blijven, kan natuurlijk een jaartje vrijwilligerswerk doen of een maatschappelijke stage lopen. Hoewel ook dan belangenverstrengeling kan plaatsvinden.

Nederland scoort laag op gebied van overheidscorruptie. Het liefst wil men een volledig brandschoon imago. Dat zal niet lukken. Het zou betekenen dat politici geen enkele nevenfuncties meer mogen bekleden. Dat een ambtenaar zelfs geen bestuursfunctie in zijn voetbalvereniging mag vervullen. En dat in het jaartje afkoeling de politicus en de ambtenaar naar de neurochirurg moet, om zijn overheidsgeheugen te laten wissen.

Want een jaar is zo voorbij en daarna zou het geen probleem zijn het bestuurlijk verleden in te zetten bij een commercieel bedrijf?
Je kan het natuurlijk niet verbieden dat ook ambtenaren en politici wel eens een ander baantje willen. Dat dan kennis weglekt, is een verschijnsel dat ook in het bedrijfsleven geldt. Ook daar is soms sprake van contracten waarin is geregeld dat expertise niet in handen van de concurrentie komt. Ondersteund door uitstekende gouden handrukken. De overheid mag dat maar in zeer beperkte mate toepassen, om de uitgaven laag te houden.

Misschien zou het dan ook anders kunnen. Overheden zouden een jaar of vijf geen opdrachten mogen uitbesteden aan bedrijven waar ex-ambtenaren en ex-politici zijn gaan werken. Of die ambtenaren en politici dan nog interessant zijn voor het bedrijfsleven?

Veilige overheid?

Veilige overheid? Woensdag 24 juni opent minister Ter Horst het Innovatiecongres Veiligheid. Leuk te weten dat de laatste kennis en de nieuwste technische snufjes en methoden ter beschikking komt van al die professionals die met onze veiligheid bezig zijn.

Op het innovatiecongres wordt onder andere de SDR-methodiek gepresenteerd. SDR staat voor Search-detect-react. In april won deze methode een van de Safety & Security Amsterdam Awards 2009.
Het wordt op Schiphol gebruikt om de bezoekers te checkten op afwijkend gedrag. De innovatie zit 'm in een andere aanpak. Politie en beveiliging komen niet meer in actie bij verdacht gedrag, maar gaan er al op af bij afwijkend gedrag (
lees meer op de website van het Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid).

Afwijkend gedrag? Bedoelt men soms het gedraai met een rapport van één van die veiligheid-professionals? De overheid wuift een TNO-rapport over de brand in het Catshuis weg als onvolkomen. Eén van de onderzoekers, die ongetwijfeld met de beste technische middelen het zaakje heeft onderzocht, voelt zich nu in zijn professionele kuif gepikt en schreef een open brief. Zijn onderzoek deugde wel, zo stelt hij.
Nu zal Balkenende morgen in de Kamer vast verklaren dat de techneut maar beter naar dat innovatiecongres kan gaan.

Of is afwijkend gedrag een ander rapport voldoende noemen, terwijl dat maar de halve waarheid is?
Volgens het ministerie van Ter Horst bestempelt het rapport de hulpverlening bij de Turkish Airlines-crash in februari als voldoende. Maar naast een aantal andere fouten, staat er ook in dat het communicatiesysteem C2000
het liet afweten, als gevolg van overbelasting. Dat systeem is dus wel aan innovatie toe.

Zou er nou ook een congres komen, waar ministers en staatssecretarissen kunnen leren hoe ze rapporten moeten lezen en naar waarheid naar buiten brengen? Hoewel, dat zou dan weer afwijkend gedrag zijn.