Tag archieven: statistieken

Winteropvang: verborgen dakloosheid?

WinteropvangIn 2009 waren er bijna 18 duizend daklozen in Nederland. Daarvan zwierven er 6.500 rond in de vier grote steden. Nu de kranten ineens weer zijn geïnteresseerd in daklozen, kun je de daklozen weer tellen.

In de nieuwsgaring zijn er elk jaar twee momenten waar de daklozen zich mogen verheugen in de belangstelling van de media: de kerstdagen en de vorstperiode. De rest van het jaar staat dakloosheid alleen in de belangstelling als er ergens wordt geprotesteerd tegen de vestiging van een opvanghuis. Nieuws dat hooguit de lokale katernen van landelijke dagbladen haalt.

Dat dakloosheid en vrieskou journalisten extra werk bezorgd, is niet alleen te danken aan de pers zelf. Gemeenten en hulpverleningorganisaties sturen flink wat persberichten rond. Zij weten ook wel dat de weersberichten meer aandacht krijgen als zich een kansje voordoet op een Elfstedentocht. Wie daar een paar daklozen tussen weet te krijgen, genereert aandacht voor de doelgroep en, niet op de laatste plaats, voor zichzelf.

De kou is een kans om reclame te maken voor al het werk dat wordt gedaan om Nederland daklozenvrij te maken. Afgaande op de berichtgeving rond de winteropvang voor daklozen, moet je constateren dat we zoveel daklozen niet meer hebben. Van de 18 duizend daklozen die het CBS in 2009 telde, zijn er enkele honderden over.

In Den Haag kwamen 100 daklozen op de winteropvang af, in Amsterdam had men het druk met 170 daklozen. De Rotterdams wethouder Hamit Karakus vertelt tegen een reporter van de NOS dat er een tijd geleden nog 2500 daklozen in Rotterdam waren, nu nog maar 20. Toch is de winteropvang door 248 mensen bezocht. Zijn dat allemaal Oost-Europenanen en mensen uit Breda, zoals in het artikel bij de NOS wordt gesuggereerd?
En waar zijn de overige 5.982 grootstedelijke daklozen van het CBS gebleven? Buiten de grote steden moet een Groningse buurtagent een twitteroproep versturen, om de hulp van de oplettende burger in re roepen, op zoek naar bevriezende dak- en thuislozen.

Dat kan maar één ding betekenen: òf het CBS zit er flink naast, òf  de rest van het jaar zijn er bedden te weinig, maar wordt dat opgelost door een toegangsprijzen te heffen en niet iedere dakloze binnen te laten.

Dan wordt er ook over thuislozen gesproken. Die zijn toch niet dakloos? Wat moeten zij dan aan de poorten van de extra winteropvang?
Thuisloos is het etiket voor mensen die geen familie, vrienden of kennissen hebben, die een helpende hand bieden. Meestal mensen die ook geen sociale vaardigheden bezitten om zo’n netwerk op te bouwen of te onderhouden. Vaak ex-daklozen. Sommigen zijn afgesloten van elektra en gas, wegens nog af te lossen schulden. Anderen hangt om diezelfde reden een huisuitzetting boven het hoofd. Dat gaat pas gebeuren als de temperatuur weer boven nul komt, want de energieleveranciers zijn wel zo coulant om nu niemand de straat op te zetten.

Thuisloos is niet dakloos. De bewoners van de sociale pensions van het Leger des Heils zijn niet dakloos. Psychiatrische patiënten die in een gedwongen opname  zitten (ruim 18.000 in 2009) zijn niet dakloos. Mensen die in RIBW-instellingen zitten (ongeveer 24.0000), zijn niet dakloos. Daarmee hebben we wel de doelgroep in beeld. Hier zitten mensen bij die ooit dakloos waren of nog steeds een gerede kans maken het te worden.
De daklozen die van de reguliere nachtopvang gebruik maken en overdag naar dagopvang en werk- en activiteitenprojecten (moeten) gaan, zijn niet echt dakloos.  Zo bekeken kan een wethouder dus stellen dat er nog maar 20 echte daklozen in zijn stad zijn.

Den Haag zegt 1500 daklozen te hebben. De gemeente kent twee nachtopvanglocaties, met een reguliere capaciteit van 80 bedden. De winteropvang telt 125 extra bedden. Tot 16 januari waren er twee dagopvanglocaties. Dankzij bezuinigingen is er nog maar één, waar 40 stoelen beschikbaar zijn voor de ruim 600 dak- en thuislozen die aldaar zijn ingeschreven.

In Rotterdam is, ook wegens bezuinigingen, vorig jaar een nachtopvang gesloten. Dat moeten we zien in het kader van klinkende afspraken, die de vier grote steden hebben gemaakt, om te voorkomen dat 20.000 mensen dakloos worden. Preventie en doelgerichte begeleiding moeten mensen van de straat houden. Toch staan er wekelijks mensen aan de deuren van de opvang, die net of alweer dakloos zijn geworden.

Zowel de GGZ als de politie waarschuwden voor meer daklozen op straat, als gevolg van bezuinigingen in de GGZ en maatschappelijke opvang. Wie zijn ogen openhoudt, ziet nu al een toename van daklozen op staat. En dat zijn niet alleen Oost-Europeanen.

Als de statistieken van het CBS er naast zaten, dan is de kans groot dat ze eind van dit jaar wel blijken te kloppen. Ondertussen zouden de journalisten eens op zoek moeten gaan naar de daklozen, die door het jaar heen worden geweigerd bij opvanginstellingen die vol zitten, of door gemeentelijk beleid achter het sociale vangnet vissen.

Ruggengraat

RugToon toch eens wat ruggengraat, sprak mijn vader als ik weer eens lamlendig op de bank lag. Nou was ik niet de allerlamlendigste, dus ik toonde hem mijn ruggengraat. Dat ziet niet best uit, zei de buurman die op visite was.
Ik bleek wel een ruggengraat te hebben, maar die zag er niet uit als de ferme steunpilaar die normale mensen zo'n karaktervol aanzien te geven.

Afijn, dat was veertig jaar geleden en ik heb sindsdien heel wat op mijn rug genomen. Maar is dat ooit in de statistieken terecht gekomen? Nee! Hetgeen regelmatig tot identiteitscrisissen leidde. Wat ik ook deed, ik leek niet mee te tellen. Ik haalde zelfs het gemiddelde niet. Hoewel, één keer had ik de gemiddelde leeftijd van Nederlandse mannen. Dat was een goed jaar.

Gisteren was ik blij verrast er weer eens bij te horen. “Het merendeel van de
Nederlanders beoordeelt zijn gezondheid als goed of zeer goed”, meldde
de nationale statistiekenboer
, het CBS. Aha, ik besta dus toch. Want ik ben

zeer tevreden over mijn gezondheid. Het was een kort moment van euforie. Het CBS had meer te melden. “Vooral mensen met een rugaandoening voelen zich minder vaak gezond” en “ongezond voelen hangt samen met langdurige aandoeningen”.

Je raad het al: dat gebrek aan ruggengraat wordt bij mij veroorzaakt door een langdurige aandoening. Aandoening klinkt wat armzalig, maar gelukkig hebben de medici er een sjieke term voor bedacht. Bechterew, of nog interessanter: spondylitis ankylopoëtica.

Ik heb een aandoening en toch reken ik me tot de acht van de tien Nederlanders, die volgens het CBS een goede gezondheid menen te hebben. Maar dat telt niet, want over zulke mensen staat in de statistieken niets vermeld. Dus nu heb ik een slechte ruggengraat en een identiteitscrisis.

Jongen, zei mijn vader, trek je er maar niets van aan, statistieken zijn soms net zo krom als jij.
Moet ik dat nou opbeurend vinden? 

Bloggen blijft leuk.

Blogparel Vandaag heb ik een extra leuke blogdag. Bloggen geeft alle dagen wel plezier, maar vandaag kreeg ik twee hele aardig extraatjes kado.

Om te beginnen: de Blogparel (voor de zwijnen) van het Jaar 2010. De inzendingen lijken stilgevallen. Dat kan de bedoeling niet zijn, want zo dreigt de categorie reacteurs te vervallen. Maar goed, er zijn nog elf dagen te gaan voor de inzendtermijn sluit.
Al die tijd is het een leuke bezigheid al de inzendingen te lezen. Ook dit jaar levert de Blogparel veel leesgenot op. Organisatorisch was er nog een onvolkomenheid. Wanneer, waar en hoe moet de prijsuitreiking plaatsvinden?
Nou, dat is nu bekend. Ga naar de Blogparelpagina en lees daar meer over.

Het tweede extraatje is een gastlogje. Het
artikel van gisteren staat vandaag te gast op Sargasso. Dat is op zich al leuk, maar de reacties zijn nog leuker.
Blijkbaar gingen er een aantal lezers vanuit dat ik serieus wilde aantonen dat psychisch ongezondheid in de provincies, te maken heeft met werk- en inkomenssituatie in die provincies. Daar heb ik zo mijn vraagtekens bij, die dan ook in dat artikel staan.
De redactie van Sargasso was zo verstandig in de aanhef een link te plaatsen naar een eerder artikel over gebruik van data. Daarin stel ik zelf al dat het oppassen geblazen is met geknutsel met cijfers en statistieken.

Afijn, dat geknutsel is me nu verweten, door een van de reacteurs daar. Gedeeltelijk terecht. Maar dat je in de reacties soms de oren wordt gewassen, is ook het leuke van bloggen. Ik leer er in ieder geval weer wat van.

Hoe dan ook: dit was zo’n dag, waarop je de waarde van bloggen weer eens ervaart. Wie heeft er nou geroepen dat bloggen dood is?

Van waarneming tot waarheid

Van waarneming tot waarheid Wanneer is werkelijkheid een waarheid? Dat gaan we, met uw hulp, vandaag eens uitzoeken.
Grofweg zijn er drie waarheden die voor werkelijk worden gehouden. Variant één berust op waarneming. Mensen houden pas iets voor waar, als ze het met eigen ogen hebben gezien. Hoewel er altijd mensen zijn die hun eigen ogen niet geloven. Dan heb je aan
zo'n waarneming niks.

De tweede variant berust op cijfertjes en statistieken. Pas als iets getalmatig vaak genoeg voorkomt, menen sommigen dat het dan wel waar zal zijn. Cijfers
zijn feiten.
En de derde variant is overbekend en wordt sinds mensenheugenis beleden: je hoeft iets niet waar te nemen, noch in statistieken terug te vinden. Slechts de benoeming is genoeg om een waarheid te creëren. Geef het een naam
en het bestaat.

Vandaag wil ik onderzoeken of met de eerste twee varianten een waarheid valt te ontdekken.

Een collega-blogger vermoedt, op grond van eigen waarneming, dat dit jaar de kerst veel minder uitbundig wordt gevierd met kerstversieringen. Al dan niet verlicht.
In zijn blog
schrijft hij: “Ik weet niet of het je ook opgevallen is, maar het aantal huizen en tuinen dat deze kerst uitbundig is uitgedost met verlichting langs alle ramen, balkons, tuinhekjes, als ook met complete arrensleeën, herten en Santa Claus himself, ligt een stuk lager dan voorgaand jaar. Althans dat is mijn indruk, goede statistieken ontbreken nog“.

Met dat laatste gaan we hem helpen. De proef op de som is: wie heeft die waarneming ook gedaan? Wie heeft ook de indruk dat dit jaar de kerstversiering wat soberder wordt uitgehangen?

Toen ik dat stukje las, dacht ik, verrek, je hebt gelijk. Zijn waarneming vond in Zevenhuizen plaats, maar ook in Den Haag heb ik minder uitbundigheid gezien. Zelfs in buurten waar normaal gesproken de reguliere straatverlichting wel uit kan wegens de uitstraling van de particuliere kerstgedachte.

Meldt uw waarnemingen hier en laten we eens zien of ook uw werkelijkheid tot waarheid kan worden verheven.
Tweede vraag is natuurlijk: als het allemaal wat soberder is, wat is volgens u daar dan de reden voor? De kerstgedachte leeft niet meer? Of viert men een klimaatneutrale kerst? De kredietcrisis? Alvast wat sparen wegens de naderende hoge energienota's? Wat anders?
Zegt u het maar.

Code Belgwording

Belgwordingen

In een artikeltje op indymedia.be stond een intrigerende passage: “Door de Belgwordingen verdwijnen elk jaar een aantal vreemdelingen uit de statistieken zonder het land te verlaten.”
Mooie zin. Eerst dacht ik: Belgwording kennen we hier in nederland niet, maar als het helpt het aantal “vreemdelingen” te verminderen, komen we misschien eens af van types die zo vreselijk gebelgd zijn over de aanwezigheid van mensen met buitenlandse wortels.

Helpt natuurlijk niet want wat er uit de onderbuik komt is vooral een gevoelswaarde. Je kan met statistieken nog zoveel aantonen, de gevoelswaarde verander je er niet mee. Zo is het KNMI een aantal jaren geleden al door de knieën gegaan voor 'het gevoel' en heeft behalve de echt gemeten temperaturen ook de gevoelswaarde in hun cijfers opgenomen.

Het artikel beschrijft hoe statistici met hun cijfertjes, percentages, curven en parameters zo goed mogelijk de belgwording in kaart proberen te brengen. Net als in nederland is er in de wetgeving het nodige veranderd. De criteria tot belgwording zijn anders dan pakweg 30 jaar geleden. Ook de doelgroep is veranderd. Andere nationaliteiten wensen belg te worden en de redenen daartoe zijn ook geëvolueerd. Neem alleen al het toenemend aantal nederlanders dat naar het zuiden uitwijkt.

Er zijn 23 manieren om belg te worden, elk vastgelegd in een code om de statistiek overzichtelijk te maken. Die codes refereren aan artikelen uit de Wet op de nationaliteitsverwerving.
Code 11 is “belg geworden door geboorte uit een belgische ouder”, code 30 staat voor “grote naturalisatie” en code 90 betekent: “ander motief of niet nader omschreven”.

Onze Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) telt 6 artikelen die in 32 punten beschrijft aan welke criteria hollanderwording moet voldoen. Grotendeels hetzelfde als de belgen hanteren. Slechts twee codes of artikelen heb ik in de rijkswet hier niet kunnen ontdekken. Code 14: vondelingen worden geacht op belgisch grond geboren te zijn en zijn daarmee volwaardig belg. En die code 90 (ander motief) staat ook niet in onze Rijkswet, hoewel men in artikel10 een slag om de arm inbouwt om in bijzondere gevallen het nederlanderschap te verlenen.

De belgische wet mocht na de laatste wijzigingen (1999 / 2001) op de nodige kritiek uit de bekende hoeken rekenen. Het werd de 'snel-belg-wet' genoemd. De voorwaarden tot belgwording zouden veel te soepel zijn. Naar de letter van de wet misschien wel, in de praktijk heeft de wet er toe geleid dat het aantal belgwordingen middels naturalisatie flink is terug gelopen (ruim 10.000 in 2000 tot iets meer dan 6000 in 2006).

In Nederland heeft men aan de eventuele ruime mogelijkheden van de rijkswet paal en perk gesteld door bij naturalisatie de inburgeringskursussen verplicht te stellen en zelfs als men daar voor slaagt wordt men gedwongen naar een ceremonie te gaan, alwaar de status van nederlanderschap wordt uitgereikt. Dat was een feestelijk ideetje van Verdonk toen zij minister was. Ook in Nederland is het aantal naturalisaties gedaald (ruim 40.000 in 2002 tot ruim 20.000 in 2004).

Zowel in nederland als in belgië is de periode tussen aanvraag en toekenning behoorlijk opgerekt door aan de wet verbonden toeters en bellen. Naturalisaties vormen nog steeds de grootste bulk in de statistieken. De andere mogelijkheden, bijvoorbeeld adoptie, scoren lager. Waarom de naturalisaties terug lopen wordt in de statistieken niet vermeld.

Met statistieken kun je van mensen codes en grafieken maken. Met wetten kun je van mensen codes en rubrieken maken. Zelfs dat abstraheren van mensen voorkomt niet dat er hier en daar in de samenleving akelig moeilijk wordt gedaan over “de vreemdeling”.
Ook al geven de statistieken aan dat er geen tsunami aan immigranten is, ook al is er een dijk van een wet gemaakt om instroom te beperken, om de diarree aan 'gevoelswaarden' in te dammen zijn er andere instrumenten nodig.

Dar kan in kleine dingetjes zitten. Vervang de term 'vreemdeling' door mensen uit of van…''. En termen als belgwording of verkrijging nederlanderschap suggereren dat het om bijzondere kadootjes gaat. Terwijl toch veel mensen al jaren wonen, werken en belasting betalen. Dat lijkt mij ceremonie genoeg om ook stemrecht te krijgen.

Verder zou, analoog aan het weerbericht, de gevoelswaarde ook in de statistieken opgenomen kunnen worden. Kun je in één oogopslag zien dat werkelijkheid en darmkrampen mijlenver uit elkaar liggen.
Tevens zou, in het kader van werkelijke keuzevrijheid, elke nationaliteit gekozen kunnen worden, zonder meteen ook het land uitgezet te worden. Belgwording vind ik zo'n grappig woord, dat ik er welhaast toe over zou willen gaan. Maar om er nou ook te gaan wonen?

En als dat allemaal niet helpt bepaalde opvattingen terug te brengen tot meer genuanceerdere versies, kan altijd nog de wet toegepast worden. Wie de grondwet tart, mag zich nader verklaren voor de rechter. Da's een paardemiddel dat zoveel mogelijk vermeden dient te worden, maar waar bepaalde mensen menen anderen hun menswaardigheid te moeten ontnemen, mag best iets kordater worden gehandeld.