Tag archieven: sport

Is zelfregulering effectief?

Zelfregulering Ongeruste ouders in Utrecht halen opgelucht adem. De Reclame Code Commissie oordeelde dat bierreclame niet is toegestaan bij het sportveld waar hun kinderen spelen. Omdat meer dan een kwart van de toeschouwers uit minderjarigen bestaat, was de bierreclame in strijd was met de Reclame Code.

Leuk dat de ouders en de Reclame Code Commissie een succesje boeken. Ik vroeg me af: helpen zulke uitspraken wel? Wat is het succes van zelfregulerende zaken als de Reclame Code?
De bierreclame is inmiddels verwijderd, dus ja, wat dat betreft heeft zelfregulering geholpen. Je vraagt je wel af waarom de sportclub en de bierbrouwer vooraf niet even de gedragscode over alcoholreclame rond sportvelden er op na geslagen hebben. Nu heeft het alleen maar tot vervelende reclame geleid.

Leiden zelfregulerende gedragscodes ook tot de maatschappelijk gewenste effecten? In dit geval: zet de jeugd het minder op een zuipen? In een tijd waarin plan-do-check-act cyclussen gemeengoed zijn, zal er dus makkelijk een antwoord op die vraag gevonden kunnen worden.
Niet dus. Er wordt wel veel meer onderzoek gedaan naar de invloed van reclame op de jeugd, maar nauwelijks naar effecten van gedragscodes voor alcoholleveranciers, snoepventers en vetverkopers.

De STIVA, de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik, opgericht door de gezamenlijke producenten en importeurs van drank, stelt dat jongeren
wel minder zijn gaan drinken. De club bestreed een onderzoek naar de invloed van alcoholreclame tijdens het EK voetbal van 2008. De TU Twente had wat jongeren gevraagd of de drankreclame hen wat deed en concludeerde dat ze er best wel gevoelig voor waren.
Dat onderzoek werd verricht in opdracht van STAP, het Nederlands Instituut voor alcoholbeleid. Ook al zou STIVA gelijk hebben en er minder jongeren drinken, volgens STAP drinken ze dan wel stevig. Het aantal kids met alcoholvergiftiging is toegenomen.

Van de Reclame Code Commissie wordt je niet wijzer. Daar zijn alleen de uitspraken te vinden, die naar aanleiding van klachten zijn gedaan. Geen gegevens over de impact van de commissie, wat betreft de gewenste maatschappelijke resultaten.
Maar waarom niet? De Stichting Reclame Code is tenslotte opgericht door adverteerders, reclamebureaus en media. Bedoeld om verantwoord reclame maken te bevorderen. Okee, dat is een wat ander doel dan jongeren redden van de drank. Toch denken overheid en bezorgde ouders dat verantwoorde reclame kan bijdragen aan een gezonde opvoeding. Een onderzoek dat die stelling bewijst, komt toch ten goede aan de gezamenlijke adverteerders en hun eigen gedragscodes?
Het feit dat de Reclame Code Commissie het redelijk druk heeft, zegt iets over het beperkte effect van de preventieve werking die gedragscodes beogen. Misschien dat daarom nog geen grondige evaluatie heeft plaatsgevonden?

In Europees verband wordt er nog nader op gestudeerd. De
voorlopige conclusies (pdf!) zijn dat de lidstaten wel geloven in positieve effecten van zelfregulering, maar echte bewijzen over het verband tussen zelfregulering en maatschappelijke resultaten zijn er niet.

Nu staat drank en jeugd centraal in dit artikel, maar gedragscodes vinden we tegenwoordig op alle terreinen. Maar nergens iets te vinden over de effecten op de samenleving. De vraag is relevanter dan ooit, want de komende vier jaar worden we geregeerd door een kabinet dat sterk in zelfregulering gelooft.
Misschien heb ik nog niet ver genoeg gezocht. Wie kent een voorbeeld van een grondig geëvalueerde gedragscode en wat waren dan de bevindingen? Is er in het woud van gedragscode ergens een bloeiend boompje te vinden of is het allemaal dood hout?

Sport maakt meer kapot dan je lief is

Alcohol en sport Nu uit de gemeentelijke begrotingen duidelijk wordt dat niet alleen welzijn en cultuur gesnoeid gaat worden, maar ook sport moet inleveren, komen de sportieve penningmeesters in een akelige spagaat terecht. Want waar halen ze geld vandaan om het komende kersttoernooi nog enig allure te geven?
Sponsors natuurlijk. Ook lokale sportverenigingen draaien voor een gedeelte op sponsorgelden. Van de plaatselijke Rabobank tot de bakker om de hoek. Maar niet elk enthousiast clublid is blij met de sponsor die het bestuur heeft gevonden.

In het
dagblad Trouw staat het verhaal van een vader, wiens kinderen sporten bij de Utrechtse sportvereniging Kampong. De man wil dat de vereniging de reclameborden van bierbrouwer Heineken weghaalt. Hij vindt dat de reclame niet past bij de regels die de dranksector zelf heeft vastgesteld in de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken. In die code is een reclamepromillage vastgesteld. Op plaatsen waar het publiek voor meer dan 25 procent uit minderjarigen bestaat, is geen alcoholreclame toegestaan.
De man heeft nu een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie. Een unieke zaak, schrijft Trouw, want het is nog niet eerder voorgekomen dat er een klacht is ingediend over alcoholreclame rond sportvelden.

Dat zal best. Reclameborden rond de sport zijn een ingeburgerd verschijnsel en dat daar ook bekende biermerken tussen zitten, kijkt niemand van op. Behalve de alerte vader uit Utrecht. En het immer waakzame STAP, het Nederlands instituut voor alcoholbeleid. STAP liet vorig jaar de communicatiewetenschappers van de universiteit van Twente een onderzoek doen naar de impact van
drankreclame bij het EK voetbal. Ruim driekwart van jongeren tussen 12 en 15 jaar was de reclame opgevallen en het kijken naar het EK leverde bij de jongens een positieve verwachting van bier drinken op.

De Utrechtse vader wil natuurlijk niet dat zijn kinderen ook zo positief over de combinatie sport en alcohol gaan denken. Voor je het weet, stappen ze na een gewonnen toernooitje met een biertje teveel op in de auto. Waar
dat toe kan leiden, heeft een profvoetballer van FC Twente vorig jaar ondervonden. Hij reed niet alleen zichzelf, maar ook de keeper van de club aan gort.

De penningmeesters van de sportverenigingen gaan een moeilijk jaar tegemoet. Het ligt voor de hand de bezuinigingen op te vangen met meer sponsoring. Dat is op zich al een hele taak, maar na de klacht van de Utrechtse vader, is het verstandig als de sportbesturen ook even uitzoeken hoe verantwoord de sponsorbedrijven met allerlei gedragscodes omgaan.
Als de lokale sportwinkel het in 2008
onder jongeren de zo favoriete Nikes beschikbaar stelt, is het wel goed even na te gaan of Nikes zich al wat meer aantrekt van ontbossing en kinderarbeid. Volgens dat bedrijf zelf wel. Of is dat ook reclame?

Voor zover reclame al misleidend is, de titel van dit stukje is het zeker. Het moet eigenlijk zijn: bezuiniging maakt meer kapot dan je lief is.

Sport en rouw

Sport en rouw Gelukkig is er geen directe band tussen het WK en de kabinetsvorming. Wie verder voetbal in verband met politiek wil brengen, krijgt natuurlijk absoluut geen gehoor. Al was het alleen maar omdat een legioen vuvuzela’s niet te overstemmen is. Hooguit maken we ons een beetje druk om de tirannie van de FIFA die een land dat de WK wil hebben, zo haar eigen regels betreffende bierconsumptie oplegt.

Geen land is van alle smetten vrij, dus is het Zuid-Afrika gegund. Een land waar heel wat loos is, maar nog altijd in opbouw. Daar draagt een WK een steentje aan bij, zo wil voetbalminnende politici doen geloven.
Boycotacties zoals in 1978, toen de WK in Argentinië werd gehouden, zijn niet aan de orde. Het Nederlands elftal speelde gewoon, maar verzuimde in de finale Argentinië te verslaan om nog enig statement te maken.

Moeten we sport altijd van politiek gescheiden houden, omdat het niets met elkaar te maken heeft? Velen menen van wel. Toch heeft journalist Leen Vervaeke in De Volkskrant een opening gezien, de vraag nog eens aan de orde te stellen. En wel omdat de herdenking van het Sebrenicadrama op dezelfde dag valt als “onze jongens” de WK-finale spelen.

Andere “onze jongens” waren betrokken bij dat drama, dat 8000 mannen het leven kostte. Het kabinet Kok bood ontslag aan na een rapport die de
Nederlandse verantwoordelijkheid duidelijk maakte. De nabestaanden houden elk jaar een herdenking die begint met een mars van vier dagen, eindigend op 11 juni.
De organisatoren hebben gevraagd de WK-finale niet op die dag te houden, maar kregen geen gehoor. Nu valt de herdenking dus wel samen met de finale, waar uitgerekend Nederland van de partij is. Leen Vervaeke vraagt zich nu dus af, of de herdenking niet zal verzuipen in de Oranje-euforie.

Reken maar dat het zo zal gaan. Tenzij “onze jongens” met een rouwbandje het veld betreden en aan het begin van de wedstrijd een minuutje stilte in acht nemen. Een klein gebaar waarmee Oranje, de sportieve ambassadeurs van ons land, toch kunnen laten zien dat ook wij het niet vergeten zijn?
Of zou zo’n rouwbandje de magie van het magnetische polsbandje teniet doen? Het winnen van het WK is tenslotte veel belangrijker, want het is alweer zo lang geleden dat Oranje die kans heeft. Belangrijker dan het verlies van 8000 Bosniërs, dat ook alweer zo lang geleden plaatsvond.