Tag archieven: psychische stoornissen

Gestoorde detentie

Gestoorde detentie Ruim de helft van de gedetineerden hebben een psychische stoornis. Ja, zou mijn ome Jaap zeggen, anders zaten ze niet in de bajes.
De Pompestichting constateerde dat dik 56 procent een of andere psychische stoornis heeft en ruim 80 procent er ooit een heeft gehad. Velen worden niet behandeld of willen niet geholpen worden. Dat moet anders, vindt de Pompestichting (interview met Erik Bulten van de Pompestichting als podcast te downloaden bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde).

Ik sta niet te kijken van die cijfers. Op mijn werk (voor dak- en thuislozen) is inmiddels de helft van de bezoekers belast met een psychische stoornis. Een deel van ons “publiek” is regelmatig “op vakantie”, het eufemisme voor detentie. Het aantal groeit gestaag. Van de tien nieuwe aanmeldingen zijn zeker acht mensen potentiële ggz-klanten.
Zijn gedetineerden en dak- en thuislozen een select groepje op dit gebied? Geenszins.
In december 2007 was hier te lezen dat de Nederlandse state of mind er beroerd aan toe was: ruim 40 procent van alle 18 tot 65-jarigen had wel eens een psychiatrische aandoening gehad. Dat wees het
Nemesis-onderzoek uit. Nemesis is een monitor die het Trimbos-instituut gebruikt om onze geestelijke gesteldheid in de gaten te houden.

Begin dit jaar wist het CBS te melden dat de GGZ (geestelijke gezondheidszorg) een bloeiende business is. Een gemiddelde volume toename van 14 procent per jaar en een kostenstijging van 162 naar 275 euro per hoofd van de bevolking, toont aan dat steeds meer mensen gebruik maken van de GGZ.
Steeds vaker worden details bekend. Bijvoorbeeld dat het er in de stad een stuk gekker aan toegaat dan op het platteland. Bij stedelingen komen
38 procent meer psychische problemen voor dan bij plattelanders.

Meer mensen zijn dus bekend met de GGZ. Toch zijn er onder de mensen die vrij rondlopen, nog veel die niet worden behandeld. Dat komt deels door de wachtlijsten die zijn ontstaan door de grote toeloop, anderzijds zij er ook nog velen die niet naar de psychiater willen. Het is binnen de gevangenis dus niet gek veel anders dan daar buiten.

De vraag is wel hoe die grote aantallen en groei ontstaan. Daar heeft nog niemand een adequaat antwoord op gevonden.
Er zijn mensen die menen dat de verbeterde pr van de ggz leidt tot een grotere klandizie. Ongetwijfeld waar. Van hoogtevrees tot een beetje down, je vind al gauw een ggz- of particulier kliniekje waar je er cognitief therapeutisch vanaf wordt geholpen.
De VPRO's zomergast van vanavond,
Trudy Dehue, meent zelfs een depresssie-epidemie waar te nemen, veroorzaakt door onze welvarende prestatie-maatschappij en een handje geholpen door de farmaceutische industrie, die antidepressiva aflevert waar je eerder slechter dan beter van wordt.

Er zullen wel meerdere oorzaken zijn. Wat ik echter zorgelijk vind, is dat steeds meer mensen met een ernstige stoornissen (zoals schizofrenie en borderline) in het dak- en thuislozencircuit terechtkomen en ook in de gevangenis. Voor alle duidelijkheid: ik zeg niet dat een psychiatrische patiënt die zich op het criminele pad begeeft maar vrij mag rondlopen. Wel zal eens beter gekeken moeten worden, hoe die groei te stoppen is.

Dat is lastiger dan je denkt. Ook al is het aantal gedwongen opnames, gelast door een rechter, de laatste jaren toegenomen, de wet kent restricties die het moeilijk maakt zomaar iemand op te pakken voor een ggz-behandeling. Da's prima. Er zijn tenslotte veel meer mensen, die wel een stoornis hebben, maar die niet tot acties overgaan, waarmee ze rijp zijn voor justitie.

Op mijn werk komt het helaas herhaaldelijk voor dat we iemand met een stevige stoornis achteruit zien gaan en er kan pas wat worden ondernomen als diegene in de fout gaat. Dat kan zijn dat er ineens stoelen door de lucht vliegen, maar ook dat er klappen vallen waar omstanders de dupe van zijn. Dan komt het crisisteam en de politie er aan te pas en is de ggz- en justitiële dossiervorming een feit. Dossiervorming is hier het eufemisme voor een glanzende ggz- en justitiële carrière.

Wil de groei van het aantal mensen met een stoornis gestopt worden, dan is er werk aan de winkel. Welk werk en hoe? Ik weet het niet, want beschik niet over de nodige kennis. Degenen die dat wel hebben, zouden wel wat meer steun van de overheid kunnen krijgen. De bekende riedel: meer geld, meer personeel, meer faciliteiten en meer innovatie (=betere behandelmethoden).

De idioot in bad.

Idioot in badAandacht is als een warm bad. Dat geldt zelfs voor de meest egocentrische solisten. Vandaag wordt de idioot in dat bad gedompeld. Het is de werelddag van de geestelijke gezondheid. Uw aandacht wordt gevraagd voor mensen in wiens bovenkamertje het er rommelig aan toegaat.
De kalender staat vol van aandacht vragende dagen en ze helpen maar zeer marginaal. De psychische gezondheidsdag wordt al
vanaf 1992 georganiseerd en blijkt, 15 jaar later, nog steeds nodig. De idioot krijgt zijn bad, maar “elke week is hem het lot beschoren, opnieuw een bange idioot te zijn gebleven”(uit het prachtige gedicht van M. Vasalis, “De idioot in bad“).
Het nederlandse Fonds Psychische Gezondheid kiest ervoor elk jaar een thema onder de aandacht te brengen.
Dit jaar: eetstoornissen.
Het lijkt wel of de wereld steeds gekker wordt. Het
aantal psychische stoornissen breidt zich uit. Geen probleem als je met behulp van een internet-therapeut (E-mental health) er weer van af kan komen. Er zijn ook aardig wat psychiatrische stoornissen, die goed te verhelpen zijn. Er zijn zo'n 27.600 mensen met een eetstoornis, maar dat aantal breidt zich niet uit, omdat er zoveel mensen ook weer van genezen, dat het aantal redelijk stabiel blijft. Maar wat te denken van de 17 duizend mensen die vorig jaar gedwongen werden opgenomen?
Een deel van die mensen zal genezen, maar een behoorlijk deel zal chronisch patiënt worden en tot de ongeveer 18.000 mensen gaan behoren die een lange tijd, soms zelfs de rest van hun leven, binnen de muren van een psychiatrische instelling verblijven.
Maar, kort of lang verblijf, eenmaal “uitbehandeld” is het oppassen geblazen. In toenemende mate komt de idioot op straat terecht. De idioot is tijdens zijn opname en behandeling huis, werk en sociale omgeving kwijtgeraakt. Dat moet weer worden opgebouwd. Door onvoldoende nazorg, door wachtlijsten bij “bemoeizorg”-organisaties, door een geschiedenis van schulden die dan weer boven water komt èn door het gedrag van de idioot zelf (wie wil er nu een buurman die miden in de nacht op het dak aria's staat te zingen?) is de straat de enige verblijfplaats die de idioot rest. En op straat gaat het binnen de kortste keren weer bergafwaarts. Medicijnen kwijt of vergeten in te nemen, dealertjes die de idioot (weer) aan de drugs helpen en regelmatig de toegang tot de nachtopvang ontzegd omdat er in zo'n opvang nou eenmaal geen psychiatrisch verpleegkundigen werken die weten hoe met het gedrag van de idioot om te gaan.
De idioot vraagt af en toe zelf om hulp. De hulpverlener is dan verplicht hem een aantal vragen te stellen en de idioot mag zijn hele vervelende geschiedenis weer op tafel leggen. De idioot wil rust, een dak boven zijn hoofd en elke dag een bad, want dat helpt hem zichzelf te kunnen zijn. Meer niet. Maar de hulpverlener is, dankzij de WMO (Wet Maatschappelijke Opvang), verplicht de idioot alle hulp te bieden die verder nodig wordt geacht. De idioot moet dat wel aannemen want anders is hij zijn dakloze-uitkering kwijt en de kans op een woninkje voor hemzelf kan-ie wel schudden. De idioot wil een eigen leven, maar zijn leven past niet zomaar tussen die van “de andere mensen”. De idioot loopt daarom vaak genoeg weg bij de hulpverlening en dat draait steevast op alweer een dwangopname uit.
Het is een netelige kwestie. Geef je de idioot net zoveel vrijheid als iedere andere burger, dan loopt hij wel risico's. Het zou echter een erg dure zaak worden als elke idioot net zoveel persoonlijke bescherming kreeg als politici die bedreigd worden. Maar die worden dus wel tegen krankzinnigen beschermd. De idoot moet zelf maar uitzoeken hoe hij het, ook voor hem, krankzinnige leven tegemoet treedt. Gaat dat mis, dan maar weer gedwongen het gekkenhuis in.
Zeker, als je het hem vraagt weet-ie wel wat voor plaats hij in dat leven wil. Die plaats lijkt er echter niet in onze samenleving te zijn. Een enkel keertje gaat dat wel goed. De idioot die hier in de buurt op een kamertje woont, krijgt van de bakker elke dag een broodje en een kop koffie, de buurman houdt een oogje in het zeil en toen hij laatst zijn straatkrantje stond te verkopen knoopte iemand een gesprek met hem aan. Hij had wat last van een haartje in zijn oog en vroeg of zijn gesprekspartner dat wilde weghalen. Alsof dat vanzelf sprak deed die voorbijganger dat ook. Een verzorgingsritueeltje dat eigenlijk van alle dag zou moeten zijn.
Maar meestal leeft de idioot in angst. Hij is bang voor wat de mensen van hem denken, bang voor wat mensen van hem willen, bang om op straat te leven en bang om opgesloten te worden. Die angst is geen psychiatrische stoornis, maar een realiteit. Die realtiteit is niet te verhelpen met een pilletje of internettherapie.
Komt u de idoot toevallig tegen, geef hem dan eens dat bad van aandacht. Een praatje is genoeg.