Tag archieven: ruimtelijke ordening

Meer ruimte per persoon

Meer ruimte per persoon Alsof bij de individualisering de einder nog lang niet in zicht is. Zo mag je het CBS-bericht wel lezen over de verdeling van de vierkante meters Nederland. Er is in tien jaar tijd 17 duizend hectare woonterrein bijgekomen. Huishoudens namen minder ruimte in beslag, individuele personen juist meer.

Elke centimeter lijkt in Nederland nu wel op de een of andere manier benut. Ter land of ter water, alles heeft een functie. Ongerepte natuur is er niet. Toch is het nog aardig groen in Nederland. Nuttig groen, dat wel. Van de 80 procent land gaat het grootste deel op aan de agrarische sector. Slechts 10 procent gaat op aan bebouwd terrein.
Wie bij het persberichtje van het CBS doorlinkt naar de meer gespecificeerde gegevens (zie deze CBS-Statline), ziet hoe de ruimte is verdeeld.

Om te beginnen is er een fractie ruimte bijgekomen. Nederland is tussen 1996 en 2006 maar liefst 0,04% groter geworden.
Het heeft de agrarische sector niet mogen baten. Dat is de enige functie die aan oppervlakte heeft verloren (-3,26%). Dat verlies is deels opgegaan aan water, waarvan het oppervlakte met 1,44% is toegenomen. Maar de landbouw heeft natuurlijk ook ingeleverd op bijna elk ander terrein.

Opvallend is de grote groei van semi-bebouwd terrein. Daarmee wordt bedoeld: begraafplaatsen, vuilstortplaatsen en wrakkenopslagplaatsen. Maar ook delfstofwinplaatsen en bouwterreinen, waar nog niet wordt gewoond of gewerkt. Die categorie bewijst dat Nederland maakbaar blijft, want die nam steeds meer hectares in beslag. Ook de begraafplaatsen en de wrakkenopslagplaatsen groeiden.
Vuilstort en delfstofwinning namen minder ruimte in.

Een tweede ruimtevreter zijn de recreatieterreinen. Dat zal ook menig boer in het nauw hebben gebracht. Ruim 10,5% meer vierkante meters zijn tot ontspanningsoorden omgetoverd.
Daartoe rekenen we parken, plantsoenen, sportterreinen, volkstuintjes, campings, wandelgebieden, enzovoorts. De volkstuintjes hebben ingeleverd, de rest is gegroeid. Opvallend hierbij is dat parken en plantsoenen aardig zijn uitgedijd.

Pas op de derde plaats komt de functie wonen en werken. Er is 9,8% meer hectare aan opgegaan aan wonen, winkels, bedrijven, openbare en sociaal-culturele voorzieningen.
Die laatste twee categorieën zijn nauwelijks of niet gegroeid. Wonen, winkels en bedrijven wel. U snapt waarom menig Nederlanders als een gestresste kip op die paar vierkante leefruimte rondloopt. Voor ontspanning moet-ie de scharrelruimte uit. Naar de recreatieterreinen die hierboven zijn genoemd.

De CBS-cijfers zijn in
deze excelsheet samengevat. Het aandeel bebouwd terrein neemt nog geen 10 procent van alle oppervlakte in gebruik. Maar wat groen (land) of blauw (water) is, heeft wel vaak een functie waar mensen op de een of andere manier gebruik van maken. Of dat nou per huishouden, of per persoon is.
Maar goed, ongerepte natuur, daar hebben we niks aan. Het is maar goed dat die paar stukjes land waar wij niet mogen komen, door staatsbosbeheer onder controle worden gehouden. We willen niet aan onkruid ten onder.

Meer bevolking, minder bouw?

Meer bevolking, minder bouw? Gisteren presenteerde het ministerie van VROM (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) het rapport “Verkenning effecten stimuleringsmaatregelen rond de woningbouw” (zie dit pdf-document uit de kamerstukken).
Het gaat niet goed met de bouw. De productie daalt en de komende jaren gaat het nog slechter. De regering probeert dat met diverse stimuleringsmaatregelen tegen te gaan.

Dat mag ook wel. Niet alleen om de werkgelegenheid in de bouw te redden, maar vooral om te zorgen voor voldoende woningen. De bevolking groeit namelijk wel en het aantal huishoudens neemt ook toe. De bouwproductie neemt echter af. In alle sectoren: nieuwbouw, utiliteitsbouw (bedrijfsgebouwen) en GWW-bouw (grond-, water- en wegenbouw).
De productie in die laatste sector daalt echter het minst. Volgend jaar wordt een productiekrimp van -3,5 procent verwacht, terwijl de nieuwbouw met -13,5 procent daalt en de utiliteitsbouw met -19 procent.
Vanaf 2011 zet de productiedaling door, maar stukken minder dramatisch. Pas in 2014 wordt een stijging van de bouwproductie verwacht. De vraag is of dan voldoende inhaalslag gemaakt kan worden om het toegenomen aantal huishoudens (een gemiddelde stijging van 0,8 procent) te huisvesten.
(Cijfers in
deze excelsheet bijeengebracht)

Zolang er genoeg woningen en bedrijfspanden leeg staan om de groei van huishoudens en bedrijvigheid te huisvesten, is dat geen ramp. Maar vooralsnog zijn er meer lege bedrijfsruimten dan lege woningen. Moeten starters op de huizenmarkt nog jaren bij moeders en vaders thuis wonen, voor ze op eigen benen kunnen staan?
En waarom daalt de productie in de grond-, water- en wegenbouw zo veel minder dan in de nieuwbouw?

Kijken we naar de stimuleringsmaatregelen van de overheid, dan zie je dat er wel degelijke veel meer geld in nieuwbouw wordt gepompt, dan in wegenbouw. Het helpt echter niet de huizenbouw op korte termijn te versnellen. Verhoudingsgewijs kun je stellen dat de miljoenen die naar nieuwbouw gaan, veel minder effectief zijn, dan de euro’s die aan wegenbouw worden uitgegeven. Sterker nog, dat rendeert veel eerder dan bij de nieuwbouw, hetgeen te zien is in deze samenvatting van de cijfers. (In procenten: de bevolking- en huishoudens in de 2e en 3e kolom en de bouwproductie in kolom 4 t/m 6; de stimuleringsmaatregelen in de laatste kolommen, uitgedrukt in miljoenen euro's).

Bevolkings- Huis- Nieuw- Utiliteits- GWW- Nieuw- en GWW-
toename houdens bouw Bouw Bouw utiliteitsbouw bouw
2009 0,9 1,0 -10,5 -8,0 -3,0 315
2010 0,8 0,6 -13,5 -19,0 -3,5 1600 200
2011 0,8 0,7 -2,0 -1,5 1,5 1215 200
2014 1,3 0,7 6,0 4,0 1,5 -820 -165
Gem. 1,0 0,8 -5,0 -6,1 -0,9 782,5 100,0


Het probleem is complex. Want in de toch al volle Randstad, zal het aantal huishoudens veel sterker groeien, dan in ander delen van het land. Daar is eerder sprake van een krimpende bevolking (zie ook
de Ruimtemonitor). De oplossing zou dus kunnen komen van stimuleringsmaatregelen, die leiden tot een betere spreiding van alle inwoners. In het verleden waren die niet zo succesvol. Er werden wel wat overheidsdiensten naar het noorden en zuiden van het land verplaatst. Het heeft echte de krimpprognoses voor die gebieden niet erg positief beïnvloedt.

Maar goed, zou het helpen als er een flinke schep afging van de stimuleringsmaatregelen voor de GWW-bouw en die overkiepen naar de nieuwbouw?

Nederland rommelmarkt

Nederland rommelmarkt “De ruimtelijke inrichting van Nederland verandert, dat is zeker. Maar om te weten of zij rommeliger wordt, moet je voor ogen hebben hoe Nederland eruit behoort te zien”. Dat zei Wim Derksen, directeur van het Ruimtelijk Planbureau, in een artikel van de VNG in 2007.

Misschien moet dat anders worden geformuleerd worden. De rommeligheid van het Nederlandse landschap wordt bepaald door wat iemand zich voor zijn ogen ziet afspelen. Zo vindt minister Cramer, verantwoordelijk voor Mooi Nederland, een snelweg natuurlijk niet het fraaiste element van het landschap, maar het is wel de locatie van waaruit je een mooi uitzicht hebt op zeer gewaardeerde panorama's.
Ze schreef een burgerraadpleging uit en distilleerde daar een top-tien van de
favoriete snelwegpanorama's die door filerijders zijn aangewezen. Behalve de Veluwe, werden ook de Moerdijkbrug, de Brienenoordbrug en de Afsluitdijk bestempeld als hemelse uitzichten.
Ook
vier provinciale bestuurders deden mee. De commissarissen der koningin kozen natuurlijk voor hun eigen provinciale asfalt, waar nog aardig wat natuur langs ligt.

De gezamenlijke Provinciale Milieufederaties doen de burgerraadpleging nog eens over. Tot juli kun je stemmen op één van de zes genomineerde rommeligheden in jouw provincie. Op de website verknipt landschap konden burgers plekken melden die hun een doorn in het oog waren. Tevens kon met oplossingen aandragen om die rommel op te ruimen. In oktober willen de Provinciale Milieufederaties aan de slag met het opschonen van de meest verrommelde plekken.

Hoewel minister Cramer met 13 miljoen euro zuinig ruimtegebruik wil stimuleren, verrommeling wil tegengaan en mooiere steden en landschappen wil creëren, vinden de Provinciale Milieufederaties dat de bestaande verrommeling ons landschap blijft ontsieren en ontstaat er nog steeds nieuwe verrommeling. Ze vinden het hoog tijd dat de verrommeling van Nederland echt wordt aangepakt en opgeruimd.

Wie wil stemmen moet op de website op een wat ingewikkelde manier de genomineerde plekken zien te vinden. En dan zie je dat er net zo verschilend over rommelig landschap wordt gedacht, als voer snelwegpanorama's.
Zo wordt een
bouwlocatie bij Pijnacker (Zuid-Holland) een lastige puinhoop gevonden, die met geluidswallen en schermen aan gehoor en gezicht onttrokken zou moeten worden. Een recreatiepark in het Lauwersmeergebied (Friesland) mag nog zulke fraaie bungalows hebben, maar het aantal moet beperkt worden. In Zeeland zouden de borden weggehaald moeten worden, die actievoerders van de Groene Leugen in de akkers hebben geplaatst. De Groene Leugen is een initiatief van ondernemers die zich zwaar gehinderd voelen door milieuorganisaties.

Tja, de een zijn rommel is de ander zijn brood. Nederland is zo klein dat het niet veel moeite moet kosten het een beetje netjes te houden. Toch is dat tot één van de belangrijke problemen van dit land gebombardeerd.
Werken, recreëren en natuurbehoud moet samen gaan. Dat wordt dus puzzelen op de vierkante centimeter. En hoe lovend het ook is dat minister Cramer en de Provinciale Milieufederaties de burger raadplegen, zo kom je er niet uit. De “wisdom of the crowds” werk hier niet. Iemand die de Randstad ontvlucht om landschappelijk te gaan wonen, ziet natuurlijk liever geen loods van een betonbedrijf naast zich. En de boer, hij ploegt voort en ziet zijn akker niet graag onder water gezet.

Is Nederland te klein voor natuur? Of moeten we “rommel” tot onze natuur rekenen?

Ruimte na de dood?

Kerkhof

Ruimtelijke ordening bezorgt bestuurders en planologen steeds meer kopzorgen. Het wordt bijvoorbeeld alsmaar lastiger ruimte te vinden waar men het zo geplaagde hoofd te ruste kan leggen, als magere Hein is langs geweest.

De burgemeester van het zuidfranse Sarpourenx heeft een uitstekende oplossing. Hij wil het overvolle kerkhof met een luttele 400 m2 uitbreiden naar het aanpalende stukje landbouwgrond ter grootte van 5000 m2. De boer heeft bezwaren en de rechter verbood de uitbreiding. De burgemeester verbied nu zijn ingezeten te overlijden. Wie toch binnen de gemeentegrenzen sterft, riskeert een fikse boete.

De maatregel is natuurlijk bedoeld als protest tegen het rechterlijk besluit.
Vorig jaar was er een soortgelijk geval in
Cugnaux (Haut-Savonne). Daar wilde de burgemeester een stukje van de naburige militaire basis vorderen.
Op last van Defensie stak ook daar een rechter er een stokje voor, waarop de burgervader een sterfverbod afkondigde. Na een volkspetitie besloot een hogere rechter dat de militairen best een stukje af konden staan en in Cugnaux mag men aan het graven slaan.

Nou zijn die franse kerkhoven een geval apart. De graven worden opgetuigd met complete bouwwerken. Dat levert fraaie monumentjes op, maar neemt wel erg veel ruimte in beslag.
Dat is in nederland heel anders geregeld. Hier moeten grafzerken aan voorgeschreven maten voldoen. Plaats je een iets te groot object op het graf, dan wordt dat
onverbiddelijk verwijderd.

Denk niet dat dit een klein probleem is. In nederland moet elke vierkante centimeter bevochten worden voor de meest uiteenlopende bestemmingen. Zo kan een kerkhof pal langs een doorgaande weg liggen. Tekort aan parkeerplaatsen leidt tot situaties, waar begrafenisgangers voor hun leven moeten rennen om langsrazend verkeer te ontwijken.
Of wat te denken van mensen wiens bestaanzin uit
duivenmelken bestaat, maar die het veld moeten ruimen omdat het kerkhof oprukt?

Is er wel genoeg ruimte na de dood?
Met de op handen zijnde vergrijzing, mag er zeker een sterftegolf worden verwacht. Begraafplaatsennood kan wel eens een nieuw maatschappelijk probleem worden.
De tot nu toe bekende methode, het
ontruimen van oude, soms lang vergeten graven, zal niet toereikend meer zijn.

In Oss heeft men daar al wat ervaring mee. Topsterfte noopt de gemeente ook daar de begraafplaats uit te breiden. Daar moet wel eerst een bestemmingsplan voor worden gewijzigd, want er moet een perceeltje bos voor worden gekapt.
Ook in
Dordrecht moeten bomen en struiken het loodje leggen voor nieuwe graven.
Dat kappen en snoeien mag vandaag de dag niet zomaar. We hebben het groen hard nodig om de CO2-uitstoot op te vangen. Een prangende vraag gaat dus ook worden hoe je klimaatneutraal kunt begraven.

Het zal heel wat creativiteit vergen van de ruimtelijke ordenaars de laatste rustplaats voldoende eerbiedige ruimte te geven. Burgemeesters zouden ook hier tot een sterfverbod kunnen besluiten, maar nederland is niet zo tuk op verboden. Je zult zien dat er dan een massale volksopstandneerlegging komt en mensen uit protest de eeuwige jachtvelden opeisen.

Nederland is echter sterk in haar maakbaarheid. Begraafflats, drijvende kerkhoven voor de kust, sarcofagen in de Afsluitdijk, boeren die bijklussen als begrafenisondernemers, leegstaande kantoorpanden ombouwen tot kistenkolossen. Het is allemaal mogelijk.
Komen we dan nog ruimte tekort, dan kan de regering haar onderdanen natuurlijk een gedragscode opdringen: goed burgerschap dient met een crematie te eindigen.

De ruimte na de dood, hoe ziet die er uit, volgens u?