Tag archieven: Ruth Oldenziel

Bruggen of barsten

Bruggetje

Voor de tweede keer in drie maanden tijd delft een brug het onderspit in China (nu in de provincie Hunan en in juni in de provincie Guandong). Daarmee staat het imperium op gelijke voet met Amerika, waar ook kort na elkaar twee bruggen in elkaar donderden (in Minneapolis en in Arizona). Op dit gebied zijn het dus elkaars treurige gelijken. Eén verschil: terwijl de laatste brug instortte, vrijwel tegelijkertijd met de aankondiging van de Chinese overheid dat het 6000 gammele bruggen gaat repareren, duurde het in Amerika iets langer voordat men meedeelde alleen de 750 bruggen met dezelfde constructie als de rampbrug nader te inspecteren.

Na de brugramp in Minneapolis stortte de nederlandse journalistiek op de kwaliteit van de bruggen in ons land. Waar de één denkt dat we ook hier de bruggen zijn vergeten, beweert en andere expert dat we geen rampen hoeven te verwachten.

Volgens hoogleraar techniekgeschiedenis Ruth Oldenziel is de situatie hier niet te vergelijken met Nederland. “In een land waar de vrije markt boven alles is verheven, tellen de publieke werken niet”, zo stelt zij. Amerika kent geen centrale organisatie die zich bekommert om het onderhoud van bruggen, terwijl wij hier het machtige orgaan van Rijkswaterstaat kennen. Waar in Amerika elke staat maar moet zien hoe het zijn infrastructuur onderhoudt, regelt hier Rijkswaterstaat de zaakjes. Of zoals expert Oldenziel zegt: “Eén centraal loket met genoeg geld om het onderhoud van de Nederlandse bruggen, wegen en watergangen te regelen.” Je vraagt je af waarom in China, dat alles zeer centralistisch regelt, dan wel de bruggen instorten.

Maar Oldenziel heeft waarschijnlijk gelijk. Hier wordt het onderhoud van bruggen zo serieus genomen dat we niet hoeven te klagen over een plots verbroken verbinding. Nee, er wordt over dat onderhoud zelf geklaagd. Het duurt te lang en dat kost het beroepsvervoer centen, dus de gezamenlijke tranportbedrijven overwegen nu een gigantische schadeclaim in te dienen bij Rijkswaterstaat.

Nu gaat dat over betonnen bruggen, waarvan er zeer waarschijnlijk nog een aantal aan restauratie toe zijn. Dat gaat dan opnieuw voor de nodige verkeersstremmingen zorgen. Als bij elke reparatie ook een schadeclaim wordt gehonoreerd, dan moeten we ons toch afvragen of een brug wel al die moeite waard is. Dat gaat klagende belastingbetalers opleveren en dan komt er een dag dat het kabinet een brug te ver gaat en in het kolkend water der burgerkritiek ten onder gaat.

In Rotterdam hebben ze goed begrepen hoe je een bruggetje slaat tussen overheid en burger. In de deelgemeente Prins Alexander (jawel, genoemd naar ons nationale hoofd rijkswaterstaat) is het slecht gesteld met de vele houten voetgangersbruggetjes. Een deel is zo gevaarlijk dat die al afgesloten zijn. Nu kost het een aardige duit om ze allemaal te reperaren of te vervangen. Maar er is slechts geld om vijftien van de zeventig waterovergangen te herstellen. Nu worden de burgers gevraagd welke bruggen naar hun mening mogen verdwijnen.

Kijk, een klein voorbeeld van de grootheid der nederlandse democratische bruggenbouwers. Daar kunnen ze in Amerika en China nog heel wat van leren.