Vrouwen moeten werken. Maar waar?

GordijnenHet kabinet joeg bijna iedereen in de gordijnen met de slogan dat de vrouw geen lustobject is. Maar er was nog meer vrouwvriendelijks te melden. Het kabinet wil ook dat er meer vrouwen werken. De vraag is alleen: voor of achter de gordijnen? CDA en CU zien vrouwen het liefst er achter, als moeder-de-vrouw. De PvdA wil ze graag achter de gordijnen vandaan jagen, richting arbeidsmarkt. Het beleid is net zo “rechts-links”als de coaltitie zelf: beetje geld naar gezin en kind, beetje geld naar kinderopvang en nog wat naar arbeidsparticipatie. Alsof de VVD nog deel uitmaakt van de regering, kiest het kabinet niet voor al te veel staatbemoeienis. De mensen, in dit geval vrouwen, mogen zelf kiezen van welke geldstroom ze gebruik willen maken.
Het kabinet hangt zelf wel het rolmodel uit. In het streven om in 2016 zo'n 74% vrouwen op de arbeidsmarkt te hebben, geeft men zelf al het goede voorbeeld: met 69% vrouwen in het kabinet zijn ze aardig op weg. Daarmee troeft de regering het parlement ruim af. Slechts 39% van de 2e Kamer bestaat uit vrouwen (de 1e Kamer telt 35% vrouwen).
Het lijkt leuk die 69% vrouwen in het kabinet, maar het grootste deel daarvan is staatssecretaris en geen minister. De PvdA heeft als enige de minister- en staatssecretarisposten keurig fifty-fifty verdeeld. Het CDA vindt twee ministers wel genoeg en de CU heeft de enige vrouw op een secretariaatje weggestopt.
In het parlement bestaat alleen de kerseverse fractie “lid Verdonk” uit 100% vrouwen. Maar dat telt niet mee, want Rita is nog niet aan partijvorming toegekomen. Ook de Partij voor de Dieren (2 zetels in 2e Kamer) laat het werk voor 100% door vrouwen doen. Verder zijn bij Groenlinks (57%) en PvdA (52%) behoorlijk wat vrouwen vertegenwoordigd.
De overige partijen in 2e Kamer bestaan voor iets meer dan een derde uit vrouwelijke volksvertegenwoordigers. Treurige hekkensluiters zijn de PVV (11% vrouw in de fractie) en de SGP (nul procent).
In het totale politieke gebeuren (kabinet, 1e en 2e Kamer) haalt de arbeidsparticipatie van vrouwen met 38% amper de helft van de streefcijfers van Plasterk.
Is dat representatief voor de rest van het land? Absoluut niet. De arbeidsparticipatie voor vrouwen stond op 59,8% in 2006. De politiek loopt dus nog flink achter. Behalve het kabinet dan. Maar in de verdeling van de werkzaamheden binnen het kabinet geven CDA en CU toch de toon aan: ondersteunende werkzaamheden, zoals secretariaatswerk. Niet te gek veel vrouwen op leidinggevende functies. Plasterk zal zijn hoofd dus nog flink stoten aan het glazen plafond, want dat is van christelijk, oerdegelijk en keihard veiligheidsglas.
In tijden van oorlog zie je ook de arbeidsparticipatie van vrouwen stijgen. Mannetje naar het front, vrouwlief naar de fabriek. Deze regering trekt ook ten strijde: tegen de vergrijzing. Men vreest de kosten die dat met zich mee zal brengen en dus moet iedereen de handen uit de mouwen steken om een bijdrage te leveren. Alle arbeidskrachtige mensen. En het kabinet is nu dus bereid onder mensen ook vrouwen te rekenen. In de oorlog tegen de vergrijzing zal onze emancipatoire regering de vrouwen deze keer wel naar het front sturen. Als bejaardenverzorgsters, geriatrische verpleegsters en schoonmaaksters in verzorgingstehuizen. Wat er dan nog overblijft aan vrouwelijk arbeidspotentieel mag als crècheleidster aan de slag om op elkaars kinderen te passen.
Wat zegt u, mevrouw? U zit ineens hoog in de gordijnen van zo'n scenario? U bestuurt liever een staalconcern dan dat u het wagentje met maaltijden door het verpleegtehuis rijdt? U wil liever de touwtjes in handen hebben dan de spaghettisliertjes die uit de mond van een demente patiënt hangen? Denkt u dan nog eens even goed na bij de eerstvolgende verkiezingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *