Tag archieven: zorg

Kiezen voor barbarisme?

Kiezen voor barbarisme?“(…) als echt blijkt dat de bezuinigingen in dit geval een verhoogd risico voor de veiligheid met zich hebben meegebracht, dan is er een grens gepasseerd“.
Quote van Gerrit van de Kamp,
voorzitter ACP (Algemeen Christelijke Politiebond, onderdeel van het CNV).

Het Algemeen Dagblad vermoedt dat bezuinigingen mede oorzaak zijn van gebrekkig politie-optreden bij het fatale strandfeest in Hoek van Holland.
Nu moet nog blijken wat er zich precies heeft afgespeeld en welke rol de politie heeft gespeeld. Het lijkt er echter sterk op dat de oorzaak vooral ligt bij een paar feestvierders die een heel ander vertier voor ogen hadden, dan de organisatie had bedoeld.

Dat kan gebeuren. Niet leuk, onnodig, en dat die bende nog levend rondloopt is te danken aan de overgrote meerderheid feestgangers die een gezellig, vrolijk en vreedzaam feestje in hun hoofd hadden. Dan sla je er niet zomaar op los. Bovendien is de heersende mores dat je niet voor eigen rechter speelt en dus het verwijderen van vervelende gasten aan de politie overlaat.

Natuurlijk wil een vakbond weten of de leden hun beroep naar behoren kunnen uitvoeren. Bestaat de kans dat bezuinigingen het functioneren in Hoek van Holland ernstig hebben belemmerd?
De voorzitter van de ACP zegt: “Wordt er bezuinigd op politiewerk, dan moet de politiek, zowel landelijk als regionaal, keuzes maken. Gebeurt dit niet, dan komt de veiligheid van burgers en collega's in gevaar“. De ACP-voorzitter suggereert dan maar te kiezen voor het niet houden van grootschalige evenementen.

Nu ken ik wat kleinschalige gebeurtenissen waar een of twee politieagenten ook niet genoeg zijn om de zaak op te lossen. Voor één flippende psychopaat in een winkelstraat heb je al gauw zo'n tien beambten nodig. Die zijn er meestal wel. Tenzij het een gemiddelde zondag is, in een of ander gehucht, waar van een koopzondag nooit sprake is. Dan kan het net lang genoeg duren voor de hulptroepen op sterkte aanwezig zijn, om de doorgedraaide burger de kans te geven aardig wat schade aan zichzelf en zijn omgeving toe te brengen.

Dat is wel een gevolg van bezuinigingen. De overheid koos er echter voor een andere benaming: reorganisatie van de politieregio. Komt neer op: hetzelfde werk doen met minder mensen. De hoogste leidinggevenden voeren die reorganisatie gewoon door. Af en toe mort er een korpschef, maar die enkele oprisping verandert niets aan de situatie.

Een verschijnsel dat ik maar al te goed ken van mijn werk: de maatschappelijke opvang. De doelgroep is talrijker en complexer geworden, de budgetten zijn niet meegegroeid en zelfs hier en daar gekrompen. Gevolg: bezuinigingen op personeel. Mijn werkgever kan niet tegen de overheid zeggen: okee, dan vangen we een deel van die doelgroep niet op en we halen een gebouw, inclusief een complete staf, uit het pakket. Dan voldoet mijn werkgever namelijk niet aan de opdracht en krijgt helemaal geen subsidie meer.

Ook hier is het resultaat: hetzelfde werk doen met minder mensen. Dit blogje is tekort om het met alle details uit te leggen, maar geloof me, het werk is er niet veiliger op geworden. Sterker nog: het aantal incidenten neemt, na jaren relatieve rust, in rap tempo toe.
En dan laat ik bezuinigingen in de zorg nog onbesproken, terwijl ook in ziekenhuizen en verpleegtehuizen de onveilige situaties toenemen.

We kunnen er inderdaad voor kiezen geen grote strandfeesten meer te organiseren of de maatschappelijke opvang af te schaffen. Dat eerste betekent minder lol, het tweede betekent weer meer overlast voor de “gewone” burger.
Ik ben daar niet voor. Er zou juist meer lol en nog minder overlast moeten zijn. Wie daar ook voor is, moet eens goed nadenken in het stemhokje.

Volgende keer weer kiezen voor een regering die de veiligheid hoog op het lijstje ambities heeft staan, maar er geen cent teveel aan wil spenderen? Dat is kiezen een grens te passeren en ruimte te bieden aan barbaarse toestanden op het strand, in de maatschappelijke opvang en de zorg.

Robots het hoogste ideaal?

Robots het hoogste ideaal? De automatisering schrijdt voort en de robots rukken op. In het crisisakkoord van kabinet Balkenende is ook opgenomen dat er geld naar innovatie moet. Vreemd dat er niet meteen een paar miljard wordt uitgetrokken, bovenop de bijna 400 miljoen die het ministerie van Economische Zaken al heeft ingezet. Vooral om ideeën te ontwikkelen en uit te zoeken hoe nieuwe technologie en robotica meer en beter kan worden toegepast.

In de nota Innovatieverkenningen (pdf!) van Economische Zaken wordt gesteld dat in de Nederlandse maakindustrie de toepassing van robotica op het Europees gemiddelde ligt. Een formulering die verhult dat we behoorlijk achter liggen op Japan, Korea en Duitsland. Gek genoeg lopen we weer wel voor op de V.S.
In Japan zijn op elke 10.000 werknemers 275 robots werkzaam. In de Benelux zijn er 50 robottoepassingen op elke 10.000 werknemers. Om wat meer vaart in de opmars der robots te krijgen besteedt Economische Zaken dus die 400 miljoen euro om de relevante kennisinstellingen meer te laten samenwerken en vooral het MKB (Midden- en Kleinbedrijf) warm te krijgen voor robots.
Dat is niet genoeg. Maar niet getreurd. De robots zijn niet tegen te houden. Er is eigenlijk geen gebied meer waar geen robots werkzaam zijn.

Vervelend werk.

Robotica is vooral bekend als verlosser van saai of vervelend werk. Eigenlijk is de hedendaagse wasmachine een robot. Maar de was ophangen moeten we nog zelf. Duurt gelukkig niet zo lang, in tegenstelling tot fabriekswerk dat volcontinu gedaan wordt. Erg vervelend, maar de
ontwikkelingen staan niet stil. In Hoogezand Sappermeer komt een volcontinu bedrijf voor precisieonderdelen. Van de aanvoer van het ruwe materiaal uit het magazijn, tot de assemblage van het product, zelfs de kwaliteitscontrole en het inpakken wordt geheel door robots gedaan.

Lastig werk.

Sommige klussen zijn niet alleen langdurig, ze kunnen ook aardig complex zijn. De robot helpt ook hier. In Duitsland wordt onderzocht hoe robots kunnen samenwerken met bijen om over grote oppervlakten het milieu te controleren. Inmiddels kunnen robots ook wetenschappelijke experimenten uitvoeren. In Groot-Brittannië hebben ze er een die al op eigen houtje een gen ontdekte, dat verantwoordelijk is voor de groei van organismen.

Duur werk.
Natuurlijk worden robots ook ingezet om de kosten te drukken. Omdat de zorg peperduur wordt,
ziet minister Klink wel wat in robotica. De mogelijkheden lijken welhaast oneindig. Van kijkoperaties die door robots worden gedaan, revalidatierobots die de fysiotherapeut overbodig maken, tot zorg die wordt verleend door bijvoorbeeld een robot-zeehondje. De volautomatische zeehond schijnt heel goed depressieve bejaarden op te kunnen beuren.
Er is sinds kort ook een speciale hoogleraar die tot taak heeft de automatisering van de zorg tot in details te onderzoeken. Nee, de professor is zelf geen robot, maar dat zal in de toekomst wellicht ook mogelijk worden gemaakt, als we vinden dat ook de wetenschap veel te duur is.

Gevaarlijk werk.

Een wat vreemde denkwijze is dat gevaarlijk werk niet wordt afgeschaft, maar door robots wordt overgenomen. Je zou denken dat het logischer is werk dat zoveel slachtoffers kost helemaal uit te bannen. Helaas, dankzij robots zullen we voorlopig nog wel menig oorlogje kunnen voeren. Alleen zal treuren om “onze jongens” die sneuvelen bij zo'n klus ooit tot het verleden behoren. Het Amerikaanse leger is al aardig op weg. In Afghanistan zetten ze BigDog in. Een robot die 150 kilo aan wapens kan vervoeren en zelf in de gaten heft wanneer hij dekking moet zoeken bij naderend gevaar.

Denkwerk.
In voornoemde voorbeelden zie je al robots die het nodige denkwerk overnemen van wetenschappers of soldaten. Maar hoe zit het met het verfijnde denkwerk? Daar waar emoties of moraliteit een rol spelen bij te maken keuzes?
Het is nog wat science fiction maar er zijn wetenschappers die menen dat ook robots dat denkwerk prima kunnen doen. Op de TU in Delft wordt al onderzocht of robots een moreel besef kan worden bijgebracht. Daarbij kun je denken aan robots die reddingswerk kunnen doen in moeilijk te betreden gebied. Ze kunnen dan wel in situaties terecht komen waar besloten moet worden welke slachtoffers water krijgen en welke niet.
Robots uitgerust met kunstmatige intelligentie zouden misschien zelfs een religieus geloof kunnen hebben, meent een hoogleraar Informatica van de Universiteit van Tilburg.

Het hoogste ideaal.
Sinds mensenheugenis zijn we bezig het leven zo makkelijk mogelijk te maken. We ontdoen ons steeds meer van alles wat we lastig of vervelend vinden. Zwaar tillen, vuil werk, zorg voor demente bejaarden, zelfs het nemen van lastige beslissingen kunnen we overlaten aan robots.
Waarom doen we dat of staan we dat toe? Omdat onze diepste wens is, terug te keren tot het paradijs, waar we ooit zo onbarmhartig uit zijn verdreven? Lui en ledig, van lasten verlost?
Als dat de essentie is van het menselijk bestaan, dan wordt het tijd dat politici en beleidsmakers de crisis de wereld uit helpen door alles in te zetten op robots.

De moraal.
De opmars der robots is niet te stuiten. Het wordt tijd de morele consequenties er van te overzien en maatregelen te treffen, om te voorkomen dat robots alles bepalen. In 2007 begon Zuid-Korea een
Robot Ethics Charter op te stellen. Om de rechtspositie van robots te regelen. Maar ethische regels voor het gebruik van robotica moeten er ook komen, vind de Britse robotexpert Noel Sharkey. Hij ziet het al gebeuren dat in de toekomst kinderen en bejaarde dagenlang alleen een robot te zien krijgen. Wat dat voor psychologische impact zal hebben, weten we nu niet, maar er kunnen maar wel beter richtlijnen voor worden opgesteld.

Mij lijkt het ook zinnig nu duidelijk te krijgen in hoeverre robots ons denkwerk over moeten nemen. Of zou het juist goed zijn als een robot een filosofie bedenkt die de wereld eens flink op zijn kop zet en onze existentie een nieuwe impuls geeft?

Vrijwilligers, verenigt u!

Vrijwilligers verenigt u! Quote van de toekomst:
Het wordt steeds belangrijker dat zorgorganisaties rekening houden met de wensen en competenties van hun vrijwilligers“.
(Staatssecretaris
Bussemaker van VWS, op Make A Difference Day, vrijdag 20 maart 2009)

Terwijl 50.000 vrijwilligers allerlei klusjes deden voor goede doelen, wees Jet Bussemaker op het belang van zorg voor vrijwilligers. Als zorginstellingen daar wat moeite mee hebben, kunnen ze een beroep doen op Zorg Beter met Vrijwilligers. Hoe maak je het werk aantrekkelijk, hoe zorg je voor een goede samenwerking tussen de beroepskrachten en familie? Dat soort vragen.

Een nieuwe website, waar je een test kan doen om te kijken voor welke vrijwilligheden je geschikt bent en waar organisaties vijf verbeterthema's en een databank met inspirerende voorbeelden kunnen vinden.
Dus wie vrijwilliger in de zorg wil worden, kan rekenen op een geweldige ervaring. Dat zal ook wel nodig zijn, want als jij nu nog niet als vrijwilliger in de zorg werkt, dan kom je vanzelf wel aan de beurt als de zorg echt veel te duur is geworden en de kredietcrisis ook jou heeft bereikt.
Een belachelijke voorspelling? Laten we eens wat zaken op een rij zetten en geef dan eens antwoord op die vraag.

1. Al jaren wordt er gehamerd op een duurder wordende zorg. Met de vergrijzing in aantocht wordt het niet alleen erg kostbaar, het zal ook meer moeite kosten genoeg personeel te hebben.

2. Eveneens wordt er al jaren gehamerd op normen en waarden, waaronder de eigen verantwoordelijkheid van de burger, ook voor de zorg. Dat werkt, want inmiddels is mantelzorg sterk gegroeid en maakt de Make A Difference Day duidelijk dat 50.000 mensen het voorbeeld van Hare Majesteit volgen en kopjes thee schenken in bejaardentehuizen, tuinen aanharken bij verpleegtehuizen, een praatje maken in ziekenhuizen en boodschappen doen als thuiszorgservice.

3. Vorig jaar diende SGP-kamerlid Van der Vlies een motie in, waarin hij het kabinet verzocht eens uit te zoeken of het niet aardig is, bij het toepassen van werktijdverkortingen, werknemers tijdelijk in te zetten als vrijwilliger in publieke sectoren, zoals de zorg en het onderwijs.
Hij heeft de motie vrijwillig ingetrokken, zodat die nooit in stemming is gebracht.

4. Nu de crisis voortdendert ziet de NOV (Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk) een mooie kans. Marius Ernsting, voorzitter NOV had berekend dat er 1,1 miljoen uren vrij komen door werktijdverkorting. Het lijkt hem een prima idee die uren aan vrijwilligerswerk te besteden. En om bedrijven daar warm voor te krijgen zouden de vrijwillige uren in mindering gebracht kunnen worden op de WW-premie. Een brief hierover is naar het kabinet gestuurd.

5. Het Nederlands Dagblad liet Movisie een onderzoek doen, waaruit bleek dat de vraag van burgers naar vrijwilligerswerk behoorlijk is gestegen sinds de kredietcrisis. Met name de sectoren zorg, welzijn en cultuur zijn populair. Ook het aanbod van vrijwilligerswerk is gestegen.

6. Vrijwilligersprofessor Lucas Meijs denkt dat de crisis wel meer vrijwilligers zal opleveren.
Hij corrigeert de misvatting dat alleen zielige werklozen vrijwilligerswerk doen. Nee, het zijn juist veel mensen met drukke banen en die volop in het leven staan, zegt hij in het Nederlands Dagblad. “Dit is een unieke situatie“, zegt Lucas Meijs, “we hebben te maken met mensen uit drukke banen die opeens meer tijd krijgen doordat ze boventallig raken of worden ontslagen. Die mensen willen niet thuis zitten, maar hun vaardigheden onderhouden en in een netwerk actief blijven“.
Hij waarschuwt wel dat als de crisis weer voorbij is, we al die vrijwilligers ook weer kwijt raken.

Terug naar de voorspelling. Zal in de toekomst iedereen aan het vrijwilligerswerk moeten?
Ik voorspel van wel. Nu is de makke van vrijwilligerswerk dat het vrijwillig wordt aangegaan. Heb je bij een “echte” baan een onkostenvergoeding die ze salaris noemen en ben je beschermd door de arbeidswetgeving, bij vrijwilligerswerk ligt dat heel anders.

Terwijl onze zuiderburen al jaren een heuse wet betreffende de rechten van vrijwilligers hebben, waarvan een gemoderniseerde versie per 2007 van kracht werd, hebben wij alleen een onsamenhangend scala aan wetten en moeten het verder doen met tips & trics die door de vakbond of vrijwilligersorganisaties worden aangeboden.

Hoe maak je het werk aantrekkelijk, hoe zorg je voor een goede samenwerking tussen de beroepskrachten en familie? Met dat soort vragen begon dit artikel. Maar als de kans groot is dat iedereen vrijwilligerswerk zal moeten doen, dan is de vraag naar een eenduidige wetgeving en een veel betere rechtspositie voor de vrijwilliger minstens even belangrijk.

Kan het kabinet in alle recessen (= vrije tijd, goed in te vullen met vrijwilligerswerk) daar niet eens werk van maken? Zo niet, dan blijft het kabinet misschien wat arbeidsonrust bespaard, maar moet het rekening houden met behoorlijk wat vrijwillige onrust.

Met de complimenten van de burger

Met de complimenten van de burger

Het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) deelde gisteren, namens de burgers, de complimenten uit aan de overheidsdiensten. “De burger”, zo stelt het SCP, is best blij met de kwaliteit van allerlei publieksdiensten.

Balkenende had het, in mei dit jaar, dus goed mis dat er teveel werd geklaagd. Maar goed, daarmee doelde hij vooral op “de stuurlui aan wal”. Het SCP stelt hem nu gerust: juist de gebruikers van publieke diensten zijn positiever dan de niet-gebruikers.

Het SCP lijkt hiermee ook een oude vete tussen de Nationale Ombudsman en Balkenende te beslechten in het voordeel van de laatste. In maart hekelde de premier een rapport van de Ombudsman, die durfde beweren dat lakse dienstverlening van de overheid tot botte burgers leidde.

De vrolijke conclusies van het SCP zijn gebaseerd op een onderzoek in 2006. Laten we eens kijken hoe het nou “werkelijk” zit.

Kwaliteit van de zorg.
In 2006 was ruim driekwart van de respondenten tevreden over de medische zorg in het algemeen. Ziekenhuizen komen er ook goed af, hoewel de hygiëne wel wat beter kan, maar de bejegening was prima. Over de kwaliteit van de thuiszorg is ook een grote meerderheid (70 tot 80%) zeer te spreken. Over verpleeg- en verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg een geestelijke gezondheidszorg is men stukken minder positief: slechts 35% tot 50% van de respondenten oordeelt positief. Aldus het SCP.

De Nationale Ombudsman kwam in 2006 tot een wat ander beeld. Naast allerlei gegronde klachten over bejegening, maakte de ombudsman zich ook zorgen over het lange wachten op toewijzing van zorg. Een definitieve beslissing komt soms zo laat, dat mensen de nodige zorg niet meer kunnen krijgen. Het gaat hier om thuiszorg en het persoongebonden budget.
Nou niet zeuren. Het SCP stelde immers dat juist de gebruikers (de mensen die dus wel op tijd de zorg kregen toegewezen) uiterst tevreden waren over de thuiszorg.

Bij de kwaliteit van uitvoerende overheidsdiensten komen politie en justitie er bekaaid af. Het SCP ontdekte dat in 2006 bijna de helft van de respondenten de dienstverlening in die sectoren als slecht tot matig ervaart. Bijna de helft! Dus iets meer dan de helft is wel positief? Waarom op dit punt met de neagtieve minderheid beginnen?

De Nationale Ombudsman was in 2006 ook niet zo te spreken over een aantal zaken bij politie of justitie. Zo zou de controleerbaarheid van politieverhoren verbeterd moeten worden, evenals het doen en laten van de ME. Verder was een bepaalde regio herhaaldelijk het mikpunt van het ombudsman's onderscheidingvermogen.

De gemeenten komen er, aldus het SCP, een stuk beter af: “Het burgerloket en de gemeentereiniging worden het meest positief beoordeeld (slechts 3% beoordeelt ze als slecht), gevolgd door het onderhoud van het openbaar groen (12% slecht) en het aanvragen van een vergunning (14% slecht)”.

De Nationale Ombudsman had heel andere ervaringen. Vooral de communicatie tussen gemeente en burger liet te wensen over. Brieven naar de lokale overheden worden soms niet beantwoord en wie wel een teken van leven krijgt moet er erg lang op wachten. De ombudsman kreeg in 2005 ruim 1000 klachten over gemeenten en in 2006 waren dat er alweer ruim 1300.

Dan had het SCP ook lovende woorden over het onderwijs: “In 2006 bleek een meerderheid van de respondenten (ruim 60%) tevreden met het onderwijs in het algemeen”. Nuancering: “Tegenover een ruime groep tevreden gebruikers staat echter ook een niet te verwaarlozen groep ontevreden gebruikers, die bij sommige kwaliteitsaspecten kan oplopen tot 50%”.

Mag ik op dit punt de Ombudsman even passeren en verwijzen naar de commissie Dijsselbloem, die constateerde dat als gevolg van vele en snel opeenvolgende vernieuwingen het onderwijs er op dit moment erbarmelijk aan toe is?

Het SCP constateert dat de overheid zich vooral richt op verbetering van de productkwaliteit. De burger wil echter ook meer proces- en structuurkwaliteit. Een aardige bejegening aan het loket is prima, maar zonder te lange wachttijden of onbeantwoorde brieven graag. Dat zou een aardige bijdrage aan het geschetste positieve beeld leveren.

De Ombudsman constateerde dat er in 2006 25 procent meer klachten waren over allerlei overheidsdiensten. Dit jaar meldde de ombudsman dat er in 2007 een lichte daling te zien was, maar dat de overheid toch veel meer moest “investeren in de burger” om te voorkomen dat de verhouding tussen overheid en burger zich zou verharden. Toen waren de rapen gaar en werd hij door Balkenende op het matje geroepen.

Het SCP lijkt nu dus alsnog Balkenende in het gelijk te stellen. Het zijn vooral de gebruikers van publieke diensten die tevreden zijn. De ervaringsdeskundigen dus.

Maar de Ombudsman neemt toch alleen klachten in behandeling van mensen die een ervaring rijker zijn geworden? Zijn die door de SCP-onderzoekers over het hoofd gezien? Of komen er bij de Ombudsman zo weinig klagers langs, dat ze geen significante invloed op de SCP-resultaten kunnen hebben?

Wat denkt u?

Malaise in de polder

Hygiënecode

Bakker: “Mijn bank zegt er ook een te hebben, maar dat blijkt een broodje aap verhaal”.

gedragscode LTO

Boer: “Ja, dat hebben we overgenomen van de banken. Wel zuur, dat we de beloning die de banken krijgen bij het verstoren van een nest, niet in de code hebben kunnen opnemen”.

Godsgeloof verlicht pijn

Kerkganger: “Ik kan de banken aanraden eens bij meneer pastoor te biecht te gaan”.

Campagne tegen valongelukken

Verpleegster: “Kijk, valt er een bank, dan wordt die met wel meer geld overeind geholpen. De zorg duur? Ligt er maar aan over welke zorg je het hebt”.

Zorg voor verpleegkundigen

Zorg voor verpleegkundigen

Het ziekenhuis zorgt goed voor het imago, maar wat minder voor het personeel dat jarenlange ervaring heeft. Verpleegkundigen van 50 jaar en ouder verlaten massaal het hospitaal. Gezondheidsminister Klink kon de 2e Kamer vertellen dat zeker 6600 vijftig-plus verplegers de tent verlaten. Toch gaan een ruime 2000 daarvan elders in de zorg werken. De rest kiest voor ander werk of gaat op de welverdiende lauweren rusten.

Blijkbaar volgt deze groep al het advies op dat Balkenende en Donner gaven aan mensen die zware beroepen uitoefenen: verruil dat zware werk op tijd voor lichter werk. Een advies dat werd gedaan om mensen langer aan het werk te houden, omdat de penioengerechtigde leeftijd omhoog zou moeten.

We kunnen zonder meer stellen dat verpleging een zwaar beroep is. Onregelmatige diensten, patiënten tillen, langdurig op de been zijn, continu alert blijven en het nodige leed voorbij zien komen, trekken een wissel op het uithoudingsvermogen van verpleegkundigen. En dan mogen zie niet eens klagen ook, vinden sommigen. Ze hebben immers zelf voor dat beroep gekozen?
Zeker, maar ik wil nog wel eens zien wie er gaan klagen als er nergens meer een verpleegkundige te zien is.

Nu het spook van de vergrijzing opdoemt, zou het probleem van 50-plus verpleegkundigen die de zaal verlaten, nog een stuk groter kunnen worden. Zo groot dat, ondanks een schitterend imago, de aanwas van jongeren niet toereikend zal zijn om de vacatures te vervullen.
Hoe los je dat op?

Om te beginnen zou de vraag gesteld kunnen worden of het wel verstandig is verpleegkundigen op hoger leeftijd door te laten werken. De ervaring en routine is zeer bruikbaar, maar zou een 65-jarige verpleger nog wel even alert, up-to-date en sterk genoeg zijn om het fysieke werk naar behoren uit te voeren?
Technologie kan een hulpmiddel zijn. Behalve de reeds bekende tilmachines en electronisch verstelbare bedden, zouden er wel meer robots bij kunnen springen. Maar als de technologie even hapert door een stroom- of computerstoring moeten menselijke handen het kunnen overnemen.

Alleen een loopbaantraject, die oudere werknemers aan lichter werk helpt, is ook niet genoeg. Natuurlijk heb je senioren nodig om de jonkies het vak bij te brengen. Maar, straks zijn er dus meer seniors dan juniors en heeft het ziekenhuis wel een heel leger coaches en opleiders, maar nauwelijks kandidaten die onder hun hoede kunnen vallen.

De oplossing zal meervoudig moeten zijn.
Het redelijke salaris wat omhoog, zodat het loon niet de drempel zal zijn voor nieuwe aanwas. Overigens zal dat salaris zeker omhoog gaan als het tekort te nijpend wordt. Zo werkt de markt toch?
Ook geen geknibbel op oudejaars-verlof (boven een bepaalde leeftijd minder uren werken).
En verder hulp uit het buitenland.

Eerdere experimenten met verpleegkundigen uit Zuid-Afrika en de Filippijnen mislukten en nu mogen Poolse verpleegkundigen bijspringen.

Maar dit mag wel nader bekeken worden. Geef mensen uit landen waar de zorgkunde nog verbeterd kan worden, een goed opleiding hier. Met het salaris dat we hier zijn gewend. Laat ze een aantal jaren hier werken en daarna mogen ze het zorgpeil in hun eigen land helpen verbeteren.

Daar moeten we niet zuinig in zijn. Nederland straks koploper in mondiale zorg? Zouden we er trots op kunnen zijn als we daar numero uno in worden?

Update: Het Tilburgse TweeSteden ziekenhuis gaat gastteams inzetten. De gastteam medewerker beantwoord niet-medsiche vragen van de patiënt, helpt het bed opmaken, verzorgt het eten en drinken, haalt tijdschriften, houdt de kamer schoon en kan de patiënt naar onderzoeken vervoeren.
De gastteam medewerkers worden opgeleid tot helpende niveau 2.
Het ziekenhuis wil zo de persoonlijke aandacht voor de patiënt verbeteren.
Zo kan je het werk van de verpleegkundigen ook wat verlichten en hopen dat ze het wat langer volhouden.

Beeld van buiten

Beeld van buitenNog even en het enige beeld dat we hebben van wat er zich buiten afspeelt, zit gevangen in de nauwe kaders van het beeldscherm.
Mensen turen steeds vaker en langer op een of ander scherm. Beperkte zich dat vroeger tot de uurtjes televisie kijken, nu voegt internet daar een hele dimensie aan toe. En wendt men de blik even ergens anders heen, dan is dat om de display van het mobieltje of de tomtom af te lezen. De werkelijkheid wordt steeds virtueler.
Twee voorbeelden.

Ouderen van een zorginstelling in Dordrecht hebben een speciaal beeldscherm gekregen, waarmee ze contact kunnen krijgen met een zorgverlener en medebewoners. Het AD kopt: Camera's maken ouderenzorg lichter. Daarmee wordt niet bedoeld dat de beeldschermen een soort lichttherapie voor de donkere dagen bieden. Nee, personeelstekort leidt tot deze oplossing. Er kan zorg geleverd worden, zonder dat er een verzorger in de woning van de hulpbehoevende bejaarde aanwezig is.

Nou is het van alle tijden dat bejaarden niet zo veel buiten komen. Zat men vroeger achter de geraniums door het raam te staren, nu tuurt men op het beeldscherm. Het verschil? Vanachter de geraniums had je nog een blik op de reality van de straat. Het beeldscherm geeft een heel andere realiteit. Ik zie de efficiëntie van zulke zorg al helemaal voor me.

“Hallo zorgpost”.
“Ja, mevrouw kamer 404?”
“Ik voel me ineens niet zo goed”.
“Okee. Als u misselijk bent past u er dan voor op dat u het beeldscherm niet onderkotst anders kan ik niet zien wat er aan de hand is”.
“Nee, nee, ik ben niet misselijk. Ik voel me alleen wat suffig en moe”.
“Wat heeft u gedaan vandaag?”
“Nou, niets eigenlijk”.
“U moet wat meer bewegen. Niet teveel natuurlijk, anders bent u uit beeld”.

Tweede voorbeeld.
Om de laptop te promoten heeft Hi
een onderzoekje verzonnen. Internet houdt jongeren teveel binnen. Ze komen niet meer dan 2 uur buiten.
Hi stelt dat als jongeren op hun laptop altijd en overal internet zouden kunnen ontvangen, ze veel meer buiten zouden zijn. Vooral studenten (83 procent), zegt het persbericht, geven aan vast meer tijd buiten door te brengen als ze internet op hun laptop hebben.

Naar buiten gaan en dan op je laptop kijken? Krijgen we, na de aan hun mobieltjes gekluisterde passanten, nu ook hele hordes in hun laptop gekeerde hangjongeren op straat? Zitten ze op een terrasje via google earth naar zichzelf te kijken. Ik ben in beeld, dus ik besta. Dat wordt de nieuwe existentialiteit.

Ik begin zo langzamerhand te begrijpen waarom de restjes directe werkelijke communicatie tussen mensen in de openbare ruimte soms zo horkerig verloopt. Men weet domweg niet meer hoe dat moet. Als de veilige virtuele muur wegvalt, weet men niet goed hoe zich naar elkaar te gedragen. Ook al kunnen de beeldschermpjes steeds kleiner worden, de afstand wordt groter.

Voor de weide blik geldt het omgekeerde. De horizon wordt steeds kleiner. Tenslotte geeft een beeldscherm maar een beperkt beeld van buiten.
Ik ben benieuwd hoe de zintuiglijke waarneming zich zal evolueren. En welke gevolgen dat heeft voor werkelijkheidszin.

Opbouw van het zuur

Sta-op stoel

Na het zuur kregen we wat zoet en nu mogen we weer het zuur krijgen. Wie wat pilletjes tegen het oprispend maagzuur wil slikken, moet dat wel op eigen kosten doen. De afbraak van de zorg is begonnen.

Het kabinet neemt adviezen van de CVZ (College van Zorgverzekeringen) en de SER (Sociaal Economische Raad) bijna helemaal over. En dat heeft gevolgen voor wat er nog in de zorgverzekering en de AWBZ blijft.

De leukste dingen gaan er in ieder geval uit. Zo worden de poten onder opa's sta-op stoel gezaagd. Een stoel die de man overeind helpt om buiten een ommetje te maken is ook helemaal niet meer nodig. De SER heeft geadviseerd om “onderdelen van de ondersteunende en activerende begeleiding die gericht zijn op deelname aan het maatschappelijke verkeer” uit de AWBZ te halen.

De waskostenvergoeding voor bewoners van verzorgingstehuizen gaat er ook uit. Dat wordt weer zelf naar het tehuis rijden om opa's vuile was op te halen en in je eigen wasmachine te proppen.

Het is maar een beginnetje. Ik voorspel dat er nog meer gaat volgen. Niets kan dit kabinet nog stoppen en niemand die dat ook doet. Het parlement niet, vertegenwoordigende organisaties niet en de burgers ook niet. Af en toe lijkt er een stormpje op te steken, maar het waait allemaal snel weer over.
Ik kan nog wel begrijpen dat vergoedingen voor brillen woden afgeschaft. Niet iedereen hoeft te zien waar dit kabinet mee bezig is. Maar het wegsaneren van de vergoedingen voor gehoorapparaatjes? Het kabinet wil toch wel dat we goed naar ze luistert?

In “Naar een toekomst zonder werk” schreef ik onder andere dat bij de beheersing van de zorgkosten te veel wordt gedacht wat er allemaal niet meer kan en te weinig wordt gekeken wat er wel zou kunnen. Bijvoorbeeld robots inzetten die als hulpje in (te)huis werken en zelfs de eenzaamheid onder ouderen helpen verlichten.

Die opmerking moet ik inmiddels nuanceren. Er is inmiddels een hoogleraar voor Technologie in de Zorg benoemd. De robots zijn er nog niet, maar hij gaat dat mogelijk maken. Ik vraag me af in hoeverre dat met steun van het kabinet is, want die hoogleraar zetelt wel in de universiteit van Maastricht. En daar willen ze nog wel eens anders te werk gaan dan het kabinet wil, zoals laatst bleek tijdens de discussie over de embryo-selectie.

Maar goed, we mogen niet klagen (historische uitspraak van een groot leider). We hebben het goed en als opa niet meer uit zijn stoel kan komen, wordt het weer lekker rustig op straat, het kenmerk van een veilige staat.