Voedsel voor een appel (D)en(A) een ei

Voedsel voor een appel en een ei Juist nu het 10-jarig bestaan wordt gevierd van de ontdekking van het menselijk genoom, wakkeren wetenschappers de hoop aan dat iedereen voldoende te eten kan hebben. Wat hebben het DNA van een appel en een ei hiermee te maken?

Een ei is pas een dodo-ei als bewezen is dat het een dodo-ei is. Dus wordt van het enige dodo-ei d
at er nog is, aan een DNA-test onderworpen. Omdat men al DNA-materiaal van de poten en de kop van een dodo heeft, kan het DNA van het ei daarmee worden vergeleken. Pas als die match raak blijkt, zal het een dodo-ei zijn, want “we niet zomaar zeggen dat iets authentiek is, terwijl we het nooit hebben getest”, zo stelt de directeur van het museum dat het ei in bezit heeft.

Natuurlijk slaat de fantasie van menigeen op hol. Kan de uitgestorven vogel weer tot leven worden gewekt, nu we het DNA in bezit hebben?
Je kan ook experimenteel fokpprogramma opzetten en net zo lang diverse meeuwen met pelikanen kruisen, tot je een dodo krijgt, maar juist de beschikking van DNA-materiaal maakt het mogelijk veel sneller en veel nauwkeuriger nieuwe natuur te scheppen.

Met appels gaat dat veel gemakkelijker. Dankzij DNA-onderzoek is vastgesteld dat de Golden Delicious al zo’n
65 miljoen jaar bestaat. Nu nog uitvogelen of de eerste appel ook van dat soort was en we weten waar Eva in gebeten heeft toen ze de zondige geschiedenis der mensheid een impuls gaf.
In appels zitten we wat ruimer dan in dodo’s, die ooit volledig verorberd zijn door hongerige Nederlanders. De ontdekking van dodo-DNA kan dus meer betekenis hebben voor ’s werelds voedselvoorziening, dan de datering van een appel.

Vorige week werd ook bekend dat de genetische code van tarwe is ontrafeld. Met die kennis wordt het mogelijk betere tarwesoorten te ontwikkelen, die beter bestand zij tegen plantenziektes of fatale omstandigheden (droogte bijvoorbeeld).
Maar dan gaat er een andere wetenschapper dwars liggen. “We moeten erg voorzichtig zijn met zeggen dat de wetenschap de wereld zal voeden”, zegt hij in De Volkskrant. Niet teveel op de genetica vertrouwen, maar ook belang hechten aan de hervorming van politiek en economie.

Zoals vaak bij de introductie van nieuwe technologie, zijn er tegenstanders van genetisch gemodificeerde gewassen. Onbekend, maakt onbemind en zo zijn er mensen die denken dat een genetisch gemanipuleerd appeltje schade toe kan brengen aan de menselijke gezondheid. Argument: de technologie is nog zo jong dat er te weinig bekend is over mogelijke schade. Sommige tegenstanders aarzelen dus op basis van het genoemde gebrek aan kennis, zeker te weten dat het niet altijd goed is voor mens en natuur.

Veel belangrijker lijkt mij echter die hervorming van politiek en economie. Binnen de huidige stelsels is het mogelijk dat bedrijven die genetisch gemodificeerde zaden en gewassen monopoliseren en dat de klanten (landen) het verkeerd inzetten. Eén succesvol plantje even grootschalig inzetten als de natuurlijke voorganger, leidt evenzeer tot ontbossing of het wegconcurreren van lokale landbouw.

Uiteindelijk gaat het er om wie de technologie en de producten daarvan in bezit heeft. Een ongelijke verdeling levert natuurlijk net zoveel ongelijkheid in de wereld op, als bij traditionele landbouw en veeteelt het geval is. Als gentechnologie niet goed is verdeeld èn het ook nog eens verkeerd wordt toegepast, is een wereld waarin iedereen voor een appel en een ei te eten heeft, pure fictie.
Genetische manipulatie kan, in de kern van de zaak, wel een oplossing zijn. Als het gedijt in een wereld zonder politieke en economische manipulatie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *