Tag archieven: werknemers

Wij staken niet?

Wij staken niet? Een niet nader genoemd Europees agentschap zegt dat Nederlandse werknemers weinig staken. Tussen 2005 en 2009 gingen er gemiddeld 5,7 werkdagen verloren aan arbeidsonrust.

In Europees verband is dat erg weinig. Lang voor de Europese eenheid was de actiebereidheid veel groter. Maar vlak na de 2e Wereldoorlog, en na de kabinetten Drees, daalde het aantal werkonderbrekingen drastisch.
Als we eens kijken welke Nederlandse premiers de meeste arbeidsonrust voor hun kiezen kregen, dan spant Drees de kroon. Balkenende komt zelfs pas op de 6e plaats, net na Wim Kok (lees meer in eerder artikel op dit weblog).

Onder Balkenende steeg de arbeidsonrust wel weer wat. Maar meer omdat bij de wel gevoerde acties een steeds grotere deelname kenden. Balkenende laat, wat aantal deelnemers betreft, Lubbers en Den Uyl achter zich (lees
ook dit artikel).

Maar vergeleken bij andere landen, kloppen de bevindingen van het agentschap wel. Dat geldt niet alleen voor arbeidsstakingen, ook stakingen en acties tegen het regeringsbeleid komen hier amper van de grond. Vorig jaar ging nog 3 procent van totale franse bevolking, of 6 procent van de franse beroepsbevolking, de straat op om te demonstreren tegen de maatregelen tegen de crisis. Vergelijk dat eens met 2004, toen slechts 1 procent van de Nederlandse bevolking, ofwel 3 procent van de beroepsbevolking, tegen het beleid van Balkenende II demonstreerde. Voor een echt grote actie moeten we terug naar 1983, toen 3 procent van de bevolking hier het tegen de kernwapens opnam (lees
meer in dit artikel).

Toch zal een komend kabinet moeten oppassen. De actiebereidheid lijkt toe te nemen. Dit jaar zijn in het eerste halfjaar al 13 stakingen gevoerd. De grootste en langstdurende waren de ambtenarenstakingen (
de vuilnismannenstaking als climax) en de acties van schoonmakend personeel. Van februari tot juni zorgden die voor heel wat arbeidsonrust. De schoonmakers boekten nog het meeste succes en dwongen niet alleen een loonsverhoging af, maar ook verbetering van hun werkomstandigheden.

Daarnaast waren er veel kleinere, minder langdurende acties. De meesten betroffen de cao-onderhandelingen. Maar er waren ook acties ook een beter sociaal plan af te dwingen en twee wilde stakingen om een enkele collega te redden.
Januari: na eerdere acties in Arnhem en Apeldoorn werden verdere acties afgeblazen bij de cao-onderhandelingen bij AkzoNobel. Een principeakkoord was voldoende om bij DSM de stakingen weer even de kast in te stoppen. In de havens stak een wilde staking de kop op om een chauffeur, verdacht van overmatig ziekteverzuim, van ontslag te redden.

In maart staakten
werknemers van Nefit omdat hun bedrijf ging verhuizen. In april steeg de arbeidsonrust, door acties bij de cao-onderhandelingen bij ECT (Rotterdamse havens), dreigde een actie bij bloemenveiling FloraHolland en dwongen de werknemers bij Johma een beter sociaal plan af. Een tussendoortje was de wilde staking, alweer in de Rotterdamse havens, wegens het dreigend ontslag van een kraanmachinist, die een ongelukje had veroorzaakt.
In juni werden de acties afgerond (al in april begonnen) bij de cao-onderhandelingen in de zuivelindustrie. De actiebereidheid was zo groot dat zelfs na het bereiken van een akkoord sommige werknemers maar moeilijk weer aan het werk te krijgen waren. Verder in juni nog acties bij Forbo Novilon in Coevorden en was een dreiging van acties bij Nedcoat voldoende om de werkgever zover te krijgen over een beter sociaal plan te praten.

De vakbonden en hun leden hebben hun tanden laten zien. Een komend kabinet zal daar toch rekening mee moeten houden, tenzij men het wel best vindt dat het vuilnis zich volgende keer een jaar lang op onze stoepen ophoopt. Ook zal meer inzet van een kabinet worden verwacht bij bedrijfssaneringen. Bij
Organon Oss gaven werknemers al een eerste waarschuwing.

Ben benieuwd of Nederland over een jaar of twee nog steeds in de onderste regionen van de stakingslijsten staat.

Leidinggevenden

Leidinggevenden Behalve zo'n 110.000 loodgieters zijn er ruim een miljoen andere leidinggevenden. Loodgieters geven u een leiding voor uw sanitair, centrale verwarming of riolering. Die andere ambachtslieden geven leiding aan mensen. Ik weet niet wat makkelijker is.

Een beginnend loodgieter verdient wel iets meer dan een beginnend academicus. Dat verschil wordt gauw ingelopen als de hoge opgeleide een leidinggevende functie weet te krijgen. De loodgieter kan na jaren last van zijn rug krijgen, de leidinggevende kan al gauw de rug op van zijn werknemers en dan ligt een burn-out op de loer. Een loodgieter verbrand hooguit zijn handen aan de gasbrander als-ie een leidinkje moet fitten.
Onderschat de werkdruk van loodgieters overigens niet. Er zijn er veel te weinig van, dus ze werken zich een slag in de rondte om het werk gedaan te krijgen.

Het lijkt een erg scheve verhouding: slechts ruim 100.000 loodgieters tegenover ruim 1 miljoen andere leidinggevenden. Zou de behoefte aan sturing zoveel groter zijn dan aan sanitair en cv's ? Of is het nu eenmaal zo dat je altijd baas boven baas hebt?

Dat laatste is zeker het geval. De ploegbaas geeft leiding aan wat uitvoerenden, de manager geeft leiding aan de ploegbazen en de directie geeft leiding aan de managers. En dan zijn er nog bedrijven waar een raad van bestuur leiding geeft aan de directie.

Nu is “leiding geven” ondertussen bijna net zo'n taboewoordje als “baas” en heet het tegenwoordig managen of aansturen. Ondergeschikten heb je ook niet meer. Dat zijn medewerkers of soms heel sjiek employees geworden.
De hiërarchie is er niet minder door geworden. Uiteindelijk hakken de leidinggevenden de knopen door en beslissen zij wie wat doet, hoe dat gedaan moet worden en wie wordt aangenomen of ontslagen. Natuurlijk, niet zonder te luisteren naar de werkvloer en in overleg met de ondernemingsraad. Dat hoort bij het moderne leidinggeven. Maar gelijkwaardige collega's zijn een leidinggevende en een werknemer niet.

Dat 14 procent leiding geeft aan de overige 86 procent is misschien nog aan de lage kant. Mag ik dat met een voorbeeldje illustreren?
Toen ik vorig jaar een min of meer leidinggevende functie kreeg was het bij de collega's ineens over met de zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid. Bijna elk probleempje werd op mijn bord gegooid, terwijl ze de jaren daarvoor zelf oplossingen moesten bedenken. Dat ging vergezeld met de opmerking dat men blij was dat er weer eens leiding op de werkvloer aanwezig was.

Dat vind ik vreemd. Het tekende wel het ongemak dat sommige mensen voelen bij de begrippen “zelfsturing” en “eigen verantwoordelijkheid”.
Voor een deel ligt dat aan slecht leiding geven. Een team dat inderdaad knopen doorhakt, maar nooit een complimentje krijgt of te stelselmatig te maken krijgt met het terugdraaien van besluiten door de managers, zo'n team houdt wel een keer voor gezien. Dat geldt ook voor teams die in hun bewegingsvrijheid ernstig worden beperkt. Zeker als niet goed wordt uitgelegd waarom die beperkingen er zijn. Zo zal het niet in elk bedrijf gaan, hoop ik.

Voor een ander deel willen sommige mensen verantwoordelijkheden helemaal niet. Gewoon het ding doen waar ze goed in zijn en verder geen gedoe. Moeten die mensen een manager over zich heen krijgen die net op een training heeft geleerd hoe hij het beste uit zijn mensen kan halen om ze vervolgens met beperkte verantwoordelijkheden op te zadelen?

Dat er een miljoen leidinggevenden zijn zegt, behalve over een traditionele hiërarchie-cultuur, ook iets over het grote aantal mensen dat graag de leiding uit handen geeft. Pas als men die opeist hebben we waarschijnlijk nog maar twee procent leidinggevenden nodig.

Makkers staakt….uw wild geraas.

DwarsliggersIn het artikel van gisteren werd vermeld dat onder de kabinetten Balkenende relatieve arbeidsrust heerst. Zeker vergeleken met de periode vlak na de tweede wereldoorlog en tijdens de kabinetten van Lubbers en van Agt, heeft Balkenende weinig met dwarsliggers te maken.

Dat kan nog veranderen. De database van het IISG laat zien dat het aantal stakingen langzaam aan toeneemt. In 2002 nog maar 24, in 2006 waren het er al 38.

2002

2003

2004

2005

2006

24

27

21

35

38

Maar er is nog een detail dat doet vermoeden dat de arbeidsonrust wellicht groter is dan de cijfers op het eerste gezicht doen vermoeden.
In een statistiekje van het CBS zien we dat in 2002 nog veel
arbeidstijd verloren ging aan stakingen, maar daaarna aanzienlijk minder. Maar het aantal werknemers dat bij dat soort actie was betrokken nam tot 2006 flink toe. Minder acties, maar grotere actiebereidheid?

Ook de database van het IISG laat zien dat die actiebereidheid onder Balkendende behoorlijk is toegenomen. Behalve stakingen werden er ook op andere manieren actie gevoerd.
Als we alle naoorlogse premiers op een rijtje zetten en kijken hoeveel dwarsliggende werknemers betrokken waren bij andere acties (demonstraties, petities, handtekeningacties, werkonderbrekingen, etc.), dan blijkt onder Balkenende de arbeidsonrust ineens een stuk groter.

Stakingen

Overige

Aantal deelnemers

Drees

969

Balkenende

389005

Beel

734

Lubbers

251980

Lubbers

656

Den Uyl

53840

van Agt

338

de Jong

25972

Kok

327

Beel

14432

Balkenende

235

Kok

11514

den Uyl

195

van Agt

10875

de Quay

156

Drees

1257

Schermerhorn

155

Marijnen

440

Marijnen

140

Zijlstra

415

de Jong

132

De Quay

156

Biesheuvel

89

Schermerhorn

155

Cals

21

Biesheuvel

119

Zijlstra

10

Cals

21

Begrijpt u nu dat Balkenende het gevoel heeft dat wij een volk van klagers zijn? Het volk mort in grote getale. Balkenende is groot voorstander van slechts één soort staking: Makkers staakt uw wild geraas.

Tot nu toe hadden de meeste acties betrekking op cao-onderhandelingen met als meest centrale punt de lonen.
In een paar gevallen ging het om acties voor behoud van werk en tegen bedrijfssluitingen en/of overnames (Nedcar, Philips, Akzo, Unilever).
Grote werknemersacties met duidelijke eisen voor een werknemersgezind beleid betreffende de topsalarissen, het ontslagrecht en de pensioenen (vergrijzing) hebben we nog niet op straat gezien.

Ik ben benieuwd wat het antwoord van de werknemers zal zijn, als Balkenende nog met dit kabinet klip en klare plannen aflevert aangaande die drie thema's.
Of zou-ie dat uitstellen omdat-ie niet wil eindigen als de premier met de meeste arbeidsonrust in zijn regeerperiode?

Exit ondernemingsraad

SER

Ruzie in de SER (Sociaal Economische Raad). Na eerdere bonje over het ontslagrecht, liggen werkgevers en werknemers in de sjieke raad nu te rollebollen over de invloed van de werknemers.
De SER moet de regering van advies dienen over een opgepimpte ondernemingsraad. Het gaat al jaren niet zo goed met de OR. Het kost steeds meer moeite werknemers te boeien met dit product van repressieve tolerantie. Want veel meer is het eigenlijk niet en daarmee is meteen verklaard waarom maar weinig werknemers uren avondstudie en oeverloze vergadertijd over hebben voor de hen zo ruimhartig toebedeelde inspraak. Werknemers hebben wel degelijk enig economisch besef en als de inspraak niet rendeert, dan daalt de inzet zo beneden nulpunt.

Een poging van het vorige kabinet de OR nieuw leven in te blazen, strandde op zoveel verzet dat de toen verantwoordelijke minister het ontwerp voor een Wet Medezeggenschap Werknemers (de beoogde opvolger van de Wet op de OndernemingsRaden) snel weer moest intrekken.

De SER is nu aan het stoeien over een ontwerp voor evenwichtig ondernemingsbestuur. Aanstaande vrijdag zou een definitief advies op tafel moeten liggen. Dat wordt wel tijd, want er is veel veranderd. Moesten in duistere tijden directeuren het eens zien te worden met hun ondergeschikten, nu is ook de directie werknemer en maken aandeelhouders en commissarissen de dienst uit. De SER is op zoek naar meer balans tussen de belanghebbenden, maar omdat de SER alle belanghebbenden in hun pluche hebben zitten, komen ze er niet echt uit.

Raar eigenlijk, want nu het politieke tij meezit en zo vreselijk druk wordt gehamerd op ieders eigen verantwoordelijkheid, ook die van jan-met-de-pet, zou je een gloedvol betoog verwachten over herinvoering van de coöperatieve onderneming en arbeiderszelfbestuur. Maar goed, dat zijn historische artefacten, die teveel rieken naar reeds lang uitgestorven begrippen als socialisme en communisme. We gaan natuurlijk geen oude lijken opgraven.

Ik verwacht dat de huidige onenigheid binnen de SER uiteindelijk een nieuw monster van maakbaarheid zal opleveren. De schijn van democratisch bestuur gevat in een gedragscode die de huidige wet moet vervangen. Reken maar dat dan de werknemers over hun toeren van enthousiasme de bestuurskamers in zullen stromen met hun eigen verantwoordelijkheid. Voor het zover is wil ik toch de onbeschaamdheid opbrengen de raad van advies te dienen.

Ga eens een kijkje nemen bij het Braziliaanse bedrijf Semco. In de tachtiger jaren nam Ricardo Semler het bedrijf van zijn vader over en zette het hiërarchische bestuur om in een volledig democratisch model. De aandeelhouder heeft nog slechts één stem in de besluitvorming en de zeggenschap is gelijk verdeeld over alle werknemers.

Naar verwachting zou dat de onderneming te gronde richten, maar dat is er niet van gekomen. In tegendeel zelfs. Door ook flink aandacht te besteden aan het welzijn van de werknemers, de ervaring en inzichten van oudere en ex-werknemers, het herindelen van het bedrijf in kleinere, voor zichzelf verantwoordelijke eenheden, is de inzet van de werknemers zo gegroeid dat ook de omzet steeg.

Het bedrijf is geen oubollige coöperatie geworden, geen stalinistisch fort van arbeiderszelfbestuur, maar is een gemeenschap van gedeelde verantwoordelijkheid, vakkundigheid en ervaring geworden.

Mijn advies aan de SER: doe verder niet moeilijk, neem het ondernemingsplan van Semco over en draag het kabinet op de moed te hebben van dat model de nieuwe wet medezeggenschap werknemers te maken.

Een serieuze baas.

Op de website Mangement Team valt te lezen dat driekwart van de werknemers de baas serieus neemt. De baas? Wie is dat dan? Het begrip baas wordt toch hooguit nog gebruikt in de relatie met huisdieren? Werknemers hebben toch al lang te maken met managers, leidinggevenden, coördinatoren of slechts een hoofd? Zelfs de de schipper naast god, de roerganger van onze democratie wordt niet als baas weggezet. Meer neutraal wordt zijn functie als MP afgekort, meer amicaal wordt de man JP genoemd. Maar baas? Nee, da's toch wel een heel ouderwets woord dat in de tijd van de slavernij wel een correcte aanduiding was. Die driekwart werknemers voelen zich misschien nog slaaf? Ze komen uit een groep van 500 mensen met betaald werk, die voor een onderzoekje van Veronica Magazine zijn ondervraagd door buro Trendbox. Tweederde van die groep werkt liever erg hard om veel te verdienen dan dat ze meer vrije tijd met een laag inkomen moeten bekostigen. De meerderheid heeft ook liever een salarisverhoging dan een auto van de zaak. De gemiddeld 32 uur die men per week op het werk is wordt voor 12% benut om van een kater bij te komen. De helft van de ondervraagden zit voor privédoeleinden op internet te surfen en zo'n 40% besteedt de tijd aan roddelen. Maar driekwart neemt wel de baas serieus. Nou zou een beetje manager met bazige trekjes onmiddelijk op botte wijze een einde maken aan al die verspilde tijd. Waarschijnlijk wordt hij/zij dan meteen een stuk minder ernstig genomen. Het is en blijft wel de functionaris die over het geld gaat en dus over de eerder genoemde salarisverhogingen waar al die hardwerkende werknemers reikhalzend naar uitzien. De beste manier om het gewenste inkomen te bereiken is dan wel je baas serieus nemen. Ik denk niet dat er leidinggevenden zijn die van harte meer loon uitbetalen als ze in hun gezicht te worden uitgelachen. Hoeveel mensen onder de lezers hebben ook een echte baas? Of noemt u hem/haar gewoon bij de voornaam? En hoe serieus neemt u die baas dan wel?