Tag archieven: SER

De prikklok moet bijgesteld worden.

Haast Het gedoe met winter- en zomertijd is bedoeld om ons met een zonnig humeurtje aan het werk te houden. Dat humeur wordt echter flink verpest, omdat werktijden teveel samenvallen. Daarom komt de SER morgen met een advies, om de maatschappelijke dienstverlening beter af te stemmen op de werktijden van de hardwerkende Nederlander. De SER wil een slimmere organisatie van de tijd en plaats van arbeid en dienstverlening.

Zowel de bedrijven als de werknemers moeten afstemmen op de dienstverlening en die moet zich ook wat aanpassen aan de tijden van noeste arbeid. Zo zouden gemeentelijke loketten minimaal één avond in de week open moeten zijn. Dat advies komt juist in een tijd dat veel loketten worden gesloten, omdat er ambtenaren worden wegbezuinigd.
Ook bij tal van dienstverlenende organisaties moet het werk met minder mensen worden gedaan. Het zal dus lastig zijn een advies op ieders maat op te stellen.

Het lijkt wat vreemd dat werkende mensen te weinig tijd hebben, om privé hun zaakjes te regelen. Er wordt steeds minder gewerkt. Nederland hoort,
volgens de OESO, bij de landen waar de mensen het laagste aantal arbeidsuren per dag kennen. De werkweek wordt ook steeds korter, meldt Elsevier. Onder andere omdat meer mensen part-time zijn gaan werken.
Maar ze hebben het wel drukker gekregen. Met allerlei hobby’s en vrijwilligerswerk. Juist in tijden van crisis, blijken mensen meer vrijwilligerswerk te willen doen.

Die crisis zorgt er ook voor dat de groei van de beroepsbevolking er wel een beetje uit is. In drie jaar tijd is die groei afgenomen van 0,26 naar 0,03 procent. Ook al beweert het kabinet voor meer banen te zorgen, voorlopig worden er alleen maar
banen wegbezuinigd. Dat is dan misschien van korte duur, maar het werkzaam deel der bevolking schommelt al jaren rond de 50 procent op de totale bevolking en er heerst de vrees dat de vergrijzing dat wat lager zal maken.

Het probleem zit hem dus niet in de weinige tijd die werkende mensen zouden hebben, maar in het gegeven dat veel werk tegelijkertijd plaatsvindt of op niet bij elkaar passende tijden. Iemand die van 9 tot 5 werkt, vindt na vijf uur menig loket gesloten of moet zich rothaasten om binnen een uur tijd de medicijnen voor de snotverkouden kinderen op te halen.
Wie vooral ’s avonds werkt, wil graag eerst uitslapen, voor hij of zij het paspoort gaat verlengen. Een horecamedewerker komt dan net bij het loket als die dichtgaat wegens de lunchpauze en daarna is er amper tijd meer, omdat de horecagelegenheid om twee uur open moet.

Wordt het niet eens tijd voor een 24-uurs economie, waar alles op elke gewenste tijd verkrijgbaar is?

Je baas en je leefstijl

Je baas en je leefstijl

Bemoeit je baas zich al met je leefstijl? Vraagt hij je meer te bewegen en met de fiets naar je werk te vliegen? Het roken te laten en te matigen met drinken? Van de kroketten af te blijven?

Als dat nog niet zo is, dan komt dat vanzelf wel. Want gezondheidsbevordering is niet alleen van groot individueel belang, ook sociaaleconomisch valt er veel winst te behalen. Aldus de SER (Sociaal Economische Raad) in een ontwerpadvies over preventiebeleid in arbeidsorganisaties.

Een goede gezondheid, stelt de SER, vergroot de kans op een lang leven van goede kwaliteit. Dat niet alleen, het vergroot ook de kans op duurzame arbeidsdeelname en maatschappelijke participatie.
Kijk, veel vliegen in één klap. Niks miezerig, ziek, zwak en misselijk achter de geraniums op je oude dag, maar vitaal aan het werk. Iedereen blij.

Nieuwe wet- en regelgeving om prikkels voor gezondheidsbevordering af te dwingen zijn niet nodig, vindt de SER, want “initiatieven voor preventiebeleid ontstaan al vanzelf binnen de ondernemingen”. En daar geeft de SER groot gelijk in.

Bedrijven kunnen bij TNO de leefstijlscan bestellen. “Voor uw werknemers een persoonlijk advies op maat, voor uw organisatie een groepsrapportage”, zo propageert TNO de scan.
Als dan blijkt dat er nodig wat aan de fitheid gedaan moet worden bestelt de baas een of meer van de
vier kansrijke interventies die het NISB in de aanbieding heeft: lunchwandelen, fietsen scoort, de coach-methode (een individuele begeleidingsmethode die te-weinig-actieve werknemers meer laat bewegen) of bedrijfssport.

In een (pdf!)document van Vitaal in Praktijk wordt het rioolbedrijf Waternet in Amsterdam aangehaald, waar bij functioneringsgesprekken een eventuele ongezonde leefstijl aan de orde kan komen als het ziekteverzuim aan de hoge kant blijkt. “We mogen niemand iets opdringen”, zegt een functionaris van Waternet, “maar als privégewoonten het werk raken, vind ik dat we als werkgever er alles aan moeten doen om tot een oplossing te komen”.

Uiteraard benoemen SER, TNO en Waternet de verantwoordelijkheden van de wekgever ook. De arbeidsomstandigheden mogen de gezondheid ook niet in de weg zitten, maar al snel wordt een gezond assortiment in de bedrijfskantine als lichtend voorbeeld gegeven en lees je nergens iets over ziekmakende gebouwen en apparatuur.

Het lijkt me allemaal heel logisch. Een gezonde werknemer rendeert veel beter dan een zieke. En een fit mens zal ongetwijfeld veel beter belastend werk aankunnen, wat voor de werknemers zelf ook wel zo prettig is. Als je ziek wordt door je werk, kun je van je vrije tijd ook niet zoveel genieten.
Maar de nadruk ligt toch vooral op de individuele verantwoordelijkheid van de werknemers. Een houding die misschien wel voortkomt uit de idealistische opvatting: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Hier dus vertaald in: de burger moet aan zijn eigen gezondheid werken, want hij moet langer werken. Da's goed voor de economie en dus goed voor ons allemaal.

Een en ander wordt gemotiveerd door te wijzen op de gigantische kosten van de gezondheidszorg en de mogelijke groei daarvan dankzij de vergrijzing.
Nu heb ik misschien niet genoeg rondgekeken, maar ik ben nog geen cijfers tegengekomen die laten zien wat het oplevert als je eerst investeert in het wegwerken van alle ongezonde factoren in de arbeid zelf. Ploegendiensten, gebouwen met een slecht klimaat, stressfactoren, schadelijke stoffen, te lang achter de computer, werkdruk door onderbezetting, slechte koffie en een zanikende baas.

En wat de vergrijzing betreft: met de ouderdom komen hoe dan ook gebreken. Is al ingecalculeerd hoeveel ziekteverzuim er bespaard kan worden als niet iedereen tot zijn 67e of langer moet doorwerken?
Misschien zijn er wel cijfers over, maar worden ze niet gepubliceerd? Of wordt de moeite niet genomen dat eens te berekenen? Wie daar meer van weet, mag het me zeggen. Graag zelfs.

Ondertussen aan de lezers hier de vraag: mag jouw baas zich met jouw leefstijl bemoeien? En zo ja, hoever mag je baas daar dan in gaan?

Spreek recht wat krom is

Spreek recht wat krom is Wel eens werknemers de straat op zien gaan voor minder salaris? Arbeidsonrust komt toch al niet zoveel voor, hoewel het onder Balkenende's kabinetten wel is toegenomen (zie dit artikel hier). En dat beetje opstandigheid betrof vooral de cao-onderhandelingen, ofwel eisen voor meer loon. Maar grote werknemersacties met eisen betreffende de topsalarissen, het ontslagrecht en de pensioenen (vergrijzing) hebben we nog niet op straat gezien (zie ook dit artikel).

Om te voorkomen dat we met een historische noviteit te maken krijgen en arbeiders de straat opgaan om minder (top)salarissen te eisen, maakt het kabinet werk van een grotere invloed van de ondernemingsraden bij beursgenoteerde bedrijven.

Op grond van een SER-advies krijgen die raden spreekrecht tijdens aandeelhoudersvergaderingen. De arbeiders mogen kenbaar maken wat ze vinden van benoemingen, ontslagen en beloningen van commissarissen en bestuurders. De aandeelhoudersvergadering is niet verplicht de standpunten van de OR over te nemen.

De vakbonden FNV en CNV zullen dus naar andere middelen moeten zoeken om hun grieven over de laatste voorstellen van de commissie Frijns opgenomen te zien in de Corporate Governance Code (Code Tabaksblat). De OR-leden, meestal vakbondsleden, krijgen spreekrecht dat nergens toe hoeft te leiden.Het

CNV meent dat Frijns ” volstrekt onvoldoende aandacht besteedt aan de positie van werknemers. Deze moet worden versterkt onder andere door meer invloed op de Raad van Commissarissen. Met de Wet op de Ondernemingsraden alleen zijn we er niet”.

Sinds 1 september 2006 zijn bedrijven wel verplicht het beloningsbeleid met de OR te bespreken (Wet Harrewijn), maar een onderzoekje van Schouten & Nelissen bracht aan het licht dat het bij driekwart van de ondernemingsraden maar niet aan de orde komt. Al

in februari dit jaar, werd duidelijk dat de SER een grondige versterking van medezeggenschapregelingen bij beursgenoteerde bedrijven absoluut niet nodig vond. Het enquêterecht van aandeelhouders is meer dan voldoende en bij multinationale bedrijven zou meer werknemersinmenging er toe kunnen leiden dat ze geen zin meer hebben hun bedrijven hier te vestigen. Dat moeten we niet willen, zegt de SER. Het kabinet denkt er blijkbaar net zo over, want het heeft inmiddels het SER-advies doorgestuurd naar de Raad van State.

Spreekrecht is toch wat anders dan een vinger in de pap. Tenzij de OR spreekt van mogelijke maatregelen op de werkvloer als de geachte aandeelhouders ideeën van de werknemers weigeren over te nemen. Maar dat is dreigen met arbeidsonrust en voor je het weet willen de aandeelhouders de zaak van de hand doen.

Waarom de OR, als wettelijke vertegenwoordiger van de werkvloer, niet als even gelijkwaardige partner in het bedrijfsbestuur opgenomen? Spreekrecht, medezeggenschap, het zijn de instrumenten der repressieve tolerantie die uit de kast werden gehaald als reactie op allerlei onrust in de 60'er en 70'er jaren. Tot op vandaag de dag worden die instrumenten verkocht als versterking van democratische processen. Aan daadwerkelijk meebeslissen is de democratie nog niet toe. De vraag is dan over wiens democratie je het hebt.

Zolang beslissingsrecht niet aan de orde is, zullen we alleen met spreken zaken recht zien te kletsen die krom zijn. Lukt dat niet, dan blijf je maatschappelijke onrust houden.

De SER in crisisbespreking bijeen

De SER in crisisbespreking bijeen

Quote van de week:
Gek dat terwijl de landbouw überhaupt geen giftige producten op de markt mag brengen, de financiële sector dit de afgelopen jaren aan de lopende band deed. Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen?
Albert-Jan Maat, SER-lid en voorzitter LTO-Nederland.

De SER (Sociaal Economische Raad) kwam in crisisbespreking bijeen en een van de belangrijkste adviesraden van de regering, produceerde minstens net zoveel adviezen, als er nu door het medialandschap waaien.
Een samenvatting:

Eerst rustig nadenken.
Dat was het advies van Henk Brouwer (directeur van De Nederlandsche bank), Loek Hermans (MKB-voorzitter) en Boele Staal (voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken).

De markteconomie veranderen.
Uiteraard het advies van Agnes Jongerius (FNV-voorzitter) en Henk van der Kolk (voorzitter FNV-bondgenoten).

Niks veranderen en met je tengels van de markt afblijven.
Aldus Bernard Wientjes (voorzitter VN)-NCW) en Coen Teulings (directeur CPB).

Andere SER-leden kwamen met deeladviezen:
Wat er ook gebeurt, het kabinet moet voor alle groepen de koopkracht behouden, adviseerde CNV-voorzitter René Paas.
De spaarders helpen? Ben je gek, zei Elco Brinkman (voorzitter Bouwend Nederland). Meer investeren in stadsvernieuwing en wegen.

Kroonlid Louise O. Fresco, hoogleraar Duurzaamheid in internationaal perspectief en auteur van de roman “De Utopisten“, een scherts die aan de val van Duyvendak en rumoer rond Joschka Fischer doet denken, adviseerde wel de aandacht te houden bij enkele mondiale problemen die nu mogelijk ondergesneeuwd raken. Ga het Kyoto-protocol nou eens toepassen.

Een ander kroonlid, Ferdinand Grapperhaus (hoogleraar Europees arbeidsrecht), meent dat het wel tijd is voor nieuwe regelgeving op het gebied van ondernemingsbestuur. Hij vergat echter daarbij een soepeler ontslagrecht voor falende topbestuurders te vermelden.

De SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, haalde uit dit alles toch een “brede overeenstemming over wat we niet moeten doen (protectionisme) en over voortzetting van de ontwikkeling naar duurzame globalisering“.

Een antwoord op de vraag van LTO- voorzitter Albert-Jan Maat (Hoe kunnen we de financiële sector enig moraal bijbrengen) heeft de SER niet kunnen formuleren.
U wel?

Opbouw van het zuur

Sta-op stoel

Na het zuur kregen we wat zoet en nu mogen we weer het zuur krijgen. Wie wat pilletjes tegen het oprispend maagzuur wil slikken, moet dat wel op eigen kosten doen. De afbraak van de zorg is begonnen.

Het kabinet neemt adviezen van de CVZ (College van Zorgverzekeringen) en de SER (Sociaal Economische Raad) bijna helemaal over. En dat heeft gevolgen voor wat er nog in de zorgverzekering en de AWBZ blijft.

De leukste dingen gaan er in ieder geval uit. Zo worden de poten onder opa's sta-op stoel gezaagd. Een stoel die de man overeind helpt om buiten een ommetje te maken is ook helemaal niet meer nodig. De SER heeft geadviseerd om “onderdelen van de ondersteunende en activerende begeleiding die gericht zijn op deelname aan het maatschappelijke verkeer” uit de AWBZ te halen.

De waskostenvergoeding voor bewoners van verzorgingstehuizen gaat er ook uit. Dat wordt weer zelf naar het tehuis rijden om opa's vuile was op te halen en in je eigen wasmachine te proppen.

Het is maar een beginnetje. Ik voorspel dat er nog meer gaat volgen. Niets kan dit kabinet nog stoppen en niemand die dat ook doet. Het parlement niet, vertegenwoordigende organisaties niet en de burgers ook niet. Af en toe lijkt er een stormpje op te steken, maar het waait allemaal snel weer over.
Ik kan nog wel begrijpen dat vergoedingen voor brillen woden afgeschaft. Niet iedereen hoeft te zien waar dit kabinet mee bezig is. Maar het wegsaneren van de vergoedingen voor gehoorapparaatjes? Het kabinet wil toch wel dat we goed naar ze luistert?

In “Naar een toekomst zonder werk” schreef ik onder andere dat bij de beheersing van de zorgkosten te veel wordt gedacht wat er allemaal niet meer kan en te weinig wordt gekeken wat er wel zou kunnen. Bijvoorbeeld robots inzetten die als hulpje in (te)huis werken en zelfs de eenzaamheid onder ouderen helpen verlichten.

Die opmerking moet ik inmiddels nuanceren. Er is inmiddels een hoogleraar voor Technologie in de Zorg benoemd. De robots zijn er nog niet, maar hij gaat dat mogelijk maken. Ik vraag me af in hoeverre dat met steun van het kabinet is, want die hoogleraar zetelt wel in de universiteit van Maastricht. En daar willen ze nog wel eens anders te werk gaan dan het kabinet wil, zoals laatst bleek tijdens de discussie over de embryo-selectie.

Maar goed, we mogen niet klagen (historische uitspraak van een groot leider). We hebben het goed en als opa niet meer uit zijn stoel kan komen, wordt het weer lekker rustig op straat, het kenmerk van een veilige staat.

Geen zorg voor welzijn

EenzaamheidVeertig jaar AWBZ blijkt ook veertig jaar schuiven met geldpotjes. De SER adviseert nu rustig door te gaan met dat geschuif. Haal kosten die met welzijn te maken hebben uit de AWBZ.
Een doortastend advies? Welnee, gewoon de zoveelste schuiver om de stijgende kosten van de AWBZ in te perken.
Veertig jaar AWBZ even
op een rijtje:

In 1968 wordt de AWBZ ingevoerd. Bedoeld om langdurige zorg en kosten die niet onder het ziekenfonds vallen te verzekeren.
In 1980 wordt het kruiswerk (o.a. verplegende verzorging aan huis, zuigelingenconsult) overgeheveld naar de AWBZ.
In 1989 worden ook de psychische zorg, hulpmiddelen, sociaalpedagogische zorg, gezinszorg en de regionale instellingen voor beschermd wonen bij de AWBZ onder gebracht.
In 1992 wordt farmaceutische hulp, audiologische hulp, erfelijkheidsonderzoek en revalidatiezorg aan de AWBZ toegevoegd.

Het wordt een beetje volle boel bij de AWBZ en de kosten zijn aardig opgelopen. Kabinet Kok II maakt daar een einde aan. In 1997 wordt alles, behalve de psychiatrische zorg, weer terug gekieperd naar de ziekenfondswet. Kort na die schoonmaakactie worden bejaardenzorg, gezinszorg en kruiswerk weer teruggetakeld naar de AWBZ. Nu onder de noemer thuiszorg.

Vanaf 1998 wordt toegewerkt naar de nieuwe AWBZ. Vanaf 2003 kan zorg ingekocht worden op onderdelen. Van verpleging tot activerende begeleiding. Van thuiszorg tot ondersteunende begeleiding. Het PGB (persoonsgebonden budget) wordt ingevoerd. Zorg op maat moet zowel de cliënt tevreden stellen, als de kosten overzichtelijker en beheersbaarder maken.

In 2007 is het mis. De AWBZ blijkt veel te duur. Er moet weer wat uit. Als eerste wordt de thuiszorg overgeheveld naar de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning).
Nu, maart 2008, wil de SER dat bepaalde vormen van ondersteunende en activerende begeleiding ook naar de WMO te verhuizen. De AWBZ zou toch weer meer echte zorg moeten bekostigen: verpleeghulp, revalidatie, etc. Als mensen die zorg met meer welzijn opgetuigd wensen te zien, dan betalen ze dat zelf maar. Kunnen ze dat niet, dan mogen ze een beroep op de WMO doen.

Een voorbeeldje uit het NRC van dat dure welzijn: ondersteunende begeleiding van autistische kinderen bij paardrijles of huiswerbegeleiding. Da's helder. De hulp hebben ze wel nodig, maar is geen directe zorg. Bovendien hebben de ouders die paardrijles kunnen betalen, meestal een aardig inkomen, dus die begeleiding kunnen ze vast ook wel zelf betalen.
Ander voorbeeldje: mensen in bejaardentehuizen lopen er een stuk gezonder bij als ze ook wat persoonlijke aandacht krijgen en aan wat activtiteiten kunnen meedoen. Minder eenzaam, meer gelukkig, meer gezond.
Maar ja, activerende ondersteuning, hoort natuurlijk in het buurthuis en niet in de bejaardenzorg. Dus, goed gezien SER, laat de WMO dat maar bekostigen.

Dit advies zal bijdragen aan de stijgende zorgkosten. Zorgmanagers en personeel die ziek worden van de zoveelste verandering, die opnieuw tot reorganisaties in hun werk zal leiden en de nodige burocratische rompslomp met zich mee zal brengen.
Patiënten en cliënten die ziek worden van weer van het kastje naar de muur te worden gestuurd en opnieuw met hogere eigen bijdragen geconfronteerd worden.
En ook nu wordt niet erkend dat zorg en welzijn geld kost. Veel geld. Dus als straks de kosten voor de WMO de pan uit rijzen, moet er weer een dure adviesraad aan het werk worden gezet voor de volgende verschuiving.

De overheid maakt zich terecht zorgen om de peperdure kosten. Veertig jaar schuiven met subsidiepotjes heeft het niet goedkoper gemaakt. Dan zijn er twee opties:
1. De welzijnsstaat verklaart de gezondheidszorg failliet. Iedereen zoekt het verder zelf maar uit. Ziek zijn doe je zelf, dus je betaalt dat ook maar zelf. Een tendens die meer en meer de kop op steekt de laatste tijd.
2. De welzijnsstaat erkent dat zorg duur is en zoekt naar alternatieve oplossingen. Een wet die beperkingen stelt aan de prijzen van medicijnen en hulpmiddelen. Niet leuk voor bijvoorbeeld de farmaceutische industrie, maar die gaat niet dood van wat minder winst.
Veder gaat er nog zoveel geld om in de samenleving dat aan echte overbodige luxe wordt besteed, dat de overheid best een graai in die kas kan doen.

Dat laatste komt er natuurlijk niet van, want dat zou een aantasting van fundamentele vrijheden betekenen. Van dat idee wordt een select maar invloedrijk gezelschap zo ziek van dat de overheid bang is om tot meer effectievere maatregelen over te gaan.

Hoe sloop je het glazen plafond?

Ramen lappen

(Zie ook de update over de nederlandse Female Board Index, onderaan dit artikel)
Het moet eens afgelopen zijn dat vrouwen niet verder dan het
glazen plafond mogen komen en dan nog vaak alleen om de ramen te lappen. Dat is volstrekt overbodig werk, dankzij het bestaan van zelfreinigend glas.
Met het zelfreinigend vermogen van het 'old-boys-network' is het zo bar en boos gesteld dat er zo langzamerhand eens maatregelen moeten komen om dat glazen plafond te slopen. Maar hoe krijg je dat goed voor elkaar?

Je kan natuurlijk helemaal niks doen. Tijden veranderen dus de geschiedenis wellicht ook wel. De grote ziener Herman Wijffels, mede-aanstichter van het huidige kabinet, zei bij zijn afscheid als voorzitter van de SER, dat we naar een tijd gaan waar masculiene waarden meer plaats maken voor feminiene waarden. Wel, als het zover is zul je ongetwijfeld meer vrouwen in de bestuurskamers van grote bedrijven op de stoelen der commissarissen zien zitten.

Nou is niet iedereen zeker van de grillen van de tijdgeest en vind dat er concretere maatregelen nodig zijn. De heer Rinnooy Kan, huidige voorzitter van de SER, schaamt zich kapot dat in nederland slechts zeven procent der commissarissen een vrouw is. Dat moet anders en dolenthousiast heeft hij dan ook zitting genomen in een commissie die minister Plasterk en staatssecretaris Heemskerk gaat adviseren hoe hij bedrijven kan vertellen wat ze aan hun glazen plafond moeten doen.

Dat is niet zomaar een commissie, nee, het is een heuse Taskforce. Vorige week is dat clubje gepresenteerd en dat was meteen een groot succes: drie vrouwen en zeven mannen. Een fraaie weerspiegeling van de bestuurswereld, inclusief die van het kabinet zelf.
Eerder kon u
hier al lezen dat de enorme ambities van de regering, aangaande de arbeidsparticipatie van vrouwen, zeer waarschijnlijk niet van toepassing zijn op het bestuur van het land. Binnen het kabinet doen meer vrouwen secretariaatswerk dan dat ze ministeriële verantwoordelijkheid krijgen toebedeeld. Het 'old-boys-network' is in de politiek minstens zo'n sterk fort als in het bedrijfsleven.
Te verwachten valt dat die Taskforce, in de lijn van het kabinetsbeleid, met een gedragscode op de proppen zal komen. Geen verplichtingen, maar zelfregulering. Vrijheid leidt immers tot blijheid? En laten we vrolijk zijn: gedragscodes hebben al tot veel lollige dingen geleid.

Maar ook daar heeft niet iedereen vertrouwen in. De Taskforce 'Vrouwen aan de top' ook niet en die is op het lumineuze idee gekomen een charter op te stellen. Een pakket bindende maatregelen. Dat lijkt verder te gaan dan zelfregulerende gedragscodes, maar de charter wordt niet opgelegd. Het bedrijfsleven mag dat stuk vrijwillig ondertekenen.

En zelfs daar heeft niet iedereen alle vertrouwen in. Dat wil zeggen: in nederland misschien wel, maar in Noorwegen heeft men dat anders aangepakt. In 2003 steunde een flinke meerderheid van het parlement een wetsvoorstel van de toenmalige minister van economische zaken om beursgenoteerde bedrijven te verplichten 40 procent van de bestuurzetels aan vrouwen ter beschikking te stellen. Men kreeg vijf jaar de tijd om dat percentage te halen en op 1 januari van dit jaar moest aan de wettelijke verplichting zijn voldaan. En jawel hoor, 38 procent van de commissarissen in NV's is een vrouw.
Het succes is evident. De Noorse economie is niet in elkaar gestort en de meeste bedrijven staan nog steeds als een huis. Hoewel, wat er van de noorse economie terecht komt als de 77 bedrijven die de score niet hebben gehaald, hun deuren moeten sluiten, moeten we afwachten.

Een code, een charter of een wet. Eigenlijk onzin dat zulke instrumenten nodig zijn. Om te beginnen zijn er meer vrouwen dan mannen in dit land. En als je dan nagaat dat van alle werkenden, vrouwen gemiddeld hoger zijn opgeleid dan mannen, dan moet dat toch al genoeg zijn om een einde te maken aan de deplorabele diversiteit in leidinggevende functies. Het bedrijfsleven telt slechts 13 procent vrouwelijke managers en 7 procent commissarissen.

Laat in de poll zien hoe jij erover denkt.
(poll gesloten op 21 februari, hier de uitslag)
Het glazen plafond sloop je het beste met ….
1. een gedragscode: 17%
2. met een charter: 0%
3. met een wet: 33%
4. niks, het komt vanzelf wel goed: 50%

Update 17 januari: De beursgenoteerde bedrijven in nederland doen het nog veel slechter dan de noren. Lees hier meer over de Female Board Index. Niet meer dan 5 procent vrouwen in de top. Ahold heeft de meeste vrouwen aan de top, Philips helemaal geen.
Ik heb de samenstelster van de index, Mijntje Lückerath-Rovers, om haar visie op dit artikel te geven en uitgenodigd hier een gastlog te schrijven.
Mocht dat er van komen, dan lees je dat natuurlijk weer op dit weblog.

Exit ondernemingsraad

SER

Ruzie in de SER (Sociaal Economische Raad). Na eerdere bonje over het ontslagrecht, liggen werkgevers en werknemers in de sjieke raad nu te rollebollen over de invloed van de werknemers.
De SER moet de regering van advies dienen over een opgepimpte ondernemingsraad. Het gaat al jaren niet zo goed met de OR. Het kost steeds meer moeite werknemers te boeien met dit product van repressieve tolerantie. Want veel meer is het eigenlijk niet en daarmee is meteen verklaard waarom maar weinig werknemers uren avondstudie en oeverloze vergadertijd over hebben voor de hen zo ruimhartig toebedeelde inspraak. Werknemers hebben wel degelijk enig economisch besef en als de inspraak niet rendeert, dan daalt de inzet zo beneden nulpunt.

Een poging van het vorige kabinet de OR nieuw leven in te blazen, strandde op zoveel verzet dat de toen verantwoordelijke minister het ontwerp voor een Wet Medezeggenschap Werknemers (de beoogde opvolger van de Wet op de OndernemingsRaden) snel weer moest intrekken.

De SER is nu aan het stoeien over een ontwerp voor evenwichtig ondernemingsbestuur. Aanstaande vrijdag zou een definitief advies op tafel moeten liggen. Dat wordt wel tijd, want er is veel veranderd. Moesten in duistere tijden directeuren het eens zien te worden met hun ondergeschikten, nu is ook de directie werknemer en maken aandeelhouders en commissarissen de dienst uit. De SER is op zoek naar meer balans tussen de belanghebbenden, maar omdat de SER alle belanghebbenden in hun pluche hebben zitten, komen ze er niet echt uit.

Raar eigenlijk, want nu het politieke tij meezit en zo vreselijk druk wordt gehamerd op ieders eigen verantwoordelijkheid, ook die van jan-met-de-pet, zou je een gloedvol betoog verwachten over herinvoering van de coöperatieve onderneming en arbeiderszelfbestuur. Maar goed, dat zijn historische artefacten, die teveel rieken naar reeds lang uitgestorven begrippen als socialisme en communisme. We gaan natuurlijk geen oude lijken opgraven.

Ik verwacht dat de huidige onenigheid binnen de SER uiteindelijk een nieuw monster van maakbaarheid zal opleveren. De schijn van democratisch bestuur gevat in een gedragscode die de huidige wet moet vervangen. Reken maar dat dan de werknemers over hun toeren van enthousiasme de bestuurskamers in zullen stromen met hun eigen verantwoordelijkheid. Voor het zover is wil ik toch de onbeschaamdheid opbrengen de raad van advies te dienen.

Ga eens een kijkje nemen bij het Braziliaanse bedrijf Semco. In de tachtiger jaren nam Ricardo Semler het bedrijf van zijn vader over en zette het hiërarchische bestuur om in een volledig democratisch model. De aandeelhouder heeft nog slechts één stem in de besluitvorming en de zeggenschap is gelijk verdeeld over alle werknemers.

Naar verwachting zou dat de onderneming te gronde richten, maar dat is er niet van gekomen. In tegendeel zelfs. Door ook flink aandacht te besteden aan het welzijn van de werknemers, de ervaring en inzichten van oudere en ex-werknemers, het herindelen van het bedrijf in kleinere, voor zichzelf verantwoordelijke eenheden, is de inzet van de werknemers zo gegroeid dat ook de omzet steeg.

Het bedrijf is geen oubollige coöperatie geworden, geen stalinistisch fort van arbeiderszelfbestuur, maar is een gemeenschap van gedeelde verantwoordelijkheid, vakkundigheid en ervaring geworden.

Mijn advies aan de SER: doe verder niet moeilijk, neem het ondernemingsplan van Semco over en draag het kabinet op de moed te hebben van dat model de nieuwe wet medezeggenschap werknemers te maken.