Tag archieven: politiek

Het kan ook zonder regering

BinnenhofGriekenland en Frankrijk zoeken nu een nieuwe regering. Na 12 september wordt ook hier een poging gedaan een nieuwe regering te vormen. Tot die tijd gaan politici op verkiezingscampagne. Premier Rutte wordt weer lijsttrekker. Houdt hij wel tijd over om te regeren, ook al is dat demissionair?

De werkelijk regeertijd valt toch al zo tegen. Regeren is echt geen volcontinubedrijf. Reken maar na.
Ook ministers en Kamerleden hebben recht op vakantie. In het politieke jargon heet dat reces. Vijf maal per jaar is er een reces. Kamer en kabinet gaan tegelijkertijd op reces. We hebben het dan over 91 dagen per jaar. Niets mis mee, want politici zijn ook mensen en geen mens houdt het in alle gezondheid vol alle 365 dagen te werken.

Op de website van de Tweede Kamer lezen we dat zo’n reces geen vakantie is. Politici doen wat leeswerk of trekken het land in voor werkbezoeken. Nou doet de burger-op-vakantie dat ook. Boekje lezen, even bij familie langs, lang niet geziene vrienden bezoeken. Het is en blijft vakantie. Het echte werk blijft liggen. Dat wordt op de overige 274 dagen gedaan.

Overige 274? Mooi niet. Bewindslieden gaan vaak het land in omdat ze zijn uitgenodigd ergens een toespraak te houden. Vorig jaar constateerde ik al dat in de 318 dagen dat het kabinet toen regeerde, de bewindlieden 307 toespraken hebben gehouden. Bijna 1 per dag dus.  Dat is er niet veel minder op geworden als je bij de Rijksoverheid de lijst met toespraken bekijkt.
Stel dat men er gemiddeld een uurtje of drie mee kwijt is, dan zijn die 307 toespraken goed voor 38 volle dagen.  En toen waren er nog 236 echte regeerdagen.

Een kabinet hoort vier jaar te regeren. Dat is in de praktijk maar zelden het geval, zoals we weten. Het betekent wel dat er tijd moet worden besteed aan het formeren van kabinetten. Gerekend vanaf 1945 kostten kabinetsformaties gemiddeld 72 dagen per kabinet.
De korstdurende formaties zagen we bij Balkenende III (8 dagen), Beel II (10 dagen) en Van Agt III (17 dagen). De langste formaties gingen op aan Van Agt I (208 dagen), Den Uyl (169) en Rutte (127). In de laatste 67 jaren waren er 28 kabinetten, hetgeen op een gemiddelde regeerperiode van twee jaar neer komt.

Eens in de twee jaar gemiddeld 72 dagen aan formatietijd! Daar verdampt nog eens 31 dagen regeertijd per jaar. Toen waren er nog 205.

Bleef het daar maar bij. Niet allen bij verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamer gaan Kamerleden en bewindslieden op pad. Dat doen ze ook bij de Provinciale Statenverkiezingen. Belangrijk, want de samenstelling van de Eerste Kamer hangt daar van af.
Een deel van het campagnewerk doet men in eigen tijd. De weekenden of tijdens een reces. Lijsttrekkers zullen het wat drukker hebben, dan de anderen. Hoeveel tijd daarmee verloren gaat is lastig te berekenen. Laten we zeggen dat het gemiddeld 6 dagen per jaar kost.

Die ene Prinsjesdag trekken we er ook van af. Zeker, het hoort bij het werk, maar een beetje de parade uithangen is puur decorum. Er blijven niet meer dan 198 daadwerkelijke regeerdagen over. De demissionaire periodes zijn niet eens meegerekend. Dat is wel degelijk regeren, maar niet meer dan het halve werk.

Zo’n 46% van het jaar zitten we zonder regering. Als dat kan, waarom kunnen we de overige 54% dan niet zonder?

Rutte trekt de stekker eruit

StekkerRutte zal er alles aan doen om het kabinet overeind te houden, maar ook voor de mens Rutte zijn er grenzen. Waar liggen die grenzen?

Rutte trekt de stekker er uit als
-Verhagen alleen akkoord gaat met vervanging van minister Leers door een VVD-kandidaat;
-Wilders ontwikkelingshulp eist voor Zuid-Limburg;
-Willem-Alexander koning wordt;
– ook maar één van zijn ministers geen cent meer wil bezuinigen;
-de Tweede Kamer de initiatiefwet voor een kinderpardon aanneemt;
– blijkt dat minister Opstelten een boete voor een verkeersovertreding heeft verzwegen;
– de oppositie weigert een motie van wantrouwen in te trekken, nadat bewezen is door welke dubieuze organisaties de PVV wordt gefinancierd;
– Wilders akkoord gaat met afschaffing van de hypotheektenteaftrek;
– een initiatiefwet voor een correctief referendum door de Tweede Kamer wordt aangenomen;
– onenigheid binnen de PVV dagelijks nieuws wordt;
– er geen akkoord bereikt kan worden over een banenplan voor psychiatrische patiënten;
– oppositie en CDA uitbreiding van sociale huurwoningen eisen;
– twee weken niet meer gelachen heeft.

Lokale en landelijke (e)moties.

RaadOok onze politieke vertegenwoordigers zijn maar mensen. Je kunt ze het niet kwalijk nemen dat ze een beperkte geheugenopslag hebben. Dit menselijk tekort kan dan ook tot wisselend stemgedrag leiden, waardoor het soms onbegrijpelijk lijkt wanneer de politici voor of tegen bepaalde onderwerpen stemmen.

Zo diende in 2006 de fractievoorzitter van de VVD, Willibrord van Beek, een motie (pdf) in tegen zijn eigen asielminister Verdonk. Daarin vroeg hij een uitzondering te maken voor Ayaan Hirsi Ali. Tevens was hij mede-indiender van de motie Verhagen c.s. (pdf), waarin Verdonk werd opgeroepen het onderzoek naar de ‘leugens’ van Hirsi Ali wat zorgvuldiger over te doen, om zodoende te bekijken of er het echt wel nodig was Hirsi Ali haar Nederlands staatsburgerschap te ontnemen.
Alle moties en emoties leidden er uiteindelijk toe dat Verdonk haar portefeuille moest inleveren.

Nu in honderden gemeenten moties zijn ingediend om minister Leers te bewegen een zogenaamd kinderpardon in te stellen. Zie voor de laatste update in dit exceldocument (in 213 gemeenten motie aan de orde geweest, 167 gemeenten voor).
Veel lokale VVD’ers lijken vergeten te zijn dat er uitzonderingen mogelijk zijn. Zeker, ook raadsleden van andere partijen stemmen tegen de zgn. motie kinderpardon, maar met name uit de VVD-hoek wordt fel strijd gevoerd tegen deze lokale moties.

Twee argumenten worden veel aangevoerd: regels zijn regels en dit is geen lokaal onderwerp maar een zaak van de landelijke politiek. Over die regels: als het om een eigen partijlid gaat, moeten die regels soepeler worden gehanteerd.
Maar lokale VVD-fracties zijn niet altijd tegen moties over onderwerpen waar eigenlijk het Rijk over gaat.  Een vluchtige quickscan van gemeentelijke websites, levert al een aardige oogst op.

15 december 2008:De VVD werd bongenoot van, onder andere, de SP en diende een motie in voor een betere luchtkwaliteit, die zou worden aangetast door de verbreding van de snelwegen A1 en A10. De motie was gericht aan de Tweede Kamer.

8 november 2011: In een overzicht van afgehandelde moties in de gemeenteraad van Hoorn vonden we een mede door de VVD ingediende motie waarin het college van B&W werd opgroepen de Tweede Kamer te vragen Noord-Holland Noord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte toe te voegen als greenport. Uiteraard van lokaal belang, maar een plaatselijke scholier die al meer dan 8 jaar op een beslissing van de IND wacht, is dat niet?

14 en 15 december 2011: In Nijmegen en Veghel dienden de VVD-fracties de motie Maximale beleidsvrijheid in. Onderwerp zijn de decentralisaties op gebied van Jeugd, AWBZ en Wet werkend naar vermogen. In de moties worden de colleges van B&W opgeroepen bij minister, staatssecretaris en Tweede Kamerleden een maximale beleidsvrijheid voor het lokaal bestuur te bepleiten. Zie hier de motie uit Nijmegen (pdf) en hier die uit Veghel.

In de Besluitenlijst 23 februari (pdf) van de gemeente Zwartewaterland lezen we dat de motie voor een goede kwalitatieve basiszorg met behoud acute verloskundige zorg voor Meppel en omgeving, mede door de VVD is ondertekend. In de motie wordt gevraagd deze ook op te sturen aan de minister en de fracties van de Tweede Kamer.
Hier staat lokaal belang sterk voorop (behoud van zorg), maar wil men blijkbaar wel bemoeienis van het centraal bestuur.

Op 20 maart 2012 komt een hele leuke motie aan de orde in de gemeenteraad Westland. In de motie Treurige vertrekregeling (pdf) wordt B&W verzocht bij kabinet en Eerste Kamer aan te dringen “de Wet norm Topinkomens zo spoedig mogelijk te doen behandelen om buitensporige beloningen en riante vertrekregelingen voor bestuurders en leden van de Raad van Toezicht niet langer mogelijk te maken”. De motie is mede ondersteund door de plaatselijke VVD.

En vorige week, 27 maart, was de VVD mede-indiener van de motie aansluiting Hoevelaken als eis. Het verkeersknooppunt Hoevelaken gaat op de schop en in de motie wordt  het college wordt gevraagd bij het Rijk er op aan te dringen dat bij de oostelijke aansluiting in de aanbesteding wordt meegenomen wegens het grote belang voor Hoevelaken.

In 25 gemeenten hebben 62 VVD-raadsleden voor de motie kinderpardon gestemd. In 3 gemeenten was de VVD ook mede-indiener. Zij vonden dit ‘landelijke onderwerp’ blijkbaar van genoeg lokaal belang om een signaal af te geven aan de minister.
De tegenstemmende raadsleden die het maar een landelijke kwestie vinden, moeten op zijn minst met geheugenverlies te kampen hebben gehad.

Eerdere artikelen over dit onderwerp, met daarin onder andere een weerlegging van argumenten die tegenstanders hanteren:
23 maart: Gemeenten en kinderpardon.
1 maart: Gemeentelijke oneigenlijkheid over kinderpardon?
16 februari: Gemeenteraden moeten geen Tweede kamer spelen?
15 februari: Gemeenten versus Rijk.
8 februari: Pardon? Kinderpardon!

Kinderpardon en andere moties

GemeenteMet de zogenaamde ‘motie kinderpardon’ roepen gemeenteraden hun colleges van B&W op, er bij minister Leers op aan te dringen een initiatiefwet van PvdA en CU aan te nemen. Die wet beoogt een pardon voor asielkinderen die door toedoen van de overheid 8 jaar of langer in Nederland zijn.

Het is niet de enige motie die over een landelijke thema gaat en tot doel heeft bij kabinet en/of Tweede Kamer aan te kloppen. De laatste weken passeren ook moties over een statiegeldregeling voor plastic flesjes, het opslaan van kernafval en het opslaan van biometrische gegevens (bijvoorbeeld de vingerafdruk op paspoorten).
Al deze moties worden vooral ingediend door aan de landelijke oppositie verbonden partijen. PvdA, GroenLinks, CU en D66 zijn behoorlijk actief. De deelname van het CDA is erg wisselend. In sommige plaatsen mede-indiener, in andere plaatsen tegenstanders van die moties. De VVD is voor het overgrote deel tegen deze moties.

Met name VVD-raadsleden komen met het argument dat het kinderpardon een onderwerp voor de landelijke politiek is en dus niet in de gemeenteraad thuishoort. Desondanks hebben in 24 gemeenten 60 VVD’ers voor deze motie gestemd. In twee gemeenten was de VVD zelfs mede-indiener van de motie.
De VVD’ers ( en ook raadsleden van CDA en D66) die met dit specifieke argument op de proppen komen, hebben flink boter op hun hoofd. Er zijn namelijk zaken denkbaar waar de VVD wel een motie steunt of indient, betreffende een zaak die bij kabinet of parlement moet worden aangekaart.

In een overzicht van afgehandelde moties in de gemeenteraad van Hoorn vonden we een motie van 8 november 2011. Motie: Greenport Noord-Holland Noord (VVD, D66, VOCHoorn en Fractie Tonnaer. Unaniem gesteund), behandeld bij de begroting 2012. Tekst: In deze motie wordt uitgesproken: De Tweede Kamer der Staten Generaal op te roepen Noord-Holland Noord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte toe te voegen als greenport; Het college te vragen de uitspraak van de gemeenteraad van Hoorn kenbaar te maken bij de Tweede Kamer der Staten Generaal.

Nog fraaier is de motie Treurige vertrekregeling (pdf), die 20 maart 2012 in de gemeenteraad Westland aan de orde kwam en ondersteund werd door de VVD.
In de motie verzoekt de raad het college van B&W de motie en een begeleidende brief naar het Kabinet en de Eerste Kamer der Staten-Generaal te sturen met het dringende verzoek om de Wet norm Topinkomens zo spoedig mogelijk te doen behandelen om buitensporige beloningen en riante vertrekregelingen voor bestuurders en leden van de Raad van Toezicht niet langer mogelijk te maken.

Niet alle moties die de VVD steunt of indient halen een meerderheid. In Gemert-Bakel komen we in de Besluitenlijst raadsvergadering 8 maart 2012 de motie St. Nicolaascomité tegen. De motie riep op uit te spreken dat het comité voor subsidie in aanmerking komt nu de doelgroep, jeugd, tot één van de doelgroepen van het subsidiebeleid behoort. De motie haalde het niet.
Geen echt landelijk thema, maar wel enigszins gerelateerd gezien de reactie van de lokale partij Dorpsbelang. Die diende een motie in waarin afkeuring wordt uitgesproken over het door de regeringspartijen CDA en VVD gevoerde bezuinigingsbeleid alsmede de door deze partijen doorgezette decentralisatie van taken zonder toereikende middelen voor de gemeenten. Deze motie werd wel aangenomen.

Met de ‘motie kinderpardon’ gaat het goed. In iets meer dan de helft van alle gemeenten is de motie aan de orde geweest. Een overzicht van die gemeenten, met cijfers, stemverhoudingen en verdere details vind je in dit exceldocument. Hieronder een samenvatting in wat het zou betekenen, als je de stemverhoudingen relateert aan het aantal inwoners.

Motie

 

Eerdere artikelen over dit onderwerp, met daarin onder andere een weerlegging van argumenten die tegenstanders hanteren:
4 april: Lokale en landelijke (e)moties.
23 maart: Gemeenten en kinderpardon.
1 maart: Gemeentelijke oneigenlijkheid over kinderpardon?
16 februari: Gemeenteraden moeten geen Tweede kamer spelen?
15 februari: Gemeenten versus Rijk.
8 februari: Pardon? Kinderpardon!

Voor wat het waard is.

BrinkmanHero Brinkman garandeert dat hij niet uit de PVV stapt. Dat was in 2010. De garantie blijkt een beperkte levensduur te hebben. Niet gezeurd, want waar zit tegenwoordig nog levenslange garantie op?

Brinkman gaf die garantie af, toen Mark Rutte wilde weten waar hij met de PVV aan toe zou zijn als hij de partij bij zijn snode plannen zou betrekken. Rutte had aan de koningin belooft de kwestie Brinkman duidelijk te krijgen en Brinkman was niet te beroerd Rutte en Wilders een loze verklaring te overhandigen.

Hij moest wel, want zijn politiek carrière zou misschien snel afgelopen zijn. Hij had PVV-stemmers opgeroepen op hem te stemmen, zodat hij de PVV wat democratischer kon maken. Brinkman rekende op 400.000 voorkeursstemmen. Het werden er 18.865, waarmee hij behalve Wilders zelf, ook Fleur Agema boven zich moest dulden.

De man heeft nu zelf zijn politieke carrière beëindigd, maar zal de tijd dat hij nog even op het pluche mag zitten, het kabinet blijven steunen. Mark Rutte mag hopen dat die garantie net zo lang overeind blijft als de zittingsduur van het kabinet. Er moet immers nog een prachtig land aan ons worden terug gegeven?

Als Rutte het eindelijk behaagt van die belofte praktijk te maken, zullen we zien wat er van dat prachtige land nog over is. Net zoveel als garanties van loyale Brinkmannetjes?

Cohen maestro af.

cc Flickr PvdA's photostreamCohen vertrekt en laat ‘De Onvoltooide’ achter. Volgens sommigen omdat hij te weinig groot leiderschap vertoonde. Voor de verkiezingen van 2010 waren de verwachtingen nog groot. Cohen kon wel eens de volgende premier van Nederland worden. Er volgde echter een staatsgreep.

In de periode daarvoor liep op dit weblog de serie Leiderschap en dirigenten, waarin de vraag centraal stond wat voor politiek leiderschap Nederland nodig had. Ter herinnering aan Job Cohen en aan de tijd dat hij premier had kunnen worden, herhalen de aflevering waarin Cohen even optreedt als dirigent van het Willem Breuker Collectief. Let op Cohens uitspraak over dat dirigentschap. Had hij met de PvdA maar net zo’n goed collectief gehad als dat van Breuker?

-o-o-o-

Het stokje overdragen.

Een groot orkest vraagt om een goede dirigent. Eentje die niet alleen verstand heeft van maten en noten, maar ook de sociale cohesie weet te sturen. Dat stond vorige week zondag hier in Sax en de democratie, nadat de saxspelende Emiel Roemer het stokje overnam van Agnes Kant.

Het deed me herinneren aan de film Prova d’Orchestra van Fellini. Ook deze week was er aanleiding genoeg om naar de rol van een dirigerende lijsttrekker te kijken. Alle ogen zijn ineens gericht op Job Cohen. De sterke leider die de PvdA groot zal maken?

Ervaring als dirigent heeft hij al. Op de Amsterdamse Uitmarkt van 2006, dirigeerde hij het Willem Breuker Collectief. Net als na zijn persconferentie van afgelopen week, waren ook toen de meeste recensies positief. Ook toen wist Cohen: “Het was verschrikkelijk moeilijk, maar het is net als in mijn werk: als je met goede mensen omgaat, hoef je zelf niet zoveel te doen”.

Werken met de goede mensen. Zeker, kan een hoop gedonder schelen. Wie moeten er dan in Cohen’s droomorkestje moet zitten, was de vraag die je hier kan beantwoorden.
Cohen’s voorganger, Wouter Bos, de boel niet goed bij elkaar te kunnen houden, maar regisseerde zijn vertrek en opvolging weer heel kundig, volgens sommigen.

Mocht Cohen het tot minister-president schoppen, dan mogen we hopen dat hij meer leiderschapskwaliteiten heeft dan Balkenende. Zou hij het zelfs als vicepremier en voorman van de PvdA, beter doen dan Wouter Bos?
Bos raakte twee mensen kwijt. Ahmed Aboutaleb werd burgermeester van Rotterdam. Dat was bij Bos bekend, maar hield dat lang stil en dat leverde hem flink kritiek op van het CDA. Het vertrek van Ella Vogelaar was een meer interne kwestie, waar Bos nog goed mee wegkwam. Hij verdiende er geen schoonheidsprijs meer.

Daar moet je een goede dirigent voor zijn. Iemand als Riccardo Chailly. In VPRO’s Zomergasten van 2007, haalde SER-voorzitter Rinnooy Kan (kandidaat voor Cohen’s dreamteam?) een fragment van stal, uit de film Attrazione d’Amore van Frank Scheffer.
Pianiste Maria João Pires reageert als een aangeschoten Ella Vogelaar, als ze ontdekt dat ze een heel anders stuk heeft voorbereid, dan Chailly het orkest heeft laten inzetten. Toen Wouter Bos dat ontdekte, stuurde hij Vogelaar weg. Chailly pakt dat heel anders aan.

Kijk nog eens naar dit fragment (Youtube) en zie hoe Chailly haar bij de les krijgt. Hij legt de boel niet stil, dirigeert rustig door, negeert haar ontreddering en praat zachtjes op haar in, waarop ze de juiste noten weet te vinden.

Hebben we in de politiek wel leiders die zulke mooie dingen voor elkaar kunnen krijgen?

-0-0-0-

Behalve dit stukje verschenen in 2010 verschenen in de serie Leiderschap en dirigenten: 7 maart: Sax en de democratie, over Emile Roemer; 4 april: Rammelende partituur, klinkend resultaat?, met nog de open vraag wie de premier zou worden; 1 mei: Democratie op afstand, over de behoefte aan nieuw leiderschap; 22 mei: Het magische moment van de politieke leider, waar Balkenende het podium verlaat en Neelie Kroes als VVD-prmier wordt genoemd.  Op 23 juli 2010 volgde nog een korte special over Willem Breuker, naar aanleiding van diens overlijden.

Historische peilingen?

PeilingEn jawel, de volgende peiling is binnen. De Politieke Barometer (Ipsos Synovate) geeft de SP 29 zetels. Vier dagen geleden mocht de SP bij Peil.nl van Maurice de Hond  32 zetels incasseren. Allebei de peilingen vallen dus hoger uit dan die van 12 januari, toen TNS Nipo 26 zetels voor de SP peilde.

Over de betrouwbaarheid en betekenis van deze peilingen ga ik het nu niet hebben. Het meest betrouwbaar zijn de koffiedikkijkers die het tot nu toe als beste de verkiezingsuitslagen wisten te peilen. Al jaren is dat Ipsos Synovate. Maar sinds ook deze onderzoekers internet als medium gebruiken, zijn de verschillen tussen peiling en verkiezingsuitslagen ineens wat groter geworden.

Er zullen nog heel wat peilingen volgen en voorlopig is er nog geen sprake van verkiezingen. De pers weet wel raad met de peilingen en heeft het over een historische zege voor de SP.  Als we het gemiddelde van de drie peilingen nemen, dan klopt dat. De SP piekte slechts één keer. Bij de verkiezingen van 2007 scoorde de partij 25 zetels. Met drie zetels meer dan de VVD was de SP de derde grootste partij van Nederland geworden.

Het werd niet beloond met regeringsdeelname. CDA en PvdA moesten weinig van de SP hebben en strikten de CU om aan een Kamermeerderheid voor hun coalitie te komen.
Het CDA haalde bij de daarop volgende verkiezingen een historisch laag aantal zetels en in de peilingen zakt de partij alleen maar verder weg. De VVD scoorde heel goed in 2010, maar evenaarde niet de piek van 38 zetels, die de partij in 1998 haalde en mede daardoor het Paarse kabinet van Wim Kok mocht prolongeren.

De PvdA haalde in 2010 slechts 1 zetel minder dan de VVD, maar echt fantastisch was dat niet. Drie minder dan bij de verkiezingen in 2007 en dramatisch minder dan PvdA’s piekmoment in 1977. Met 53 zetels leek het electoraat het hieraan voorafgaande kabinet Den Uyl te belonen. De PvdA scoorde tien zetles meer, maar het CDA wist de partij slinks uit de regering te houden. Kabinet Van Agt I, met CDA en VVD, was een feit.

Gewoon voor de lol, draaien we de zaken eens om. We gaan niet naar de peilingen kijken als  een mogelijke prognose voor de toekomst, maar kijken terug in de tijd. Laten we het historisch gemiddeld aantal zetels per partij vergelijken met het gemiddelde van de drie peilingen. Uitgebreid te zien in dit exceldocument en samengavat te bekijken in de afbeelding onder dit artikel.

En ja, dan mogen we van een historisch hoogtepunt voor de SP spreken. Maar liefst 18 zetels meer, dan de partij gemiddeld over de jaren van haar bestaan scoorde. De PvdA en het CDA kunnen van een groot gepeild dieptepunt spreken, met respectievelijk 22 en 36 zetels minder dan hun historisch gemiddelde.

Alle overige partijen scoren wat hoger in de peilingen dan hun historisch gemiddelde. Dat moet voor het CDA en de PvdA toch te denken geven. En dat doen ze nu dus ook. Werk aan de winkel voor de twee partijen die gewend waren de grootste twee te zijn.

Peilingen

Multitaks.

VlaktaksMultitaks, u leest het goed. De kop bevat geen spelfout. De multitaks is het tegenovergestelde van de vlaktaks. Een veel ingewikkelder belastingstelsel dan we nu hebben. En dat is precies waar we naar toe moeten.

Het huidige stelsel is alleen maar ingewikkeld, omdat het met schijven werkt. Het wordt nog complexer door heffingen en vrijstellingen. Er valt dus veel voor te zeggen om de belastingen zodanig te vereenvoudigen, dat iedereen in één regeltje weet waar hij aan toe is. Het scheelt administratieve rompslomp en onnodige telefoontjes naar de belastingdienst.

De vlaktaks die het CDA voor de zoveelste keer voorstelt, maakt het eenvoudiger maar er zitten vervelende nadelen aan. Het belangrijkste nadeel is wel dat mensen die een inkomen van minimumloon tot en met 22.000 euro er netto op achteruit gaan. Alle anderen gaan er op vooruit. Het CDA ziet ook wel in dat er gemopperd zal worden als bekend wordt dat de CEO van de ING geen 1 miljoen, maar 470 duizend euro belasting hoeft af te dragen. Dus vindt het CDA een extra heffing op topinkomens wel zo rechtvaardig. Kijk, daar is de eerste extra complicatie al aan de vlaktaks toegevoegd.

Leuk dat veel mensen er op vooruit gaan, maar de staatskas wordt er niet wijzer van. Sterker nog: de vlaktaks van 35% resulteert in een aanzienlijk verlies aan belastinginkomsten. De bekostiging van de aanleg van wegen, het aanpassen van snelheidszones en het redden van wankele banken zal dan op een andere manier gefinancierd moeten worden.
Kortom: die veelbesproken vlaktaks levert eigenlijk weinig op. Tenzij het op veel meer dan 35 procent wordt gesteld, Dat durft het CDA natuurlijk niet aan, want dat is vragen om een volksopstand.

Wie denkt dat dit allemaal onzin is, moet eens naar het plaatje onderaan dit artikel kijken. Daar zijn twaalf inkomens opeen rij gezet en de belasting die er nu over moet worden betaald, vergeleken met de 35% taks van het CDA.

Eigenlijk is het ook vreemd om één tarief voor iedereen te willen. Het huidige stelsel mag dan met vier schijven werken en daardoor ingewikkeld zijn, maar ook dit is nog te vlak. Iedereen die meer dan 18.000 euro verdient krijgt met de tweede schijf te maken. Iedereen die meer dan ruim 32.00 euro verdient, krijgt de volgende schijf voor de kiezen.
Het vlakke zit hem in dat ‘iedereen’. Met als gevolg dat met name in de laagste inkomensklassen gegoocheld moet worden met toeslagen, om nog een beetje leefgeld over te houden.

Waarom geen multitaks? Een belastingstelsel met zoveel tarieven als er mensen en verschillende inkomens zijn. De laagste inkomens het laagste tarief, de grootste inkomens het hoogste tarief. In de onderste regionen geen grote sprongen in de tarieven. Naarmate de inkomens hoger worden, zijn ook de sprongen in de tarieven forser. Elk inkomen een eigen tarief, zonder gedoe met schijven of toeslagen en kortingen..

In de laatste kolommen van het plaatje hieronder,zie je een mogelijke invulling van de multitaks. Zoals je ziet gaan ook hier veel mensen er op vooruit en, helaas, er gaan ook mensen wat inleveren. Alleen zijn dat deze keer niet de laagste inkomens. En het levert de staatskas ook nog eens wat meer op.

Voor sommigen is het een taboe om ook maar een vinger uit te steken naar de hardwerkende veelverdieners. Nou, in dit voorstel worden er in ieder geval de modaal- en minderverdieners beter van. Ga nu niet zeggen dat die minder hard werken.

 

Multitaks

Daar komt de tomaat.

SPRutteJongens“, zo spreekt Maurice de Hond ook meisjes aan, “het is een beetje tam de laatste tijd. Kunnen jullie de boel niet wat opschudden?
Tuuuuurlijk“, roepen de abonnementhouders van Peil.nl in koor.

En nu is daar een van de aller verrassendste Hondspeilingen ooit. De SP is de grootste partij van Nederland. “Hoe kan het dat in een periode waar er op politiek terrein weinig in Nederland gebeurde (de Kamer was 3 weken met reces) toch zo een ongewoon grote verschuiving plaats vindt“, vraagt De Hond zich af.

In zijn eigen bewoordingen geeft hij het antwoord al: het is “vooral te danken aan de zorgen die steeds meer mensen hebben over hun eigen financiële positie onder invloed van de recessie en de bezuinigingsplannen van de regering“.

Op dit punt kunnen we het volledig eens zijn met De Hond. Het mag in ‘de politiek’ aan de rustige kant zijn, bij ‘de mensen thuis’ was het dat niet. In de kerstvakantie wist eindelijk heel Nederland dat er meer voor minder zorgverzekering betaald moet worden. Nou ja, dat is misschien nog op te hoesten, als het verder meevalt.

In januari werd ook duidelijk hoe het  netto inkomen er uit gaat zien. En dat viel zwaar tegen. Bruto leek het nog wat. Een tientje of anderhalf erbij. Netto bleek het echter vijftien of meer euro minder te zijn.
Kijk, en dan worden Henk en Ingrid ongerust. Waarom heeft Wilders dat niet tegen gehouden? Het enige dat ze van hem horen is dat er niet, hij herhaalt ‘niet’, aan de hypotheekrente getornd mag worden.

En weg waren de Henken en Ingrids die in huurhuizen wonen. Naar de SP. Die Emile Roemer is minstens zo lollig als Wilders, alleen wat rustiger. Was hij niet de man die sax speelde in een carnavalsokestje? Wilder speelt alleen met zijn eigen fluit en het klinkt nog chagrijnig ook.
Die SP’ers mogen rare jongens zijn, ze staan wel elke week op de markt, of bij het buurthuis of komen bij opa en oma langs in het tehuis.

Van Rutte valt niets te verwachten. Hij gaat echt niets doen om de tegenvallende koopkrachtdaling te verzachten, liet hij weten. Henk en Ingrid keken nog eens naar hun laatste loonstrookje en ineens wisten ze het. Dit komt met VVD, CDA en PVV niet meer goed.

Het is leuk als mensen het licht zien, het is jammer dat er al zoveel is afgebroken. Peilingen repareren dat niet. Nieuwe verkiezingen bieden misschien meer hoop. Het CDA ligt in de kreukels, Wilders zit in zijn neus te peuteren. Rutte moet er toch een keertje moe van worden. Of zich op zijn minst zorgen maken over het effect dat bij kiezer teweeg wordt gebracht, als ze zien dat hij toch weinig stabiele coalitiepartners heeft.

De virtuele groei van de SP zal niet alleen de PvdA, maar ook D66 en GroenLinks doen besluiten Rutte verder maar te laten voor wat hij is en geen enkel punt meer steunen.
Nog voor de zomervakantie nieuwe verkiezingen?

2012, het jaar van de grote schoonmaak?

ProtestIn 2011 kregen we al te maken met de brokstukken van Rutte I,  2012 wordt misschien het jaar waarin de puinhopen van bruin worden voorkomen. Er dient dan wel het een en ander opgeruimd te worden en de schoonmakers geven vandaag een eerste voorzet. In Nijmegen start een estafetteactie en wat de vakbonden betreft is dat het begin van de grootste actie ooit, in de schoonmaaksector.

De acties van 2010 staan te boek als de langste staking sinds 1933. Negen weken staakten schoonmakers voor loonsverhoging en meer respect. Het succes was blijkbaar weinig duurzaam, want ook nu is, naast een betere cao, meer respect een van de eisen.

Wat hebben cao-acties met Rutte I te maken? Alles. Nu organisaties moeten bezuinigen, zijn ook de schoonmakers de klos. Ik durf hier te stellen dat niet alleen op mijn werk beknibbeld is op het aantal schoonmaaktaken. Het afgelopen jaar kregen de schoonmakers minder te doen en zag ik het aantal medewerkers halveren. En dat voor een prijs, waar een gemiddeld ict-bureau zich niet laat inhuren.

Er is al eens gesproken over de stapelingseffecten van Ruttes bezuinigingen. Van een domino-effect is zeker sprake. Een maand eerder dan in 2010 nemen schoonmakers het voortouw en trekken een grens. Geen verkeerd signaal nu extra bezuinigingen boven ons hoofd hangen.

Signalen waren er genoeg in 2011. In de Onrustmonitor hielden we dat bij en op 31 december sloot Rutte I het maatschappelijk onrustige jaar af met een gemiddelde van 27,7 acties per maand.
Acties tegen allerlei bezuinigingen vormden de hoofdmoot: 74,1 procent. Arbeidsonrust, in de vorm van stakingen, werkonderbrekingen en andere acties was goed voor 14,5 procent. Overige acties, zoals tegen een nieuwe kerncentrale of tegen het asielbeleid maakten voor 11,4 procent deel uit van alle maatschappelijke onrust.

In de Onrustmonitor 2011 hielden we alle acties bij, die een gevolg waren van het aantreden van Rutte I en het bezuinigingsbeleid. We waren benieuwd hoe het zit met de actiebereidheid van burgers, omdat er menigmaal in de media werd geschreven dat het in Nederland relatief rustig blijft, in vergelijking met andere Europese landen.

Nu lijken veel media vooral geïnteresseerd in acties waar de vlam in de pan slaat. Acties waarbij molotovcocktails door de lucht vlogen en winkels werden geplunderd, zijn in Nederland niet voorgekomen. De vraag is of je dan Nederland mag vergelijken met ander landen. Waarom is het pas nieuwswaardig als er duizenden mensen tegelijk de straat opgaan en daarbij vormen van geweld worden toegepast?

Dat is een ongelijk vergelijk. Het doet onrecht aan de duizenden mensen die op uiteenlopende manieren hun stem hebben laten horen, zonder over te gaan tot gewelddadigheden. Het mag gerust een manco van landelijke media heten, dat alleen de meest spectaculaire acties breed uit worden gemeten.

In 2011 zijn er wel degelijk duizenden mensen tot actie overgegaan. Je kon ze vooral vinden in lokale media, als er weer handtekeningen werden verzameld voor behoud van een bibliotheek of een petitie werd overhandigd om de sluiting van een buurtcentrum of muziekschool te voorkomen. Ook dat heeft met Rutte I te maken, want waarom denkt u dat gemeenten bezuinigen op die voorzieningen?

De petitie of handtekeningenactie heeft tot nu toe de grootste voorkeur als actievorm (31% van alle acties). Ludieke vormen van acties en acties als het samenstellen van boeken, tentoonstellingen, kettingbrieven of protesteren bij raadsvergaderingen, komen met 24% op de tweede plaats. Direct gevolgd door demonstraties en manifestaties ( 23%).
Aan actiebereidheid mankeert niets in Nederland en het valt zonder meer te prijzen dat het bijna allemaal vormen van geweldloos verzet zijn.

Het is 2012. Hebben de schoonmakers de aftrap gegeven voor een even onrustig jaar als 2011? Of kunnen we meer verwachten? We houden de vinger aan de pols en zullen ook dit jaar doorgaan met de Onrustmonitor.

Hier de eindstand van de Onrustmonitor 2011. Details in dit exceldocument.

OnrustMonitor