Tag archieven: vrijheid

Een zwerver mag niet zwerven

Hobo In Gelderland voeren inwoners van Wehl een gevecht om een daklozenopvang tegen te houden. Daarbij grijpen ze alle wettelijke middelen aan, om het de gemeente lastig te maken de realisatie toe te staan. Laatste wapenfeit: de gemeente wordt er van beschuldigd zich niet te willen houden aan de gedragscode landelijke toegankelijkheid en regiobinding.

Hoewel dit om een conceptregeling gaat, is er toch al veel om te doen. Sinds in 2008 het eerste concept op tafel lag, zijn al veel gemeenten over gegaan tot de uitvoering van die gedragscode. Die komt er op neer dat er alleen voorzieningen worden gefinancierd, voor daklozen uit de betreffende gemeente. In de praktijk betekent het dat een dakloze uit Den Haag in Rotterdam wordt geweigerd voor elke voorziening.

In een
brief van 23 augustus jl. (pdf!) aan de 2e Kamer zegt de minister van VROM, dat de de gemeenten zich wel moeten houden aan artikel 20, lid 6 van de WMo (Wet Maatschappelijke opvang). Daarin staat dat de gemeenten voorzieningen op het terrein van maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid toegankelijk houden voor iedereen die in Nederland woont. De minister schreef in die brief: “Ik vind het belangrijk dat gemeenten onderling afspraken maken over opvang van cliënten, zodat die cliënten niet heen en weer worden gestuurd”.

Steeds meer gemeenten worden daar erg terughoudend is. Rotterdam gooide als eerste de gemeentegrenzen dicht voor zwervers van buiten. Den Haag stuurt inmiddels ook steeds meer zwervers terug, naar de laatste verblijfplaats.

Tja, het eigenaardige van een zwerver is, dat-ie zelf wil uitmaken waar hij gaat en staat. Wat maakt de minister zich dan druk om mensen die heen en weer worden gestuurd? Dat is toch ook een vorm van zwerven?
De gemeenten begrijp ik wel. Geconfronteerd met herhaaldelijk afnemende budgetten voor de Wmo, AWBZ en subsidies voor dag- en nachtopvang, moeten er keuzes worden gemaakt. En die keuze wordt steeds meer: eigen zwervers eerst.

Die maatregel is ook een manier om het winkelgedrag van daklozen te verhinderen. Want een ander eigenaardig kenmerk van een zwervers is, dat-ie zo maar verkast als het hem ergens niet naar de in is.
De huidige uitvoering van de gedragscode landelijke toegankelijkheid en regiobinding, betekent in ieder geval dat de romantiek van een zwerversbestaan er wel af is. Het betekent ook de zoveelste inperking van de individuele autonomiteit. Die blijft voorbehouden aan iedereen die zich netjes gedraagt. Heb je een baan en een huis, dan mag je zelf beslissen waar je je vestigt. Zit je zonder een goed geregeld burgermansleventje, dan ben je je zelfstandigheid helemaal kwijt.

Als werkende in dat daklozencircuit, begrijp ik heel goed dat ook daklozen zich aan allerlei regels moeten houden. Ik begrijp alleen niet, waarom mensen met een vaak groot complex aan handicaps, hun volledige autonomiteit moeten inleveren.

Rolmodel voor internetvrijheid

Rolmodel voor internetvrijheid Nederland en Frankrijk, samen sterk voor internationale internetvrijheid. Demissionair minister Verhagen en zijn Franse collega Kouchner, hebben afgesproken samen te werken aan concrete maatregelen tegen internetcensuur.

De heren maken zich ongerust over het toenemend aantal landen dat internetcensuur toepast: “Geconfronteerd met deze nieuwe kwalijke ontwikkelingen moeten we concrete maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat internet een universeel en open medium is en blijft waar de fundamentele vrijheden worden beschermd”. Zie hier hun
gezamenlijke verklaring.

Een van de concrete maatregelen is “het opstellen van een gedragscode waaraan particuliere ondernemingen die technologieën voor het filteren en blokkeren van internet exporteren, zich kunnen verbinden”.
Okee, stelt BOF (Bits of Freedom), begin dan eerst zelf het goede voorbeeld te geven. Ook de Nederlandse overheid werkt aan internetfilters. De kritiek van BOF komt er op neer, dat er geen goed werkende filters te maken zijn. Er kunnen onbedoelde, of juist wel bedoelde neveneffecten optreden. Bijvoorbeeld het blokkeren van content, waarvoor het filter niet is bedoeld.

Nu is het wel zo dat onze vrijheden behoorlijk ver gaan. We mogen aardig wat opzoeken en roeptoeteren op het internet. En Verhagen heeft helaas gelijk. Dat is in sommige andere landen helemaal niet zo goed gesteld.
Maar Verhagen kent zijn bijbel toch nog wel? Waarin de fraaie moraal staat van de splinter in andermans oog en de balk in de eigen kijkertjes? Want overheidscontrole betreft hier niet alleen internet, maar ook andere hedendaagse digitaliteit.

Dat kan leuke weetjes opleveren (lees
meer op Noorderlicht). Wist u dat rijke mensen ongeveer net zoveel bellen als arme mensen? Maar dat de rijken een veel grotere beldiversiteit hebben dan de armen? Dat kom je toch alleen te weten als je het telefoonverkeer in de gaten houdt?
En het bewaren van niet verdachte kentekennummers, gefilmd op de openbare weg, moet in de toekomst wel kunnen, zo stelde het kabinet vorig jaar voor.
Om maar wat ander zaken te noemen, waar onze overheid graag controle over heeft.

Wie vrijheid predikt, moet natuurlijk zelf een onbevlekt
kazuifel dragen.

Maar hoe dan-code

Maar hoe dan-code Zelfregulering. Een term die de maatschappij al aardig wat geld heeft gekost. Er gaat ergens iets fout en zelfregulering is de oplossing. Eerst wordt vriendelijk gevraagd of de brokkenmakers zelf de boel op orde brengen. Doen ze dat te weinig, dan worden ze onder druk gezet. Bijvoorbeeld door hulp en steun te onthouden, als ze niet tot zelfregulering overgaan.

Een beetje gedragscode is vaak voldoende om de omgeving gerust te stellen. Maar, zegt hoogleraar gedrags- en bedrijfsethiek David de Wit, “het instellen van regels en codes is een rationele reflex, die geen garantie biedt voor structurele verbetering”.
In een artikel op Financieel Management.nl besluit hij zijn overwegingen met: “Immoreel gedrag los je niet op met nog meer en nog strengere regels. Mensen moeten zelf naar hun gedrag leren kijken en daar vervolgens naar handelen”. Zo niet, dan stevent de financiële sector doodleuk op de volgende crisis af.

Toch kan een gedragscode helpen, als men zich er maar goed aanhoudt of controlerende instanties adequaat reageren op buitensporigheden.
Voorbeeldje: op vragen van Kamerlid Irrgang over een toch wel hoog salaris van een directeur van de SNV (organisatie voor ontwikkelingshulp),
antwoordde minister Verhagen: “SNV onderschrijft wel de code Wijffels inzake goed bestuur, maar niet inzake de beloning van directeuren”. En dat vindt de minister verder wel best, want op de vraag of de minister de kritiek op de hoge salarissen deelt, antwoordt hij: “De inrichting van de organisatie is de verantwoordelijkheid van SNV zelf (…). SNV onderschrijft de code Wijffels aangaande de aanbevelingen op het gebied van goed bestuur en houdt zich hier ook aan”.

De verantwoordelijkheid van de organisatie zelf. Maar op het moment dat een organisatie even vergeet, dat “eigen verantwoordelijkheid” niet betekent dat je zomaar alles kan doen wat je uitkomt, mag je actie verwachten. Dat minister Verhagen terughoudend is om als overheid maatregelen te treffen, is begrijpelijk. Voor je het weet krijgt hij kritiek over zich heen de zedenmeester uit te hangen en, een organisatie in haar vrijheid te beknotten.

De NVJ (Nederlandse Vereniging voor Journalistiek) huivert al bij die gedachte, naar aanleiding van de vraag of zij niet een ferm standpunt moet innemen, nu bepaalde broeders uit de beroepsgroep over de schreef gingen met Ruben, de jongen die de Tripoli-ramp overleefde.
Jawel, zegt de NVJ, “dat een vrije en onafhankelijke nieuwsvoorziening gebaat is bij een verantwoorde taakopvatting door de beroepsgroep moge duidelijk zijn”. De NVJ meent echter dat “die eigen verantwoordelijkheid – ook wel het zelfreinigende vermogen van de media- goed functioneert”. En als er dan een foutje wordt gemaakt, dan rekent het publiek wel af met de media. Dat zou er voor zorgen dat er door de media “snel geleerd wordt van die fouten”.

In het laatste geval mogen we hopen dat we niet nog eens een Ruben krijgen. In het geval van de beloningen in de financiële en publieke sector, leiden leren en zelfreflectie (nog?) niet tot gewenste resultaten.
Het is een mooi principe, dat leren van je fouten. Maar fouten worden blijkbaar herhaaldelijk gemaakt. Is dat uit onwil? Of is het uit onmacht? Want leren van je fouten, hoe doe je dat? Wat moet je dan leren, hoe weet je of je de juiste conclusies trekt? En als je wat wilt veranderen, steekt toch zeker de vraag de kop op: maar hoe dan?

Ik ben het eens met de hierboven geciteerde hoogleraar De Wit en zie de tekortkomingen van gedragscodes en opgelegde wetten ook wel. Uiteindelijk moet het gewenste gedrag in de mensen zelf zitten. Daar zijn niet altijd gedragscodes, protocollen en werkinstructies voor nodig. Klein praktijkvoorbeeldje: de werkgever de kosten drukken en er komt een voorschrift zuiniger om te gaan met de printers en kopieermachines. Iedereen is het er mee eens, maar het blijkt niet te werken.
Een andere werkgever laat iedereen zelf de cartridges en toners zelf bestellen, waardoor ze ineens zien hoe duur dat spul is. En jawel hoor, men gaat ineens zuiniger printen en kopiëren.

Leren van fouten is één ding, het ouderwetse keren door kennis op te doen is een ander. Een organisatie die wil dat iedereen wat leert, zorgt ervoor dat men wel van kennis wordt voorzien. En daar waar mythes, broodje aapverhalen en vooroordelen in de weg zitten, dan neem je die ook weg. Niet door te wachten tot er een fout wordt gemaakt, waar je van kan leren. Maar door die mythes door te prikken met kennis.

De vrijheid van nummerplaat.

De vrijheid van nummerplaat Nederland is niet het enige land dat ernstige problemen heeft met het nummerbord. Hier mag heer Wilders dan uit zijn plaat gaan, omdat de vrijheid van letterkeuze in het geding is, maar zou hij in South Carolina (VS) hebben gewoond, dan zou hij wellicht alweer voor de rechter worden gesleept.

Een persoonlijk statement op de officiële nummerborden is in strijd met de grondwet, zo oordeelde een rechter aan de andere kant van de oceaan. Het parlement van South Carolina had het eerder goedgevonden dat een nummerplaat opgepimpt mocht worden met een religieuze boodschap. De rechter
keurt dat nu af, omdat het neutraliteitsbeginsel van de overheid ongeloofwaardig wordt.
Er mogen geen religies worden voorgetrokken. En zeker niet omdat er geen nummerborden beschikbaar zijn met symbolen van andere godsdiensten.

Geen “ik geloof” of een kruis op de nummerplaat. Politiek en religieus gehannes over een paar letters en cijfers, leidt hier tot een hysterische aanval van Wilders en in de VS tot een rechterlijk verbod. Maar het kan ook leiden tot een kabinetscrisis.
In België ligt de regering overhoop omdat een minister opkomt voor de rode lettertjes. Ook België moet aan de invoering van de Europese nummerplaat en de staatssecretaris voor mobiliteit grijpt de gelegenheid aan nummerplaten met zwarte letters in te voeren.

Vicepremier Milquet stelt dat het volk zeer is gehecht aan de rood-witte kentekens en gaat dwarsliggen. De Europese regels verplichten immers niet de kleur van de letters te veranderen. Als het logo van de EU er maar op staat, dan is het al goed.
Hoe dan ook, de Belgische regering is hiermee alweer gewikkeld in onderlinge onenigheid.

Wie in België niks van dat gedoe wil hebben, kan zich
melden bij Dina (Dienst Inruilen Nummerplaat voor Abonnement). Gewoon afstand doen van je karretje, nummerplaatje inleveren bij ov-bedrijf De Lijn en een gratis jaarabonnement verkrijgen.
Dat zou een mooi statement zijn tegen rollenbollende politici: “U heeft het te druk met ruziën over cijfers en letters? Ge doet maar, reduceren wij ondertussen de CO2-uitstoot”.

Maar het is wel treurig gesteld met de vrijheid van nummerplaatjes. Je krijgt, als burger, van alles en nog wat opgedrongen. Postcodes, huisnummers, burgerservicenummers, het monopolie ligt bij de overheid. Daar hebben we eurocommissaris Kroes nog niet over gehoord.
En helemaal consequent is de overheid ook niet. Ik heb mijn huisnummerplaatje versierd met de letters HWI (hier woon ik) en dat mag weer wel. Al zou ik mijn huisdieren erop afbeelden, geen instantie die aan de bel trekt.

De woede van Wilders is de plaat voor zijn hoofd, die dat stukje vrijheid aan zijn zicht onttrekt.

De hokjesgeest als onze bevrijder

De hokjesgeest als onze bevrijder Vrijheid en identiteit is dit jaar het thema dat het 4 en 5 mei-comité verbonden heeft aan Bevrijdingsdag, want “Vrijheid en identiteit staan op gespannen voet met elkaar”.

Dat kun je wel zeggen. Sterker nog: het heeft helemaal niets met elkaar te maken. Zodra je jezelf een identiteit aanmeet, gooi je jezelf in de boeien. De hokjesgeest wordt niet alleen op “de ander” losgelaten, die geest heerst op de eerste plaats in je eigen hoofd.

We gaan wel vaker te rade bij bronnen buiten onszelf, als we antwoorden op diverse vragen zoeken. Zoeken we antwoord op de vraag “wie ben ik?”, raadplegen we de hokjesgeest. Die biedt een levenlang keuzes genoeg.
Van de rolmodellen waar je in je jongste jaren identiteit aan ontleent, tot de rolmodellen die je op later leeftijd gebruikt om je tegen het eerst aangemeten patroon af te zetten. Zelfs de individuen die een poging doen zo onaangepast mogelijk door het leven te gaan, hebben hun bronnen. Zo ook de mensen die op zoek gaan naar hun enige, ware eigen identiteit. De eersten volgen beroemde bohémiens, de tweede groep volgen hun goeroes.

Kortom: we hebben altijd anderen nodig om onze identiteit te bepalen. We conformeren ons, of zetten ons af, om uiteindelijk het hokje te vinden waar we het beste in lijken te passen. Daar is geen ontsnappen aan. En da's maar goed ook, want je hele leven alleen maar op zoek naar je identiteit, dat schiet niet op. Er zijn wel belangrijker dingen die gedaan moeten worden.

Om recht te doen aan de hokjesgeest zouden we twee zaken wat beter moeten afspreken en regelen met elkaar.
Ten eerste: de hokjesgeest biedt, zoals gezegd, talloze keuzes. Cultuur-antropologische en sociaal-culturele studies leggen aardig uit waarom mensen geneigd zijn zich massaal in een enkel hokje te persen en anderen in een ander hokje op te sluiten. Daarmee is echter voldoende verklaard waarom veel mensen geen zaken dat hok in meenemen, die ze ook de moeite waard vinden.

Wellicht is het geheugen te gebrekkig alles te onthouden wat de geest etaleerde in alle hokjes die we passeerden, voor we een definitieve keuze maakten. Of is het luiheid ook nog eens al die hokjes langs te lopen die voor ons liggen.
De hokjesgeest kan ons bevrijden van de keurslijven waar we soms zo'n last van hebben. Die geest toont ons in het ene hokje een mooie groene hoed, in een volgend hokje een leuke blauwe broek, in weer een ander hokje een fraaie paarse jas. Als dan de najaarsmode de kleur bruin dicteert, lijken velen vergeten te zijn dat ze zich prima voelden bij andere kleuren.

Misschien helpt het als, ten tweede, de vrijheid een identiteit te vormen met alles wat naar je zin is, wordt vastgelegd als een ontvreemdbaar recht. Wil je een identiteit met een of twee kenmerken? Prima. Wil je er één die als een mozaïek is samengesteld. Ook goed. Een of meerdere identiteiten, het kan en het mag.
Alleen individuen zelf, zouden het recht moeten hebben zich een identiteit aan te meten. Het opleggen van een identiteit door elk ander dan het individu zelf, zou zwaar gesanctioneerd moeten worden. De overheid, die natuurlijk geen enkele rol heeft in het bepalen van een identiteit, zou daar op moeten toezien.

Waarmee ik meteen zelf in het beklaagdenbankje terecht kom. Want wie ben ik om te zeggen hoe iemands identiteit tot stand dient te komen?

Van regeldruk tot vrijheid

Van regeldruk tot vrijheid

Wat heeft Spinoza te maken met de regeldruk en administratieve lastenverlichting van de overheid? Eén woord, dat naar eigen inzicht geïnterpreteerd kan worden: verlichting.

Op de conferentie “Verlichting van regeldruk voor burgers”(2 april) legde staatssecretaris Bijleveld een verband tussen het verlichte vrijheidsdenken van Spinoza en het streven van de overheid regeldruk voor de burgers en de administratieve lasten te verlichten.
De staatssecretaris memoreerde de woorden die onder het Amsterdamse standbeeld van Spinoza staan: “Het doel van de staat is de vrijheid“.
Welnu, “Vrijheid; dat is een zo groot mogelijke verlichting van regels en lasten door de overheid“, hield Bijleveld de conferentie voor.

Er zijn wel wat zuurpruimen die dit kabinet verwijten een gebrek te hebben aan visie en een heldere fundamenteel gedachtegoed. Da's natuurlijk niet waar. Als Balkenende verwijst naar de ondernemende geest van de VOC en Bijleveld teruggrijpt op Spinoza, dan is er toch sprake van een gedegen neerlands post-neoclassisme.

Helaas, het heeft veel nauwelijks iets met Spinoza's opvattingen over vrijheid te maken.
Natuurlijk is het goed dat burgers minder formulieren hoeven in te vullen en niet van het ene naar het andere loket worden gestuurd. En het is minstens net zo goed als de overheid kan esparen op de administratieve lasten.
Bijleveld meent dat de diverse overheden al goed op weg zijn, maar kondigde wel extra maatregelen aan om de
aanpak van de top tien aan knelpunten te versnellen. Want, zo gaf de staatssecretaris de toehoorders nog mee: “Besturen is weten wat mensen willen en nodig hebben, Verlichten geeft vrijheid. En in een crisis toont de overheid of ze aan de kant van de mensen staat“.

Maar vergroot dat de vrijheid van de burger? Zeker wel. Minder formulieren die wel in begrijpelijke taal zijn opgesteld, geen wachttijden aan de loketten, goed functionerende websites en een foutloze afhandeling van aanvragen en verzoeken schelen de burger massa's tijd. En tijd is geld, geld is vrijheid.

Zo steekt het echter niet in elkaar. De overheid bespaart op de administratieve lasten. Het wegwerken van de top10 kan leiden tot een bezuiniging van 40 miljoen euro, zei Bijleveld in haar speech.
Logisch, minder formulieren en meer digitale loketten betekenen minder ambtenaren. De helft van de gemeenten heeft de maandverklaring bij een bijstandsuitkering vereenvoudigd en dat leverde een besparing op van 2,4 miljoen euro.

Goed nieuws voor de burger, die natuurlijk wel wil meeprofiteren van de lastenverlichting. Toch stijgen de lokale lasten dit jaar gemiddeld met 3,2 procent. Per gemeente kan dat behoorlijk verschillen. Je moet het treffen in een plaats te wonen waar de lokale lasten juist omlaag gaan.

Maar zelfs als iedereen minder belasting hoeft te betalen, dankzij een efficiënte overheid, hebben we nog wel een woud aan gedragscodes en betuttelende wetjes. Zijn die in de geest van Spinoza's vrijheid?

Spontane oproep en toen?

In een naïeve opwelling gisteren een oproep gedaan de jaarlijkse herdenking van de Februaristaking en de huidige boodschap daarvan te verbreden en meer kracht bij te zetten. Hoe is het die spontaniteit vergaan?

Wel, zonder een grondige organisatie kom je niet ver. Dat geldt blijkbaar ook voor een spontane opwelling. Mensen die ik direct benaderde, vonden het een sympathiek idee, maar hadden het veelal graag eerder willen weten.
Ik heb nog wat steun gezocht bij andere weblogs en twee daarvan hebben aandacht aan de oproep besteedt. De een met
een artikeltje, de ander plaatste een link. Daar was een commentaartje aan toegevoegd, die overeenkwam met de reacties uit eigen kring: druk, druk, druk. Ja, wie heeft er tegenwoordig nog een agenda waar spontane ruimte in zit?

Afijn, verder afgewacht en om 15.45 uur mijn bezigheden stilgelegd. Ik kijk naar buiten en zeg tegen mijn huisgenoot: hé, zie je hoe rustig het is op straat? Ja, zegt die, voorjaarsvakantie, hè, er zijn een hoop mensen weg. Dat heb ik weer. Een opwelling de wereld in sturen, net als iedereen op vakantie is.

Dan maar wat rondgestruind in het internetnieuws om te zien of er rond de Februaristaking elders nog wat beweging was. Maar het nieuws wordt vooral in beslag genomen door het akelige ongeluk op Schiphol. Dat is het bizarre van herdenkingen. Stil staan bij slachtoffers uit een vreselijk verleden, terwijl er dagelijks op tal van manieren nieuwe slachtoffers vallen. Ik bedoel absoluut geen vergelijk te trekken tussen een vliegtuigramp en een oorlog, maar triest is het allemaal wel.

En dan stuit in ineens op een link naar de “nieuwe februaristaking” en krijg meteen spijt van mijn spontane opwelling.
Al enige tijd blijkt er op internet
een oproep te circuleren die tot een nieuwe februaristaking oproept op 25 en 26 februari. Wie er achter zitten is volstrekt onduidelijk. De oproep lijkt op het eerste gezicht nobel, maar er worden zaken genoemd die ik niet met de echte Februaristaking in verband zou brengen. Het lijkt sterk op een oproep om algemene onvrede tegen alles te manifesteren. Ook deze oproep rept van een stil protest en men maakt duidelijk geen enkel verband te willen hebben met extreme uitingen van welke soort dan ook.

Dat laatste is mooi. Maar de herdenking van de Februaristaking heeft een specifiek thema en een heel duidelijk kader. Daar wilde ik bij aansluiten, dat wilde ik versterken. Mijn oproep ging over vrijheid voor iedereen. Onder iedereen versta ik een bonte verscheidenheid aan mensen en onder vrijheid een even grote verscheidenheid aan opvattingen.
Ik kreeg spijt omdat nu misschien die gedachte in verband kan worden gebracht met een initiatief die het, achter een oranje kleur, over eenheid heeft. Dat woordje gaf een onaangename rilling. Ik hoop dat de organisatoren het anders bedoelen, maar eenheid is mij teveel alles over één kam.

Na ongeveer 30 jaren geen acties meer te hebben ondersteund of gevoerd, dacht ik: het wordt weer tijd om te bepalen waar het allemaal omgaat. En dus steunde ik eergisteren de weblogactie tegen de creationisme-folder en deed ik gisteren een oproep tot een spontane staking.
Nu ik zie hoe in het eerste geval zo'n actie ook een hoop geschreeuw en ongenuanceerdheid aantrekt en in het tweede geval je het risico loopt in een verkeerde context terecht te komen, begrijp ik ineens weer waarom er maar weinigen nog moed op kunnen brengen een actie te starten. Ik had het kunnen weten.

Spontane staking

Spontane staking Op de 25ste februari wordt nog steeds de Februaristaking uit 1941 herdacht. Het is vooral een Amsterdamse aangelegenheid, zoals ook de eigenlijke staking vooral een hoofdstedelijke actie was. Toch vond de actie de dagen erna navolging in andere delen van Nederland. Op diverse plaatsen legden mensen hun werk stil, ook uit protest tegen de harde maatregelen tegen de Amsterdamse stakers.

In de loop der jaren is de herdenking niet alleen louter een eerbetoon aan de Amsterdammers die in opstand kwamen tegen de mogelijke totstandkoming van een NSB-regering onder leiding van Mussert en de razzia's tegen joodse stadgenoten. Tegenwoordig is de herdenking ook een manifestatie die de Februaristaking tot symbool maakt tegen hedendaagse uitingen van haat tegen mensen. Of, zoals we op de website van de organisatie staat:

De Februaristaking staat symbool voor strijd tegen rassenwaan, voor solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid. In die zin herdenken wij jaarlijks de stakers van toen en de Joodse slachtoffers van de nazistische rassenwaan. Tegelijk maken wij duidelijk dat de waarden waar de staking voor stond van groot belang blijven. Wij nemen stelling tegen tendensen om mensen te beoordelen en te waarderen op basis van hun afkomst, seksuele geaardheid of religie. Wij staan voor vrijheid van meningsuiting en het in alle openheid bespreken van problemen, maar achten respectvol en beschaafd met elkaar omgaan daarbij noodzakelijk. We willen ook niet dat groepen mensen tegen elkaar worden opgezet of worden buitengesloten“.

Hoewel de Februaristaking een door de CPN georganiseerde actie was, herinneren veel mensen de staking als een spontane actie van burgers. Een spontane actie lijkt ook indrukwekkender. Het impliceert dat het niet stalen partijkaders of dogmatiserende bewegingen zijn die mensen in beweging brengen, maar dat de vrije, individuele burger opstaat en de grens trekt.

We leven vandaag in veel minder barre tijden dan in 1941. Het was toen veel moediger het werk neer te leggen in de aanwezigheid van een buitenlandse bezetter. Van zo'n dreiging hebben we nu, gelukkig, geen last.
Wel breidt de intolerantie, haatzaaierij en wangebruik van de vrijheid van meningsuiting uit. We kunnen er over schrijven, erover praten, discussiëren en hopen dat het zich niet verder uitbreidt, erop vertrouwend dat iedereen zijn eigen vrijheid net zo belangrijk vindt als die van een ander. Dat iedereen elkaars vrijheden tolereert en respecteert. Dat iedereen zijn eigen vrijheid ook aan een ander gunt.
We weten echter dat er verschillend over die vrijheid wordt gedacht en gesproken. We weten dat die vrijheid door mensen die aan invloed lijken te winnen, onder druk wordt gezet.
Wachten we, in alle vertrouwen af hoe dat verder gaat of zou een spontane staking duidelijk kunnen maken dat we vrijheid voor iedereen willen?

De echte herdenking van de Februaristaking vindt op 25 februari om 16.45 uur plaats in Amsterdam. Om de strekking van die herdenking kracht bij te zetten en aan te geven dat het nooit te laat is om negatieve ontwikkelingen tegen te gaan, roep ik op tot een spontane staking, een uur voor de herdenking en die eindigt als om 17.00 uur de klokken van de Zuiderkerk het defilé langs de Dokwerker begeleiden.
Leg om 15.45 uur je werk even stil. Wat je ook doet, waar je het ook doet. Geen rumoer, geen geschreeuw. Stilte om de barre tijden te herdenken die we hier nooit meer willen meemaken en die we ook in de kleinste vormen nooit meer terug willen zien. Niet als dogmatiserende betutteling, niet als angstzaaierij, niet als redeloos geraaskal in de reactievelden van weblogs en kranten, niet als dwingende folders in de brievenbus, niet als het zwart maken van medeburgers.

Het is een spontane oproep van een ongebonden, vrije weblogger, waarvan ik hoop dat de “power of the crowds” zijn werk, dankzij internet, kan doen. Wie wil, neem deze oproep over op zijn en haar weblog, website, sms-je en elke ander wijze om je vrienden, familie en collega's ertoe te bewegen spontaan stil te zijn voor alle vrijheid voor iedereen.

Vrijheid van wetenschapsbeoefening

Vrijheid van wetenschapsbeoefening De KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) heeft een brief naar minister Plasterk gestuurd en hem er op gewezen dat de regering de vrijheid van wetenschapsbeoefening ernstig beknot. Da's niet goed voor de wetenschap en ook niet voor de reputatie van het Nederlandse wetensschappelijke onderzoek en daarmee, zo stelt de KNAW, Nederland zelf. Dit land behoort een gastvrij land te zijn voor wetenschap en wetenschappelijke onderzoekers (zie ook de brief zelf, pdf-document).

Het gaat hier om de uitvoering van VN-resolutie 1737, die alle mogelijke middelen beoogt om Iran te dwingen tot ontmanteling van alle nucleaire activiteiten.
Onderdeel daarvan is een boycot van Iraanse studenten en wetenschappers. Die komen er hier niet in. Dat wil zeggen: voor een heel lijstje opleidingen en onderzoeken geldt dat daar Iraniërs hun neus niet mogen insteken.

In juni vorig jaar werd de oorspronkelijke sanctieregeling gewijzigd en maakte de regering bekend welke opleidingen op slot gingen (zie de nieuwe regeling, ook een pdf-je, via ikregeer.nl).
Uit de brief van de KNAW valt op te maken dat de verenigde wetenschappers vinden dat de overheid in al haar waakzaamheid te ver doorschiet.

Netelige kwestie? In Iran is een mafkees aan de leiding die de rest van de wereld piepelt met nucleaire pesterijtjes. Al enige tijd speelt zich het inmiddels bekende toneel af. Het zogenaamde vrije westen wenst het alleenrecht te hebben op nucleaire middelen. Van kerncentrales tot kernwapens en wat er al zo meer aan radioactiviteit noodzakelijk wordt geacht.
Elk land dat niet binnen de opvattingen van dat vrije westen valt, wordt bij de fabricage van het eerste de beste röntgenapparaat al verdacht van productie van atoomwapens.

Nog los van het feit dat Nederland zich in deze kwestie net zo laat meeslepen als destijds bij Irak, is het niet zo'n beste zet studenten te weigeren. Behalve een mooi vak kunnen ze toch ook onze democratische principes leren kennen. En wat die nucleaire kennis betreft: Nederland kent toch alleen vreedzame toepassingen? Dan is het wel zo aardig en misschien zinvoller als Iraanse studenten onze democratische opvattingen en vreedzame nucleariteit meenemen naar huis.

Vergeef me die naïeve opstelling, maar wat mij betreft had de KNAW wel een wat pittiger toontje aan kunnen slaan in hun brief aan Plasterk.

Bereikbaarheid is electronische enkelband

Mobiele enkelbandHet mobieltje bestaat 15 jaar. Kleiner in omvang geworden, groter in mogelijkheden. Geroemd om de snellere en makkelijker bereikbaarheid van mensen.
Iedereen is zo bereikbaar en ook vindbaar geworden dat de vraag rijst: wordt de mobiele telefoon de electronische enkelband van de komende eeuw?
De
AIVD wil uw telefonisch verkeer bijhouden, de politie doet meer dan normaal verzoeken tot inzage in uw mobiele handel en wandel.
Wie dat geen probleem vindt kan zich dan een zeer
trendy enkelbandje aanschaffen. Je laat zien dat je onder controle staat, maar het oogt wel erg cool.
De mobiele telefoon staat voor velen voor grotere persoonlijke vrijheid. Hoeveel van die vrijheid bent u bereid weer in te leveren?